Inloggen
Gezagvoerder

Vink, Cornelis de

Naam: Vink, Cornelis de
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
GOEDE HOOP 0 Galjas Sailing Vessel 12139 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

 

Rotterdamsche Courant 02 augustus 1814

Rotterdam, 1 augustus. De 29e passato, ’s namiddags, arriveerde in de Maas het schip ZORG EN VLYT, kapt. C. Vink, van Londen; dezelve is op de reis overleden. 

 

De schepen van de kapitein

“Goede Hoop

 

Overige bijzonderheden

De Minister van Staat

’s Gravenhage, 28 juni 1821

 

Onderwerp: Verzoek om vrijstelling van inkomende regten op de scheeps-inventaris en koperen huid van het in Engeland gesloopte schip de JONGE MARIA, kapt. Cornelis Poort.

 

De Minister van Staat geeft de koning advies inzake onderstaand request aan Z.M. de Koning van D. & C. Blankenheim, Kooplieden en Scheepsreders te Rotterdam, waarbij zij te kennen geven dat het Nederlandse schip de JONGE MARIA, kapt. Cornelis Poort, van welk schip Requestanten zeggen de principale Reeders en Boekhouders te zijn, op de terugreize van Savannah naar Rotterdam met zodanige zware schade te Cowes in Engeland is binnen gelopen, dat men het nodig heeft gevonden hetzelve aldaar te slopen en de romp te verkopen. Doch dat de verkoop, te dier plaatse, van de inventaris, dat is van de ankers, zeilen, touwwerk en kajuitsgoederen, gelijk mede van het koper waarmede dat schip is gedubbeld geweest, met zeer bezwarende inkomende regten zoude hebben gepaard gegaan, waarom men het raadzaam gevonden had alle die goederen naar Rotterdam te doen terugvoeren, ’t welk dan ook met het schip de GOEDE HOOP, kapt. Cornelis de Vink, zoude worden in ’t werk gesteld, verzoeken zij, Requestanten, Uwe Majesteit om hen uit aanmerking van het reeds door hen geleden verlies, een vrijstelling der inkomende regten voor de gezegde goederen te willen verlenen.

 

Op de ter requeste vermelde positiën heb ik alleen deze aanmerking te maken dat het voorzeide schip de JONGE MARIA in zo verre een Nederlands schip kan heten wijl het aan Nederlanders toebehoort doch niet is van Nederlandse constructie zijnde buitenslands gebouwd, en dat de, bij mijn Administratie bekende, eigenaren van die bodem niet zijn de Requestanten D. en C. Blankenheim, maar voor 6/8 Cornelis Jacobus Blankenheym, en voor de overige 2/8 Ferrier & Co, beide te Rotterdam woonachtig.

Wat betreft het verzoek zelve, om de inventaris en de koperen huid van gezegde, in Cowes gesloopte en verkochte schip, vrij van regten te mogen invoeren zo zie ik geen vrijheid hetzelve bij Uwe Majesteit te ondersteunen.

Een dergelijk geval heeft in de Jare 1817 plaats gevonden en Uwe Majesteits declinatoire dispositie (opm: afwijzing) ten gevolge gehad. Het was nauwelijks een request van J.J. Stijntjes te Veendam strekkende om van een op de Zweedse kust gestrand schip (opm: diens kof VROUW WILHELMINA) waarvan het wrak aldaar was verkocht, de daartoe behoord hebbende en niet in die verkoping begrepen ankers, zeilen, touwen toen alleen onder betaling van 1/5 der tabellen regten en derhalve tegen het regt op de wrakken en overblijfsels van gestrande schepen bij het tarief bepaald, te mogen invoeren.

De toenmalige Directeur Generaal van de Konvoijen en Licenten, in wiens handen Uwe Majesteit dit request had doen stellen bij App. van den 7 augustus 1817 heeft, bij zijn hierop uitgebragt rapport van den 13 daaraanvolgende No. 5 de bedenkingen ontwikkeld welke tegen dat verzoek te maken waren, met betoog dat zelfs dit faveur niet op de gezegde goederen kon worden toegepast, even min als de gehele vrijstelling van inkomende regten, welke men kort te voren, van hem Directeur Generaal voor die goederen, op grond van het 148 artikel in het 15e hoofdstuk der toenmalige Wet van den 3 oktober 1816, verzocht had, en waarin door hem Directeur Generaal was gedifficulteerd, terwijl de belanghebbenden die weigering hadden gebillijkt en toekenden dit gezegde hoofdstuk handelend over de gestrande en geborgen goederen, alleen betrekking hebbende tot stranding welke op de kusten van dit Rijk plaats hadden, op het gezegde verzoek van geen toepassing kon zijn.

Uwe Majesteit heeft, bij besluit van den 17 augustus 1817 No. 105 zich met dit declinatoir rapport gelieven te verenigen.

De thans door de Requestanten D. en C. Blankenheim aan Uwe Majesteit voorgedragen zaak is volkomen van dezelfde aard.

In de algemene Wet van den 12 mei 1819 is bij het 11e artikel behorend tot het 7e hoofdstuk, wegens gestrande en geborgen goederen, het voorzeide 148 artikel uit de vroegere Wet van den 3 oktober 1816 letterlijk overgenomen. De vrijstelling van inkomende regten voor de bedoelde objecten kan dus ook nu nog geen plaats hebben als voor zo ver de stranding op onze kusten voorgevallen zij, en de overige redenen welke in het gedachte rapport van den 13 augustus 1817 No. 5 tegen de verlangde vrijstelling, zo op grond van de geest en de letter der Wet, als in het belang van verscheiden takken der Nederlandse Nijverheid aangevoerd zijn, gelden evenzeer in het tegenwoordig geval.

Ik neem derhalve de vrijheid Uwe Majesteit te adviseren om in het bij de onderhavige Requeste gedaan verzoek te difficulteren.

Bron: N.A. Den Haag, toegang 2.08.01.07, bestanddeel 162

 

Het is onbekend of de koning uiteindelijk toch een gunst heeft verleend.

De GOEDE HOOP vertrok al op 20 mei naar Cowes (RC 220521) om de spullen op te halen, terwijl dit stuk van 28 juni is, en nog niet eens het K.B. Vermoedelijk waren de invoerrechten in Engeland hoger dan die in Nederland, zodat men de gok heeft genomen en de kosten gemaakt om de eigen galjas al vast naar Cowes te sturen. De datum van terugkeer van de GOEDE HOOP is niet gevonden. De verkoping vond begin oktober plaats.

 

Gegevens van Marhisdata, maart 2012.

 

 

Rotterdamsche Courant 17 maart 1821114

Rotterdam, 16 maart. Den 14 dezer gearriveerd te Helvoetsluis de GOEDE HOOP, kapt. C. de Vink, van Savannah, doch ligt onder quarantaine op de rede. Den 16 ’s morgens is kapt. Vink van zijn quarantaine ontslagen en naar boven gezeild. De wind Z.W.

 

Rotterdamsche Courant 22 mei 1821114

Den 20 zeilden de SARAH, M. Stavelij, naar Aberdeen; de PROVIDENCE, J. Laak, naar Liverpool; de CHARLOTTA, C.J. Marks, naar de Oostzee; de DOROTHEA, C. Drers, naar Crosigh (opm: vermoedelijk Le Croisic), de WAAKZAAMHEID, H.G. Luurs, naar Dublin; de PRINCE OF ORANGE, T. Musson, en de EARL BATHURST, J. Laming, naar Londen; de CATHARINA CAROLINA, J.D. Slie, en de GOEDE VERWACHTING, J.H. Fijn, naar ….; de HELENA, J.C. Kraise, en de NEPTHUNUS, J.C. Arends, naar de Oostzee; de GOEDE HOOP, C. de Vink, naar Wight; de ZES BRODREN, P.H. Erichsen, naar Faaborg; de TWEE ZUSTERS, R.R. Rabanger (opm: slecht leesbaar), en de ANNA CATHARINA, R.M. Rasmussen, naar Bandholm, de SNELHEID, A.W. Smith, naar Calais, de HABET, C. Andersen, naar Nijborg, en de MEMEL, A. Albertsen, naar de Bogt (opm: vaarwater voor Hindelopen)…..

 

Rotterdamsche Courant 02 juni 1821114

Rotterdam, 1 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 29 mei 1821: ….

….Te Cowes is gearriveerd De Vink van Rotterdam, om de lading in te nemen van het schip de JONGE MARIA, van Savannah, hetwelk afgekeurd is (opm: zie o.a. RC 130321).

 

Rotterdamsche Courant 11 oktober 1821114

Rotterdam, 10 oktober.

….Den 10 zeilden HARMONIE, B.J. Weijgers, PALMBOOM, J. Middendorff, CONCORDIA, J.J. Dijk, de GOEDE HOOP, C. de Vink, de JONGE CORNELIS, J.C. Teves, en de JONGE HEELKE TROMPH (opm: kof JONGE HYLKE TROMP), W. Willemsz, naar Brest; NAIAD. H. Aries, naar Antwerpen; le CHARLES, T. Guilbert, naar Havre-de-Grace; BRAGANZE, J. Orbeij, naar Liverpool, en kapitein Knocker, met de brieven van den 10, naar Harwich; de wind O.

 

Rotterdamsche Courant 01 juni 1822114

Rotterdam, 31 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 28 mei:

Den 24 is te Portsmouth, met verlies van een anker en kabel, binnengelopen het schip de GOEDE HOOP, Vink (opm: galjas, kapt. Cornelis de Vink), van Cette (opm: Sète) naar Rotterdam, hebbende acht weken reis.

Van Falmouth is den 23 dezer (opm: mei) vertrokken het aldaar binnengelopen schip SPECULATION, Pieters (opm: pink, kapt. Thomas Pietersz), van Amsterdam, naar Surinamen.

 

Rotterdamsche Courant 22 juni 1822114

Rotterdam, 21 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 18 juni:

Den 16 dezer is van Cowes vertrokken het schip GOEDE HOOP, Vink (opm: galjas, kapt. Cornelis de Vink), naar Rotterdam.

Te Penzance is den 14 dezer lek binnengelopen het schip VROUW MARIA, Schutt, van Liverpool naar Antwerpen.

 

Rotterdamsche Courant 27 juni 1822114

Rotterdam, 26 juni. Den 24 arriveerden te Helvoetsluis de schepen LOUISA, D. Guijt, van Liverpool; de GOEDE HOOP, C. Vink, van Cette (opm: Sète), en HENDRIKA, H.E. Martens, van Bordeaux.

 

Rotterdamsche Courant 20 augustus 1822114

Rotterdam, 19 augustus. Den 18 arriveerde in de Maas de schepen de JUFVR. JANNETTE, J.H. Limburg, van St. Ubes (opm: Setubal), en zeilden de LOUISA, D. Guijt, naar Jersey; de JONGE WILLEM, D. Parlevliet, naar Liverpool; de GOEDE HOOP, C. de Vink, en de INDUSTRIE, L. Spaanderman, naar Dublin; de JONGE HENDRIK, P.G. Lofvers, naar Hull; de GOEDE VERWACHTING, T.J. Nuisker, naar Bordeaux; de ADRIANUS KATS, D.S. Manje, naar Glasgow; NEDERLANDS KROONPRINS, A. van der Weyden, naar Cherburg; de VERWACHTING, H. Gerdes, naar …(opm: niet vermeld), de SPICKOLATIE (opm: SPECULATIE), J.H. Puister, en de VROUW GEZINA, P.H. Hazewinkel, naar Bergen; de DAGERAAD, J.A. Smith (opm: J.A. Smit), naar Droogbak, en de JOHANNA ALIJDA (opm: kof JOHANNA EN ANNA ALIDA), J. Kortrijk, naar Groningen.