Inloggen
Gezagvoerder

Veenstra, Sijbrand

Naam: Veenstra, Sijbrand
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ANNA AGATHA 0 Fregat Sailing Vessel 12106 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Op het Stadsarchief van Amsterdam geen huwelijk gevonden tussen 1823-1872.

Ook de Indexen van het Bevolkingsregister 1864, 1869, 1874 en 1884 bevatten geen vermeldingen van een Sijbrand Veenstra.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

S.Veenstra werd met vlagnummer 359 per 30 oktober 1832 benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G. de Jong. Zijn schip was de “Twee Cornelissen”. Toegevoegd is “Hon.lid geworden002.

In de Algemene Vergaderingen van 23/30 oktober 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Sijbrand Veenstra, oud 30 jaar, voerend het fregat Cornelia Sara, wonende op de Heerenmarkt te Amsterdam, op voordracht van G.de Jong. Hij kreeg vlagnummer 359023.

 

Sijbrand Veenstra was effectief lid van het Amsterdamsche zeemanscollege “Zeemanshoop” van 1832-1836 met vlagnummer 358, van 1836-1854 met vlagnummer 246 en van 1854-1857 met vlagnummer 68.

S.Veenstra was van 1849-1857 bestuurslid van het college Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 september 1846 staat de mededeling van kapitein S.Veenstra dat hij als passagier en carga naar NOI wil vertrekken en daarbij verzoekt om Deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds te blijven. Het Bestuur gaat accoord mits zowel hij als de kapitein van het schip waarmee hij vaart hun stortingen hebben voldaan. Voorst zijn er geen verplichtingen van het Fonds gedurende zijn verblijf in de oost. 042.

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1857 krijgt kapitein S.Veenstra toestemming om zijn effectief- in een honorair lidmaatschap om te zetten.042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren         type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

     359                        1832-1833    fregat              Cornelia Sara                                       Gebr.Hartsen

                                     1834-1835    fregat              Twee Cornelissen                                idem

     246                        1836-1844    fregat              Twee Cornelissen                                Jkhr.P.Hartsen

                                         1845         fregat              Maria                                                    idem

                                     1846-1853    geen vermelding van schip en boekhouder

       68                        1854-1857    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt S.Veenstra als gezagvoerder gedurende:

*   1833 op het 3/m schip “Cornelia Sara”, gebouwd in 1815 te Amerika, 280 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*   1835 t/m 1837 op het 3/m schip “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*   1838 t/m 1845 op hetzelfde schip maar nu voor P.Hartsen te Amsterdam;

*   1846 op het 3/m schip “Maria”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van Sijbrand Veenstra als gezagvoerder van de:

“Cornelia Sara”, dd 06 juni 1833

“Twee Cornelessen”, dd 04 september 1834; 08 oktober 1835; 07 oktober 1836 en 13 oktober 1838

 

Overige bijzonderheden

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was oud gezagvoerder S.Veenstra, commissaris van Zeemanshoop.104.

 

In het Amsterdamse Stadsarchief zijn aanwezig (491-216/223) logboeken van "De Twee Cornelissen" onder gezag van kapitein S.Veenstra. Het betreffen reizen naar Nederlands Oost-Indië, China en Japan. De data zijn aug.1834-aug.1835; okt.1835-aug.1836; okt.1836-aug.1838; sept.1838-aug.1839; okt.1839-sept.1840; okt.1840-juni 1842; juni 1842-juni 1843; aug.1843-nov.1844.

 

Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, Stadsarchief Amsterdam 491-216

Eerste verslagdag op 27 augustus 1834 te Amsterdam. T/m 09 september inname van lading. 10 september loods aan boord en via de Willemsluis naar NH-kanaal. Jagen met 6 paarden. 11 september bij Purmerend. 12 september met 12 paarden naar Alkmaar. 13 september te Nieuwediep.

Op 16 september 1834 te Nieuwediep opgave van de stuurboordwagt met o.a. onderstuurman C.Fulbert en de bakboordwagt met o.a. opperstuurman J.H.Stoelman (Jan Hendrik Stoelman wordt later gezagvoerder bij Kranenborgh & Zn, zie aldaar) en 3de stuurman P. de Mare. Totale bemanning 32 met opperstuurman, onderstuurman, 3de stuurman, bootsman, zeilmaker, oppertimmerman, ondertimmerman, 15 matrozen, 9 lichtmatrozen, bootsmansmaat.

17 september 1834 vertrek van Nieuwediep. Peilden op 19 september Z.Voorland

21 september 1834: “praaijde de galjoot de Beurs van Amsterdam kaptnBakker” in het Kanaal.

30 september 1834 in de Spaansche Zee: “Praaijde kaptn Nassau schip de Stad Dordrecht van Dordt.”

03 oktober 1834: zagen Madeira

25 oktober 1834 2o51 NB/28o25 WL “hadden vier Schepen met ons het schip de Prins van Oranje van Rotterdam toonde zijn vlaggen.”

21 november 1834: zagen Nachtegaal Eiland.

15 december 1834: zagen eiland St Paul. “gingen met de sloepen naar de wal”

03 januari 1835 Indische Oceaan 08o23’ ZB/103o40’OL hoek Sumatra/Java zagen een schip zijnde de Prins van Oranje van Rotterdam.

04 januari 1835 07o27’ZB/ 103o53’OL “  hadden het schip prins van Oranje bij ons … “

07 januari 1835 op de Reede van Batavia.

18 januari 1835 Vertrokken naar Soerabaja “Met ons van de ree gezeild de Prins van Oranje, De Prinses Marianne het schip Aurora…”

21 januari 1835 ter hoogte van Rembang (N-kust van Java) “… Praaijde kapt. de Haan het schip Aurora…”

23 januari 1835 reede van Soerabaja “… daar ook kapt. de Haan Schip Aurora Kapt. de Boer het schip Prins van Oranje

10 februari 1835 reede Pasoeroeang “met ons gearriveerd het schip Prinses Marianna kaptn Admiraal en het schip Eliza kaptn Staal en op de Ree liggende kaptn  de Boer het schip de Prins van Oranje…”

22 februari 1835 “… op de ree gekomen kapt. Hermans…”

27 februari 1835 Vertrek

28 februari 1835 “Peilde de oosthoek van Madura NNO … Praaijde kapt. van der Valk het schip de Nijverheid komende van Sourabaya bestemd naar Rotterdam …”

20 maart 1835 Indische Oceaan 15o23’ZB/105o33’OL “… om 6½ uur kwam aan boord de sloep van het schip Sumatra kaptn Joosten van Rotterdam naar Batavia 116 dagen in zee in goede staat …”

17 juli 1835 Nieuwediep na 141 dg.

27 juli 1835 Aankomst te Amsterdam

05 augustus 1835 Equipage ontslagen.

 

"De Drie Gebroeders" op de rede van Soerabaja057:

13 maart 1839           "... ontvingen van het schip 2 Cornelissen kaptijn S.Veenstra 1 kist wijn en een halve mand zeltserwater en nog eenige provicie ...".

Het fregat "De Twee Cornelessen" (sic) onder gezag van Sybrand Veenstra en met 33 manschappen dateerde de monsterrol op 13 oktober 1838 met bestemming Batavia. De boekhouders waren de Gebr. Hartsen011.

 

S.Veenstra vervoerde per 09 juni 1845 vanuit Hellevoetsluismet de “Maria Hendrika” 1 landmachtofficier naar Batavia. Aankomstdatum en reisduur zijn niet vermeld065.(gezien de opgaven in de AAKZ en het ontbreken van dit schip in Bouma025 zal er wel sprake zijn van de “Maria”)

 

Veenstra kap twee Cornelissen praaide op 10 jan 1836 de Anna Catharina kap. S. Veer op 37 55 ZB 61 48 OL

Op 3 feb 1836 passeert Veenstra met de twee Cornelissen aan de oostkant van Java de Twee Gebroeders van kap. Jaski en de Klara henrietta van kap. Blokzeil

Melding in de scheepsjournalen van de “Twee Cornelissen”

 

Rotterdamsche Courant 05 januari 1837114

Rotterdam, 4 januari. De schepen FLEVO, kapt. H.T. Amsberg, TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra, beide van Amsterdam naar Batavia te Cowes binnen, hebben den 23 december 1836 hunne reizen voortgezet.

 

Provinciale Groninger Courant 17 oktober 1837114

Ter rede van Batavia lagen op 20 juni Zr.Ms. oorlogsbrik ORESTES.

De Nederlandsche schepen de TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra om op 30 juni naar Japan te vertrekken, de VROUW HENDRIKA, kapt. H. Zoetelief en NEERLANDS INDIEEN (opm: fregat NEERLANDS INDIË, kapt. J.G. Veening.

 

Zierikzeesche Courant 12 juni 1838114

Laatstleden woensdag (opm: 6 juni) is te Amsterdam de jaarlijkse vergadering van de raad der Nederlandsche Handel-Maatschappij geopend. De president, de heer Van der Houven, heeft bij die gelegenheid een overzicht gegeven van de gang en de stand van zaken van die maatschappij, gedurende het boekjaar 1837.

De uitbreiding van de betrekkingen der maatschappij is blijkbaar zowel in de vermeerderde retouren, voor haar uit Oost-Indië aangebracht, als in het toegenomene bedrag van de derwaarts uitgezondene goederen en waarden. Aan het gevaar, waarmede de handelscrisis in Amerika, in haar uitwerkselen en gevolgen, ook de maatschappij bedreigde, is zij gelukkig ontkomen, zonder aanmerkelijke schade te lijden.

In de veilingen van de maatschappij gedurende 1837 werden opgenomen: 662.453 balen en 200 vaten koffie; 117.556 krajangs en kanassers (opm: krandjang, gevlochten mand van bamboe als verpakking voor suiker, resp. kanaster of knaster, kist of korf van vlechtwerk voor verzending van tropische producten, in 't bijzonder mand van grof rottingriet voor suiker), 1453 kisten en 1150 matten en balen suiker; 2893 kisten indigo en een aanzienlijke hoeveelheid specerijen, 28.047 schuitjes tin (opm: á ½ pikol = 30,8806 kg.), benevens enige curcuma (opm: ook wel geelwortel genoemd [bevordert de spijsvertering]) en Java thee. Dit alles werd geredelijk geplaatst, waaruit blijkt, wat er is van de vestiging van een markt van koloniale producten hier te lande, en van hoe veel belang het beginsel is der vereniging van die producten in één krachtige en doelmatig bestuurde hand.

De maatschappij bevrachtte in 1837 127 schepen, waaronder één van Groningen, metende tesamen 36.335 en uitmakende 43.560 uitleverende lasten; dat is 29 schepen meer dan in 1836, terwijl bovendien nog onderscheidene bodems, ter gehele of gedeeltelijke belading, bij de factorij te Batavia werden aanbevolen. Van de in 1836 uitgezonden schepen is alleen nog DE TWEE CORNELISSEN, ten gevolge der afgelegde Japanse reis, niet in onze havens teruggekeerd. De maatschappij heeft zich onthouden van het verlenen van toezegging van bevrachting van nieuw gebouwde schepen; zij acht die aanmoediging onnodig, ja zelfs schadelijk, vermits, ofschoon het de directie gelukken mocht, in 1837, al de gereed komende aangebodene en geschikte bodems te bevrachten, echter, zoals reeds in bet vorige jaar, door de heer president, was opge­merkt, de aanbouw van schepen, in weerwil van de uitbreiding der cultuur op Java, in geen verhouding meer staat tot de behoefte aan scheepsruimte, en zonder een matiging in die aanbouw het gebruik van al de bodems, voor de vaart op Oost-Indië geschikt, een volslagen onmogelijkheid gaat worden.

De noodzakelijkheid dier matiging valt allerwege in het oog. Negentien schepen, meestal van buitengewone grootte, werden in 1837 op stapel gezet, en in de loop van 1838 is dit getal met nog 15 vermeerderd. Reeds bevinden zich 146 bodems, in staat om meer dan 50.000 lasten aan te brengen, in de vaart op Oost-Indië, en de onmatige toeneming van dat getal is geheel onevenredig aan de vermindering, welke, langs de ge­wone weg van sloping, daarin kan worden verwacht, terwijl het de vurige wens blijft, dat die vermindering niet door buitengewone rampen moge wor­den daargesteld.

De maatschappij betaalde in 1837 aan vrachtgelden voor retouren NLG 6.704.156,40 en aan assurantiepremies NLG 791.909.

De president wees voorts de gang en de stand van de fabriekmatige nijverheid hier ten lande aan, en leverde deswege een, over het geheel genomen, gunstig verslag, terwijl de gehele aanspraak overtuigend aantoonde, dat en hoe de Nederlandsche Handel-Maatschappij voortgaat met te beantwoorden aan het doel harer oprichting, door op de algemene belangen van Handel, Scheepvaart en Nijverheid de voordeligste invloed uit te oefenen.

(opm: dit artikel is bewerkt en bekort en grotendeels complementair aan LC 120638, zie hierna; vergelijk ook het jaarverslag over 1836 in RC 100637)

 

Zeepost 07 januari 1839 – 281114

Het schip (opm: fregat) HELENA, kapt. Blom, van Amsterdam naar Batavia, de 12e november uit Texel, was volgens brief van 7 december op 11º N.B. en 24º30’ W.L. van Greenwich in goede staat zeilende, alles wel aan boord. Nog wordt volgens bovengemelde brief gemeld dat zij de 15e november reeds buiten de gronden waren, echter passeerde men door gestadige tegenwind eerst de 30e november de Kanarische - en 6 december de Kaap Verdische eilanden. De 19e november zagen zij het schip (opm: fregat) DE TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra, van Amsterdam naar Batavia, aan welks boord alles wel was.

 

Zeepost 03 juli 1839 – 432114

…..De 7de maart lagen ter rede van Soerabaija de schepen MENADO, kapt. Charlau, LUCIA MARIA, kapt. Wente, DRIE GEBROEDERS, kapt. Parma, OCEAAN, kapt. Sunderdorp, HELENA, kapt. Blom, JEANETTE PHILIPPINE, kapt. Rademaker, VERENIGING, kapt. Herman, ELISABETH ANTHONIA, kapt. Veer en de TWEE CORNELISSEN, kapt. Veenstra.

advertentie sterk ingekort

 

 

Zeepost 22 juli 1839 – 448114

….Volgens brief van Batavia in dato 10 april zou van daar vertrekken de schepen CATHARINA, kapt. Rietmeijer, DIANA, kapt. Lindeman naar Rotterdam en COLUMBIA, kapt. Zijdeveld naar Amsterdam, allen de 11e april, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, TWEE CORNELISSEN, kapt. Veenstra, ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong en HELENA, kapt. Blom naar Amsterdam en ORION, kapt. Henrichs naar Rotterdam, alle in het eind dier week, YSTROOM, kapt. Detering naar Amsterdam en EENDRAGT, kapt. Gieschke naar Rotterdam, beide in het laatst van april en ANTHONY, kapt. Klomp naar Rotterdam medio mei…..

advertentie sterk ingekort

 

Zeepost 02 september 1839 – 484114

Schepen in lading (opm: te Amsterdam) naar:

Batavia: het gekoperd tweedeks fregatschip KONING DER NEDERLANDEN, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij B.D. Bosscher.

Idem: het tweedeks gekoperd barkschip DECIMA, kapt. K.J. Bolhuis, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij F. der Kinderen.

Idem: het tweedeks gekoperd fregatschip HET SCHOON VERBOND, kapt. B. Drayer, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij d’Arnaud & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks barkschip CHERIBON, kapt. A.C. van Braam Houckgeest, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij B.D. Bosscher.

Idem: het gekoperd tweedeks barkschip SARA MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, sluit 21 september. Adres bij d’Arnaud & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip DE TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra, sluit 28 september. Adres bij d’Arnaud & Comp. ….

advertentie sterk ingekort

 

Zeepost 30 september 1839 – 508114

Schepen in lading (opm: te Amsterdam) naar:

Batavia: het gekoperd tweedeks barkschip SARA MARIA, kapt. J.J. Reinhardt, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij d’Arnaud & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip de 2 TWEE CORNELISSEN, kapt. S. Veenstra, van Amsterdam. (Nieuwe Diep) Adres bij d’Arnaud & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij J. Daniëls & Zoon en Arbman.

Idem: het nieuw gebouwd en gekoperd fregatschip ANNA EN ELISA (opm: ANNA EN ELISE), kapt. C.N. Gorter, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij Coopman & De Witt & Lenaertz, Van Olivier & Comp, Hoyman & Schuurman en de Vries & Comp.

Idem: het nieuw gebouwd en gekoperd tweedeks fregatschip VAN GALEN, kapt. M. Marcussen, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij Coopman & De Witt & Lenaertz, Van Olivier & Comp, Hoyman & Schuurman en De Vries & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip JOHANNA, kapt. R. Maalsteed, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Coopman & de Witt & Lenaertz, Van Olivier & Comp, Hoyman & Schuurman en De Vries & Comp.

Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip EUGENIE, kapt. G.A. Klimp, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres B.D. Bosscher en J. Corver & Comp……