Inloggen
Gezagvoerder

Veening, Isaac Gerard (Ook G.J.?)

Naam: Veening, Isaac Gerard (Ook G.J.?)
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
HANDEL MAATSCHAPPIJ 1826 Fregat Sailing Vessel 7596 Bekijk schip
PRINS HENDRIK 1839 Fregat Sailing Vessel 10101 Bekijk schip
NEERLANDS INDIE 1835 Fregat Sailing Vessel 10341 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Isaac Gerard Veening werd geboren op 28 november 1798 (geen plaatsopgave). Hij was ongehuwd. 003.

 

Er is omtrent de voorletters wat verwarring.

  1. J.G. en I.G. zullen wel hetzelfde betekenen te weten Isaac Gerard. In het oude schrift zijn de I en de J vaak niet van elkaar te onderscheiden.

2   De inschrijving in het Weldadig Zeemansfonds003 geeft duidelijk de vóórnaam.

3   Er is in het schrijfregister van Zeemanshoop002 maar één inschrijving onder vlagnummer 290 en wel van ene J.G.Veening. Een inschrijving onder G.J. komt niet voor.

Ik trek de conclusie dat G.J. en J.G.Veening dezelfde persoon zijn en dat de juiste naam is Isaac Gerard Veening. Toch zal nader genealogisch onderzoek moeten uitmaken of ik gelijk heb en of er toch niet van vader en zoon sprake is.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Van den Hoek Ostende019 vermeldt onder vlagnummer 290 G.J.Veening

 

J.G.Veening werd met vlagnummer 290 per 23 april 1829 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Als zijn schip is vermeld de “Neerlands Indië, doorgestreept en vervangen door “Prins Hendrik”. Toegevoegd is “Honorair lid geworden” 002.

In het notulenboek van de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop ontbreken de notulen tussen 28 april en 19 mei 1829023. Vermoedelijk is in deze periode voorgedragen/benoemd tot effectief lid I.G.Veening met vlagnummer 290. In deze periode is het college van huisvesting gewisseld en wellicht dat daardoor het maken van notulen in de verdrukking is gekomen.

Kapitein J.G.Veening was van 1835-1843 bestuurslid van het college Zeemanshoop te Amsterdam019.

Hij werd per 20 november 1838 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Bedankt in 1843.003

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 14 november 1826 wordt gemeld: “Een brief van den Heer I.G.Veening van den 27 Octbr 1826 ten geleide van een afdruk eener beschrijving van de Noordzee, door gezegden Heer vertaald ten geschenke aan het Kollegie … “.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 21 mei 1829 staat het verzoek van J.G.Veening om van honorair lid te worden toegelaten als effectief lid, hetgeen wordt toegestaan. Hij kreeg vlagnummer 290 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 05 mei 1831 staat een melding van de heren Sandberg & Co te Dordrecht dat het schip met vlagnummer 290 van Zeemanshoop (Willem en Ernst) op 25 april “5 meilen hoog ten het Eiland Wight in ’t kanaal in goede staat zeilende is gepraaid.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1837 staat een brief van 21 kapiteins, met als ondertekenaar kapitein J.G.Veening “inhoudende eene mededeeling wegens de ongenoegzame betonning van het zoogenaamde Schulpegat, een der Texelsche Zeegaten, … “. Het Bestuur zegt de brief ter kennis te brengen van HM de Koning. In de notulen dd 27 april 1837 staat de melding van een audiëntie op 12 april bij de Koning waarbij het adres is aangeboden. In de notulen dd 29 juni 1837 staat een reactie van de DG-Marine, waaruit blijkt dat de Koning aandringt op een duidelijker betonning van de Polderbank bij Pette. In de notulen dd 27 juli staat een bericht van het Directoraat van Marine dat men die betonning niet nodig vindt..042.

In de notulen van de Bestuursvergadering  dd 29 februari 1844 staat vermeld dat J.G.Veening heeft bedankt als deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds. Hij wil wèl effectief lid blijven.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1845 staat vermeld dat kapitein J.G.Veening van het effectieve naar het honoraire lidmaatschap wil overgaan, hetgeen wordt toegestaan.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 19 augustus 1845 staat het bestuursbesluit om aan J.G.Veening toe te staan zij effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.

 

In het brievenboek van de Bestuursvergaderingen van Zeemanshoop 119 is in stuk 10 een brief van kapitein Sandberg (initiaal onleesbaar) “berigtende dat op den 25 April jl in het Kanaal is gepraaid het schip voerend no 290 Willem Ernst kap. Veening.”

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

     290                       1829-1830    pink                 Willem Ernst                                       Nederl.Scheepsreederij

                                     1831-1833    fregat              Willem Ernst                                       idem

                                        1834          fregat              Handelmaatschappij                           Trakranen & Co

                                        1835          fregat              Neêrlands Indië                                   idem

      187                       1836-1838    fregat              Neêrlands Indië                                   idem

                                     1839-1844    fregat              Prins Hendrik                                      idem

 

Van Sluijs013 vermeldt betreffende Veening het volgende:

*   G.J.Veening met vlagnummer A290/187 als gezagvoerder op de “Willem Ernst” van 1827-1834 en de “Handelsmaatschappij van 1834-1835

*   J.G.Veening met vlagnummer A290/187 als gezagvoerder van de “Neerlands Indië” van 1835-1839 en de “Prins Hendrik”van 1839-1845.

 

Bouma025 vermeldt I.G.Veening als gezagvoerder gedurende:

*   1830 t/m 1834 op het 3/m schip/pink “Willem Ernst”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 430 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;

*   1835 op het 3/m schip “Handelmaatschappij”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 525 ton o.m., varend voor Trakranen & co te Amsterdam;

*   1836 t/m 1839 op het 3/m schip “Neêrlands Indië”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 560 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam;

*   1840 t/m 1845 op het 3/m schip “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Cornelis de Lanoy werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart uit Amsterdam op 14 november 1835 als ligtmatroos geplaatst op de Nederlandsch Indië onder kapitein J.G.Veening. Hij keerde terug op 20 december 1836004(532/1684).

 

De "Astrea" in de Indische Oceaan even ten zuiden van de Indische Archipel op weg naar Batavia057:

18 oktober 1833

   "... om 6 u zagen 2 schepen om half 7 praaiden een van dezelve zijnde een hollandsche bark komende van Batavia en Surabaije kaptn Bos en gaande naar het vaderland hoorde van hem dat het andere schip kapt Veeninck van Amsterdam was ook thuis varende".

 

J.G.Veening verzorgde per 14 juli 1840 vanuit Nieuwediep met de “Prins Hendrik” een troepentransport van 7 officieren en 1 manschap. Het schip arriveerde te Batavia op 05 november 1840 na 114 dagen058.

 

In: A.Brugmans 1872 Feestrede bij de herdenking van het vijftigjarig bestaan van het collegie “Zeemanshoop”.

Amsterdam, Erven H.van Munster & Zn, 31 pp. GAA Toegang 957 nummer 005.

“Wel hadden inzonderheid de Engelsche zeehavens een Zeemanshuis; maar nog was Amsterdam niet in het genot van zoodanige Inrigting, waar de zeeman, bij zijn korstondig verblijf aan den wal, een gewenschte toevlucht kon vinden buiten de gewone slaapsteden. … Het voegt mij, de namen niet te verzwijgen van hen, die tot de oprigtings-commissie benoemd, zich die taak lieten welgevallen en ijverig ten uitvoer bragten. Het waren de Heeren N.Trakranen, W.C. van Vollenhoven, C.P.van Eeghen, met de Scheeps-gezaghebbers S.G.Veening, P.Kraay en P.Huidekoper; de laatstgenoemde tevens eerste Directeur van het Gesticht.

 

 

Voorstelling der door-ijzing van eenige koopvaardijschepen, door het Groot Noord-Hollands Kanaal nabij Purmerend op den 9 Januarij 1830 opgedragen aan de gezamenlijke reeders dier schepen.” van J.H.Koekkoek en H.W.Hoogkamer

In de Provinciale Atlas van Noord-Holland, Collectie Prenten en Tekeningen, Purmerend 082a.

Ansicht uit het Rijksarchief van Noord-Holland

In Onderschrift staat:

                          namen der schepen                                                  namen der heeren reeders

 

De Louisa Agatha           De Maria en Jacoba        De Heer J.van Beeck Vollenhoven De Heeren Buys, de Bordes & Jordan  -

 Willem Ernst               - Welvaart                    De Nederl.Scheepsreederij           De Heer L.Schumacher

 - Jonge Lodewijk Antonie - Diana                          De Heren L.Bienfait & Zoon         De Heeren J.A.Westerloo & Comp.

 - Wilhelmina en Maria   - Twee Gebroeders                       Insinger & Comp.                       H.& C van de Stadt

 

Uit een bezoek aan de nog steeds bestaande sluis in het Noordhollands kanaal in Purmerend op 05 augustus 1997 kon ik afleiden dat de schepen met de boeg in de richting van Alkmaar-Den Helder liggen. Zij waren dus op 09 januari 1830 op weg naar hun buitenlandse bestemming.

Monsterrol in Archief van de Amsterdamse Waterschout dd 09 november 1829. Kapitein Isaac Gerard Veening, 29 bemanningsleden, bestemming Batavia, boekhouder Nederlandsche Scheepsreederij. Vermeld is tevens dat de kok weer ontscheepte op 29 december 1829, dus toen was het schip nog niet vanuit Nieuwediep uitgevaren