Familiegegevens en opleiding
“Albert Hendriks (Heijns) Sluijk, zeeman, schipper, buitenvaarder en winkelier (1814), geboren op 11 maart 1774 te West-Terschelling, Frl. Gedoopt (Ned.Herv.) op 13 maart 1774 te West-Terschelling, Frl. Overleden op 7 sept. 1851 te Harlingen, Frl. op 77-jarige leeftijd. Gehuwd voor de kerk op 21-jarige leeftijd op 31 jan.1796 te West-Terschelling, Frl. Echtgenote is Albertje (Abbe) Jans Swart, 26 jaar oud, geboren op 13 jan. 1770 te West-Terschelling, Frl.. Overleden op 4 sept. 1837 te Harlingen, Frl. op 67-jarige leeftijd, dochter van Jan Tjebbes Swart, schipper, en Anke Harmens.”
Het echtpaar kreeg 9 kinderen, waaronder Hendrik Alberts Sluik (geb. 1797; zie aldaar), Reinder Alberts Sluik (geb. 1803; zie aldaar) en Albert Alberts Sluik (geb. 1805; zie aldaar), allen later varend als gezagvoerder.
Gegevens verkregen per e-mail dd 04 december 2003 van de heer Fred Reenders te Enschede (fred@reenders.com) die zich bezighoudt met de genealogie van o.a. het geslacht Sluik/Sluijk.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Sluyk(sic) werd met vlagnummer 159 per 11 april 1826 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.Zwart. Toegevoegd is “bedankt” 002.
Albert Sluik, oud 52 jaar, wonende te Harlingen en met adres de heer Ophoff “op het water in de Harlinger veerkelder te Amst.”, werd op 04/11 april 1826 voorgedragen/ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop. De voordracht geschiedde door D.Zwart. Zijn vlagnummer werd 159023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 juli 1835 staat dat in 1834 heeft bedankt kapitein A.Sluik. 042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Bedankt heeft A.Sluik042
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
159 1826-1832 kof De Jonge Jufvrouw Sara B.Visser & Zn te Harlingen
1833-1834 kof De Jonge Sara Simon Boon te Harlingen
A.Sluik was in 1834 gezagvoerder van de kof “Jonge Simon”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 105 ton o.m., varend voor S.Boon te Harlingen
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout bevat monsterrollen op naam van kapitein Albert Sluik op de:
“Jufvrouw Sara”. dd 11 juli 1825; 26 november 1825; 07 april 1826; 23 maart 1827; 25 juli 1827; 17 juni 1828; 30 september 1828; 30 april 1829; 19 augustus 1829; 18 april 1831; 27 juli 1831; 14 december 1831; 12 april 1832 en 26 juni 1832
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam bevinden zich monsterrollen van de kof “Sara” onder kapitein Albert Sluik uit Terschelling met bestemming Danzig dd 09 juli 1825, Bordeaux dd 10 november 1825 en Nerva dd 09 april 1826.
Bouma025 vermeldt A.Sluik als gezagvoerder gedurende:
* 1818 van de kof “Zeelust, geen gegevens over bouw, reeder en thuishaven. Het schip werd te Harlingen geregistreerd en wel 2 keer komend van Memel en 4 maal komend van Hamburg;
* 1820 t/m 1821 van de kof “Jonge Sara”, geen gegevens over bouw, thuishaven en reeder. Het schip werd 2 maal te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen resp. Cadix;
* 1820 t/m 1833 van de kof “Jonge Juffrouw Sara”, gebouwd in 1804, bouwlocatie niet vermeld, 199 ton o.m., varend voor Barend Visser te Harlingen.
aanzienlijke verschillen met de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart! Ik vermoed dat de “Jonge Sara” en de “Jonge Juffrouw Sara” dezelfde schepen zijn, wellicht in 1833 door reederij Boon wat verkort.
Overige bijzonderheden
Leeuwarder Courant 07 april 1818114
Harlingen, 5 april. Heden vertrok alhier het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met stukgoederen naar Hamburg, zijnde de gedeeltelijke lading van het alhier op de reis van Philadelphia naar Hamburg door schade binnengelopen fregatschip FATERSLANDLICHE, kapt. C.J. Hasewinkel.
Leeuwarder Courant 09 juni 1818114
Harlingen, 8 juni. Den 1 dezer is alhier uitgezeild het kofschip de VROUW ANNEGINA, kapt. Pieter J. Hergens, met ballast naar Noorwegen, en is binnengekomen het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, van Hamburg met hout. …
Leeuwarder Courant 04 augustus 1818114
Harlingen, 3 augustus. …
Den 1 augustus is alhier binnen gekomen het kofschip WINDLUST, kapt. G.R. Engelsman, met zout en wijn van Marennes (opm: in Charente-Maritime, Fr.), het tjalkschip LORD WELLINGTON, kapt. H.S. Hofhuis, met ballast van Londen, het kofschip NEPTHUNUS, kapt. Hermanus Harmens, met ballast van Hull, en het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met hout van Memel (opm: Klaipeda).
Leeuwarder Courant 18 augustus 1818114
Harlingen, 18 augustus.
Den 17 dito zijn van hier uitgezeild het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met ballast op avontuur, en het smakschip de JONGE EVERHARDUS, kapt. Antonij Steffens, ledig naar Groningen.
Leeuwarder Courant 09 oktober 1818114
Harlingen, 8 oktober….
Den 7 dito zijn alhier binnen gekomen het kofschip de JONGE MARGARETHA, kapt. Claas Broek, ledig van Amsterdam om pannen te laden voor Tonningen (opm: Tönning), het kofschip ANNA CATHARINA, kapt. Broer R. de Vries, het galjootschip JUPITER, kapt. Barend Roelofs van Wijk, en het brikschip HARMONIE, kapt. H. Nielsen, alle drie met hout van Noorwegen, en het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met Oostzees hout van Memel (opm: Klaipeda).
Leeuwarder Courant 27 oktober 1818114
Harlingen, 26 oktober. …
Den 22 dito zijn van hier uitgezeild de kofschepen ZEELUST, kapt. Albert Sluik, en JUPITER, kapt. Barend R. van Wijk, en de tjalkschepen de VROUW ANNA, kapt. H.A. Smid, de VROUW MARGARETHA, kapt. Albert H. Stuur, alle met ballast naar Noorwegen, en het kofschip CONCORDIA, kapt. Jan Clasen Nap, met ballast naar Cette (opm: Sète, Fr.).
Leeuwarder Courant 08 december 1818114
Harlingen, 7 december. Den 4 december is alhier binnen gelopen het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met hout van Noorwegen. .
Leeuwarder Courant 02 maart 1819114
Harlingen. …
Den 26 dito uitgezeild de Nederlandse schepen, als het tjalkschip ONRUST, kapt. Jan Kraan, met stukgoederen naar Rouaan (opm: Rouen), laatst van Hamburg; de kofschepen de GOEDE HOOP, kapt. H.W. de Groot, met ballast op avontuur; de ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met ballast naar Noorwegen; het smakschip VROUW ZWAANTJE, kapt. Jan Cornelis Hazewinkel, met ballast op avontuur; het brikschip HOSPERUS, kapt. Willem Rijnbende, met ballast naar Rotterdam en het smakschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. Jan L. Pinksterboer, met ballast naar Noorwegen.
Leeuwarder Courant 16 april 1819114
Harlingen. Den 5 april binnen gekomen ….
Den 10 dito binnen gekomen de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. Egbert L. Tiktak, de ZEELUST, kapt. Albert Sluik, het smakschip de VROUW HELENA, kapt. Joseph Bolwien, het kofschip WINDLUST, kapt. Geert A. Engelsman, en het kofschip YPEUS (opm: JONGE YPEUS), kapt. Harm de Weerd, alle van Noorwegen met hout. ….
Leeuwarder Courant 20 juli 1819114
Harlingen. Den 15 juli binnen gekomen ….
Den 16 dito binnen gekomen de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Klasen de Groot, de SNELHEID, kapt. Wolter A. Smid, beide met hout van Noorwegen, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan Einjes, met hout van Memel (opm: Klaipeda) en het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, met hout en potasch van Christiaanstad (opm: mogelijk Kristinestad, Finland). Uitgezeild het sloepschip UNION, kapt. A. Gallawaij, met boter naar Londen.
Leeuwarder Courant 06 augustus 1819114
Harlingen. Den 29 juli binnen gekomen ….
Den 3 dito uitgezeild het smakschip de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan Eenjes, en het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, beide met dakpannen naar de Oostzee. …
Rotterdamsche Courant 06 november 1819114
Amsterdam, 4 november. Volgens een brief van kapt. A. Sluik, voerende het schip ZEELUST, van Memel (opm: Klaipeda) naar Harlingen gedestineerd, geschreven ter rede van Helgoland, den 12 oktober, was hij, na reeds voor Terschelling geweest, doch terug gestormd te zijn, door zijn volk genoodzaakt geworden een haven te zoeken, waarop hij onder Helgoland ten anker gekomen was, van waar hij naar de Elve (opm: Elbe) zou zeilen om te repareren; zijnde de grote mast en de boegspriet gebroken, het groot want en zeilen aan stukken, de achtersteven los gewerkt en het schip voorts lek en ontramponeerd. Ook vreesde hij voor schade aan de hennep.
Rotterdamsche Courant 09 november 1819114
Amsterdam, 6 november. Het schip ZEELUST, kapt. A. Sluijk, van Memel (opm: Klaipeda) naar Harlingen gedestineerd, volgens de laatste voorgaande onder Helgoland liggende, is, volgens een brief van Cuxhaven, den 23 oktober aldaar binnengebragt.
Leeuwarder Courant 16 mei 1820114
Harlingen. Den 10 dito binnengekomen de smakschepen de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Klatter, HOOP OP BETERSCHAP, kapt. H.G. Busker, HELMINA, kapt. P.H. Schuiring; de VROUW HILLEGINA, kapt. J.B. Jager, de kofschepen de JONGE JUFVROUW SARA, kapt. A. Sluik en de VROUW ANNA, kapt. J.J. Mate (opm: mogelijk Maas), alle met hout van Noorwegen, het sloepschip the WATERLOO, kapt. Charles Warren Jr, met ballast van Londen…..
Leeuwarder Courant 30 mei 1820114
Harlingen. …. Den 27 dito uitgezeild het kofschip de JONGE JUFVROUW SARA, kapt. Albert Sluik, met ballast op avontuur…..
Leeuwarder Courant 04 mei 1821114
Harlingen. Den 22 april ….Uitgezeild het schonerschip LUNA, kapt. S. Bishop, het sloepschip ATALANTE, kapt. James Byrne, beide met boter &c. naar Londen, het kofschip DE JONGE JUFFER SARA, kapt. A. Sluik, met ballast op avontuur, het pinkschip PROVIDENTIA AREND, kapt. R.C. Agerup, met ballast naar Noorwegen, en het smakschip de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.C. de Jong, met ballast op avontuur…..
Rotterdamsche Courant 16 maart 1822114
Rotterdam, 15 maart. ….
…. Den 14 arriveerden ST. NICOLAIJ, J. Wortmann, van Lissabon en de JONGE JUFVROUW SARA, A. Sluijk, van Cette.
Rotterdamsche Courant 16 mei 1822114
Rotterdam, 13 mei. Den 10 zeilden uit de Maas de JONGE JUFVROUW SARA, A. Sluik, naar de Oostzee, en de EMMA, J.J. Buckenhagen, naar Archangel….
Rötterdamsche Courant 21 mei 1822114
Amsterdam, 19 mei. De schepen TRITON, kapt. S.W. de Vries, van Cette (opm: Sète) naar Bremen, en de JONGE JUFVROUW SARA, kapt. A. Sluijk, van Rotterdam naar Riga, zijn den 12 en 13 mei, het Vlie Z. 5 mijlen van zich hebbende, in goede staat gepraaid door de stuurman B.K. Son; het eerste was door aanhoudende oosten wind van voor de Ooster-Eems weggestormd.
