Familiegegevens en opleiding
Johannes Andries Schott (“zich schrijvende Scott”) werd geboren te Rotterdam op 05 juni 1806.
Hij trouwde met Adriana Margaretha van der Hart, geboren te Rotterdam op 25 oktober 1812.003
Joannes Andries Scott werd geboren op 05 juni 1806 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Andries Scott, commissaris der binnenloodsen, en Elizabeth van Hemert. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiedamsche Singel Wijk 15 nr. 610. Hij vertrok op 24 juni 1859 naar Oosterhout.
Hij huwde te Rotterdam op 27 september 1837 met Adriana Margaritha van der Hart, geboren 25 oktober 1812 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Dingeman van der Hart en Anna Degen. Hij werd na zijn loopbaan op zee scheepsreder005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Scott werd met vlagnummer 441 per 13 november 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Als zijn schip is genoemd de “Prinses Marianne”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 32 en de vrouw 25 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 06/13 november 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Andries Scott, oud 32 jaar, voerend de “Princes Mariane”, varende voor A.van Hoboken te Rotterdam, wonende te Rotterdam en met als adres de heer R.J.Martens te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Hij kreeg vlagnummer 441023.
Lid van het WZF per 28 januari 1840. Toegevoegd is: “ingevolge Art 35* van het Reglemt moet de kapitn terwijl hij van rotterdam is varende dubbele contributie betalen”. Bedankt in 1850003.
In de nootulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 feburari 1831 staat het bericht van B.J.Smeengh over “zijn vertrek na Ladin en bedankende voor zijn functie als Commissaris.” 042
J.A.Scott (soms gespeld als Schott) was met vlagnummer R35 in de periode 1838 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
J.A.Scott was in 1846 en 1849 afwisselend commissaris en vice president van 1855-1858 van de Maatschappij058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
441 1838 kof Johanna Ottellie N.van Walree
1839-1846 fregat Prinses Marianne A.van Hoboken & Zn te Rottterdam
1848 fregat Twee Anthony’s idem
1849 fregat Cortgene idem
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.A.Scott met vlagnummer R35 als gezagvoerder in de ledenlijsten van:
* 1849, 1851 van het fregat “Cortgene” 420 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867, 1874 geen schip vermeld
J.A.Scott maakte de volgende reizen005:
-
* Jacobus 1834 Passaroeang - Hellevoetsluis geen lading vermeld
-
* Cortgene 1850 Rotterdam - Batavia geen lading vermeld
1852 Rotterdam - Suriname diversen
1855 Batavia - Rotterdam koffie
Bouma025 vermeldt J.A.Scott als gezagvoerder gedurende:
-
* er wordt géén kapitein Scott genoemd op een schip de “Jacobus”. Maar van Sluijs013 vermeldt een bericht uit het Handelsblad uit 1834 waarin is vermeld dat ene kapitein A.Scott voor A.van Hoboken in 1834 een reis maakte van Passaroeang naar Rotterdam;
-
* er wordt geen kapitein Scott genoemd op het schip “Johanna Ottilia”. Het schip was een kof, gebouwd in 1829, bouwplaats niet vermeld, 170 ton o.m., varend voor N. van Walree te Amsterdam;
-
* 1839 t/m 1848 op het 3/m schip “Prinses Marianne”, gebouwd in 1831 te Kinderdijk, 710 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
-
* 1849 op de bark “Twee Anthony’s”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 799 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
-
* 1850 t/m 1855 op de bark “Cortgene”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 752 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
J.A.Schott verzorgde per 13 november 1838 vanuit Hellevoetsluis met de “Prinses Marianne” een troepentransport van 1 officier en 20 manschappen. Te St. Georg d’Elmina werden 2 officieren, 38 manschappen en 150 Afrikaanse recruten aan boord genomen, terwijl 38 manschappen ter plaatse achterbleven. Hij arriveerde te Batavia op 18 april 1839 na 156 dagen. Van de Afrikanen waren er 4 en van de Europesche manschappen 2 onderweg overleden065.