Inloggen
Gezagvoerder

Schippers, Jan Hugo

Naam: Schippers, Jan Hugo
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
WELVAART 1826 Fregat Sailing Vessel 10513 Bekijk schip
JOHANNA 1833 Fregat Sailing Vessel 10433 Bekijk schip
ELISABETH ANTHONIA 1837 Fregat Sailing Vessel 10281 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Hugo Schepers (“zich schrijvende Jan Hugo Schippers”) werd geboren te Amsterdam 26 mei 1811.

Hij trouwde met Alida Catharina Ruyter, geboren te Amsterdam op 09 april 1811en overleden 11 april 1877.

Jan Hugo overleed op 20 april 1872. Bij zijn overlijden werd Amsterdam als woonplaats vermeld.003 een 118.

In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam staat de koopvaardijkapitein Jan Hugo Schippers, geboren 26 mei 1811 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, in 1853 gekomen van Buiksloot wonend in de Haarlemmer Houttuinen en in 1855 op de Haarlemmerdijk.

 

Jan Hugo Schippers werd per 17 mei 1824 “ingenomen” als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij was toen 13 jaar, 1 el/44 duim lang en had de “natuurl.(ijke) kinderz.(iekten) gehad”. Volgens doopcedule 1544 werd hij op 31 juli 1811 te Amsterdam gedoopt als zoon van Jan Hugo Schippers uit Gouda, van beroep schipperknecht, en Gesina de Ruyter uit Amsterdam, beiden gereformeerd en wonende in de Hasselaarssteeg nr.18 te Amsterdam.

Van zijn schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden van 17 mei 1824 t/m 01 juli 1829 in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (bestaande uit hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts zijn de volgende bijzonderheden vermeld:

10 oktober 1825        “gepl. bij de Engelse meester”;

06 oktober 1825        “bekomt eene prijs in het schoolonderwijs v.d.Palin(?) Gedenkschriften”;

01 januari 1826         “gepl. bij den tekenmeester”;

01 april 1826              “bij den Constapel”;

20 december 1826    “als Ledemaat aangenomen bij Do Wunder”;

06 augustus 1827      “bij het uitdelen der prijzen loffelijke vermelding in de 3e klasse Zeevaartkunde”;

20 maart 1828           “geplaatst als ligtmatroos op het schip Mary & Hellegonda Capt. A.Glasener naar Batavia voor Rotterdam”;

06 april 1829             “terug van de reis met goede attestatie”;

19 oktober 1829       geplt als ligtmatroos op het schip Miltiades Kapt. J.P.Corbiëre naar Smirna”;

22 februari 1832       “terug van de reis met goede attestatie”; “op dato honorabel ontslagen” 004-532/1544.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Schippers werd met vlagnummer 335 per 03 januari 1836 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voorspraak van kapiteinH.Mulder. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “Margaretha Catharina”. Toegevoegd is “overleden”002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 29 december 1835/05 januari 1836 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Hugo Schippers, oud 25 jaar, voerende de bark “Margaretha Catharina”, wonende te Amsterdam, op voordracht van Hendrik Mulder023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 12 juni 1838. Toegevoegd is “met de 1e mei 1855 van beroep veranderd”

J.H.Schippers was van 1854-1870 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 22 februari 1855 verklaart J.H.Schippers “van beroep te zijn veranderd en geen plan te hebben voor eerst weer te gaan varen.”042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1857 staat vermeld dat J.H.Schippers en D.Boer Lutjens als lid toetreden tot de Commissie voor het Wetenschappelijke der Zeevaart.042

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 augustus 1872 staat een verzoek om de reglementaire uitkering door de wed. kapitein J.H.Schippers geb. Ruyter, welke haar in de vergadering dd 26 september 1872 wordt toegekend ingaande 01 november 1872.042

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 08 oktober 1872 staat vermeld dat per 01 mei 1872 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de weduwe J.H.Schippers geb. Ruijter.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer               jaren          type                 scheepsnaam                  naam reder/boekhouder

       335                      1836-1843    bark                Margaretha Catharina   H.Angelkot Willink

                                    1844-1850    fregat              Johanna                        J.J.Granpré Moliëre & A.W.ten Cate

                                       1851          geen vermelding van schip en boekhouder

                                    1852-1853    fregat              Elisabeth Antonia          J.J.Granpré Moliëre & A.W.ten Cate

       109                      1854-1871    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.H.Schippers als gezagvoerder gedurende:

*   1837 t/m 1844 van de bark “Margaretha Catharina” ex Welvaart, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 268 ton o.m., varend voor H.Angelkot Willink te Amsterdam;

*   1845 t/m 1851 van het 3/mschip “Johanna”, gebouwd in 1833 te Amsterdam, 840 ton o.m., varend voor J.J.Granpré-Moliëre & A.W. ten Cate. Het schip voer in 1852 voor Boissevain & Kooy te Amsterdam en was herdoopt in “Hester”;

*   1853 t/m 1854 van het 3/m schip “Elisabeth Antonia”, gebouwd in 1837 te Dordrecht, 862 ton o.m., varend voor J.J.Granpré Molière & A.W.ten Cate.

 

Overige bijzonderheden

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was oud-gezzagvoerder J.H.Schippers, commissaris van Zeemanshoop.104.

 

In 1856 werd door de overheid een Raad van Tucht ingesteld die als taak had klachten over wangedrag van kapiteins de onderzoeken en te beoordelen. Van deze Raad waren drie koopvaardijkapiteins lid te weten “D.Boes Lutjens, J.H.Schippers en T.D.Sickens. Kapitein Dirk Boes Lutjens fungeerde tevens als secretaris. De Raad hield in Amsterdam zitting.” 104.

 

Op 09 juni 1838 werd Sierik Visman vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de “Margaretha Catharina” onder kapitein J.H.Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op 28 juni 1839 op school terug004-532/1790.

Op 16 juli 1839 werd Sierik Visman vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de “ Margaretha Catharina onder kapitein J.H.Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op 09 mei 1840 op school terug004-532/1790.

Johannes Wamsteker werd per 18 juni 1840 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Margaretha Catharina” onder kapitein J.H. Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op de school terug op 06 juli 1841004-532/1835.

Op 29 september 1841 werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart Evert Roelof Bijl als ligtmatroos geplaatst op de “Margaretha Catharina” onder kapitein Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Zij gage was f 10,-. Hij keerde op school terug op 15 november 1842 met de “Sara Johanna” onder kapitein van der Hucht. 004-949/532-1837.

Op 15 mei 1845 werd Jacob Jonker vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongen geplaatst op de “Johanna” onder kapitein Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op 08 maart 1846004(533/1994).

Op 15 mei 1845 werd Frederik Willem Hendrik van Straaten vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongen geplaatst op de “Johanna” onder kapitein Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school op 08 maart 1846004(533/1992).

Op 01 juli 1848 werd Tjerk Dirk Gollards vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongen geplaatst op de Johanna onder kapitein Schippers voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij kwam terug van de reis per 02 april 1849004(533/2062).

 

Jacob Spin schilderde een aquarel van de “Elisabeth Antonia” welk schip onder kapitein J.H.Schippers het in februari 1853 zwaar te verduren had in de Indische Oceaan.

 

Algemeen Handelsblad 30 april 1853

Batavia, 12 maart. Op 6 dezer is alhier ter rede teruggekeerd het op 31 januari jl. naar Nederland vertrokken koopvaardijschip ELISABETH ANTONIA, kapt. A. Schippers. Die bodem is in de open zee door hevige stormen overvallen en ondervond grote moeilijkheid, om tegen de hoge zeeën op te werken. Hierdoor kreeg het schip enige averij en werd lek, waarom de kapitein besloot, de reis niet voort te zetten maar naar Batavia terug te keren. Het is nog onzeker of de vertimmeringen aan hetzelve hier of elders zullen geschieden. Aan boord bevonden zich als passagiers mevrouw de weduwe Van der Hucht en vijf kinderen, benevens de kapitein der genie E.A. Haitink en echtgenoot, voor wie deze terugkeer wel een grote teleurstelling genoemd mag worden.

NRC 29 april 1853

Batavia, 9 maart. Op de 6e dezer is alhier ter rede teruggekeerd het op de 31e januari j.l. naar Nederland vertrokken koopvaardijschip ELISABETH ANTHONIA, kapt. A. Schippers (opm: J.H. Schippers, zie ook NRC 030553 en 220653). Die bodem is in zee door hevige stormen overvallen en bekwam daardoor enige averij en werd lek, waarom de kapitein besloot, de reis niet voort te zetten maar naar Batavia terug te keren. Het is nog onzeker, of de vertimmeringen aan hetzelve hier of elders zullen geschieden.

NRC 03 mei 1853

Advertentie. Het fregatschip ELISABETH ANTHONIA, gezagvoerder J.H. Schippers, op welke bodem zich de ondergetekende, met nog zeven leden zijner familie als passagier bevond om van Batavia naar Nederland te worden overgevoerd, werd tussen de 17e en 20e februari j.l, op 15º Z.B. en 98º Lengte, door een orkaan belopen, waardoor hetzelve zwaar lek werd, en naar Batavia moest terugkeren. Wij brengen hier niet alleen hulde toe aan de gezagvoerder, die als bekwaam zeeman reeds enige dagen van tevoren het ontstaan van dit natuurverschijnsel voorzien had, maar verklaren tevens, dat het aandachtig gadeslaan van dit gebeurde ons de overtuiging heeft gegeven, dat wij aan zijn zo tijdig genomen voorzorgen, voorbeeldige bedaardheid en waakzaamheid, zowel in de orkaan, als na het ontstaan der averij, de redding van het schip en de lading, het behoud van ons leven en gelukkig weder bereiken van Batavia verschuldigd zijn, en volbrengen langs deze weg een aangename taak, door de gezagvoerder J.H. Schippers, hiervoor openlijk onze dank te betuigen.

Batavia, 7 maart 1853, E.A. Haitink, kapitein-ingenieur

NRC 22 juni 1853

Amsterdam, 21 juni. Het schip ELISABETH ANTHONIA, kapt. J.H. Schippers, van Batavia herwaarts gedestineerd, te Batavia lek uit zee terug gekomen (opm: zie NRC 030553), had volgens brief van de kapitein van de 26e april de reparatie geëindigd en zou waarschijnlijk tegen medio mei de reis weder aannemen.