Inloggen
Gezagvoerder

Rijn Van Alkemade, Leendert Willem van

Naam: Rijn Van Alkemade, Leendert Willem van
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JUNO 1851 Bark Sailing Vessel 16557 Bekijk schip
CERES 1839 Bark Sailing Vessel 10369 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Leendert Willem van Rijn van Alkemade werd geboren op 06 november 1819 te Gouda als zoon van Ingebrecht Abraham van Rijn van Alkemade en Agatha Cornelia Dijxman. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Boomgaardslaan Wijk 15 nr. 449. Hij vertrok op 18 april 1869 naar Gouda.

Hij trouwde op 27 februari 1850 te Rotterdam met Tonia van Ameijden van Duijm, geboren op 03 september 1826 te Rotterdam, Nederlands Hervormd als dochter van Aart Ameijden van Duijm en Cornelia Petronella Peek.

Gegevens mede van internet www.gemeentearchief.rotterdam.nl

 

Leendert Willem van Rijn van Alkemade werd geboren op 06 september 1819 te Gouda (klopt niet met voorgaande opgave) als zoon van Abraham van Rijn van Alkemade en Agatha Cornelia Dyxmans.

Hij overleed in 1888 te Den Haag. Hij woonde te Rotterdam. Hij werd op 05 maart 1854 geregistreerd als lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante met nummer 351064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

 L.W. van Rijn van Alkemade was met vlagnummer R60 in de periode 1846 t/m 1887 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscolleg Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

L.W.van Rijn van Alkemade was in 1863 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen van 1885 en 1886 staat dat hij afziet van zijn recht op uitkering058.

In het Jaarverslag 1887 van de Maatschappij staat vermeld dat hij in 1887 is overleden. Dit bericht werd herhaald in het Jaarverslag 1888. Ik neem aan dat het jaar 1887 het juiste overlijdensjaar is058.

In het Jaarverslag 1888 staat vermeld dat de weduwe van kapitein L.W. van Rijn van Alkemade afziet van haar recht op een uitkering058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij komt kapitein L.W. van Rijn van Alkemade met vlagnummer R60 als gezagvoerder in de ledenlijsten voor in058:

*   1849                       van de bark “Ceres”                       84 last    varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1851                       van de bark “Juno”                        236 last  varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1855, 1858,

     1859, 1862            van het fregat “Prinses Amalia”  445 last  varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1863                       geen schip vermeld

*   1864 t/m 1866      van het fregat “Prinses Amalia    “445 last varend v. C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*   1867, 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885, 1886 geen schip vermeld

 

Bouma025 vermeldt L.W.van Rijn van Alkemade als gezagvoerder gedurende:

*   1858 t/m 1851 op de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;

*   1851 t/m 1854 van de bark “Juno”, gebouwd in 1851 te Rotterdam, 440 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;

*   1856 t/m 1863 van het 3/m schip “Prinses Amalia”, gebouwd in 1855 te Rotterdam, 842 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;

*   1865 t/m 1867 op hetzelfde schip en voor dezelfde reederij.

 

Overige bijzonderheden

L.W.van Rijn van Alkemade vervoerde per 03 mei 1862 vanuit Brouwershaven met de “Prinses Amalia” 3 landmachtofficieren. Hij arriveerde te Batavia op 10 augustus 1862 na een reis van 99 dagen.

Op 04 maart 1863 vertrok hij van Brouwershaven met de “Prinses Amalia” en een detachement van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 juni 1863 na een reis van 108 dagen. Onderweg was 1 soldaat overleden en werd 1 soldaat vermist065.

 

“Bij de Raad van Tucht waren door de matrozen Van Schooneveld en Volk – gewezen opvarenden van het fregatschip de ‘Prinses Amalia’ – twee klachten ingediend tegen kapitein Leendert Willem van Rijn van Alkemade. Zij zouden door de kapitein zijn geslagen en aan hen was er eveneens voortdurend slecht voedsel verstrekt. De klagers waren in maart 1864 te Amsterdam aangemonsterd. … Op 8 februari 1865 was het schip na een reis van bijna 11 maanden naar Indië in Rotterdam teruggekeerd. … Tijdens het onderzoek werd onder meer een schriftelijke verklaring overgelegd van militairen die met de ‘Prinses Amalia’ uit Indië waren thuisgevaren. Zij verklaarden bijzonder tevreden te zijn over de goede behandeling en de genoten voeding. …

Wat was er voorgevallen? Toen de ‘Prinses Amalia’ eind januari thuisvarend zich in het ‘Engelsche Kanaal’ bevond, werd door de kapitein opdracht gegeven om het gescheurde grootondermarszeil te verwisselen. Kort daarvoor was door de matrozen al voldaan aan een bevel om dit gescheurde zeil vast te maken. De matrozen hadden aanvankelijk geweigerd nu ook nog eens dit zeil te verwisselen. Argument was dat de weersomstandigheden, de stand van de zeilen en hun verkleumde handen dit onmogelijk maakten. Gevolg was dat de kapitein zich hierover opwond en zich niet kon bedwingen. Hij zocht ‘zijn regt in eigen vuisten’, met als resultaat een blauw oog voor matroos Schooneveld. De zwelling was zonder geneeskundige hulp en na korte tijd weer verdwenen. …

De Raad overwoog dat er verzachtende omstandigheden aanwezig waren geweest toen er van zeil verwisseld moest worden. Het schip bevond zich toen immers in een positie die bij de kapitein ‘de grootste zorg verwekte’. Daarna was door hem ondoordacht gehandeld en was zijn vuist uitgeschoten. Deze lichte vorm van mishandelingwas reden om Van Rijn van Alkemade voor tien dagen onbevoegd te verklaren om als kapitein op een Nederlands schip te varen.” 104.

 

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van het bureau Veritas te weten J.C. van de Poll en L.W.van Rijn van Alkemade. Kennelijk hebben beide heren na hun actieve loopbaan als gezagvoerder werk verricht op het gebied van de keuring van schepen.