Inloggen
Gezagvoerder

Röperhoff (Roeperhoff), Georg Lodewijk

Naam: Röperhoff (Roeperhoff), Georg Lodewijk
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VIJF GEBROEDERS 0 Fregat Sailing Vessel 12415 Bekijk schip
SOPHIA MARIA 1816 Fregat Sailing Vessel 17225 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

G.L.Röperhoff werd geboren te Bremerlehe op 17 december 1789. Ten tijde van de inschrijving bij “Zeemanshoop” was hij ongehuwd. 003

 

Surinaamsche Courant 21 juli 1834

 

 

 

In de zeebrieven van 1821 zie ik dat L. Thijm & Co in Amsterdam voor de SOPHIA MARIA op 25.09.1821 toestemming krijgt voor een Turkse Pas voor een enkele reis naar Suriname onder kapt. G.L. Röpshoff, wegens het overlijden van kapt. Jan Watson.

Info april 2012 Ger Mulder, Marhisdata

 

Ik suggereerde aan Marien Lindenborn dat Röperhof wellicht in Suriname is gebleven, bv. op een plantage. Reactie op 30 juni 2013 was:

“Dag Sikko,

Die Röperhoff heeft me niet met rust gelaten. En ik denk, dat je helemaal gelijk hebt: in 1861 lees ik, dat de erven G.L. Röperhoff de helft van een plantage in Suriname verkopen. Hij is dus in of voor 1861 overleden. Wordt vervolgd.

Groeten,”

 

 

 

 

Dag Sikko,

Die Röperhoff heeft me niet met rust gelaten. En ik denk, dat je helemaal gelijk hebt: in 1861 lees ik, dat de erven G.L. Röperhoff de helft van een plantage in Suriname verkopen. Hij is dus in of voor 1861 overleden. Wordt vervolgd.

Groeten,

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.L.Röperhoff was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 151 en van 1832 t/m 1840 met nummer 35008.

 

G.L.Röperhoff (adres bij Thym Rothuys & Co) werd met vlagnummer ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop. Inschrijfdatum, naam van degene die hem voordroeg en de naam van het schip ontbreken. Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" op 02 november 1824 werd G.L.Röperhoff, oud 35 jaar, "wonende ten huize van den Heer J.F.W.Philips, wonende op de Haarlemmerdijk bij het Cingel N.326", met vlag 88 aangenomen als effectief lid op voordracht van L.H.Schneider023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 04 oktober 1825. Toegevoegd is “Provisioneel geschorst. 1836”003.

Hij was dus lid van Zeemanshoop van 1824-1836 met vlagnummer 88, van 1836 t/m 1854 met vlagnummer 48 en daarna tot wellicht zijn overlijden in 1855 met vlagnummer 16.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering dd 25 april 1833 en in de Algemene Ledenvergadering van 30 april 1833 van Zeemanshoop heeft kapitein G.L.Röperhoff “kennis … gegeven van zijn vertrek als Passagier naar Suriname.” 023 en 42.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer   periode             type                    naam van het schip                      boekhouder/reder

       88           1825-1833          fregat                 Sophia(Sofia) Maria                           de Wed.L.Thijm & Zn

                             1834               fregat                 Sophia Maria                                       Thijm, Rothuys & Co

                             1835               geen vermelding van schip en boekhouder

        48           1836-1854          geen vermelding van schip en boekhouder

       16           1854-1855          geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt G.L.Röperhof als gezagvoerder gedurende:

*   1821 t/m 1826 van het 3/mschip “Sophia Maria”, bouwjaar niet vermeld, gebouwd in Amerika, 183 ton o.m., varend voor de wed Thym & Zn te Amsterdam;

*   1827 t/m 1834 van het 3/m schip “Sophia Maria”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 310 ton o.m., varend voor de Wed. Thym & Zn te Amsterdam;

*      1835 op hetzelfde schip maar nu voor Thym, Rothuis & Co te Amsterdam.

 

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Georg Lodewijk Röperhof als gezagvoerder van de:

“Vijf Gebroeders”, dd 24 oktober 1818; 07 september 1819 en 07 november 1820;

“Sophia Maria”, dd 26 september 1821; 24 april 1822; 21 oktober 1822; 28 augustus 1823; 13 april 1824; 03 december 1824; 10 oktober 1825; 15 september 1826; 24 april 1827; 09 november 1827; 24 april 1828; 24 oktober 1828; 11 september 1829; 27 maart 1830; 11 novemberr 1830; 24 september 1831; 04 mei 1832; 11 oktober 1833; 24 april 1834 en 22 november 1834

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 21 april 1821114

Amsterdam, 19 april. Te Surinamen zijn gearriveerd T.C. Claus, J. Visser, A. Schrant, C. Doetz, R.T. Rensens en G.L. Röperhoff; te Havana A.L. Henrichsen van Amsterdam, de laatste heeft zware stormen uitgestaan; te Marseille C.J. van der Veer van Harlingen en te Gibraltar P.B. de Jonge van Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 28 april 1821114

Amsterdam, 26 april. Kapt. P.C. Staghouwer, voerende het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIJ (opm: bark de JONGE LODEWIJK ANTHONIE), den 25 april in Texel binnen van Surinamen, heeft den 19 maart, des avonds te zes uren, bij te uitzeilen der rivier Surinamen, gepraaid kapitein Wouters, de ZEEUW (opm: fregat), van Middelburg, welke toen in goede staat Braamspunt (opm: monding van de Commewijne, 5º57’ N.B. 55º09’ W.L.) binnenzeilde.

Dezelve kapitein is den 22 april in het Kanaal gepasseerd een fregatschip, welke een blauwe vlag toonde, waarop zo men meende No. 151, doch dat echter door de verre afstand niet duidelijk kon gezien worden. (wellicht G.L.Roeperhoff)

 

Amsterdamsche Courant, Zeetijdingen, 09 december 1822114

“In den storm van gisteren zijn van hunne ankers geraakt en gedreven de volgende: … G.L.Röperhoff, Sophia Maria, van Amsterdam naar Suriname, is, na ankers en touwen gekapt, en schade bekomen te hebben, met assistentie van een schuit in het Nieuwe Diep gekomen. … “

 

Rotterdamsche Courant 17 september 1822114

Amsterdam, 15 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 25 juli, zouden, behalve de reeds als vertrokken opgegeven, den 31 juli van daar vertrekken de schepen l’AUGUSTE, kapt. J. Hulsen Jr; HARLINGEN, kapt. L.L. Buisman, en SOFIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Amsterdam, en de HARMONIE kapt. F. Petersen, naar Middelburg; en 15 augustus de schepen de KOLONIST, L. Wildschut, en SPECULATION, Th. Pietersz, beide met suiker; PAULINA, H.J. Strijk, de SURINAAMSCHE VRIEND, T.C. Claus en HUIS TE SPIJK, D.G. Doeksen, met koffij, allen naar Amsterdam, en de VROUW GERARDA, C. Schultz, met koffij naar Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 10 december 1822114

Amsterdam, 8 december. …..

….Kapitein G.L. Röperhoff, voerende het schip (opm: fregat) SOPHIA MARIA, naar Surinamen, is, na deszelfs ankers en touwen gekapt en andere schade bekomen te hebben, heden met assistentie van een schuit in het Nieuwe Diep gebragt…..