Inloggen
Gezagvoerder

Riesen, Claus/Klaus

Naam: Riesen, Claus/Klaus
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JONGE FREDRIK 1805 Galjas Sailing Vessel 12019 Bekijk schip
JONGE FREDRIK 1805 Galjas Sailing Vessel 12019 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geen

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 26 april 1827 staat een aanvrage om steun door de wed. C.Riesen geb. Oetting voor haar en haar 4 kinderen. Er wordt gemeld:”Haar overleden Echtgenoot was iemand die als koopvaardijkapitein hier in algemene achting stond, en het lijdt geenen twijfel dat, wanneer hij zoo vroeg niet gestorven ware hij een ijverige voorstander van ons Kollegie zoude geworden zijn.” Het Bestuur stelt dat de aanvrage geen enkele rechtmatigheid bezit maar dat de argumentatie een gratificatie van f 50,- rechtvaardigt. 042.

 

De schepen van de kapitein

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Klaus Riesen op de:

“Jonge Frederik”, dd 23 augustus 1814; 05 september 1815; 07 mei 1816; 20 september 1816 en 06 februari 1817;

“Vriendschap”, dd 27 november 1820; 02 juli 1821; 08 februari 1822; 24 april 1822;

 

Mail, dd 26 maart 2011 van Ger Mulder, Marhisdata

Ik vond zeebrieven op 26.05.1814 (JONGE FREDRIK, C. Riesen), 6.9.1816 (Claus RiesSen) en 27.1.1817 (Klaas Riesen).

Van dit schip zijn verdere zeebrieven 29.11.1817-05.12.1817 (waarschijnlijk Turkse Pas) voor kapt. Jan Jacobs Polle en 09.12.1817 2 x t.n.v. Jan Jacob Spalle. Ik denk dat men toen had ingezien dat de naam Polle onjuist was. Latere zeebrieven hebben we nog niet. Spalle kan dus slechts tijdelijk als kapitein hebben gevaren als aflosser van Riesen.

De aanvrager was steeds (namens) F. Krebs en Zoon, Amsterdam.

De zeebrief in 1814 was de EERSTE, en omdat het een galjas was zal het schip toen wel uit het buitenland zijn aangekocht. De aankoopakte hebben we niet.

Krebs c.s. hing in 1820 kennelijk aan de latten want het schip werd op 11 september 1820 in publieke veiling voor 1000 gulden verkocht aan Pieter de Lugt, kraanmeester te Amsterdam. Vandaar dat Riesen in 1820 overstapte op de VRIENDSCHAP!

 

Bij nader inzien denk ik dat de galjas in 1820 werd verkocht voor de sloop, en toen misschien al een tijdje had opgelegd gelegen.

De prijs – 1000 gulden, en een kraanmeester als koper wekken die vermoedens. Bovendien vindt er geen verdere registratie bij de autoriteiten plaats. En de naam van de koper vind ik ook niet in de zeebrieven na 1823 terug.

Ik heb het schip maar aan de verlieslijst toegevoegd

Mail 27 maart 2011

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 15 augustus 1816

Amsterdam, 13 aug. Kapt. C. Riesen, van Kadix te Amsterdam gearriveerd, is den 12 juli, op 36 gr. 8 min. N.B. 7 gr. 48 min. W.L, west van Greenwich ontmoet door een oorlogs schoonerbrik, voerende 10 stukken, voorgevende een Amerikaan te zijn, doch geen vlag tonende, dewelke hem van boord liet halen, en een luitenant aan boord van het schip zond, die enige visitatie deed, en naar Spaanse couranten vroeg, zonder nogtans iets mede te nemen.

 

Rotterdamsche Courant 26 mei 1821114

Amsterdam, 24 mei. Het Zeemans Collegie, te Amsterdam, berigt, dat door een van deszelfs leden, C. Riesen, onlangs in Texel binnen, op 41º N.B. 13º lengte West van Greenwich, gezien is een driemastschip, tonende Nederlandse vlag en daarbij een blauwe vlag, no. 65 (zijnde die van kapt. P.J. Sturk, voerende het schip de VREDE, van Amsterdam naar Demerarij), zeilende met een stijve koelte voor de wind om de west.

 

Rotterdamsche Courant 12 maart 1822114

Amsterdam, 10 maart. In de storm van 7 en 8 maart zijn op de Zuidwal van Texel aan de grond geraakt (opm: buitenlandse schepen niet opgenomen)

  1. Cremer naar Batavia, op de Rug bij de Balg; heeft ligters aangenomen om te lossen;
  2. Olferts, naar Port-au-Prince, met verlies van fokke- en bezaanmasten;
  3. Riesen naar St. Thomas, dezelve is echter spoedig weder in vlot water gebragt;

J.C. Visser (opm: VERHILDERSUM), naar Lissabon; heeft een schuit tot adsistentie.

Deze schepen hebben allen, behalve andere schade, ankers en touwen verloren.

Van de bovenstaande schepen kan men nog het volgende melden:

  1. Cremer naar Batavia is sedert in de grond gestoten, zo dat het schip denkelijk weg zal zijn; van de lading en tuigagie als anderszins is men bezig te bergen. (opm: mogelijk fregat CATHARINA ANNA HELENA, dat gespaard bleef)

De staat van het schip van R. Hancock (opm: naar Baltimore) is mede zodanig, dat men aan deszelfs behoud twijfelt.

  1. Riesen van (opm: eerder schrijft men naar, dat is waarschijnlijker) St. Thomas is sedert, met verlies van ankers en touwen, lekkagie en andere zeeschaden, door behulp van een loodsschuit in de haven van Texel gebragt; zal lossen om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114

Amsterdam, 2 mei. Volgens brief van kapt. K. Riesen, voerende het schip de VRIENDSCHAP, van Amsterdam naar St. Thomas, geschreven uit zee den 28 april, des avonds te 6 uren, was hij die avond uit Texel in zee gezeild.

 

RC 11 januari 1823114

Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 31 december 1822 en 3 januari:

Bij Eastbourne is aan strand gedreven een gedeelte van de achtersteven van een schip, gemerkt VRIENDSCHAP, van Amsterdam, alsmede verscheiden kisten met laarzen en schoenen. Een grote ra is te Rye opgevist, en men denkt derhalve, dat het schip, hetwelk waarschijnlijk verongelukt is, zeer groot moet geweest zijn (opm: galjas, kapt. K. Riesen)

 

RC 04 februari 1822114

In een brief van Newhaven van den 15 dezer wordt gemeld, dat te Eastbourne zijn aangebracht diverse vaten met traan en een doos, bevattende 86 paren schoenen. Men veronderstelde, dat zo te Hastings als te Rye enz. omtrent 150 vaten traan bij elkander zouden zijn. Die, welke te Boulogne zijn, waren van dezelfde lading afkomstig en door Franse vissers op de Engelse kust gevist. Bovenstaande vaten zijn geladen geweest in het schip de VRIENDSCHAP, kapt. K. Riesen, van Bergen naar Dordrecht, weshalve men het voor genoegzaam zeker kan houden, dat dit schip geheel verongelukt is.

 

RC 29 maart 1822114

Amsterdam, 27 maart. Volgens een bekendmaking van de opperstrandvonder over de eilanden Voorne, Goedereede en Over-Flakké is den 20 dezer aan de stranden van West-Voorne aangespoeld en vervolgens aldaar begraven het lijk van een manspersoon, gekleed in blauwe Friese peijekker, het hemd gemerkt J.P, hebbende bij zich een zilver horologie en drie gouden buitenlandse geldstukken. Men vermoedde deze persoon de stuurman of ander beambte te zijn geweest van het galjas de VRIENDSCHAP, kapt. K. Riesen, den 28 april 1822 uit Texel naar St. Thomas gezeild, alzo hij in een zeildoek op de borst had het dagverhaal van het gezegde schip, begonnen in april en voortgezet tot den 17 december 1822. Dit bericht laat geen twijfel over aan het verongelukken van die bodem op de reis van Bergen naar Dordrecht.

 

Rotterdamsche Courant 27 augustus 1822114

Amsterdam, 25 augustus. Volgens een brief, den 20 dezer geschreven aan boord van het Deense brikschip DISCO, gevoerd door kapt. J. Jacobsen, den 3 juli van St. Thomas naar Hamburg vertrokken, toen in goede staat op de hoogte van de Breeveertien zeilende, lagen aldaar zeilklaar het galjootschip de VRIENDSCHAP, kapt. C. Riese, en HERMAN, kapt. Clausen, naar Amsterdam, alsmede het schip de DOLFIJN naar Rotterdam en onderscheiden andere schepen naar Bremen en Hamburg.