Familiegegevens en opleiding
“Voor "R.J. Riensema" komt naar mijn mening de broer van mijn betovergrootvader Wycher in aanmerking. Van hem volgen hierna zijn gegevens:
Jacobus Riensema, geb. Nieuwe Pekela 30-9-1830, overl. Oude Pekela op 23-3-1911, buitenvaarder, schipper, later kramer en arbeider, tr. 1e Nwe Pekela 17-12-1857 Jantje Schuring, geb. ald. 20-2-1836, overl. Delft 20-8-1867, dr. van Hendrik Schuring, schipper, en Zwaantje Kiers Bos; tr 2e Oude Pekela, 17-5-1871 Jantje Hulscher, geb. ald. 17-4-1840, overl. 3-3-1924, dr. van Jacob Harms Hulscher, tabakskerversknecht, winkelier, en Fennechien Jans Middel.
De twee R laat zich niet verklaren. In feite had hier Jacobus N(anning) Riensema moeten staan. De periode van zijn varend verleden past goed. Van zijn 21ste tot zijn 25ste. Misschien wel wat aan de jonge kant? In het krantenbricht staat dus ene R.J. Reitsma vermeld. Dat verbaast me niet. Het is de gewoonste zaak van de wereld, dat de naam Riensema foutief word terugvermeld.”
Ontleend aan een e-mail dd 23 september 2005 van Wycher Riensema te Hoogeveen.
De schepen van de kapitein
De “Goede Verwachting”, varend van Stettin naar Schulperzijl, onder gezag van kapitein Riensema, is op 8 mei bij Dornbusch, Rügen (1855), gestrand en wrak geworden.078.
Bouma025 vermeldt R.J.Riensema als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1855 van de kof “Goede Verwachting”, gebouwd in 1830 te Nieuweschans, 70 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Gestrand op Rügen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant dd begin januari 1853 (preciese datum niet vermeld) staat onder de rubriek Scheepsberichten het volgende.096:
RENSBURG, 8 Januarij. Alhier en te Holtenau overwinteren onder meer anderen, de Hollandsche schepen: Alida, kapt. H.J.Gort; Christina, E.H.Bekkering; Gesina, J.R.Pronk; Maria, N.C.Broekema; Goede Verwachting, R.J.Reitsma, en Alida Sophia, G.J.Gnodde.”
