Inloggen
Gezagvoerder

Puister, Hendrik Jans

Naam: Puister, Hendrik Jans
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
FENNEGINA 1828 Kof Sailing Vessel 10180 Bekijk schip
FENNEGIENA 1845 Kof Sailing Vessel 13721 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Jans Puister werd geboren te Veendam op 13 januari 1799.

Hij huwde met Fennechien Lucas Roelfsema, geboren te Veendam op 04 januari 1801.003

 

Hendrik Jans Puister werd gedoopt te Veendam op 13 januari 1799 als zoon van Jan Hindriks Puister en Reina Roelfs Prins. Hij huwde te Veendam op 18 december 1822 met Fennegien Lucas Roelfsema. Hij overleed op 16 februari 1850 te Hartlepool, volgens een overlijdensacte van 06 mei 1850 te Veendam). Hij was in 1841 kapitein op de kof "Drie Gebroeders" en in 1848 op de kof "Fennechiena".

Uit: "Puister. Een Gronings Veenkoloniaal Geslacht" door H.Puister Az (†) en Drs.A.T.Puister. Wassenaar 1985. Typoscript, 130 pp. (Centraal Bureau voor Genealogie - G/Puis).

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 25 september 1838003.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.J.Puister (adres: Hespe) werd met vlagnummer 402 effectief lid van Zeemanshoop per 27 maart 1838 op voorspraak van C.H.Uil. Zijn schip was "De Drie Gebroeders". Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 20/27 maart 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Jan Puister, oud 39 jaar, voerend de kof “Drie Gebroeders”, wonende te Veendam en met adres bij de heer M.A.Hespe te Amsterdam, op voordracht van kapitein C.H.Uil023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1851 doet de penningmeester de mededeling dat een aantal leden waaronder H.J.Puister nalatig zijn in de betaling. In een nader bericht wordt medegedeeld dat deze kapitein is overleden. Vervolgens staat er een verzoek van de weduwe dd 11 maart  1851 om “al het achterstallige aan te zuiveren en alsdan trekster te worden.” In de notulen dd 26 juni 1851 staat de melding dat het verzoek tot aanzuivering is afgewezen. In de vergadering dd 30 oktober 1851 doet de wed. H.J.Puister, geb. F.L.Roelfsema, weer een verzoek om uitkering042

En: In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 november 1851 staat een “Verslag van de Heeren J.A.Keeman en Mr. H.C.Hedeman wegens de aanvrage van de Wed. Kapt. H.J.Puister. Besloten zich niet te vereenigen met het rapport voor zoo verre tot afwijzing is luidende, vermits Kapitein Puister reeds door enkele nalatigheid in het betalen der contributie ophield voortdurend deelnemer te zijn en zelfs bij zijn leven daarin mogelijk kon worden hersteld en nu althans niet zijn Weduwe het genot hebben van voortdurende deelneming nu hij overleden is, even als of hij in dat regt ware teruggekeerd”. In de vergadering dd 30 december 1851 gaat het Bestuur accoord.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van 27 januari 1852 wordt een herhaald verzoek om een uitkering behandeld van de weduwe van kapitein H.J.Puister. Het bestuur bleef echter bij een eerder genomen besluit en wees het verzoek af (ik heb geen argumentatie aangetroffen. Misschien in de notulen van de Bestuursvergaderingen?).

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       402                        1838-1843     kof                   De Drie Gebroeders                             geen opgave

                                      1844-1850     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.C.Puister (moet zijn H.J.) als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1830 van de kof “Jonge Reina”, gebouwd in 1808, bouwlocatie niet vermeld, 80 ton o.m., varend vanuit Veendam, eigenaar niet vermeld.

 

Bouma025 vermeldt H.J.Puister als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1837 van de kof “Fennechiena”, gebouwd in 1827, bouwlocatie niet vermeld, 120 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit (vermoedelijke) Veendam. De bemanning werd in 1837 door de loodsboot binnengebracht te Hellevoetsluis;

*    1839 t/m 1844 van de kof “Drie Gebroeders”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 87 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

*    1847 t/m 1852 van de koftjalk “Fennechiena”, gebouwd in 1845 te Martenshoek, 63 ton o.m., varend voor H.Holthuis te Veendam. De kapitein overleed in 1852. Het schip werd verkocht.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Hendrik Jans Puister als gezagvoerder van de:

“Jonge Reiniera”, dd 08 augustus 1822;

“Fennegina”, dd 17 mei 1830; 17 maart 1831; 22 maart 1832; 04 oktober 1834;

Kof “Drie Gebroeders”, dd 14 juni 1838; bestemming naar de Oostzee, boekhouder A.H.Hespe, als bemanning op de mutatierol alleen een jongen en een matroos.

Kof “ Drie Gebroeders”, 13 december 1838, bestemming Londen, boekhouder Hespe, 4 bemanningsleden i.c. stuurman, matroos, ligtmatroos en een koksjongen

 

13 december 1838.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 17 november 1821114

Amsterdam, 15 november. Het schip de JONGE REINA, kapt. H.J. Puister, met lijnzaad van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Amsterdam, is den 10 november te Delfzijl met gebroken roer en zeer ontramponeerd binnengelopen; moet lossen om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 26 september 1822114

Rotterdam, 25 september.

Sedert onze laatste zijn van de rede naar zee gezeild de ONDERNEMING, J. Veerman, van Rotterdam naar Duinkerken gedestineerd;

van Antwerpen de VRIENDSCHAP, J. de Brom, naar Kadix; de DRIE VRIENDEN, H. Haverbult, naar Bristol; de VROUW HENDRINA, K. van den Oever, naar Villa-Nova; ANNA PAULOWNA, H. Pothoff, naar Leith; de VROUW ALBERTINA, J. Maak, naar Hamburg; MARGARETHA ELISABETH, H. Dilwibs, naar de Oostzee,

en aldaar ter rede gekomen de OOSTERSTAR, J. Moller, van Bergen, en NEPTUNES, G.G. Smit, van Christiaansand, beiden naar Brussel gedestineerd; voor Antwerpen bestemd: NEPTUNES, A.G. Iken, van Jade; de TWEE AFWEZENDE ZUSTERS, J.T. de Boer, van Kleinziel; de GOEDE HOOP, D.D. Flik, van Petersburg; OTHO, E.J. Carst, van Bergen; de JONGE REINA, H.J. Puister, van Tonningen; CATHARINA CHRISTINA, T. Hansen, van Ringkiöping; HENDRIKA MARGARETHA, J.H. Warmolts, van Petersburg; de VROUW KETSINA (opm: VROUW KNELSINA), R.R. de Jonge, van Eichenford (opm: waarschijnlijk Eckernforde); BATO, H.C. Schut, en de HOOP, H.J. Prins, van Petersburg, en VOGELTJE, D. Lukas, van Heever.