Familiegegevens en opleiding
Jan werd gedoopt te Groningen op 22 augustus 1783 als zoon van Jacobs Breuge en Veinina Tjarks.
Jan huwde op 20 februari 1819 te Oude Pekela met de winkelierse Wemelina Anna Kranenborg, geboren te Oude Pekela op 29 mei 1785 als dochter van Nanno Wijbrandus (Kranenborg) en Teelke Pieters de Jonge. Anna was de weduwe van Willem Kiers die op 15 april 1816 te Oude Pekela was overleden.
Anna overleed op 16 augustus 1840 te Oude Pekela, 55 jaar, winkelierster, weduwe.
Jan overleed in Oude Pekela op 11 februari 1837, 52 jaar, schipper.
Zie o.a.: http://www.bdpoppen.nl/gronmol/kranenborg_wemelina_anna_928.html
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Jan Jacobs Prange als schipper in 1822, 1830, 1837.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Prange werd met vlagnummer 250 effectief lid van Zeemanshoop per 18 maart 1828 op voorspraak van J.de Juis Brouwer. Geen schip genoemd. Toegevoegd is "overleden"002.
Jan Jacobs Prange, oud 44 jaar, met als adres Kranenborg & van Maurik te Amsterdam, voerende de schoenerkof Wemelina Kranenborg, werd in de Algemene Vergaderingen van 11/18 maart 1828 van Zeemanshoop voorgesteld/aangenomen als effectief lid op voordracht van kapitein J.deJ.Brouwer. Zijn vlagnummer werd 250023
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 29 maart 1828003.
J.J.Prange was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 250 in de periode 1828 t/m 1836 en met vlagnummer 156 van 1836 t/m 1837.
Een J.J.Prange was effectief lid van het naamloze zeemanscollege in Pekel-A met vlagnummer 50 in 1827 t/m 1837
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1836 staat een brief van ene Kranenborg die om onderstand vraagt voor kapitein Prange “die wegens verlamming buiten staat is dat zelve te doen”. Op 21 april 1836 is vermeld dat het verzoek wordt gehonoreerd voor 12 maanden.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van 29 juni 1837 vraagt de wed. J.J.Prange om een uitkering welke haar en haar 2 kinderen wordt toegekend ingaande 01 mei 1837042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 mei 1837 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.J.Prange042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 oktober 1841 staat een brief van Kranenborg & Zn waarin namens de voogden van de kinderen van wijlen kapitein J.J.Prange en zijn huisvrouw om een uitkering wordt verzocht. In de notulen dd 25 november 1841 gaat het Bestuur accoord met de gevraagde uitkering, ingaande “met den dood der Moeder”042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 17 mei 1836 wordt het verzoek gemeld van kapitein Prange om een uitkering “wegens verlamming”. Deze wordt toegestaan voorlopig voor 12 maanden.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 april 1837 en die van de Algemene Vergadering van 11 juli 1837 wordt vermeld de aanvrage om uitkering voor Wemelina Kranenborg, weduwe van Jan Jacobs Prange voor haar en haar 2 kinderen. 023 en 042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 december 1841 is wederom sprake van een toekenning van een uitkering aan de kinderen en huisvrouw van wijlen kapitein J.J.Prange023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
250 1828-1831 sch.kof Wemelina Kranenborg de kapitein
1832-1835 sch.kof Wemelina Kranenborg J.F.Viëtor te Winschoten
156 1836 geen vermelding van schip en boekhouder
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jan Jacobs Prange op de:
“Wemelina/Willemina Kranenburg”, dd 23 april 1823; 10 september 1827; 02 juli 1828; 06 september 1831; 03 juni 1833; 04 februari 1835 en 11 mei 1835.
Bouma025 vermeldt J.J.Pranger als gezagvoerder gedurende:
* 1820 t/m 1836 van de schkof “Wemelina Kranenborg”, gebouwd in 1819, bouwplaats niet vermeld, 102 ton o.m., varend voor J.Freeseman Viëtor te Winschoten. Het schip was vernoemd naar de vrouw van de kapitein.
De monsterrollenlijst op het Noordelijk Scheepvaartmuseum vermeldt geen Jan Jacob Prange.
Krantenberichten
Rotterdamsche Courant 26 april 1821114
Rotterdam, 25 april. Van Vlissingen meldt men ….
….Van den 19 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen POMMERANIA, J.C. Wendt, naar de Oostzee; de GOEDE VERWACHTING, E.J. Loose, naar Noorwegen; l'UNIQUE, de Roux, naar Hull; MINERVA, J. Humphreys, naar Dublin; ANTELOPE, M. Callos, naar St. Thomas; WILHELMINA KRANENBURG, J.J. Prange, naar Petersburg; LORD GAMBLER, P. Biskop, naar Londen; LE COUREUR, B. Butin, naar Rouaan; AURORA, S.J. Brouwer, en de MARIA, T.C. de Boer, naar Liverpool; de TWEE GEBROEDERS, H.J. Bruins, naar Rouaan; de VRIENDEN, T. Noster (opm: Nosten), naar Port-au-Prince, en de VRIENDSCHAP, J. Hartwijk, naar Livorno…..
Rotterdamsche Courant 09 augustus 1821114
Rotterdam, 8 augustus. Men meldt van Vlissingen van den 4 augustus:
Sedert den 30 juli zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede binnengekomen de schepen SIR SIDNEIJ SMITH, E. le Gros, van Jerseij; de THOMAS, J.M. Harrison, van Martanzes (opm: waarschijnlijk Matanzas); WEMELINA KRANENBURG, J.J. Prange, van Petersburg; de VROUW REINA, H. Koops, van de Marennes; de DORSET, J. Hart, van Londen; NEPTUNES, W.M. Kramer, van Noirmontier; de ALBION, J. Hurst, van Londen; BARTA JOHANNA, C. de Champ, van Havre-de-Grace; de LIEFDE, M. Bakker, van de Marennes; SARAH, A. Carrington, van Londen; de VROUW GEZINA, E.J. Dik, van de Marennes; LEONTINE, J.M. Lesasseur, en de NANCY, E. Braij, van Havana; de ADÈLE CHÉRIE, L. Bouvier, van Duinkerken; ST. JOHANNES, H. Petersen, van Livorno; ST. PAULS, J. Clark, van Hull; de VROUW TRIJNTJE, P.G. Kurst, van Petersburg,….
Rotterdamsche Courant 08 januari 1822114
Amsterdam, 6 januari. Het schip (opm: kof) WEMELINA KRANENBORG, J.J. Pranger (Prange), van Riga naar Antwerpen, is, volgens brief van Pekel-A, van den 28 december 1821, naar men zeide op de Jutse kust, verongelukt, doch het volk is gered
Rotterdamsche Courant 29 januari 1822114
Amsterdam, 27 januari. Kapt. J. Mortier, van Newcastle naar Amsterdam, te Harlingen binnen, rapporteert, dat het schip WEMELINA KRANENBORG, kapt. J.J. Prange, van Riga naar Antwerpen, den 11 januari nog in goede staat in Noorwegen lag, en aldaar nog wel een maand zoude blijven.
Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114
Rotterdam, 3 mei. Van Vlissingen meldt men den 30 april:….
…en van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen BROEDERLIEFDE, H.J. Carst, naar de Oostzee; THEODORE, S. Martin, naar Petersburg; HORTENSE, J.IJ. van der Sweep (opm: brik, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Batavia; WEMELINA KRANENBURG, J.J. Prange, de NIEUWE ONDERNEMING, K.L. Domine, en de VROUW MARIA, Z.K. Schutt (opm: S.K. Schut), naar Liverpool; de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, naar Engeland, en PARADIJS, J.W. Poel, naar Lissabon.
Rotterdamsche Courant 06 juni 1822114
Rotterdam, 5 juni. van Vlissingen meldt men den 1 juni: ….
sinds den 30 voor Antwerpen bestemd alhier ter rede gekomen de TWEE GEBROEDERS, S.B. Bakker, van Nantes; ZELIMA (opm: driemaster, thuishaven Gent), C. Neurenberg, van Batavia; STAD EN LANDE, T.T. Dijkstra, de WILLEM, J.S. Okkes, en WEMELINA KRANENBURG (opm: kof WEMELINA KRANENBORG), J.J. Prange, van Liverpool; de GOEDE VERWACHTING, B.S. Stoffels, van Brest; le JEUNE GEORGE, W.E. Dik, van Stockton; LEONTINE, M.F. le Sasseur, en de VIJF GEBROEDERS, D. Steur, van Havana, en JEROME, D. Destelecho, van New York.
Rotterdamsche Courant 11 juli 1822114
Rotterdam, 10 juli. Van Vlissingen wordt van den 6 juli gemeld, dat sedert onze laatste van Antwerpen afgekomen en naar zee gezeild zijn de schepen de VIER GEZUSTERS, R.G. Oostra, naar …(opm: niet vermeld); WEMELINA KRANENBURG, J.J. Prange, naar Leith; de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, naar Liverpool; JEANNETTA JOSEPHA, G. Vos, naar New-York; de WILLEM, J.S. Okkes, naar Liverpool; ANNA DOROTHEA, J. Vos, naar de Oostzee; WILHELMINA LAURENTIA, J.H. Arendsen, en de EIZINE (opm: smak ELZINA, b.j. 1797), naar Londen,
en voor Antwerpen bestemd alhier ter rede gekomen l’Étoile, J. Jolly, van Bordeaux; de NOORDSTAR, J.T. de Jonge, van Liverpool.
Rotterdamsche Courant 30 november 1822114
Rotterdam, 29 november. Van Vlissingen wordt van den 26 dezer gemeld, dat sedert onze laatste, voor Antwerpen bestemd, aldaar ter rede gekomen zijn de schepen de DRIE VRIENDEN, R.Z. Schut, van Londen; WEMELINA KRANENBURG (opm: kof WEMELINA KRANENBORG), J.J. Prange, van Liverpool; METEORE, J. Mestdagh (opm: vermoedelijk J. Mesdagh), van Rio Janeiro; de EENDRAGT (opm: kof), J.H. Deddes, van Palermo; le CHASSEUR (opm: kotter, thuishaven Antwerpen), G. de Haan, van Malaga, dit laatste moet quarantaine houden,
en is van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild SUZANNA, H. Kenkel, naar Stettin (opm: Szczecin).