Inloggen
MINERVA - ID 8206


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1855-06-04 / 1876-11-26 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1855
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: North Shields, Great Britain
Launch Date: 1855-00-00
Delivery Date: 1855-08-05
Technical Data

Net Tonnage: 214.5 tons (oude meting)
 
Length 1: 28.50 Meters Registered
Beam: 6.70 Meters Registered
Depth: 3.12 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 00-00-1855
Type: Additional Ship Data
Omschrijving: bijlbrief geeft de volgende afmetingen: afmetingen lang van binnenste gedeelte voorsteven tot voorste gedeelte achtersteven van boven 94 9/10e voet, breedte midscheeps 21 9/10e voet, diepte midscheeps in het ruim 13 2/10e voet

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1855
Datum agenda: 1855-03-08
Register nr: 0
Scheepsnaam: MINERVA
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Ommeren, Ph. Van
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Ommeren, G.T. van
Opmerkingen: voorlopige zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1855-05-08 MINERVA
Manager: Ph. van Ommeren Jr., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Since 1867 call sign PMFJ.

Date/Name Ship 1871-00-00 JOHANNA MARGARETHA
Manager: A. Vredenburg, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: A. Vredenburg, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1872-12-24 KOSMOPOLIET II
Manager: F.C. Melchers, Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: F.C. Melchers, Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Schiedam / Netherlands
Callsign: PHRT

Ship Events Data

1859-12-28: Damaged
Boston, 12 januari 1860. Het alhier van Rotterdam gearriveerde Nederlandse brikschip MINERVA, kapt. Van Ommeren, is 25 november op 49º38’ N.B. en 19º28’ W.L. en 28 december op 43º N.B. en 63º W.L. door hevige stormen belopen, waarin het schip verschansingen en boot verloor en meer andere schade bekwam.
1863-01-23: Damaged
Rotterdam, 24 januari 1863. Volgens een op heden ontvangen telegrafisch bericht is het alhier te huis behorende brikschip MINERVA, kapt. Van Ommeren, van Cardiff op hier bestemd, gisteren met verlies van zeilen, losse lading en gebroken pompen te Terschelling binnengelopen.
1867-12-23: Grounded
Harwich, 23 december 1867. Het Nederlandse brikschip MINERVA, kapt. Cordia, van Rotterdam naar Havana bestemd, is op het Longsand, aan de grond geweest en alhier binnengebracht met assistentie van 7 smakschepen; het maakt geen water, doch heeft een gedeelte der lading over boord geworpen, twee ankers, ketting, lichtkabel en twee werpen verloren, de kompassen gebroken en een hoeveelheid ander tuig verloren en beschadigd.
1872-06-03: Sold at auction
Advertentie. D. Heydeman Jr., A.M. Balwé, E.C.A. Koli en H.J. Daam, makelaars, zullen op maandag 3 juni 1872, des avonds na 6 ure, in De Brakke Grond, in de Nes, te Amsterdam, ten overstaan van de notaris D. van Dijk, aan de meestbiedende of hoogstmijnende presenteren te verkopen het extraordinair, welbezeild, gekoperd en kopervast brikschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd: JOHANNA EN MARGRIETHA , gevoerd door kapt. H.A. de Boer. Volgens Nederlandse meetbrief lang 28,80, wijd 5,58 meters, hol 3,38 meters, en alzo gemeten op 241 tonnen of 128 lasten.
Het schip ligt te Amsterdam in het Oosterdok aan de Dijk.
Breder bij inventaris omschreven en nadere informatiën bij bovengenoemde makelaars.
1876-11-25: Damaged
Op weg van Pernau naar Schiedam, tengevolge van een stortzee plat op haar zijde geworpen.
1876-11-26: Final Fate: Sunk

Gezonken op ca. 48 mijl ten zuidoosten van Lister. De bemanning werd gered door de Noorse brik CARL en werd op 30 november 1976 geland te Rasvaag.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt G.T.van Ommeren als gezagvoerder gedurende:

*    1857 t/m 1866 van de brik “Minerva”, gebouwd in 1855 te North Shields, 241 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam;

*    1867 van de bark “Bravo” ex Sir Robbert Peel, gebouwd in 1858 te Zwolle, 377 ton o.m., varend voor Ph.van Ommeren te Rotterdam;

*    1869 van de bark “Bravo” ex Sir Robbert Peel, gebouwd in 1858 te Zwolle, 377 ton o.m., varend voor Ph.van Ommeren te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Ommeren, G.T. van
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.Cordia als gezagvoerder gedurende:

*    1863 van de schbrik “Vertrouwen” ex Biafra, ex Ethiopië, gebouwd in 1839 te Liverpool, 184 ton o.m., varend voor de Gebr. v/d Wetering te Delfshaven. Het schip is in 1863 verongelukt op Domesnaes;

*    1865 van de 2/msch. “Anna Maria” ex Anna ex Davids, gebouwd in 1832 te Limekilns, 86 ton o.m., varend voor Anes & Co te Rotterdam. Het schip is verongelukt op de Noorse kust;

*    1867 t/m 1871 van de brik “Minerva”, gebouwd in 1855 te North Shields, 241 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor A.Vrendenberg te Amsterdam en was herdoopt in “Johanna Margaretha”;

*    1872 van de sch.brik “Columbus” ex Etatsradt Hvidt, gebouwd in 1857 te Oskarshamn, 137 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Bouma vermeldt in 1873 als kapitein “Portugees” varend voor L.Pincoffs te Rotterdam, maar het is me niet duidelijk wat dat betekent: een portugese kapitein? Onder portugese vlag? In 1874 zou het schip varen voor B.J.Scherpbier te Pekela en zijn herdoopt in “Caroline”;

*    1876 van de 2/msch “Delfshaven” ex Maria Helena ex Jantje ex Aurora, gebouwd in 1863 te Sappemeer, 160 ton o.m., varend voor J.H.Henkes te Delfshaven.

 

Overige bijzonderheden

Foto van kapitein P.Cordia (nr.10) beschikbaar047.

 

In het tijdschrift “De Zee”, Jg. 9, 1887, p.1-10 en p.49-60 (aanwezig in de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaart Museum te Amsterdam) staat een artikel met de titel “Lotgevallen van het Nederlandsch Schoenerschip ‘Anna Maria’ en zijn bemanning in het jaar 1865” verteld door de kapitein P.Cordia. Ik geef een samenvatting en de lezer wordt aangeraden het gehele verhaal te raadplegen.

Het schip vertrok op 11 augustus 1865 van Delfshaven en zeilde richting Noorwegen. Aan boord was ook het 7-jarig zoontje van de kapitein. Op 6 september werd de ingang van de bestemmingsplaats Tromsø bereikt. De loodsvlag werd gehesen, maar er werd vanuit de wal niet gereageerd. Door slechte weersomstandigheden en stromingen voer het schip wat heen en weer. De slechte weersomstandigheden hielden aan en er verscheen geen loodsboot om het schip nar de haven van Tromsø te begeleiden. Dit hield aan en inmiddels was er veel schade aan de tuigage, het dekwerk en het schip begon behoorlijk te lekken. Ook waren watervaten van dek gespoeld en er ontstond gebrek aan voedsel en water. Ook waren een aantal bemanningsleden ziek geworden, lijdend aan zweren, puisten en diarree. Het schip geleek op 25 oktober op een drijvend wrak en besloten werd van boord te gaan. Het gelukte een boot in het water te krijgen, waarbij niets verder kon worden gered. Getracht werd de wal te bereiken en dat gelukte na veel moeite, waarbij vooral het gebrek aan drinkwater nijpend was. Eén van de bemanningsleden was inmiddels overleden.

Aan land werd met behulp van een Lapse nederzetting na veel moeite via Hammerfest de plaats Bergen bereikt, waar een Nederlands sprekende consul zetelde. Daar werd verslag uitgebracht, verkreeg men kleren, geld en een passage naar Nederland. Dat kostte nogal wat moeite en ergernis omdat de Consul niet erg scheutig met het verlenen van hulp bleek te zijn. Vanwege het winterseizoen kon pas op 10 maart 1866 de terugreis worden aangevangen. Op 29 maart werd Amsterdam bereikt, tot vreugde van de achterblijvenden, die de bemanning al dood had gewaand.

In hetzelfde tijdschrift “De Zee” jg 10, 1888 staat op de pp.99-109 een artikel van P.Cordia “Beschouwingen over wettelijke bepalingen ter voorkoming van aanvaring op zee.”

 

In het tijdschrift De Zee Jg.1895 staan een drietal artikelen door oud-gezagvoerder P.Cordia en wel “Wat is gematigde vaart” (p.18-19), “Officieren en Machinisten” (p.112-117) en “De aanvaring van de “Elbe” en de “Crathie”” (p.608-614).

In hetzelfde tijdschrift Jg. 1896 staan artikelen van P.Cordia over “Het nachtseintoestel ‘Kotting’” (p.102-105) en “De bestaande en voorgestelde bepalingen ter voorkoming van aanvaring tusschen koerkruisende stoomschepen” (p.515-517).

In Jg.1897 “Een zeldzaam geval van aanvaring” (p.606-610).

In Jg.1898 , p.260-262 “Eene aanvaring tijdens mist”, p.289-295 “Roekeloos en misdadig” en p.376-382 “Eene onwaarheid herroepen.”

In Jg. 1899 p. 525-527 een artikel: “Geluidsseinen bij mist”

In Jg. 1900 p. 154-160 een artikel “Iets over geluidseinen in het algemeen”.

In Jg 1901, p.1-11 een artikel “Te veel vaart in de mist”.

Uit dit overzicht blijkt de nautische belangstelling en kennis van oud-kapitein Cordia. Wellicht dat ook in latere jaargangen van het tijdschrift méér artiekeln staan, maar die heb ik niet verder nagekeken.

 

De brik “Minerrva” onder kapitein P.Cordia  vertrok in 1869 van Buenos Aires en kwam te Valparaiso op 31 december. Vertrek van daar op 13 februari 1870 naar Coronel en vandaar met kolen naar Iquique. De terugreis is onbekend. In ieder geval een ronding van Kaap Hoorn van oost naar west.121

 

 

Datum vanaf: 1866
Kapitein: Cordia, P.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.A.de Boer werd met nr.649 effectief lid van Zeemanshoop per 11 september 1855 op voorspraak van J.A.de Haas. Zijn schip was “Wilhelmina en Henriëtte”002. Ten tijde van de inschrijving waren de Boer en zijn vrouw 39 resp. 34 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1842002a.

In de Algemene Vergaderingen van 04/11 september 1855 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen H.A. de Boer (alleen initialen), oud 38 jaar, voerend de aanbouw zijnde schoner “Wilhelmina & Henriëtte”, wonend op de Waal 68 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.A. de Haas.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 januari 1884 vraagt de wed. H.A. de Boer, geb. Pietertje Berends Flik om een uitkering. Die wordt haar in de vergadering van 27 maart 1884 geweigerd.

In de vergadering dd 24 april 1884 vraagt zij weer om een uitkering. Zij krijgt een gratificatie van f 70,- in 2 termijnen “op grond dat hij gedurende vele jaren bij de reis heeft deelgenomen en dat zijne Weduwe alleen daarom niet gerechtigd kan verklaard worden, omdat hij in gebreke is gebleven zijne Contributie als Effectief Lid te voldoen en geen kennis heeft gegeven dat hij ziek van de laatste reis is thuisgekomen”. Op 26 februari 1885 weer een uitkering van f 70,-. Idem per 25 februari 1886. Idem per 24 februari 1887. Idem per 01 maart 1888. Idem per 07 maart 1889. Bij een heroverweging omtrent de hoogte van de gratificatie wordt het bedrag voor de wed. H.A. de Boer- geb. Berends Flik vastgesteld op f 70,-.Derhalve krijg zij wederom f 70,- op 06 maart 1890. Idem op 05 februari 1891. idem op 03 maart 1892. Idem 02 maart 1893., maar er zal nader onderzoek worden gepleegd of deze uitkering met dit bedrag wel nodig is, gezien haar omstandigheden. Op 06 april 1893 wordt op grond van nader onderzoek de bijdrage verlaagd tot f 35,- “Een gemotiveerd schrijven zal haar gezonden worden waarin de gronden voor de vermindering der gratificatie worden uiteengezet.” Zij zend een rappel op 04 mei 1893 maar dat wordt afgewezen. Op 05 april 1894 krijgt zij f 35,-. Idem op 04 april 1895. Op 02 april 1896 krijgt zij f 35,- uit te keren in 2 halfjaarlijkse termijnen. Idem op 04 november 1897. Idem op 03 november 1898. Idem op 05 oktober 1899. Idem op 04 oktober 1900. Idem op 02 mei 1901. Idem op 03 juli 1902. Idem op 05 november 1903. Idem op 02 juni 1904. Idem op 07 december 1905. Idem op 06 december 1906. Idem op 30 september 1907. Idem op 01 oktober 1908. idem op 02 december 1809. Idem op 01 deember 1910. Idem op 04 januari 1912. Idem op 06 juni 1912. Idem op 04 september 1913. Idem op 11 februari 1915.  Op 04 november 1915 wordt haar de gratificatie toegekend voor 1915/16 en 1916/17. Op 04 juni 1917 staat vermeld dat zij f35,- zal krijgen maar dat ook een nader onderzoek zal plaatsvinden. Op 02 juli 1917 wordt op grond van dat onderzoek besloten haar  f70,- toe te kennen uit te keren in twee termijnen. Idem op 01 juli 1918. Op 07 juli 1919 volgt weer een uitkering van f 70,- in twee termijnen. Op 27 oktober 1919  is een brief van de wed. de Boer binnengekomen met de mededeling “dat zij “vrij wonen” heeft gekregen op Brants-Run-Hofje en vraagt of zij haar jaarlijksche gratificatie niettegenstaande het “vrij wonen” mag behouden.” Het bestuur stelt die vraag nader te bezien. Op 07 juni 1920 vraagt zij weer om een gratificatie maar het Bestuur wil eerst nader onderzoek vanwege haar opname in genoemd hofje. Op 12 juli 1920 staat een verslag met het advies haar uitkering van f 70,- niet te verminderen. Zij is 78 jaar, en woont samen met haar dochter, heeft vrij wonen, vrij turf, vrij licht, kruidenierswaren voor f 5,- per kwartaal en f 35 per jaar in contanten. Voorts geniet zij f 3-,- ouderdomsrente en haar dochter heeft f 500,- per jaar pensioen als verpleegster van het Witte Kruis. Op 04 juli 1921 meldt zij het overlijden van haar dochter en zij vraagt een “liefdegift”. Zij krijgt voor de periode 1921/1922 IfI 3,- per week. Idem op 03 april 1922. Idem op 05 maart 1923 tot 01 mei 1924. Ook na deze datum zal de uitkering aan de orde zijn geweest, maar de Bestuursnotulen in het Stadsarchief zijn vanaf 1923 niet openbaar. 042

 

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 24 april 1884 (Stadsarchief Amsterdam 491-39) is een brief dd 15 september 1884 van de wed. H.A. de Boer geb. Flik. Zij spreekt haar teleurstelling uit over de afwijzing van haar uitkeringsaanvrage. “Omrede mijn echtgenoot bij binnenkomst zich niet ziek heeft aangemeld en ook de laatste contributie niet heeft voldaan. Mijne Heeren onbekendheid der wetten en de groote achteruitgang in de zaak die zulk eene treurige invloed op den reeds zieke Man maakte zijn wel de oorzaak van deze verzuimen.” Zij herhaaldt haar verzoek om een uitkering en in de marge van de brief staat de aantekening dat zij een gratificatie krijgt van f 70,-.042.

 

In de Bijlage van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1885 (Stadsarchief Amsterdam, 491-40) spreekt de wed. H.A. de Boer van 5 kinderen.042.

 

In de Bijlage van ded Bestuursvergadering dd 06 april 1893 doet een onderzoekscommissie uit het Bestuur verslag van de omstandigheden van de wed. H.A. de Boer-Berends Flik. Zij krijgt een gratificatie van f 70,- per jaar in plaats van de f 76,- “die haar verschuldigd zou zijn geweest indien haar echtgenoot aan al zijn verplichtingen had voldaan. Zij verdiend vroeger f 6.75 ’s weeks in de kiosk op het Haarlemmerplein en had van haar dochter/ziekenverpleegster een tegemoetkoming van f 2,50 ’s weeks. In de laatste jaren is zij thans huisbewaarster-huihoudster geweest bij de ongehuwde heer Mr. M.J.de Lange Leliegracht 33. Deze heer naa zeer onlangs overleden zijnde, heeft de familie haar het huis Leliegracht 33 in huur gegeven voor f 800,- ’s jaars met het doel daarvan gedeelten te onderhuren of commensalen te houden. Op ’t oogenblik heeft zij een kantoor aan huis, waarvoor zij f 250,- huur geniet. Bij de groote concurrentie die in het vak van commensalen houden bestaat schijnt ons dit middel van bestaan zeer precair.” De commisie maakt melding van 5 kinderen in de leeftijd van 14-20 jaar, waarvan weinig bijdrage is te verwachten. Haar toestand is “niet schitterend” en er is geen reden om haar de gratificatie van f 70,- te onthouden.

In een aparte notitie staat vermeld: zij is thans 46 jaar, geboren in 1842, Oud Luthers, gedurende 7 jaren weduwe, 5 kinderen, haar man ziek terug van de reis gekomen en verzuimd het Bestuur in te lichten en daarbij ook zijn contributie niet voldaan.042.

In een Bijlage van de Bestuursvergadering dd 02 juni 1904 is een hernieuwde aanvrage met als adres “Stadhouderskade 3, vroeger Leliegracht 33”, Amsterdam In een brief dd 07 december 1905 is haar adres Amstel 61 te Amsterdam..Op 20 mei 1919 nog steeds Amstel 61.042

In de Bijlage nr 7450 uit een Bestuursvergadering (Archiefnummer 491-46, Stadsarchief Amsterdam) staat een verslag van een Bestuurscommissie dd 05 juni 1917 inzake de omstandigheden van de wed. de Boer-Berends Flik. Als adres wordt opgegeven Amstel 61 bovenste bovenhuis. Zij betaalt voor dit appartement f 275,- per jaar en onderverhuurt kamers voor f 13,- per maand. Zij heeft 2 dochters en een zoon. Een dochter is wittekruisverpleegster en helpt financieel en met de huishouding. De zoon is pottenbakker, maar zonder geregelde verdiensten. Toen haar man nog leefde had zij inkomen uit een brooddepot van Ceres, maar hierin zijn haar laatste spaarcenten verloren gegaan. Na het overlijden van haar man heeft zij een pension gerund op de Leliegracht. Haar huidige onderkomen is zindelijk maar sober. Ze is goed gezond maar gezien haar omstandigheden beveelt de commissie aan haar te blijven ondersteunen.042,

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 16 maart 1886 staat vermeld dat aan de wed. H.A. de Boer geb. Flik een gratificatie is uitgekeerd van f 70,-. Idem per 05 april 188. Idem per 27 maart 1888. (hier is sprake van de wed. H.A.de Boer geb. Berends Flik)  In de notulen dd 09 april 1889 wederom een gratificatie van f 70,- aan de wed H.A. de Boer geb. Berends Flik. Idem per 03 april 1890. Idem per 05 maart 1891. Idem 07 april 1892.  Op 06 juli 1893 was sprake van een gratificatie van f 35,-, terwijl een verzoek per 03 augustus 1893 om alsnog een verhoging tot f 70,- te krijgen werd afgewezen. Op 05 juli 1894 werd een verzoek om een gratificatie eerst aangehouden, maar later toch gehonoreerd met f 35,-.Idem per 04 juli 1895. Op 04 juni 1896 werd een gratificatieverzoek aangehouden tot een advies was uitgebracht. Het resultaat is niet in de notulen vermeld. Weer een gratificatie van f35,- op 06 januari 1898. Idem 02 maart 1899. Idem per 04 mei 1899. (het lijkt erop dat er hier twee keer achter elkaar een gratificatie is gegeven, maar het kan ook een fout van de notilist zijn geweest. Idem 04 januari 1900. Idem 03 januari 1901. Idem 05 oktober 1901. Idem 04 december 1902. Idem 14 april 1904. Idem 02 februari 1905. Idem 01 maart 1906. Idem 07 maart 1907. Idem 06 februari 1908. Idem 07 januari 1909. Idem 02 juni 1910. Wellicht zijn de jaarlijkse gratificaties gecontinueerd in latere jaren, maar de serie notulen van de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop, in het Geemeentearchief van Amsterdam,  stopt eind 1910. 023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam       `               naam reder/boekhouder

       649                    1855                sch.brik  Wilhelmina en Henriette   geen opgave

                               1856-1865            sch.brik  Wilhelmina en Henriette   P.L.Smidt

                               1866-1869            sch.brik  Wilhelmina en Henriette   Pfister Wurfbain en Co

                                   1870                geen opgave van schip en boekhouder

                                   1871                brik         Johanna en Margaretha     A.Vrendenburg

                                   1872                brik         Johanna en Margaretha     geen opgave

1872      “`            zonder schip”

1873                     geen opgave van schip en boekhouder

`                              1874-1884            bark       Drie Gezusters                    W.A.Nieuwenkamp

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

H.A. de Boer        Wilhelmina Henriëtte         10 september 1860             19 mei 1861

                               Wilhelmina Hindrika         10 september 1861             01 juni 1863

                               Deze opgave moet een verschrijving zijn voor “Wilhelmina Henriëtte”

                               Wilhelmina Henriëtte         07 oktober 1863                 23 mei 1864

                               Wilhelmina Henriëtte         08 juli 1864                        25 maart 1865

                               Wilhelmina Henriëtte         21 juni 1865                       geen melding

                               Wilhelmina Henriëtta        18 maart 1868                    07 augustus 1868

 

Bouma025 vermeldt H.A. de Boer als gezagvoerder gedurende:

*    1856 t/m 1866 van de schbrik “Wilhelmina & Henriëtte”, gebouwd in 1855 te Nieuwendam, 212 ton o.m., varend voor P.L.Schmidt te Amsterdam;

*    1867 t/m 1870 van hetzelfde schip maar nu varend voor Pfister, Wurfbain & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1871 voor T.C.Melchers te Schiedam en was herdoopt “Kosmopoliet”;

*    1872 van de brik “Johanna Margaretha” ex Minerva, gebouwd in 1855 te N.Shields, 247 ton o.m., varend voor A.Vredenberg te Amsterdam. Het schip voer in 1873 voor T.C.Melchers te Schiedam en was herdoopt in “Kosmopoliet II;

*    1875 t/m 1882 van de bark “Drie Gezusters”, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 523 ton o.m., varend voor de Gebr. Nieuwenkamp te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen.

 

 

Datum vanaf: 1871
Kapitein: Boer, H.A. de

Familiegegevens en opleiding

Lukas werd geboren op 21 september 1829 te Veendam als zoon van de zeeman, later schipper Pieter Paulus Meier en Anje Lucas Heidema.

Lukas trouwde op 18 januari 1860 t Veendam als zeeman met Trijntje Bol, geboren op 02 december 1831 te Veendam als dochter van Harm Egberts Bol en Hendrika Nannes van der Wijk. Trijntje overleed op o5 november 1918 te Veendam, 86 jaar, weduwe.

Lukas is overleden op 16 februari 1874voor de kust van Gabon (2,55 ZBr, 8,45 OL) als gezagvoerder van het Nederlandse Brikschip Kosmolopiet II op 16 februari 1874, vertrokken vanuit Cuxhaven op 30 december 1873 met als bestemming Ambreiz (West-Afrika). Uit: https://www.genealogieonline.nl/stamboom-doornbos/I7164.php

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Lukas als zeeman in 1860, 1863, 1867, als schipper in 1870,

 

Lidmaatschap van zeemanscollege(s)

L.P.Meijer was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer A6 resp. 122 in de periode 1877 t/m 1880. (eindjaar klopt niet met het jaar van overlijden)

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt L.P.Meyer als gezagvoerder gedurende:

*    1870 van de kof “Adriana” ex Hoop op Fortuna, gebouwd in 1840 te Veendam, 90 ton o.m., varend voor Jansen & v/d/ Burg te Schiedam. Het schip is in 1870 gezonken;

*    1872 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam. Het schip is in 1872 gezonken;

*    1873 van de brik “Kosmopoliet II” ex Johanna Margaretha, ex Minerva, gebouwd in 1855 te Nth.Shields, 247 ton o.m., varend voor T.C.Melchers te Schiedam;

*    1874 van hetzelfde schip maar nu varend voor S.J.Melchers te Schiedam.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmueseum te Groningen vermeldt

01 februari 1847, kof “Gezina”, schipper Philippus Klaassens de Boer, lichtmatroos Lukas Pieters Meijer.

12 oktober 1849, kof “Engelina”, schipper Jan Wichers Ketelaar, matroos Lukas P. Meijer, 20 jaar uit Veendam.

15 juli 1850, koftjalk “Wobbina Catriena”, schipper Pieter Paulus Meijer, stuurman Lukas Pieters meijer, 20 jaar uit Veendam.

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant dd 30 oktober 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:

Schiedam  26 Oct.  Het Nederl. schip Kosmopoliet II, is alhier onder reparatie liggende omgevallen en vol water geloopen.”

 

NRC 06 januari 1872114

Amsterdam, 4 januari. Het schip PROTEUS, kapt. Meijer, van Dantzig naar Hartlepool, te Dantzig uit zee terug - vroeger gemeld - is de 29e december nagezien en zou de deklast en een gedeelte van de lading lossen om boven water gerepareerd te worden. Ongeveer 30 spoorleggers waren over boord geworpen.

 

NRC 30 maart 1872114

Elseneur, 27 maart. Het Nederlandse schip PROTEUS, kapt. Meijer, van Hartlepool naar Stettin, ligt 2 mijlen ten noorden van hier wegens tegenwind geankerd; aan boord is alles wel

 

NRC 02 augsutsu 1872114

Frederikshavn, 31 juli. Het Nederlandse schip PROTEUS, kapt. Meijer, van Liverpool met zout naar Stettin, is bij Stirtzholtz (opm: pl.m 4 mijl ten oosten van Hirtshals, positie 57º36’ NB 10º06’ OL) gezonken. Het volk is gered.

 

NRC 18 augustus 1872 114

Hjørring, 12 augustus. Enige kustbewoners hebben in de richting tussen de vissersdorpjes Asdal en Oggerby een schip gevonden, staande in 12 vadem water, 2½ mijl van land (opm: pl.m. 4 mijl ten oosten van Hirtshals; positie 57º36’ NB 10º06’ OL), vermoedelijk de PROTEUS, kapt. L. P. Meijer, van Liverpool naar Riga. De kustbewoners hebben terstond iets van het tuig geborgen, en bij de overheid verlof aangevraagd om nog meer te bergen, ’t welk intussen zeer moeilijk zal vallen, tenzij men een duiker daartoe bezigt.

 

 

Datum vanaf: 1872
Kapitein: Meijer, Lukas Pieterz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt B.Wallenstein als gezagvoerder gedurende:

*   1873 van de brik “Kosmopoliet II” ex Johanna Margaretha, ex Minerva, gebouwd in 1855 te Nth.Shields, 247 ton o.m., varend voor S.J.Melchers te Schiedam. Het schip is op reis van Pernau naar Schiedam gezonken;

*   1878 van de sch.brik “Kosmopoliet”, ex Wilhelmina & Henriëtte, gebouwd in 1855 te Nieuwendam, 212 ton o.m., varend voor S.J.Melchers te Schiedam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1874
Kapitein: Wallenstein, B.
Overige informatie: 0

Algemene informatie

Scheepsbouwer nog niet in het systeem: Joseph Wrightson Wilkinson, te St. Anthonys, graafschap Northumberland, Great Britain.

NRC 301176
Amsterdam, 29 november. Het Nederlandse schip KOSMOPOLIET II, kapt. Wallenstein, van Pernau naar Schiedam, is volgens telegram van de kapitein uit Flekkefjord, op zee gezonken. De equipage is gered. 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.318
DVD VIII – 734, 735
BIJLBRIEF
Naam schip MINERVA

plaats en datum acte: St. Anthonys, Northumberland (GB), 28 maart 1855

type schip brik

bouwwerf/verkoper Joseph Wrightson Wilkinson, scheepsbouwer te St. Anthonys in het graafschap Northumberland

gevoerd door kapt. George Theodorus van Ommeren

eigenaar/aankoper Philippus van Ommeren, Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 214 1803/3500e tonnen

tuigage / aantal dekken 1 dek, 2 masten

afmetingen lang van binnenste gedeelte voorsteven tot voorste gedeelte achtersteven van boven 94 9/10e voet, breedte midscheeps 21 9/10e voet, diepte midscheeps in het ruim 13 2/10e voet

kiellegging

tewaterlating 1855

plaats / datum registratie 8 mei 1855

nummer van registratie deel (niet vemeld bij deze Engelse registratie)

notaris Anthony Charente (functie en plaats niet vermeld)

prijs

bijzonderheden: translaat uit het Engels






researcher/datum research: ML / 210408

Naam MINERVA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1855
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1855
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.318