Inloggen
LOUISA AUGUSTA - ID 10367


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1826-07-24 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1832-02-06 / 1847-00-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1826
Nat. Official Number: 51 ROTT 1840
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: Louis Lecarpentier, Antwerp, Netherlands
Launch Date: 1826-06-08
Delivery Date: 1826-07-00
Technical Data

Net Tonnage: 254.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 133.00 lasts (commercial)
 
Length 1: 27.60 Meters Registered
Beam: 4.98 Meters Registered
Depth: 4.16 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1826
Datum agenda: 1826-07-24
Register nr: 18260523
Scheepsnaam: LOUISA AUGUSTA
Type: Cargo
Lasten: 133
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Cock & Fr
Plaats: Gent
Kapitein op moment van verzoek: St.Martin, Steven
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1826-06-00 LOUISA AUGUSTA
Manager: N.J. de Cock & Frère, Gent, Netherlands
Eigenaar: N.J. de Cock & Frère, Gent, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Gent / Netherlands

Date/Name Ship 1832-02-06 ELIZA
Manager: Nicolas Joseph de Cock, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Nicolas Joseph de Cock, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 10.000,-

Date/Name Ship 1840-06-30 ELIZA
Manager: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 8.600,-

Date/Name Ship 1840-09-21 COURIER
Manager: Firma C. & A. Vlierboom, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs 1/3 deel NLG 2866,67

Date/Name Ship 1847-00-00 BETICA
Manager: R. de Toca en kapitein J.A. di Villar , Unknown, Spain
Eigenaar: R. de Toca en kapitein J.A. di Villar , Unknown, Spain
Shareholder:
Homeport / Flag: Unknown / Spain

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Verkoop akte 21 september 1840:

Verkoper: Casper Vlierboom en Ary Vlierboom van de firma C. & A. Vlierboom, scheepsreders te Rotterdam, verkoopt 1/3e part.

Kopers: Jan Abram Jongeneel, notaris te Rotterdam, en Pieter Kleijweg, assessor te Hillegersberg, kopen tezamen 1/3e part (ieder voor 1/6e part)

De boedelscheiding d.d 17 maart 1846 vermeldt het volgende:

verkoper firma C. & A. Vlierboom, bestaan hebbende uit de broeders Casper en Arie Vlierboom, de laatste op 19 november 1843 overleden, waardoor wed. Hieltje van der Leeuw, en minderjarig enig kind Margaretha Vlierboom erfgenamen werden in de firma. De firma verkoopt 5/6e part.
bijzonderheden: C.& A. Vlierboom hadden het gehele schip gekocht op publieke veiling Rotterdam 30 juni 1840 maar op 21 september 1840 1/3e part verkocht aan: Jan Abram Jongeneel, Rotterdam (1/6e part) en Pieter Kleyweg, Hillegersberg (1/6e part).
Pieter Kleyweg had zijn 1/6e part op 8 maart 1842 verkocht aan C. & A. Vlierboom.
 

Ship Events Data

1840-09-00: In 1840 gebrand onder nummer 51ROTT1840
1841-09-00: Damaged
In september / oktober 1841 moet de COURIER, kapt. J. Teijgeler, schade hebben opgelopen en Dartmouth binnengelopen. Het (definitieve) herstel werd te Dordrecht verricht.
1845-10-26: Damaged
Na op 26 oktober 1845 te hebben gestoten op het rif Middelburg bij Batavia moest de COURIER naar Sourabaja verzeilen om te worden gekield teneinde opnieuw te worden bekoperd.
1846-10-11: Damaged
Op 11 oktober 1846 is de COURIER, kapt. J. Teijgeler, bij Havana door een storm getroffen en omgeslagen. Het wrak kwam in bezit van R. de Toca en kapitein J.A. di Villar uit Spanje, die de brik na herstel onder de naam BETICA weer in de vaart brachten
1852-03-22: Damaged
Op 22 maart 1852 ontstond in Cadiz als gevolg van een aanvaring onbekende schade aan de BETICA.
1858-00-00: In de registers van Bureau Veritas is de laatste vermelding van de BETICA in 1858; het einde is onbekend.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

S.St.Martin was met vlagnummer 26 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Van Sluijs013 vermeldt kapitein S.Martin in 1825/26 als gezagvoerder op het fregat “Delphine”, gebouwd in 1813 in Amerika, 200 last/354 ton o.m., varend voor boekhouder N.en J. de Cock te Gent. Hij was op dit schip de opvolger van kapitein J.Boelen.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 10 maart 1821114

Rotterdam, 9 maart. Den 7 dezer arriveerden te Helvoetsluis de schepen ZORG EN VLIJT, J.E. Swart, van Marennes, de JONGE CORNELIS, G. van Borden, en de VROUW MARGARETHA, M. de Zeeuw, van Lissabon, de JUFVROUW JOHANNA, H.J. Jeltes, de JONGE FREDRIK, B. de Jong, en IDA MARGARETHA, C. Ahlmann, van Cette (opm: Sète); EENSGEZINDHEID, S. St. Martin, van Smirna (opm: Izmir), doch ligt onder quarantaine op de rede. De wind W.

 

Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114

Rotterdam, 3 mei. Van Vlissingen meldt men den 30 april:….

…en van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen BROEDERLIEFDE, H.J. Carst, naar de Oostzee; THEODORE, S. Martin, naar Petersburg; HORTENSE, J.IJ. van der Sweep (opm: brik, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Batavia; WEMELINA KRANENBURG, J.J. Prange, de NIEUWE ONDERNEMING, K.L. Domine, en de VROUW MARIA, Z.K. Schutt (opm: S.K. Schut), naar Liverpool; de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, naar Engeland, en PARADIJS, J.W. Poel, naar Lissabon.

 

 

 

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Martin, Steven St.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.C.Jansen als gezavoerder gedurende:

*    1833 van de brik “Elisa”, gebouwd in 1825, bouwlocatie niet vermeld, 252 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;

*    1835 t/m 1837 van de brik “Anjer” ex Oromaze, gebouwd in 1811, bouwplaats niet vermeld, 209 ton o.m., varend voor de gebr. Bal te Rotterdam. Volgens van Sluijs013 maakte hij een reis van Hellevoetsluis naar Batavia.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Jansen, J.C.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Peters als gezagvoerder gedurende:

*    1833 van het fregat “Indiaan”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 343 ton o.m., varend voor de Cock Frères te Rotterdam.

      Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1833 werd overgenomen van J.& T.Marselis te Amsterdam als “l’Auguste”. De notatie zou dus moeten zijn “Indiaan” ex l’Auguste.

*    1834 t/m 1835 van de brik “Elisa”, gebouwd in 1825, bouwlocatie niet vermeld, 252 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Peters, H.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Siebe Gerkes Molenaar werd gedoopt op 10 februari 1802 te Makkum als zoon van Gerke Siebes Molenaar en Fokjen Loots. Hij trouwde op 17 december 1834 te Rotterdam met Maria Theresia Bernardina Frijhoff, geboren 13 maart 1813 te Rotterdam als dochter van Anthonius Wilhelmus Frijhoff, grossier in dranken, en Maria Snell.

Hij overleed op 26 augustus 1845 als gezagvoerder aan boord van het fregat “ ’s Gravenhage”, zeilende in de Noord-Atlantische Oceaan op 03o 6’NBr. en 16o40’WL. Hij was de vader van de koopvaardijkapitein Gerardus Simon Molenaar (zie aldaar).005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

S.G.Molenaar was met vlagnummer R59 in de periode 1841 t/m 1845 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe S.G.Molenaar een uitkering krijgt van f 284,50, voor haar en haar 5 kinderen voor zowel onderhoud als schoolgeld. In 1851 is deze uitkering f 266, 17 voor haar en 4 kinderen., in 1855 f 205,20 voor haar en drie kinderen en in 1858 en 1859 jaarlijks nog  f 170,- voor haar en 1 kind.

In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van S.G.Molenaar in 1864 is overleden.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt S.G.Molenaar als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1839 van de brik “Elisa”, gebouwd in 1825, bouwlocatie niet vermeld, 252 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;

*    1839 t/m 1841 op het 3/m schip “Emmanuel”, gebouwd in 1834, 869 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Rotterdam;

*    1842 t/m 1845 van het 3/m schip “Stad ’s Gravenhage”, gebouwd in 1840 te Schiedam, 925 ton o.m., varend voor P.Varkevisser te Scheveningen.

 

Overige bijzonderheden

Op 08 juli 1840 werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op het schip de “Emmanuel” onder kapitein Moolenaar (sic) geplaatst als ligtmatroos G.Strang van Hees voor een reis van Rotterdam naar Batavia. De ligtmatroos keerde te Rotterdam terug op 01 december 1841.004-949/532-1836.

 

 

Datum vanaf: 1836
Kapitein: Molenaar, Siebe Gerkes
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Ode Kivyt was met vlagnummer R173 van 1842 t/m 1858 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1849 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij honorair lid was, die alleen de nummervlag van het College voerde  Dit betekent dat hij geen of beperkt aanspraak had op financiéle tegemoetkomingen058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein O.Kievyt met vlagnummer R173 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851  van het fregat “van Oldenbarneveld”    371 last     varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam

*    1855             van het fregat “Hebe”                              320 last     varend voor reederij Jut te ‘s Gravenhage

 

Ode Kyviet maakte de volgende reizen005:

*    Koning der Nederlanden       1833/34 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis     geen vermelding van lading

*    Eliza                                         1839      Batavia - Hellevoetsluis                                  geen vermelding van lading

*    Fanny                                       1839/40 Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis     geen vermelding van lading

                                                         1841      Batavia - Hellevoetsluis                                  geen vermelding van lading

                                                         1842      Hellevoetsluis - Batavia                                 geen vermelding van lading

                                                         1845      Batavia - Rotterdam                                       koffie

*    Oldenbarneveld                      1849      Rotterdam - Newport                                      ballast

*    Olivier van Noord                  1853      Batavia - Rotterdam                                       koffie

 

Bouma025 vermeldt O.(M). Kievyt als gezagvoerder gedurende:

*    1834 t/m 1835 op de brik “Koning der Nederlanden”, gebouwd in 1814, 163 ton o.m., varend voor de Commercie Sociëteit te Rotterdam;

*    1837 t/m 1838 van het fregat “Indiaan”, gebouwd in 1812, bouwlocatie niet vermeld, 343 ton o.m., varend voor de Cock Frères te Rotterdam.

      Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1833 werd overgenomen van J.& T.Marselis te Amsterdam als “l’Auguste”. De notatie zou dus moeten zijn “Indiaan” ex l’Auguste.

*    1838 t/m 1843 op de bark “Elisa”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 411 ton o.m., varend voor Turing & Taveraad te Rotterdam. Schip in 1843 geveild en verkocht aan Gebr. Wittering te Amsterdam;

*    1839 t/m 1845 van het 3/mschip “Fanny”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 700 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;

             deze opgave klopt niet met de vorige. Zie de opgaven van Rimkus005 hiervoor.

*    1847 t/m 1850 op het fregat “Oldenbarneveldt” ex Fanny, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 706 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;

*    1852 op de bark “Olivier van Noort”, gebouwd in 1850 te Rotterdam, 610 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam.

*    1857 t/m 1857 op het 3/m schip “Hebe”, gebouwd in 1855 te delfshaven, 650 ton o.m., varend voor C.J.Jut & Co te ’s Gravenhage.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Kievyt/Kivyt/Kyviet, Ode
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Schut, H.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jan Teijgeler werd geboren op 10 maart 1804 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Jan Teijgeler en Neeltje van der Zouw. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Marie Juliestraat. Hij trouwde op 21 mei 1828 te Rotterdam met Johanna Christina Haagberg, geboren op 03 december 1802 te Rotterdam als dochter van Carel Haagberg en Johanna van Hessel. Hij overleed op 25 maart 1864 te Rotterdam aan de Crispijnlaan Wijk 15 nr. 111005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Teygeler was met vlagnummer R92 in de periode 1840 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

J.Teijgeler was in 1851 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1864 is overleden058

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Teygeler met vlagnummer R92 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849                      van de bark “Marie Julie”     196 last         varend voor E.Serruys te Rotterdam

*   1851, 1855, 1858, 1859                                        geen schip en reeder vermeld

*   1862                      van de sch.brik “Leda”         94 last           varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam

*   1863                                                                         geen schip en reeder vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.Teygeler als kapitein gedurende:

*   1848 t/m 1851 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;

*   1853 t/m 1854 van de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;

*   1861 t/m 1862 van de brik “Leda” ex Marianne, gebouwd in 1857 te Papenburg, 173 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Marie Julie

De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.

In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker. (zie aldaar)

“Op 20 november 1848 vertrok de Marie Julie uit Rotterdam wederom in de richting van Oost-Indië. De lading was ditmaal heel bijzonder. 37 last kogels, elk van 30 kilo, moest de bark naar Indië brengen. De munitie diende voor een militaire expeditie naar Bali.

Tijdens deze reis was J.Teygeler kapitein. Hij werd opgevolgd, in 1851, door L.C.Dijcke … “074.

 

De bark “Marie Julie” onder kapitein J.Teygeler vertrok op 21 december 1849 uit Hellevoetsluis en bereikte via Kaap Hoorn op 16 april 1850 Valparaiso. Wederom via Kaap Hoorn werd op 24 januari 1851 Cowes bereikt.121

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Teijgeler, Jan
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Villar, J.A. di
Overige informatie: 0

Algemene informatie

1826

MCO 100626
Antwerpen, 8 juni. Heden is alhier van stapel gelopen de schone koopvaardij brik LOUISA AUGUSTA, gebouwd op de werf van den heer Lecarpentier, voor rekening van de Gebr. De Cock, te Gent.
(opm: de Journal d’Anvers et de la Province beschreef het schip op 7 juni als ‘het fijnste zeilschip van de haven’)

Op 24 juli 1826 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de LOUISA AUGUSTA, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor Steven St. Martin als kapitein.

DC 070926
Vlissingen, 4 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en sedert den 30 augustus ll. van onze rede naar zee gezeild: LE SANS REPOS, kapt. C. Peters, naar Londen met boomschors; DE EENDRAGT, kapt. E.M. de Jonge, naar Noorwegen met ballast; LOUISA AUGUSTA (opm: eerste reis van deze brik), kapt. S. St. Martin, naar Lima, met stukgoederen; VROUW ANNA, kapt. H.J. Korter, naar Topsham met boomschors; REINEIRA, kapt. G. Meugens naar Villa-Nova en WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Langethee naar Rio de Janeiro, beide met stukgoederen; DE NOORDSTAR, kapt. E.G. Boekhout, naar de Marennes; DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domini, op avontuur; beide met ballast; ANTOINETTE, kapt. B. Harkema, naar Petersburg met stukgoederen; CONCORDIA, kapt. J.H. Dijk, op avontuur met ballast; ANTWERPS PACKET, kapt. L. Hawegh, naar Hull met meekrap; FLORIDA, kapt. A. de Lange, naar Gothenburg met ballast.

1827

BC 131227
Batavia. Wordt ter kennis van het publiek gebracht, dat aan het postkantoor te Batavia, paketten voor brieven geopend zijn om te worden verzonden:
Naar Antwerpen met de schepen VASCO DA GAMA, kapt. T. Versluijs, en de brik LOUISA AUGUSTA, kapt. S. St. Martin.
Het paket brieven voor Nederland, met kapitein St. Martin, voerende de brik LOUISA AUGUSTA, zal op donderdag den 13de dezer, voor twaalf ure, worden gesloten.
Batavia, den 12de december 1827,
De postmeester P.A. Bik.

1828

AH 300428
Amsterdam, 29 april. Het Nederlandse schip LOUISA AUGUSTA, kapt. Etienne St. Martin (opm: kapt. Steven St. Martin), hetwelk de 15e dezer in het dok te Antwerpen is gekomen, heeft de 30e augustus 1826 de haven van Vlissingen verlaten en de reis rondom de wereld afgelegd; zeilende tot dat einde, de Kaap Hoorn en is na Valparaiso, Lima en verscheidene andere havens aan de kusten van Chili en Peru te hebben aangedaan, langs de Kaap de Goede Hoop terug gekeerd. Van genoemde kusten zeilde het schip naar de Sandwich-Eilanden, de grote Stille Zuidzee en ankerde in de fraaie haven Hanaroera op het eiland Owahoe, het voornaamste van deze archipel, alwaar de koning zijn verblijf houdt; vandaar vertrok de LOUIZA (opm: bedoeld zal zijn LOUISA AUGUSTA) naar Manilla (Philippijnische Eilanden) om een lading suiker in te nemen en keerde vervolgens over Java en de Kaap de Goede Hoop terug naar Europa. Dit schip heeft deze belangrijke tocht afgelegd in 19 maanden en 13 dagen; een tijdsverloop, dat des te korter is, doordien de kapitein, deze reis in het belang van de handel ondernomen hebbende, zich meer of minder lang in de door hem bezochte havens heeft opgehouden, om zijn lading af te zetten, welke geheel en al uit voortbrengselen van Nederlandse nijverheid bestond. Dit vaartuig, toebehorende aan het Handelshuis der Heren Gebr. N.J. de Cock, te Gent, is het eerste Nederlandse koopvaardijschip, hetwelk, sedert de omwenteling, de reis rondom de wereld heeft afgelegd en de Nederlandse vlag heeft doen wapperen op de Sandwich-Eilanden, alwaar dezelve tot nog toe onbekend was.
Kapt. St. Martin is door de Eilanders zeer wel ontvangen en op de vriendschappelijkste voet behandeld geworden. Daarenboven heeft hij de overtuiging verkregen, dat de Nederlandse vlag alle mogelijke voordelen genieten zal. Er zijn hem geen rechten hoegenaamd, hetzij van invoer hetzij van uitvoer, noch ook enige haven- of ankergelden opgelegd.
RC 290728
Rotterdam, 28 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild VASCO DI GAMA, kapt. Th. Versluys en LOUISA AUGUSTA, kapt. S. Martin, naar Batavia; CAROLINA, kapt. J.E. Melchers, naar Brazilië; DE JUFVROUW MEES, kapt. G.L. Doornbos, naar de Marennes en DE VROUW MARIA, kapt. S. Galle, naar Arendsdahl. Het schip CAROLINA, kapt J.E. Melcherts, is door tegenwind uit zee terug gekomen.

1829

RC 240329
Amsterdam, 23 maart. Te Batavia ligt ter rede Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA, Zr.Ms.roei- kanonneerboot nr. 13; schepen FATAL RACHMAN, HELENA CHRISTINA, WILHELMINA, DIEDERIKA, CONCORDIA en BOEROONG. Brikken PEENGHOEY, DE TWEE GEBROEDERS, LOUISA AUGUSTA, TJINGSOEN, DE JONGE JACOBUS en DE NYVERHEID; galjas KIM HOKHIN; schoeners HAPHIEN, BLORA, KASSOOR en DOLPHYN.
JC 040429
Van Batavia vertrokken schepen:
1 april: brik LOUISA AUGUSTA, kapt. S.S. Martin, naar het eiland Onrust; 2 april: schip MARIA, kapt. F. van den Berg, met drie passagiers naar Rotterdam, en Zr.Ms. korvet TRITON, luit.t.zee 1e klasse F.C. Zwaanshals, met onderscheidene passagiers naar Nederland; 3 april brik de JONGE CASPARUS, kapt. Abdul Rachman, naar Pekalongang.
RC 040829
Rotterdam, 3 augustus. Te Batavia lagen de 31 maart ter rede Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA; korvet TRITON; schepen HORTENSE, DE JONGE ADRIANA, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, MARIA, CORNELIS HOUTMAN; brikken KATWYK, RUBENS, NASSAU, DE JONGE ELIZABETH, DE JONGE CASPARUS, LOUISA AUGUSTA.
RC 290829
Rotterdam, 28 augustus. Te Antwerpen zijn gearriveerd LOUISA AUGUSTA, kapt. St. Martin, van Batavia; NEDERLANDER, kapt. Mazens, van Rio-Janeiro; SOPHIA LOUISA, kapt. Pieters, van Palama.

Op 22 oktober 1829 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de LOUISA AUGUSTA, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor J.C. Jansen als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt. Deze Turkse Pas werd op 20 oktober 1830 geroyeerd.

RC 081229
Rotterdam, 7 december. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild LAURA, kapt. J.E. Beek, naar Noorwegen; LOUISA AUGUSTA, kapt. J.C. Jansen, naar Batavia; HENRIETTA, kapt. F. Beniest, naar Londen; DE MEELZAK, kapt. L.R. de Vries, naar Nantes.

1830

JC 030430
Te Batavia gearriveerde schepen:
De 31e maart: schip GRACE, kapt. d’Allen, van Riouw de 21ste maart met vier passagiers; brik LOUISA AUGUSTA, kapt. J.C. Jansen, van Antwerpen de 1. december; de schoener TARTAR, kapt. R. Sijmons, van Padang de 24ste maart met twee passagiers.
Ter rede van Batavia liggende schepen:
Zr.Ms. korvetten ANNA PAULOWNA en KOMEET, Zr.Ms. schoener WINDHOND, de schepen MARCO BOZARIS, FREDERIK, JONGE ADRIANA, NEERLANDS KONINGIN, OEIJ SINJO, ANNA CATHARINA, GRACE, SOPHIA, HAPIEPA HAWIEA, brikken DE WAAGER, NIJVERHEID, PANOEKAN, JOSEPHINA, BIANGHONG, LOUISA AUGUSTA, schoeners PERLENTE, TARTAR, bark MARQUIS OF HASTING, en acht buitenlandse schepen.
MCO 210930
Vlissingen, 19 september. Voor Antwerpen bestemd is op onze rede gekomen de LOUISA AUGUSTA (opm: brik), kapt. J.C. Jansen, van Batavia, met koffij en suiker.

België
Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In reactie daarop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken van de (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden. Dit betrof ook de LOUISA AUGUSTA

L.v.C.
Als gevolg van ontstane oorlogshandelingen in Antwerpen en een blokkade op de Schelde was de LOUISA AUGUSTA na lossing gedwongen om in het havendok te blijven liggen. Op 14 juni 1831 werd het dok verlaten, maar niet de haven van Antwerpen. Mogelijk ging de brik op de rede liggen, elders op de Schelde of bij een werf.

1831

LCO 121231
Antwerpen, 7 december. Alhier richt men nieuwe batterijen op naar de zijde van de rivier. Uit het oogpunt van hare commerciële welvaart, worden de uitzichten voor deze stad gedurig donkerder; inzonderheid bedroeft men zich over de onlangs gebeurde ontbinding van het handelshuis Bisschop Basteyns en N.J. de Cock, welke laatste zich te Rotterdam gevestigd heeft.

1832

Na de reis rond de wereld in 1826-1828 had de brik twee reizen naar Oost-Indië gemaakt. Daarbij kon worden geprofiteerd van de gesubsidieerde vrachten die de Nederlandsche Handel-Maatschappij aan Nederlandse schepen betaalde om hun lading vanuit Oost-Indië naar Nederland te vervoeren. Uit deze belangrijke bron van inkomsten kon niet meer worden geput doordat de Nederlandse zeebrief in oktober 1830 was ingenomen waardoor de brik automatisch onder de Belgische vlag was geplaatst. De ‘vrije markt’ was inmiddels zo slecht dat daar nauwelijks of geen lonende exploitatie meer mogelijk was.
In het begin van 1832 ondernam de rederij De Cock actie. Ze verplaatste haar zetel van Gent naar Rotterdam, waardoor het schip de Nederlandse nationaliteit kon terugkrijgen. In een onderhandse akte van 2 februari 1832 ‘verkocht’ N.J. de Cock & Frères de LOUISA AUGUSTA voor NLG 10.000 aan koopman N.J. de Cock te Rotterdam. Met de nieuwe naam ELIZA kon nu weer worden ingeschreven in de pool van de N.H.M. Tot het voorjaar van 1846 zou de brik uitsluitend pendelen tussen Oost-Indië en Nederland. 

L.v.C.
Op 8 maart vertrok de LOUISA AUGUSTA onder kapt. Jansen van Antwerpen naar zogenaamd onbekende bestemming, ‘op avontuur’. De rederij had voor deze onzekerheid gekozen om te voorkomen dat in Antwerpen weerstand zou ontstaan bij het bekend worden van de bestemming Rotterdam. Daar moest de brik eerst weer worden gekeurd, waarna de overige formaliteiten konden worden vervuld om de Nederlandse zeebrief, het paspoort van het schip, te verkrijgen. 

Op 11 april 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ELIZA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor J.C. Jansen als kapitein. 

RC 030532
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Jan Cornelis Jansen, mede voor passagiers om spoedig te vertrekken.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
RC 240532
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Jan Cornelis Jansen, mede voor passagiers.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen.
JC 161032
Advertentie. Aangebracht per de ELIZA (opm: brik), kapt. J.C. Jansen, als: genever, selterwater, lijnolie in kelders, beste rode wijn bekend onder het merk D.C., astrale en hanglampen, ijzerwerken en staal, bijouterieën alsmede koperen ledikant, mahoniehouten toilet-spiegels, stolpen met pleete en koperen banden, rozijnen in kistjes en in flessen., bij:
Veldman, Leconge en Co.
NIH 181032
Batavia, 9 oktober. Aangekomen de Nederlandse brik ELIZA, kapt. J.C. Jansen, van Rotterdam.
JC 271132
Batavia, 25 november. Vertrokken de Nederlandse brik ELIZA, kapt. J.C. Jansen, naar Rotterdam.

1833

Op 17 april 1833 werd de eerste zeebrief, bedoeld wordt nieuwe, verstrekt voor de ELIZA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor H. Peters als kapitein.

JDA 300433
Het Nederlandse driemastschip ELIZA, kapt. Jacob Cornelis Jansen, komende van Batavia en bestemd naar Rotterdam, is de 31e maart te Coruña (Spanje) binnengelopen en het Nederlandse driemastschip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, mede komende van Batavia en bestemd naar Rotterdam, is in een Noorse haven binnengelopen. Beide schepen behoorden voorheen te huis te Antwerpen.
(opm: de brik resp. het fregat, beide eigendom van N.J. de Cock uit Rotterdam, hadden kennelijk opdracht gekregen niet te proberen de door Frankrijk en Engeland ingestelde blokkade te breken, welke diende om de vrije vaart van Belgische schepen over de Westerschelde af te dwingen, zie o.a. JDA 310333); in juni gaf Nederland toe, waarna de schepen alsnog hun reis konden voortzetten)
RC 270633
Rotterdam, 26 juni. De 24e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis NEÉRLANDS KONING, kapt. P. Vis, van Batavia; JACOBA, kapt. H.K. de Groot, NARIA, kapt. H.T. Mulder, DE VROUW GEERSCHE, kapt. H.A. Veen, van Liverpool en de 25e, des morgens, ELIZA, kapt. J.C. Jansen, van Batavia, laatst van Corunna.
RC 300733
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, het Nederlands nieuw gekoperd fregatschip INDIAAN, kapt. H.B.C.H. Ruysch, om de 15e augustus te vertrekken.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Hayé Peters, om na het laatst der maand augustus te vertrekken.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
RC 030833
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Haye Peters, om in het laatst der maand augustus te vertrekken.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. Cornelis Brandaris, om de 1e september te vertrekken.
Deze schepen hebbende de best mogelijke inrichtingen voor de overvoer van passagiers.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
RC 210933
Rotterdam, 20 september. De 20e, des morgens, zeilden NEERLANDS KONING, kapt. P. Vis, DE JONGE ELIZABETH, kapt. H. de Wit en ELIZA, kapt. H. Peters, naar Batavia; MARIA EN ADRIANA, kapt. J. Parlevliet, naar de Middellandse Zee; DE JONGE JURGEN, kapt. S. Bruhn, naar Antwerpen.

1834

JC 110134
Te Batavia is aangekomen de Nederlandse brik ELIZA, kapt. H. Peters, met enige passagiers, van Rotterdam vertrokken de 20e september.
AH 130534
Binnengekomen:
Batavia, 8 januari. ELIZA, kapt. Peters, van Rotterdam. 9 januari. PAULINE, kapt. L.M/. Hoffmann, van Middelburg; VEREENIGING, kapt. A.A. Herman, van Amsterdam.
DC 240534
Hellevoetsluis, 21 mei. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: ELIZA, kapt. H. Peters, van Batavia.
RC 310534
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Rio de Janeiro, mede voor passagiers, het Nederlands gekoperd brikschip KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kievyt. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Haye Peters, mede voor passagiers, waarvoor hetzelve zeer goede inrichtingen heeft. Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam en Smeer & Hudig en Blokhuyzen.
RC 120634
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia:
Het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands fregatschip VAN SPEYK, kapt. J.C.F. Lupcke, met uitmuntende inrichtingen voor passagiers.
Het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Haye Peters, mede voor passagiers, waarvoor hetzelve zeer goede inrichtingen heeft.
Adres ten kantoren van Kuiper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
JC 221034
Batavia, 20 oktober. Gisteren is alhier aangekomen de brik ELIZA, kapt. H. Peters, vertrokken van Rotterdam de 2e juli.

1835

JC 030135
Ter rede van Batavia liggende schepen:
Zr.Ms. korvet AMPHITRITE, Zr.Ms. fregat PALEMBANG, Zr.Ms. wachtbrik ORESTES, en de koopvaardijschepen ROSALIE, MARGARETHA, CASTOR, AUGUSTIN, FADOOL RAHIM, JONGE JAN, VREDE, BATAVIA, OEIJ SINJO, VROUW HELENA, ELIZA, JADUL BARIE, IJSTROOM, VASCO DE GAMA, ZEEPAARD, NEDERLANDEN en CHARLOTTA, de stoomboot VAN DER CAPELLEN, de bark SUMATRA, de brikken PEENGHOEIJ, PATRIOT, HOOP, TARTAR, CLEMENTINE, en TEKSING, en de schoeners MARIA CATHARINA, GOANHIEN, AMELIA, DIANA, KIMSOEN, FATAL MAIN en CALYPSO, benevens 12 buitenlandse schepen.
RC 050335
Rotterdam, 4 maart. De 2e dezer, des namiddags, arriveerden ELIZA, kapt. H. Peters, APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke en DE SCHELDE, kapt. D. Steur, van Batavia.
RC 050335
Rotterdam, 4 maart. Kapt. P. Kraay, voerende het schip JAVAAN, van Batavia in Texel binnen, rapporteert, dat de 16e november met hem van Batavia in Texel binnen, rapporteert dat de 16e november met hem van Batavia naar Middelburg en HENRIETTA KLASINA, kapt. J.B. Fuchs, van Passaroeang, Pekalongang en Batavia naar Amsterdam; als ook dat de 8e januari met hem van St. Helena zijn gezeild de schepen KORTENAER, kapt. A. Glazener, de 12e november van Batavia vertrokken en DE KOOPHANDEL, kapt. C. Neurenberg, van Pekalongang en Batavia, beide naar Rotterdam; voorts dat hij de volgende schepen heeft gepraaid, als: de 17e november, bij het uitzeilen van Straat Gunda, het schip JOHANNA CORNELIA, kapt. L. Heijkoop, van Rotterdam naar Batavia en de volgende dag, op dezelfde hoogte, de bark CASTOR, kapt. H. de Jong, van Amsterdam naar Batavia en de 23e februari, op de hoogte van Goudstaart, de brik ELIZA, kapt. H. Peters, van Batavia naar Rotterdam.
JC 220835
Batavia, 20 augustus. Heden zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip MARIA, kapt. J.A. Pronk, met een passagier, de 6e mei vertrokken van Rotterdam, en dito brik ELIZA, kapt. H. Peters, van dito de 6e mei.

1836

DC 050136
Hellevoetsluis, 2 januari. Er liggen twee brikken bij de Goeree ten anker, zijnde ELIZA, kapt. H. Peters, en DIANA, kapt. O. Lindeman, beiden van Batavia. De stroom drijft vol ijs.

Op 23 januari 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ELIZA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor S.G. Molenaar als kapitein. 

RC 230136
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het nieuw gekoperd Nederlands fregatschip PRINS VAN ORANJE, kapt. Pieter de Boer, om, weer en wind dienende, de 8e februari aanstaande van Helvoet te vertrekken.
Naar Batavia, met zeer goede inrichtingen voor passagiers, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. S.G. Molenaar, om spoedig te vertrekken.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.
DC 230236
Hellevoetsluis, 20 februari. Gisteren namiddag zeilden in zee: DANKBAARHEID, kapt. P.M. Vogelsang, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. E.M. Chevalier, ELIZA, kapt. S.G. Molenaar, en JOHANNA, kapt. E. Bergman, allen naar Batavia;
JC 080636
Batavia, 4 juni. Heden zijn alhier aangekomen de Nederlandse brik ELIZA, kapt. S.G. Molenaar, van Rotterdam vertrokken de 19e februari, en de dito brik DANKBAARHEID, kapt. P.M. Vogelsang, van Dordrecht vertrokken de 19e dito.
DC 101136
Hellevoetsluis, 7 november. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: ELIZA, kapt. S.G. Molenaar, van Batavia.
RC 151136
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, voor goederen en passagiers, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. S.G. Molenaar, om spoedig te vertrekken. Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.

1837

RC 210137
Rotterdam, 20 januari. Den 19 januari zeilden van Helvoetsluis de JONGE ADRIANA, J.M. Hempel, en ELIZA, S.G. Molenaar, naar Batavia; CERES, J. Noord, en de VROUW NEELTJE, K. Parrel, naar Liverpool; de VIJF GEBROEDERS, C. van der Hoeven, naar New-York; HARMONIE, C.J. Reus, naar Triëst,
JC 130537
Batavia, 11 mei. Heden is hier aangekomen de Nederlandse brik ELIZA, kapt. S.G. Molenaar, de 26e januari vertrokken van Rotterdam.
RC 140937
Rotterdam, 13 september. Den 12 dezer zeilden van Helvoetsluis HARMONIE, H.H. Naatje, naar Belfast; ANNA SIBERDINA, J.H. Ugen, naar Petersburg, en MARIA, E. Pekelder, naar Cardiff, en arriveerden de HOOP, D. Gust, van Riga, en ELIZA, S.G. Molenaar, van Batavia.
RC 140937
Rotterdam, 13 september. Kapt. S.G. Molenaar, van Batavia te Helvoetsluis binnen, rapporteert gepraaid te hebben den 30 juli, ter rede van St. Helena, de schepen DE NEDERLANDER, kapt. Struik, en de STAD UTRECHT, kapt. Rolff, en den 11 dezer, op de hoogte van Zuid-Voorland (opm: South Foreland), in goede staat zeilende gezien te hebben een schip tonende Amsterdamse nommervlag met 72, en de HELENA CHRISTINA (opm: fregat), kapt. B.J. Martens.
RC 181137
Rotterdam, 17 november. Den 15 dezer arriveerden te Helvoetsluis ANNA CATHARINA, O. Houwink, van Drammen; ELIZABETH, H.H. Pot, en JONKVROUW MARIA, J.K. de Boer, van Riga; JONKVROUW MARIA, J.H. van Wijk, van Liverpool (opm: kof JUFVROUW MARIA), en WEBBINA, B.H. Kuiper, van Liverpool, en zeilde ELIZA, S.G. Molenaar, naar Batavia.
RC 211137
Rotterdam, 20 november. Schipper J.M. Harvrin, voerende de loodsboot No. 7, te Helvoetsluis binnengekomen, rapporteert, den 16 dezer op de hoogte van de Singels gepraaid te hebben de brik ELIZA, kapitein Molenaar, van Rotterdam naar Batavia.

1838

JC 280238
Batavia, 25 februari. Heden is hier aangekomen de dito brik ELIZA, kapt. S.G. Molenaar, vertrokken van Rotterdam de 15e november.
AH 210738
Kapt. Molenaar, voerende de brik ELIZA, van Batavia. laatst van Mauritius, te St. Helena gearriveerd, rapporteert dat bij zijn vertrek van Mauritius aldaar nog in reparatie lag het schip DIANA, kapt. Reineira, van Batavia naar Amsterdam bestemd; alsmede dat de 3de mei bij het Kaapse rif, bij hevige storm gezonken is het schip ZAANSTROOM, kapt. Middel van Batavia naar Amsterdam, zijnde de equipage door de MIDDELBURG, kapt. Rieckles gered. (Hierdoor bevestigt zich het gerucht van het verongelukken der ZAANSTROOM, in ons vorig nommer medegedeeld).
DC 210738
Volgens een door Zr.Ms. fregat BELLONA overgebracht bericht van de agent der Nederlandsche Handel-Maatschappij aan de Kaap de Goede Hoop, de heer Truter, van de 22ste mei uit Simonsstad in Baai-Fals gedagtekend, was aldaar daags te voren door Hr.Ms. schoener BONITO (opm: een Brits oorlogsschip), gecommandeerd door de luitenant Stoll, het volgende rapport aangebracht:
Bij bedaard weer, op de hoogte van de Mosselbaai, werd ik ontmoet door een boot van het Nederlandse schip DORTENAAR, kapt. J.F.P.A. Abbema, komende van Java; gemeld schip was op of omstreeks de 4de mei op de hoogte van de Algoabaai door een stortzee getroffen, welke hetzelve het roerhoofd en een gedeelte der verschansing wegnam, en meer andere schade toebracht, het schip maakte vrij wat water, maar vroeg, op weg naar deze ankerplaats, Simonsbaai, geen assistentie.
De voornoemde heer Truter had, aangezien het schip door de Nederlandsche Handel-Maatschappij beladen was, van zijn benoeming als derzelver agent aan kapt. Abbema kennis gegeven met de havenmeester, die de 22e afging.
In een brief van een der heren commanderende officieren op het fregatschip BELLONA, waarvan ons door een vriendelijke hand een uittreksel is medegedeeld, wordt verder gemeld, dat, toen de BELLONA de Simonsbaai de 23e mei verliet, de DORTENAAR aldaar nog niet binnen was en ook nog niet van de BELLONA gezien werd; maar dat de schrijver van deze brief daarna te St. Helena van kapt. Molenaar, voerende de brik ELISABETH (opm: dit moet zijn de brik ELIZA, kapt. S.G. Molenaar) had vernomen, dat deze de DORTENAAR de 24e op het rif gepraaid had, en die bodem, naar zijn gissing, die dag de Smitswinkelbaai (de zuidelijkste in Baai-Fals), heeft kunnen bereiken.
PGC 270738
Volgens bericht van kapt. S.G. Molenaar, voerende het schip ELISA (opm: brik ELIZA), is den 3 mei, met hevige storm bij het Kaapse Rif gezonken het schip ZAANSTROOM, kapt. P.P. Middel (opm: bark, zie o.a. ZP 020838), van Batavia naar Amsterdam; de equipagie is door kapt. C. Riekels, voerende het schip (opm: fregat) MIDDELBURG, gered.
UCO 030838
Utrecht, 2 augustus. De brik ELIZA, kapt. Molenaar, van Batavia naar Rotterdam, is den 30 juli, des avonds, te Hellevoetsluis binnen gekomen.

Op 10 augustus 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ELIZA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor O. de Kievyt als kapitein.

1839

JC 050139
Batavia, 1 januari. Aangekomen de Nederlandse brik ELIZA, kapt. O. Kievijt, van Rotterdam den 16de september.
JC 260139
Batavia, 25 januari. Vertrokken de Nederlandse brik ELIZA, kapt. O. Kievijt, naar Rotterdam.

Op 28 mei 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ELIZA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor H. Schut als kapitein. 

AH 230539
Helvoetsluis, 20 mei. Binnengekomen ELIZA, kapt. O. Kievijt, van Batavia.
RC 060639
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Het Nederlands gekoperd snelzeilend brikschip ELIZA, kapt. H. Schut, om den 10 dezer te vetrekken.
Adres ten kantoren van Kuyper, van Dam en Smeer, en Hudig en Blokhuyzen.
JC 161039
Straat Sunda doorgezeild. 12 oktober, de Nederlandse brik ELIZA, kapt. H. Schut, van Batavia den 10de oktober, naar Rotterdam.

1840

ZP 140140
De 5de oktober lagen te Batavia ter rede de schepen NEERLANDS KONINGIN, kapt. Schaap, (om de volgende dag naar Rotterdam te vertrekken) de ZWYGER, kapt. Vogelsang, CATHARINA JOHANNA, kapt. Schneebeeke, (het laatste zou wegens ziekte van de kapitein onder bevel van de eerste stuurman de kustreis aanvangen), ELIZA, kapt. Schut, WYNHANDEL, kapt. Smit, (om de 25ste oktober naar Rotterdam te vertrekken), DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. Hus, en FAVORITE, kapt. Ariaans.
ZP 220140
Het schip ELIZA, kapt. Schut, van Batavia de 20ste januari in Helvoet binnen, is de 10de oktober van Batavia vertrokken, (in ons vorig no. staat abusief 20 oktober). Bovengemelde kapitein rapporteert dat aldaar geen schepen uit Nederland sedert 25 september gearriveerd waren.
PGC 240140
Het schip ELIZA, kapt. Schut, van Batavia naar Rotterdam, is de 20 januari na posttijd in Helvoet binnengekomen.
DC 180640
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag de 30e juni 1840, des namiddags ten vier ure, in het lokaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, n°. 458, publiek te veilen het snelzeilend, kopervaste en gekoperd Nederlands brikschip ELIZA,  laatst gevoerd door kapt. H. Schut, volgens meetbrief lang 27,60 el, wijd 4,98 el, hol 4,16 el, en alzo groot 254 ton, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve thans is liggende te Rotterdam in de Zalmhaven achter de Scheepstimmerwerf de Naarstigheid.
(opm: de brik werd voor NLG 8.600 aangekocht door C.& A. Vlierboom, Rotterdam en als COURIER bracht kapt. Jan Teijgeler het schip weer naar zee; merkwaardigerwijs benoemt de pers het schip in het vervolg als bark; het lijkt Marhisdata niet realistisch dat deze uitbreiding van twee naar drie masten binnen vier maanden kon plaatsvinden [zo het technisch al mogelijk was], zodat vermoedelijk van een administratieve fout in de zeebrief sprake is)Begin juli 1840 werd de zeebrief van de ELIZA, kapt. H. Schut, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’ waarna op 2 juli royement volgde.

Op 8 oktober 1840 werd door de nieuwe eigenaars C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor de COURIER een nieuwe zeebrief aangevraagd, ten name van J. Teygelaar als kapitein. Deze aanvraag werd niet gehonoreerd, mogelijk omdat de eigendomspapieren nog niet in orde zouden zijn.
Op 4 november 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de COURIER, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor J. Teijgeler als kapitein.

OHC 281140
Te Helvoet zijn uitgezeild de schepen de JONGE ADRIANA, kapt. Hempel, MERCATOR, kapt. Kortland en de COURIER (opm: brik ex-ELIZA), kapt. Teijgeler, alle drie naar Batavia.

1841

JC 240341
Batavia, 21 maart. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark (opm: brik) COURIER, kapt. J. Teijgeler, vertrokken van Rotterdam de 27e november, en de dito bark STRAAT SUNDA, kapt. D. Bruin, vertrokken van Calcutta de 12e februari.
JC 210441
Batavia 18 april. Vertrokken de Nederlandse bark (opm: brik) COURIER, kapt. J. Teijgeler, naar Rotterdam.
AH 120841
Helvoetsluis, 10 augustus. Binnengekomen COURIER, kapt. J. Teijgeler, van Batavia.
AH 140941
Uitgezeild. Helvoetsluis, 11 september. De COURIER, kapt. J. Teijgeler, naar Batavia.
OHC 161241
Amsterdam, 15 december. Te Helvoet is binnengekomen het schip de COURIER, kapt. J. Teijgeler (van Rotterdam naar Batavia), van Dartmouth terug uit zee.
(opm: de brik was op 11 september uit Helvoet vertrokken en moet een flinke schade hebben gehad welke de kapitein noodzaakte Dartmouth als noodhaven binnen te lopen; de reparaties waren kennelijk van voorlopige aard en getuige het vertrek uit Dordrecht eerst op 15 april 1842 heeft het definitieve herstel aldaar plaatsgevonden)

1842

Op 8 april 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de COURIER, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor J. Teijgeler als kapitein.

JC 300742
Batavia, 27 juli. Heden zijn hier aangekomen het dito schip ’s HERTOGENBOSCH, kapt. J.J. Westeroven van Meeteren, vertrokken van Dordrecht de 18e april, de dito bark BATAVIER, kapt. D. Grim, vertrokken van Rotterdam de 19e april, het dito schip de VIER GEBROEDERS, kapt. N.D. de Boer, met een passagier, vertrokken van Amsterdam de 23e april, en de dito bark COURIER, kapt. J. Teijgeler, vertrokken van Rotterdam de 15e april.

1843

AH 280143
Helvoetsluis, 26 januari. Binnengekomen de COURIER (opm: brik), kapt. J. Teijgeler, van Batavia.

1844

JC 220544
Batavia, 18 mei. Heden is hier aangekomen de Nederlandse bark (opm: brik) COURIER, kapt. J. Teijgeler, de 5e februari van Rotterdam vertrokken.

1845

DC 240645
Dordrecht, 23 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden de volgende 33 schepen bevracht:
Voor Amsterdam: JOHANNA CATHARINA, kapt. L. Wildschut; BAREND WILLEM, kapt. J. Riekels; VAN DER WERFF, kapt. P. van Duijvenbooden; CHINA, kapt. N.N.; CORNELIS HOUTMAN, kapt. J.H. Rolman; PASSAROUANG, kapt. C.C.B. Fulbrun; ADMIRAAL DE RUITER, kapt. J.N. Schnijder; BAROS, kapt. E.R. Borchers; HELENA, kapt. W. Blom; CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman; STRAAT BALY, kapt. G. Mulder; GENERAAL LIST, kapt. G.A. Sandman; WALVISCH, kapt. T. Schut; PHILIPS VAN MARNIX, kapt. E. van Duyn; KONING WILLEM II, kapt. H.B. Eeftingh; CORNELIA EN HENRIETTE, kapt. J. Schut; BATAVIER, kapt. D. Grim; JUPITER, kapt. J.K. de Jong; PADANG, kapt. M.W. Swart en MARIA ELIZABETH, kapt. J. Flens Wz., de twee laatste van Rotterdam.
Voor Rotterdam: KENAU HASSELAAR, kapt. P.S. Schuil; D’ELMINA, kapt. J.C. Jansen; GEERTRUIDA, kapt. A. Schaap; ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. A. Glazener; COURIER, kapt. J. Teijgeler; VROUW JOHANNA, kapt. C. van der Hoeven; DILIGENTIA, kapt. H.F. Horneman; ELIZABETH JOHANNA, kapt. M. van Velthoven; ’S GRAVENHAGE, kapt. S.G. Molenaar en IJSSEL, kapt. C.J.A. Verbrug.
Voor Dordrecht: ZWIJGER, kapt. J.H. Mugge en CERES, kapt. W. Kettler, de laatste van Rotterdam.
Voor Middelburg: MERCURIUS, kapt. W. Veeneman.
JC 291045
Batavia, 26 oktober. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark COURIER, kapt.J. Teijgeler, vertrokken van Rotterdam de 5e juli.

1846

NRC 070246
Amsterdam, 6 februari. Het schip COURIER, kapt. Teijgeler, de 26e oktober van Rotterdam te Batavia aangekomen, heeft bij het opzeilen naar de rede op het rif Middelburg gestoten en moest, hoewel geen schade bekomen hebbende, om het koper te voorzien en te kielen, naar Sourabaja opzeilen, alwaar hetzelve bereids de 31e dito is gearriveerd.
(opm: dit werd van de brik de laatste rondreis naar Oost-Indië; de volgende reis zou naar Cuba gaan)

Op 3 juli 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de COURIER, aangevraagd door C. & A. Vlierboom, Rotterdam, voor J. Teijgeler als kapitein.
Op 20 oktober 1846 werd de zeebrief van de COURIER, kapt. Jan Teijgeler, door de consul generaal te Havana naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip is verongelukt’, waarna op 7 januari 1847 royement volgde.

NRC 091146
Rotterdam, 8 november. Bij de storm, die op 10 en 11 oktober te Havana heeft gewoed, is het schip COURIER, kapt. T. Teijgeler (opm: brik, kapt. Jan Teijgeler), zie ook DC 101146 en 081246), van Rotterdam, geheel omgeslagen en ligt met de kiel naar boven. (opm: de Consul Generaal te Havana stuurde de zeebrief terug onder vermelding ‘schip is verongelukt’, het schip bleek echter nog van voldoende waarde om te worden geborgen; het wrak kwam in bezit van R. de Toca en kapitein J.A. di Villar uit Spanje, die de brik na herstel onder de naam BETICA weer in de vaart brachten)
DC 101146
Uit Havana wordt onder dagtekening van 12 oktober gemeld: “Ons eiland is weder door een verschrikkelijke ramp getroffen. In de nacht van den 10 dezer is een allerhevigste orkaan losgebroken, welke tot gisteren namiddag met onafgebroken woede heeft aangehouden, en de grootste verliezen van eigendommen heeft berokkend, terwijl al de gunstige vooruitzichten van de ophanden zijnde oogsten hierdoor zijn vernietigd. Verscheidene kerken, de schouwburg en een groot aantal huizen, zo in de stad als de omstreken, zijn ingestort; weinige publieke gebouwen zijn zonder schade gebleven, en van ongeveer 80 schepen, welke in onze haven lagen, zijn slechts drie in zodanige staat gebleven, dat zij gereed zijn zee te bouwen, namelijk de Engelse stoomboot (welke tengevolge van deze ramp is opgehouden), het Bremerschip CHARLESTON, en het Australische schip CLAS; alle de overige hebben min of meer schade bekomen, de masten verloren en het grootste gedeelte is gestrand en gezonken, of tot wrakken geslagen.
Onder de schepen die schade geleden hebben is ook het schip COURIER, kapt. Teigeler (opm: zie NRC 091146), van Rotterdam, hetwelk geheel is omgeslagen en met de kiel boven ligt. Wij hebben nog geen berichten van Matanzas en het binnenland, doch wij vrezen met grond, dat de schade aan de oogsten, en op de plantages in het algemeen, verschrikkelijk zal zijn, terwijl deze orkaan, welke veel erger is geweest dan die van 1844, blijken zal de hevigste ramp te zijn, welke ooit het eiland Cuba overkomen is.”
DC 081246
Blijkens schrijven uit Havanah, van 28 oktober, zijn er van de door de orkaan van de 10de dier maand aldaar schrikkelijk geteisterde schepen, bereids 21 afgekeurd (opm: zie NRC 091146). Onder dezen bevindt zich het Nederlands barkschip (opm: brik) COURIER, kapt. Teijgeler.

1849

NRC 280549
Rotterdam, 26 mei. De volgende schepen lagen den 26ste april te Havana in lading: naar Amsterdam ZUIDERZEE, kapt. de Jong; naar Falmouth MACHTILDA CORNELIA, kapt. N.J. Nanne en HENDRIK WESTER, kapt. Reynders; naar Antwerpen MARIA LOUISA, kapt. Meulenbroek, KOOPHANDEL, kapt. Jallet, en PERFECTA, kapt. Tribini; naar Hamburg, DAMARISCOTTA, MARIA, BETICA (opm: Spaanse voormalige Nederlandse resp. Belgische brik, zie NRC 091146) en CAROLINA.

1852

LIM 060452
Cadiz, 26 maart. Op 22 maart heerste hier een zware oostelijke storm, waardoor aan verscheidene Engelse schepen schade werd toegebracht. De ROBINA (opm: brigantijn), kapt. Young, uit Glasgow, kreeg schade aan de tuigage en de verschansing als gevolg van een aanvaring met de Spaanse bark BETICA.
(opm: de namen van de overige Engelse schepen zijn niet overgenomen; de schade aan de brik BETICA, de ex-Belgische en daarvoor Nederlandse LOUISA AUGUSTA [bouwjaar 1826] is onbekend; haar final fate is evenmin bekend; de registers van B.V. noemen de BETICA voor het laatst in 1858)

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.271 Foto DVD II – 124-125 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: LOUISA AUGUSTA, thans ELIZA

Plaats en datum acte onderhandse koop/verkoop, Gent, 6 februari 1832

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper N.J. de Cock & frère, Gent

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper N.J. de Cock, koopman te Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief circa 130 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 2 april 1832

Nummer van registratie deel 20, folio 141 verso vak 1-6

Notaris onderhandse acte

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 10.000,-

Bijzonderheden: schip ligt bij deze koop/verkoop te Antwerpen.








Researcher/datum research ML/240207

Naam ELIZA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1832
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.49a
DVD VIII - 101-105
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip ELIZA, thans COURIER

plaats en datum acte openbare verkoping, Rotterdam, 30 juni 1840

type schip brik, kopervast en gekoperd

bouwwerf/verkoper N.J. de Cock, koopman en scheepsreder te Rotterdam

gevoerd door kapt. H. Schut

eigenaar/aankoper C. Vlierboom, van de firma C.& A. Vlierboom reders te Rotterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 254 tonnen (meetbrief Rotterdam 8 juni 1839)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 27,60 m., breed 4,98 m., hol 4,16 m.

kiellegging

tewaterlating schip is in Nederland gebouwd

plaats / datum registratie Rotterdam, 1 juli 1840

nummer van registratie deel 9, folio 9, recto, vak 3 en 4.

notaris voor griffier kantongerecht Rotterdam

prijs NLG. 8.600,-

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 051207

Naam COURIER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1840
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.49b
DVD VIII - 101-105
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip ELIZA, thans COURIER

plaats en datum acte openbare verkoping, Rotterdam, 21 september 1840

type schip brik, kopervast en gekoperd

bouwwerf/verkoper Casper Vlierboom en Ary Vlierboom van de firma C. & A. Vlierboom, scheepsreders te Rotterdam, verkoopt 1/3e part

gevoerd door kapt. H. Schut

eigenaar/aankoper Jan Abram Jongeneel, notaris te Rotterdam, en Pieter Kleijweg, assessor te Hillegersberg, kopen tezamen 1/3e part (ieder 1/6e part)

te voeren door kapt. Jan Tijgelaar

grootte in tonnen 254 tonnen (meetbrief Rotterdam 8 juni 1839)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 27,60 m., breed 4,98 m., hol 4,16 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 22 september 1840

nummer van registratie deel 41, folio 193, verso, vak 5-7.

notaris Frans Dijkman, notaris te Rotterdam

prijs NLG. 2.866,67 (1/3e part)

bijzonderheden: gebrand onder nummer 51-ROTT-1840



researcher/datum research: ML / 051207

Naam COURIER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1840
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.111
DVD VIII – 244 - 249
Boedelscheiding
Naam schip ex- ELIZA, thans COURIER

plaats en datum acte verdeling erfenis, Rotterdam, 17 maart 1846

type schip brik

bouwwerf/verkoper firma C. & A. Vlierboom, bestaan hebbende uit de broeders Casper en Arie Vlierboom, de laatste op 19 november 1843 overleden, waardoor wed. Hieltje van der Leeuw, en minderjarig enig kind Margaretha Vlierboom erfgenamen werden in de firma. De firma verkoopt 5/6e part

gevoerd door kapt. J. van Teygeler

eigenaar/aankoper Casper Vlierboom, Rotterdam, 5/6e part

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 18 maart 1846

nummer van registratie deel 118, folio 166, verso, vak 4 e.v.

notaris Mr. Pierre Gerard Dalen, notaris te Rotterdam

prijs 5/6e part, gewaardeerd op NLG. 9.500,-

bijzonderheden: C.& A. Vlierboom hadden het gehele schip gekocht op publieke veiling Rotterdam 30 juni 1840 maar op 21 september 1840 1/3e part verkocht aan: Jan Abram Jongeneel, Rotterdam (1/6e part) en Pieter Kleyweg, Hillegersberg (1/6e part).
Pieter Kleyweg had zijn 1/6e part op 8 maart 1842 verkocht aan C. & A. Vlierboom.

researcher/datum research: ML / 230108

Naam COURIER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1846
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: NA-Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.65.271
NA-Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 49a en 49b
N.A. Den Haag, toeg.nr. 2.08.01.07, Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
BELGIË OP ZEE, door Luc van Coolput & Flor van Otterdyk, een uitgave van de Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum, 2013
De heer Luc van Coolput, Antwerpen (L.v.C.)
De heer Arend Verhoeff, Rotterdam
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
JDA = Journal d'Anvers
LCO = Leydsche Courant
LIM = Liverpool Mail - Liverpool, Merseyside, Engeland (vertaald)
MCO = Middelburgsche Courant
NIH = Nederlandsch-Indisch Handelsblad
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciaal Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
UCO = Utrechtsche courant
ZP = Zeepost

Jaar: 1846
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: Boedelscheiding Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.111