-
JANSEN Jr
Familiegegevens en opleiding
NRC 28 juni 1861114
Heden ontving ik het treurige berigt, dat mijn geliefde Echtgenoot PIETER JANZEN, in leven Gezagvoerder van het Barkschip Brouwershaven, op 7 April jl. aan boord van het Fregatschip Amsterdam, Kapitein WIEGMINK, waar hij op 29 Maart bevorens, om geneeskundigen bijstand te St. Helena was overgegaan, tot diepe droefheid van mij, mijne drie Kinderen, mijne Ouders, aanbehuwde Moeder en verdere Betrekkingen, aan eene slepende ziekte, in den ouderdom van 35 jaren is overleden.
Wat ik en zijne Betrekkingen in hetm verliezen, zullen diegenen, die den overledene van nabij gekend hebben, best kunnen beseffen.
Maassluis, M.JANZEN,
8 Junij 1861 van der GAAUW
Door Buitenlandsche Betrekkingen wordt deze Advertentie eerst nu geplaatst.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Een kapitein P.Janzen was met vlagnummer R139 in de periode 1827 t/m 1850 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1851, 1855, 1858 en 1859 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat bij de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe P.Janzen een jaarlijkse uitkering krijgt van f 150,-058.
P.Janzen Jr was met vlagnummer R280 in de periode 1850 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein P.Janzen met vlagnummer R139 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Brouwershaven” 320 last varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staa kapitein P.Janzen Jr met vlagnummer R280 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851, 1855, 1858, 1859 van de bark “Brouwershaven” 320 last voor Minderop & van Heel te Rotterdam
Bouma025 vermeldt P.Jansen als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1842 van de bark “Factorij”, gebouwd in 1834 te Alblasserdam, 359 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;
* 1845 t/m 1852 op de bark “Brouwershaven”, gebouwd in 1841 te Zierikzee, 599 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;
Bouma025 vermeldt P.Jansen Jr als gezagvoerder van/in:
* 1853 t/m 1856 op eveneens de “Brouwershaven, en van
* 1858 t/m 1861 wederom op de “Brouwershaven”, beide keren varend voor Minderop & Van Heel te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
P.Jansen verzorgde per 15 juli 1842 vanuit Hellevoetsluis met de “Brouwershaven” een troepentransport van 15 juli 1842. Hij arriveerde te Batavia op 20 oktober 1842 na 97 dagen065.
Op 07 juli 1854 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Brouwershaven” en met 1 landmachtofficier. Hij arriveerde op 27 oktober 1854 te Batavia na 112 dagen065. (zie hierna omtrent ene P.Jansen Jr)
Op 19 maart 1859 vertrok van Brouwershaven de bark "Brouwershaven" van van Minderop & van Heel onder kapitein P.Jansen. Men arriveerde in Batavia op 02 juli 1859 na 104 dagen reis026(38/047)
“Brouwershaven
De kiel van deze bark werd op 25 juni 1840 gelegd door scheepsbouwmeester C.Mak Czn op de Commerciewerf. Op 2 september 1841, om twee uur ’s middags, werd de Brouwershaven te water gelaten met het beste gevolg. Het schip werd vervolgens door een stoomboot naar Alblasserdam gesleept om te worden opgetuigd.
De Brouwershaven was 599 ton groot. Haar lengte bedroeg 125 voet, haar breedte 32 voet en haar diepte was 19 voet. De Nederlandse Handelsmaatschappij bevrachtte het schip voor Oost-Indië. Bij de eeste reis in 1842 had het schip echter een geheel andere lading dan handelswaar. Een detachement troepen van 120 man scheepte zich bij Hellevoetsluis in. Kapitein P.Jansen voerde het bevel.
Op 13 augustus 1861 werd het schip in Rotterdam geveild en voor 19.400 gulden verkocht aan de Fa.Van Overzee en Comp. te Rotterdam. … “.074.
“Abraham de Vos … tekent … aan: Gedurende 46 jaar heeft deze bark gevaren, wat wel een bewijs is geweest van de solide bouw. Voor zover hem bekend was dit het langst varende schip geweest, dat in Zierikzee werd gebouwd”074.
Familiegegevens en opleiding
Ger Hinrichs Ruhaak werd geboren te Norden op 15 december 1810 als zoon van Hirich Gerdes Ruhaak (1778-1837) en Rukertje Gersets in der March (1784-1837). Op 21 mei 1837 verkreeg hij te Alblassserdam de Nederlandse nationaliteit.
Hij trouwde op 06 april 1837 te Alblasserdam met Johanna ’t Hoen, geboren te Alblasserdam op 17 juli 1814 als dochter van Jan ’t Hoen Johz (rietdekker) en Ariaantje Kortland. Getuigen bij het huwelijk waren Frans Harm von Lindern en Frederik Wilhelm Eduard Schuchard , beiden uit Oost-Friesland en als gezagvoerder in dienst bij de reder Cornelis Smit Jz. Zij overleed in 1848.
Gerd hertrouwde met Geertje Hooghart, geboren 04 oktober 1811 en overleden 09 september 1890.118
Gerd woonde te Alblasserdam en vestigde zich op 16 april 1850 te Rotterdam. Hij keerde terug op 14 april 1851 naar Alblasserdam.
In 1841 liet hij bij Notaris van Wageningen te Alblasserdam een akte opmaken als koopvaardijkapitein Gerd Henrichs Ruhaak : De welke wegens zijn beroep gehouden zijnde gedurig buitenlandse reizen te doen en heeft tot zijn algemene en bijzonder gemachtigde aangesteld zijne huisvrouw Johanna ’t Hoen en in geval van overlijden van zijn huisvrouw Jan Johannesz ’t Hoen rietdekker te Alblasserdam zijn schoonvader.
Hij trouwde voor een tweede maal met Geertje Hooghart, geboren te Hellevoet op 14 oktober 1811.
Kinderen te Alblasserdam:
1840 HENDRIK GERDES (kapitein der koopvaardij vlag R 94 )tr 1865 Dederica v/d Berg
1841 JAN ADRIAAN (kapitein der koopvaardij)
1843 GERD HENDRIK (kapitein der koopvaardij)
1846-ADRIANA JADUNA
1853-JOHANNA
Gerd overleed te Alblasserdam op 28 maart 1861.005 en 064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.H.Ruhaak (adres bij W.B.Bakker) werd met vlagnummer 620 per 29 maart 1842 ingeschreven als effectief lid op voordracht van kapitein D.Grim. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was "De Drie Vrienden". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving waren Ruhaak en zijn vrouw beiden 31 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons uit 1840 en 1841002a.
In de Algemene Vergaderingen van 22/29 maart 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Gerd Hinrichs Ruhaak, oud 31 jaar, voerend de bark “Drie Vrienden”, wonend te Alblasserdam, met als adres W.B.Bakker te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.Grim.023.
Hij was lid van “Zeemanshoop” van 1842 t/m zijn overlijden in 1861
Gerd trad per 20 juni 1843 toe als deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Overleden in 1861003.
G.H.Ruhaak was met vlagnummer 161 van 1838 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1861 verzoekt J.R. de Boer namens wed. G.H.Ruhaak, geb. Hooghart om een uitkering welke haar in de vergadering van 06 juni 1861 met ingang van 01 mei 1861 wordt toegekend voor haar en twee kinderen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 december 1863 vraagt G.H.Ruhaak geb. Hooghardt ‘om trekking uit het Don Gratuit.”. Het Bestuur meldt op dit verzoek al te hebben geantwoord. Maar de inhoud van dat antwoord is niet vermeld
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 02 juli 1861 staat vermeld dat per 01 mei 1861 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein G.H.Ruhaak, geb. Hooghart voor haar en 2 kinderen.023.
In de notulen dd 22 december 1863 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de volgende mededeling:
“Brief van de Wed. G.H.Ruhaak geb. Hooghardt verzoekende in het Don Gratuit te mogen deelen, waarop haar is geantwoord daar zij niet in de termen daartoe is gevallen.”023.
Ik weet niet wat het “Don Gratuit inhoudt.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
620 1842-1849 bark De Drie Vrienden C.Smit te Alblasserdam
1850-1852 bark Zes Gezusters idem
1853 bark Zes Gezusters J.Smit Cz te Alblasserdam
272 1854-1855 bark Zes Gezusters idem
1856 bark Brouwershaven Minderop & Van Heel te Rotterdam
1857-1860 bark Graafstroom J.Smit Cz te Alblasserdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein G.H.Ruhaak met vlagnummer R161 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Drie Vrienden” 314 last varend voor C.Smit te Alblasserdam
* 1851, 1855 van de bark “Zes Gezusters” 365 last varend voor J.Smit te Alblasserdam
* 1858, 1859 van de bark “Graafstroom” 392 last varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
G.H.Ruhaak Graafstroom 22 oktober 1859 17 oktober 1860
Bouma025 vermeldt G.H.Ruhaak als gezagvoerder gedurende:
* niet genoemd als gezagvoerder op “De Jonge Hendrik”!!. Wordt ook niet genoemd in van Sluijs013.
* 1838 t/m 1840 op het fregat “(Vrouw) Johanna Elisabeth”, gebouwd in 1831 te Alblasserdam, 821 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam. Het schip werd in 1840 herdoopt tot “Ternate”;
* 1843 t/m 1851 op de bark “Drie Vrienden”, gebouwd op 17 juli te Alblasserdam op de werf van C.Smit te Alblasserdam te water gelaten, 590 ton o.m. en varend voor C.Smit te Alblasserdam;
* 1851 t/m 1856 op de bark “Zes Gezusters”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 695 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam;
* 1857 op de bark “Brouwershaven”, gebouwd in 1841 te Zierikzee, 599 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;
* 1859 t/m 1861 op de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1858 te Alblasserdam, 600 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
Gerd was gezagvoerder van de bark “Graafstroom”. Op 03 oktober 1860 zeilde hij op 43oNBr en 25o WL. Zijn 1e stuurman was Simon le Clercq, 28 jaar, geboren te Goes. Zijn 2e stuurman was Albrecht Heinrich Hoppach, 27 jaar, geboren te Horden (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgelijke Stand Overlijden Rotterdam 1860 Deel E folio 170 aktenr. 3325)062a.
G.H.Ruhaak verzorgde per 19 november 1853 vanuit Hellevoetsluis met de “Zes Gezusters” een troepentransport van 7 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde op 17 maart 1854 te Batavia na een reis van 118 dagen.
Per 11 november 1859 vertrok hij van Brouwershaven met de “Graafstroom” en een troepentransport van 4 officieren en 150 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 23 februari 1860 na een reis van 104 dagen065.
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Hij was in 1832 gezagvoerder op “De Jonge Hendrik” varend voor Cornelis Smit
In 1837 werd hij gezagvoerder op het fregat “Vrouwe Johanna Elisabet, eveneens varend voor Cornelis Smit te Alblasserdam.
Op 13 november 1843 vertrekt hij als kapitein op de bark “De Drie Vrienden”, (314 last) vanuit Hellevoetsluis naar Batavia en hij blijft gezagvoerder tot 1850.
Op 25 juni 1850 vertrekt hij met de nieuw gebouwde bark : De Zes Gezuster” naar Batavia en blijft tot 1857 op dit schip. In zijn reis in 1856 op dit schip redt hij het leven van zijn bootsman Nelis Bremer door hem een hand af te zetten na een ongeluk aan boord. In de raadsvergadering van Alblasserdam van 22 augustus 1858 krijgt hij hiervoor uit handen van burgemeester Bisdom een getuigschrift van betoonde moed namens Koning Willem II.
In 1858 gaat hij aan de wal naar de werf van Jan Smit Cz om de bouw van de bark “De Graafstroom” te begeleiden, waarop hij van 1858 tot 1860 gezagvoerder was 064.
NRC 16 augustus 1850114
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers, waarvoor hetzelve goede inrichtingen heeft, het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands barkschip ZES GEZUSTERS, kapt. G.H. Ruhaak, voerende een scheepsdokter. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
NRC 28 mei 1851114
Rotterdam 27 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de volgende 31 schepen als:
Voor Rotterdam: VRIENDSCHAP, kapt. F.W.E. Schuchard; IDA ELIZABETH, kapt. J.M. Kleinhouwer; GRAAF VAN HOOGENDORP, kapt. F. van Hees; RESIDENT VAN SON, kapt. F.C. Bauditz; LUCIE, kapt. J. van der Schaft; ZUID-HOLLAND, kapt. J.C. Jansen; JONGE CONELIS, kapt. C. Verhey; ZES GEZUSTERS, kapt. G.H. Ruhaak; RIJSWIJK, kapt. J.R.N.J. Bijl; HOOP VAN CAPELLE, kapt. D.F. Browning; WITTE CORNELISZ DE WITTE, kapt. F. van Rossem; COLUMBINE, kapt. J.F. Andriessen; CORNELIS SMIT, kapt. D.O. v.d. Wal…..
NRC 03 mei 1852114
Rotterdam, 2 maart. De Zeepost deelt in haar nummer van heden mede, dat het schip ZES GEZUSTERS, kapt. Ruhaak, van Batavia herwaarts gedestineerd, wegens tegenwind te Liverpool binnengelopen is, doch dat hetzelve, na een Engelse Kanaalloods en enige manschappen ter assistentie bij de pompen aangenomen te hebben, zonder lossen de reis zou voortzetten.
NRC 01 april 1852114
Brouwershaven, 30 maart. Het alhier van Batavia gearriveerde barkschip ZES GEZUSTERS, kapt. Ruhaak, is zwaar lek, makende 6 duimen water in het uur.
NRC 25 januari 1855114
Rotterdam, 24 januari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 8 schepen, als:
Voor Rotterdam: ZES GEZUSTERS, kapt. G.H. Ruhaak; en JULIE, kapt. J. van Vollenhoven…..
NRC 14 februari 1860114
Rotterdam, 13 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de navolgende 25 schepen, als:
voor Rotterdam, WILHELMINA, kapt. J.H. Blekkingh; ABEL TASMAN, kapt. J.R. Rijken; JACOB, kapt. J.F.C. Börger; PRESIDENT PLATE, kapt. J.C. Harten; JOHANNA CHRISTINA, kapt. J.R. de Boer; KINDERDIJK, kapt. D. Zwanenburg; ZES GEZUSTERS, kapt. R. Rutgers; D.T. VISSER, kapt. W. van der Linden; GRAAFSTROOM, kapt. G.H. Ruhaak; HEBE, kapt. A.H. Kiehl; WHAMPOA, kapt. Butner. ….
-
JANSEN Jr
Familiegegevens en opleiding
NRC 28 juni 1861114
Heden ontving ik het treurige berigt, dat mijn geliefde Echtgenoot PIETER JANZEN, in leven Gezagvoerder van het Barkschip Brouwershaven, op 7 April jl. aan boord van het Fregatschip Amsterdam, Kapitein WIEGMINK, waar hij op 29 Maart bevorens, om geneeskundigen bijstand te St. Helena was overgegaan, tot diepe droefheid van mij, mijne drie Kinderen, mijne Ouders, aanbehuwde Moeder en verdere Betrekkingen, aan eene slepende ziekte, in den ouderdom van 35 jaren is overleden.
Wat ik en zijne Betrekkingen in hetm verliezen, zullen diegenen, die den overledene van nabij gekend hebben, best kunnen beseffen.
Maassluis, M.JANZEN,
8 Junij 1861 van der GAAUW
Door Buitenlandsche Betrekkingen wordt deze Advertentie eerst nu geplaatst.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Een kapitein P.Janzen was met vlagnummer R139 in de periode 1827 t/m 1850 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1851, 1855, 1858 en 1859 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat bij de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe P.Janzen een jaarlijkse uitkering krijgt van f 150,-058.
P.Janzen Jr was met vlagnummer R280 in de periode 1850 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein P.Janzen met vlagnummer R139 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Brouwershaven” 320 last varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staa kapitein P.Janzen Jr met vlagnummer R280 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851, 1855, 1858, 1859 van de bark “Brouwershaven” 320 last voor Minderop & van Heel te Rotterdam
Bouma025 vermeldt P.Jansen als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1842 van de bark “Factorij”, gebouwd in 1834 te Alblasserdam, 359 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;
* 1845 t/m 1852 op de bark “Brouwershaven”, gebouwd in 1841 te Zierikzee, 599 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;
Bouma025 vermeldt P.Jansen Jr als gezagvoerder van/in:
* 1853 t/m 1856 op eveneens de “Brouwershaven, en van
* 1858 t/m 1861 wederom op de “Brouwershaven”, beide keren varend voor Minderop & Van Heel te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
P.Jansen verzorgde per 15 juli 1842 vanuit Hellevoetsluis met de “Brouwershaven” een troepentransport van 15 juli 1842. Hij arriveerde te Batavia op 20 oktober 1842 na 97 dagen065.
Op 07 juli 1854 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Brouwershaven” en met 1 landmachtofficier. Hij arriveerde op 27 oktober 1854 te Batavia na 112 dagen065. (zie hierna omtrent ene P.Jansen Jr)
Op 19 maart 1859 vertrok van Brouwershaven de bark "Brouwershaven" van van Minderop & van Heel onder kapitein P.Jansen. Men arriveerde in Batavia op 02 juli 1859 na 104 dagen reis026(38/047)
“Brouwershaven
De kiel van deze bark werd op 25 juni 1840 gelegd door scheepsbouwmeester C.Mak Czn op de Commerciewerf. Op 2 september 1841, om twee uur ’s middags, werd de Brouwershaven te water gelaten met het beste gevolg. Het schip werd vervolgens door een stoomboot naar Alblasserdam gesleept om te worden opgetuigd.
De Brouwershaven was 599 ton groot. Haar lengte bedroeg 125 voet, haar breedte 32 voet en haar diepte was 19 voet. De Nederlandse Handelsmaatschappij bevrachtte het schip voor Oost-Indië. Bij de eeste reis in 1842 had het schip echter een geheel andere lading dan handelswaar. Een detachement troepen van 120 man scheepte zich bij Hellevoetsluis in. Kapitein P.Jansen voerde het bevel.
Op 13 augustus 1861 werd het schip in Rotterdam geveild en voor 19.400 gulden verkocht aan de Fa.Van Overzee en Comp. te Rotterdam. … “.074.
“Abraham de Vos … tekent … aan: Gedurende 46 jaar heeft deze bark gevaren, wat wel een bewijs is geweest van de solide bouw. Voor zover hem bekend was dit het langst varende schip geweest, dat in Zierikzee werd gebouwd”074.
Kapitein bark "BROUWERSHAVEN " Id 8106.
Commando over genomen nadat kapitein Janzen van boord was gegaan wegens ziekte en te St Helena was overleden. 7 april 1861.
Familiegegevens en opleiding
Aart Huizer werd geboren te Zwijndrecht op 26 april 1839005.
Aart Huizer werd geboren te Zwijndrecht op 26 april 1839 .
Hij huwde te Rotterdam op 27 september 1865 met Augustina Christiana Frederika Popken, geboren te Rotterdam c. 1845 als dochter van Franz Hermann Popken en Elizabeth Augustina Krull. Zij overleed te Rotterdam op 05 januari 1936.
Aart Huizer overleed te Soerabaja op 28 september 1882. Hij was een broer van scheepskapitein Teunis Huizer, zie aldaar.
Informatie dd 27 juni 2004 van mevr. E.C.Huizer-Sibinga Mulder te Naarden.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Huizer was met vlagnummer R45 in de periode 1858 t/m 1878 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Huizer met vlagnummer R45 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de brik “Karel August” 134 last voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1862 t/m 1867 van de bark “Brouwershaven” 317 last voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1874, 1877 van de bark “Maarten van Rossem” 381 last voor van Overzee & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt A.Huizer als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1861 van de brik “Karel August”, gebouwd in 1849, 257 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1862 t/m 1869 van de bark “Brouwershaven”, gebouwd in 1841 te Zierikzee, 599 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1869 t/m 1870 van het fregat “Hebe”, gebouwd in 1855 te Delfshaven, 650 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1872 t/m 1879 op de bark “Maarten van Rossem”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 723 ton o.m., varend voor van Oosterzee & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1880 onder reder W.Smit te Pekela en was herdoopt in “Noord Holland”;
* 1875 van de bark “Vice Admiraal May”, gebouwd in 1865 te Amsterdam, 756 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. (deze opgave klopt niet mer de vorige. Wellicht was er een andere kapitein A.Huizer).
Overige bijzonderheden
“Brouwershaven
De kiel van deze bark werd op 25 juni 1840 gelegd door scheepsbouwmeester C.Mak Czn op de Commerciewerf. Op 2 september 1841, om twee uur ’s middags, werd de Brouwershaven te water gelaten met het beste gevolg. Het schip werd vervolgens door een stoomboot naar Alblasserdam gesleept om te worden opgetuigd.
De Brouwershaven was 599 ton groot. Haar lengte bedroeg 125 voet, haar breedte 32 voet en haar diepte was 19 voet. De Nederlandse Handelsmaatschappij bevrachtte het schip voor Oost-Indië. …
Op 13 augustus 1861 werd het schip in Rotterdam geveild en voor 19.400 gulden verkocht aan de Fa.Van Overzee en Comp. te Rotterdam. … “. De volgende kapiteins waren A.Huizer, J.G.Wiebenga en P.J.L.Feensma (moet zijn Teensma). 074.
“Abraham de Vos … tekent … aan: Gedurende 46 jaar heeft deze bark gevaren, wat wel een bewijs is geweest van de solide bouw. Voor zover hem bekend was dit jet langst varende schip geweest, dat in Zierikzee werd gebouwd”074.
Zierikzeesche Courant 09 maart 1864
Op 08 maart 1864 is te Zierikzee geariveerd de “Brouwershaven”, kapt. A.Huizer, komend van Padang op weg naar Rotterdam
Datum vanaf: |
1862 |
Kapitein: |
Huizer, Aart |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.G.Wiebenga was met vlagnummer R51 in de periode 1869 t/m 1903 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 07 januari 1897 staat de uitslag van een wedstrijd voor de best bijgehouden kompasjournalen in 1894/1895 waarbij is toegekend de gouden medaille aan kapitein F.H.Bonjer, de zilveren medaille aan kapitein G.Stenger en bronzen medailles aan S.Turfboer en J.G.Wiebenga.042.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.G.Wiebenga met vlagnummer R51 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 bark “Ada” 376 last varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1877, 1878 bark “Emma” 747 ton n.m. varend voor van Overzee & Co te Rotterdam
* 1880, 1881 bark “Soerabaja” 747 ton n.m. varend voor J.Koning te Rotterdam
* 1882 bark “Lotos” c. 900 ton varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam
* 1883, 1885, 1886 bark “Lotos” 958 ton varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam
* 1887, 1888 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1890 bark “Evertsen” c.2100 ton varend voor de Ned.Scheepv.Mij te Rotterdam
* 1891 t/m 1896 bark “Evertsen” 1418 ton varend voor de Ned.Scheepv.Mij. te Rotterdam
* 1897 t/m 1900 geen vermelding van schip en boekhouder
J.G.Wiebenga was van 1883-1888 kapitein van het ijzeren fregat “Lotos”, gebouwd in 1883 door Bothof & Gravenstein te Slikkerveer, varend voor reder J.Koning & van Delden te Rotterdam052
J.G.Wiebinga was van 1891-1896 kapitein van de stalen bark “Evertsen”, gebouwd in 1891 bij Rijkee & Co te Katendrecht, 1418 ton, varend voor de Reederij Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij, Zurmühlen & van Vessem, te Amsterdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Duitsland en herdoopt tot “Tellus”025 en 052.
Kapitein J.G.Wiebenga was de eerste gezagvoerder van de ijzeren bark "Lotos" (958 ton), in 1883 gebouwd op de werf van Jan Smit Fopz te Slikkerveer door de hoofdbaas Bothof en zijn collega Gravestijn voor rederij J.Koning & Van Delden te Rotterdam026(39/314).
Bouma025 vermeldt J.G.Wiebenga als gezagvoerder gedurende:
* 1869 van de bark “Brouwershaven”, gebouwd in 1841 te Brouwershaven, 599 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1870 t/m 1876 van de bark “Ada”, ex Zeemanshoop, ex Jan Schouten, gebouwd in 1853 te Dordrecht, 721 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
* 1876 t/m 1880 van de bark “Emma” ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1862 te Middelburg, 751 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1881 voor reeder J.Koning te Rotterdam en was herdoopt in “Soerabaya”;
* 1881 t/m 1882 op de bark “Soerabaya” ex Emma, ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1862 te Middelburg, 747 ton o.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1883 t/m 1887 op de bark “Lotos”, gebouwd in 1882 te Slikkerveer, 900 ton n.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1891 t/m 1896 op de stalen bark “Evertsen, gebouwd in 1891 te Rotterdam, 2100 ton n.m., varend voor de Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij Zurmühlen & van Vessem te Amsterdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Hamburg en herdoopt in Tellus.
In Bouma worden meer schepen dan de hiervoorgenoemde geregistreerd onder J.G.Wiebenga. In de verslagen van het Rotterdamse zeemanscollege worden echter 2 personen met de initialen J.G. genoemd. Zie ook onder Joh.G.Wiebenga hierna. Nader genealogisch onderzoek omtrent de verwantschap is noodzakelijk
Overige bijzonderheden
“Brouwershaven
De kiel van deze bark werd op 25 juni 1840 gelegd door scheepsbouwmeester C.Mak Czn op de Commerciewerf. Op 2 september 1841, om twee uur ’s middags, werd de Brouwershaven te water gelaten met het beste gevolg. Het schip werd vervolgens door een stoomboot naar Alblasserdam gesleept om te worden opgetuigd.
De Brouwershaven was 599 ton groot. Haar lengte bedroeg 125 voet, haar breedte 32 voet en haar diepte was 19 voet. De Nederlandse Handelsmaatschappij bevrachtte het schip voor Oost-Indië. …
Op 13 augustus 1861 werd het schip in Rotterdam geveild en voor 19.400 gulden verkocht aan de Fa.Van Overzee en Comp. te Rotterdam. … “. De volgende kapiteins waren A.Huizer, J.G.Wiebenga en P.J.L.Feensma (moet zijn Teensma). 074.
“Abraham de Vos … tekent … aan: Gedurende 46 jaar heeft deze bark gevaren, wat wel een bewijs is geweest van de solide bouw. Voor zover hem bekend was dit het langst varende schip geweest, dat in Zierikzee werd gebouwd”074.
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.82-83 Kaap Hoorn of Kaap de Goede Hoop 1902 en 1905 Nicolaas Witsen
In de publicatie van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders uit 2000 Verhalen van voor de mast staan de herinneringen van H.C.Willemse “Mijn reis als scheepstimmerman met het fregat Nicolaas Witsen”. Hazelhoff Roelfsema citeert daaruit betreffende een reis in 1902 die rond Kaap de Goede Hoop ging en niet via Kaap Hoorn..
Daarna volgen citaten uit dezelfde publicatie van J.C.Joekes en J.Kuijpers “Herinneringen aan de laatste reis van het fregat Nicolaas Witsen: uit 1905 die wel een Kaap Hoornronding betreft
Het fregat “Nicolaas Witsen” onder kapitein J.G.Wiebenga was te Melbourne op 18 december 1904, werd gesignaleerd op 25 december 1904 ten Z. van Nieuw Zeeland en op 01 januari 1905 ter hoogte van Kaap Hoorn. Het schip ariveerde op 15 april 1905 te Falmouth en werd verkocht.121
In: “Een leven op zee” Brochure geschreven door P.J.Teensma Jr, Zomer 2013, 84 pp.
In deze brochure staat de mededeling dat Pieter Jeppe Teensma als stuurman voer op de bark “Soerabaia”. Hij reisde op 06 september 1882 vanuit Maassluis naar Indië en door naar Australïe. Op de terugreis zou, 2 dagen voor de aankomst in St. Helena, de kapitein, i.c. J.G.Wiebenga, zijn overleden, waarna Pieter Jeppe Teensma het commando overnam (zie ook bij Pieter Jeppe Teensma)
Familiegegevens en opleiding
Pieter Jans Lourens Teensma werd geboren te Schiermonnikoog op 01 juni 1843 als zoon van Lourens Pieters Teensma en Reintje Pieters Colle.
Hij trouwde op 20 februari 1867 te Schiermonnikoog als gezagvoerder met Theuneke Wiebes Kuiper, geboren te Schiermonnikoog op 02 juli 1845 als dochter van Wiebe Tijssens Kuiper en Meins Douwes Klontje. Zij overleed te Schiermonnikoog op 17 december 1880.
Hij hertrouwde op 18 september 1884 te Schiermonnikoog als gezagvoerder met Wietske Jans Carst, geboren op 03 maart 1848 te Schiermonnikoog als dochter van Jan Eises Carst en Lambertha Feyes Coerkamp. Zij overleed te Schiermonnikoog op 26 juni 1925. Zij was eerder getrouwd met en weduwe van gezagvoerder Albert Ruurds Wielema.
Pieter Jans overleed op 03 februari 1912 te Schiermonnikoog.
Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog, rij 2818. Het graf is eigendom en beschermd.117.
Portretten van Pieter Jans Lourens Teensma en Wietske Jans Carst staan op p. 128 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.L.Teensma was met vlagnummer 7 in de periode 1864 t/m 1868 en met vlagnummer 1 in de periode 1869 t/m 1906 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Hij was met vlagnummer 14 in de periode 1877 t/m 1893 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025vermeldt P.J.L.Teensma als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1869 van de 2/msch “Reintje”, gebouwd in 1854 te Hoogezand, 169 ton o.m., varend voor L.P.Teensma te Schiermonnikoog;
* 1870 t/m 1882 van de bark “Brouwershaven”, gebouwd in 1841 te Zierikzee, 599 ton o.m., varend voor W.H.de Wolf te Amsterdam;
* 1883 t/m 1887 van dezelfde bark maar nu voor L.P.Teensma te Schiermonnikoog. In 1887 werd het schip verkocht voor de sloop (gekocht door N.Prins te Nieuwediep074)
Zeetijdingen van 17 november 1887: “Verk. om gesloopt te worden.”(Bouma)
Overige bijzonderheden
“Brouwershaven
De kiel van deze bark werd op 25 juni 1840 gelegd door scheepsbouwmeester C.Mak Czn op de Commerciewerf. Op 2 september 1841, om twee uur ’s middags, werd de Brouwershaven te water gelaten met het beste gevolg. Het schip werd vervolgens door een stoomboot naar Alblasserdam gesleept om te worden opgetuigd.
De Brouwershaven was 599 ton groot. Haar lengte bedroeg 125 voet, haar breedte 32 voet en haar diepte was 19 voet. De Nederlandse Handelsmaatschappij bevrachtte het schip voor Oost-Indië. …
Op 13 augustus 1861 werd het schip in Rotterdam geveild en voor 19.400 gulden verkocht aan de Fa.Van Overzee en Comp. te Rotterdam. … “. De volgende kapiteins waren A.Huizer, J.G.Wiebenga en P.J.L.Feensma (moet zijn Teensma). 074.
“Abraham de Vos … tekent … aan: Gedurende 46 jaar heeft deze bark gevaren, wat wel een bewijs is geweest van de solide bouw. Voor zover hem bekend was dit het langst varende schip geweest, dat in Zierikzee werd gebouwd”074.
In het kasboek van het pensioenfonds “Goede Voorzorg” uit 1898-1927 staat in 1900 een ontvangstboeking van
f 7,50 op naam van P.J.Teensma. Het zou hier kunnen gaan om een contributiebetaling als honorair lid over 3 jaar.
In het “Nieuwsblad Dockum” dd 22 februari 1913 wordt de jaarvergadering verslagen van het pensioenfonds en melding gemaakt van eenaanvrage om pensioen van de wed. P.J.L.Teensma.
De Dorpsbode 42(10):1988 Bijdrage 59. meldt dat de “Brouwershaven” samen met vier andere Schiermonnikoger kapiteins op 20 april 1884 van Texel vertrokken naar diverse Oostzeehavens voor het ophalen van ladingen hout.
|