Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.F.Looyen was met vlagnummer R97 in de periode 1868 t/m 1886 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1886 als lid voor de vlag heeft bedankt. Hij bleef wèl honorair lid058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.C.F.Looyen met vlagnummer R97 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 van het fregat “Noach III” 590 last Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1877 van het fregat “Noach V” 1263 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1878 van het fregat “Noach VI” 1263 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1880, 1881 van het fregat ´Noach VI” 1334 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1882, 1883, 1885 van de bark “Noach VI” 1334 ton Fop Smit Jr te Rotterdam
De Noach van Reederij Fop Smit maakte 13 uit- en thuisreizen naar Indië. De eerste zeven stonden onder commando van P.Wierikx (1-4), J.R.Ulrich (5) en A.Lupcke (6-7) (zie aldaar). De reizen 8-10 stonden onder commando van kapitein J.C.F.Looyen
reis 8 28 april 1867 van Brouwershaven; 26 juli 1867 te Batavia 90 dagen
21 september 1867 van Batavia; 17 december te Brouwershaven 88 dagen
reis 9 19 maart 1868 van Brouwershaven; 19 juni 1868 te Batavia 93 dagen
22 augustus 1868 van Batavia; 05 november 1868 te Brouwershaven 76 dagen
reis 10 17 maart 1869 van Brouwershaven; 14 juni 1869 te Batavia 90 dagen
17 augustus 1869 van Batavia; 09 november 1869 te Zierikzee 85 dagen
De volgende reizen werden gemaakt door kapitein J.van Schelven (zie aldaar)026(38/133).
Bouma025 vermeldt J.C.F.Looyen als gezagvoerder van/in:
* 1867 t/m 1869 van het 3/m schip “Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1871 t/m 1874 van het 3/m schip “Noach II”, gebouwd in 1867 te Slikkerveer, 945 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
* 1875 van het 3/m schip “Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
* 1876 van het 3/m schip “Noach IV”, gebouwd in 1875 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit jr te Rotterdam;
* 1877 t/m 1878 van het 3/m schip “Noach V”, gebouwd in 1876 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
* 1879 t/m 1883 van het 3/m schip “Noach VI”, gebouwd in 1879 te Slikkerveer, 1300 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. In 1881 werd het schip als bark getuigd.
* 1885 t/m 1886 op hetzelfde schip en dezelfde reeder
Overige bijzonderheden
J.C.F.van Looyen vertrok op 26 april 1867 van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 juli 1867 na een reis van 91 dagen.
Hij vertrok per 18 maart 1868 van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 juni 1868 na een reis van 94 dagen.
Op 15 maart 1869 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 2 officieren en 170 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 15 juni 1869 na een reis van 92 dagen.
Op 19 april 1870 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach II” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 03 juli 1870 na een reis van 75 dagen.
Op 04 april 1871 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach II” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 07 juli 1871 na een reis van 92 dagen065.
In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 92 de volgende passage:
“… Nadat Lüpcke (met de Noach)… was thuisgevaren droeg hij het commando over aan J.C.F.Looijen die in 1868 nog eens een snelle thuisreis van 76 dagen maakte en in 1869 werd vervangen door J. van Schelven.
Familiegegevens en opleiding
Dirk Floris Maartensz Schaap werd geboren te Katwijk op 25 maart 1850 als zoon van Maarten Florisz Schaap en Niesje Zonneveld.
Hij trouwde te Katwijk in 1875 met Klaasje Schadde van Doorn.
Hij overleed op 14 december 1911 te Port Natal in Brazilië.
Het artikel bevat een foto van Dirk Floris Maartensz Schaap en van de clipper Noach VI door L.M.Willemse Hz054-157.
De schepen van de kapitein
D.F.Schaap was in 1890 kapitein op het houten fregat “Noach III”, gebouwd in 1868 door J.Smit te Slikkerveer, 117 ton, varend voor rederij Fop Smit Jr te Rotterdam052.
Hij was in 1884 gezagvoerder op de, in 1879 bij Arie Smit te Slikkerveer gebouwde Noach VI en in 1890 op de Noach III. “Volgens familie-informatie is hij ook gezagvoerder op de Noach IV geweest (er bevindt zich van dit schip een model in het Maritiem Museum “Prins Hendrik” te Rotterdam) en zelfs een korte periode kapitein op de, in 1905 gebouwde, 2505 ton metende stalen viermastbark Geertruida Gerarda, het laatste grote zeilschip dat in Nederland werd gebouwd. De Noach’s waren houten driemast-clipperschepen en alle van de reder/scheepswerf eigenaar Fop Smit te Kinderdijk”.
054-157.
Bouma025 vermeldt D.F.Schaap als gezagvoerder gedurende:
-
* 1884 op de 3/m bark “Noach VI”, gebouwd in 1879 te Slikkerveer, 1300 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip was in 1881 getuigd als bark;
-
* 1890 op het fregat Noach III, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1890 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Gudvang”;
Bouma vermeldt hem niet als gezagvoerder op de “Noach IV”. De “Geertruida Gerarda” wordt evenmin door hem genoemd, omdat het schip nà 1900 is gebouwd en Bouma alleen schepen opneemt gebouwd tussen 1820 en 1900.
-
* 1891 t/m 1895 van de ijzeren bark “Concordia”, gebouwd in 1886 te Amsterdam, 1002 ton n.m., varend voor W.A.Huygens te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De bark “Concordia” onder kapitein D.F.Schaap vertrok van Newcastle NSW op 13 maart 1891 en kwam over de Pacific om 12 mei aan te Valparaiso. Op 03 juni was het schip in A’fasgasta, later te Iquique, op 27 december via Kaap Hoorn werd Plymouth bereikt en op 05 januari 1892 Maassluis.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.F.Looyen was met vlagnummer R97 in de periode 1868 t/m 1886 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1886 als lid voor de vlag heeft bedankt. Hij bleef wèl honorair lid058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.C.F.Looyen met vlagnummer R97 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 van het fregat “Noach III” 590 last Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1877 van het fregat “Noach V” 1263 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1878 van het fregat “Noach VI” 1263 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1880, 1881 van het fregat ´Noach VI” 1334 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1882, 1883, 1885 van de bark “Noach VI” 1334 ton Fop Smit Jr te Rotterdam
De Noach van Reederij Fop Smit maakte 13 uit- en thuisreizen naar Indië. De eerste zeven stonden onder commando van P.Wierikx (1-4), J.R.Ulrich (5) en A.Lupcke (6-7) (zie aldaar). De reizen 8-10 stonden onder commando van kapitein J.C.F.Looyen
reis 8 28 april 1867 van Brouwershaven; 26 juli 1867 te Batavia 90 dagen
21 september 1867 van Batavia; 17 december te Brouwershaven 88 dagen
reis 9 19 maart 1868 van Brouwershaven; 19 juni 1868 te Batavia 93 dagen
22 augustus 1868 van Batavia; 05 november 1868 te Brouwershaven 76 dagen
reis 10 17 maart 1869 van Brouwershaven; 14 juni 1869 te Batavia 90 dagen
17 augustus 1869 van Batavia; 09 november 1869 te Zierikzee 85 dagen
De volgende reizen werden gemaakt door kapitein J.van Schelven (zie aldaar)026(38/133).
Bouma025 vermeldt J.C.F.Looyen als gezagvoerder van/in:
* 1867 t/m 1869 van het 3/m schip “Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1871 t/m 1874 van het 3/m schip “Noach II”, gebouwd in 1867 te Slikkerveer, 945 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
* 1875 van het 3/m schip “Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
* 1876 van het 3/m schip “Noach IV”, gebouwd in 1875 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit jr te Rotterdam;
* 1877 t/m 1878 van het 3/m schip “Noach V”, gebouwd in 1876 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
* 1879 t/m 1883 van het 3/m schip “Noach VI”, gebouwd in 1879 te Slikkerveer, 1300 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. In 1881 werd het schip als bark getuigd.
* 1885 t/m 1886 op hetzelfde schip en dezelfde reeder
Overige bijzonderheden
J.C.F.van Looyen vertrok op 26 april 1867 van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 juli 1867 na een reis van 91 dagen.
Hij vertrok per 18 maart 1868 van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 juni 1868 na een reis van 94 dagen.
Op 15 maart 1869 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 2 officieren en 170 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 15 juni 1869 na een reis van 92 dagen.
Op 19 april 1870 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach II” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 03 juli 1870 na een reis van 75 dagen.
Op 04 april 1871 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach II” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 07 juli 1871 na een reis van 92 dagen065.
In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 92 de volgende passage:
“… Nadat Lüpcke (met de Noach)… was thuisgevaren droeg hij het commando over aan J.C.F.Looijen die in 1868 nog eens een snelle thuisreis van 76 dagen maakte en in 1869 werd vervangen door J. van Schelven.
Familiegegevens en opleiding
Een Bernardus Poortman werd geboren te Maassluis 14 juli 1844 als zoon van Daniel Cahoen Poortman en Dirkje Boogaard/Boogaart.
Hij trouwde op 01 oktober 1873 te Rotterdam met Aaltje Lourens, geboren te Rotterdam 14 oktober 1839 als dochter van Marinus Machiel Lourens en Cornelia Metje van der Wouden. Geen overlijden te Rotterdam gevonden
Provinciale Groninger Courant 21 februari 1889114
Maassluis, 19 februari. Heden is in de Nieuwe Waterweg van Java binnengekomen, bestemd naar Schiedam, het Nederlandse schip NOACH VI, onder bevel van de opperstuurman Schaap, met verlies van een gedeelte der verschansing, beschadigde lading en meer andere schade, veroorzaakt door stortzeeën op 11 februari j.l. waardoor ook kapitein B. Poortman, benevens de derde stuurman, dokter, bootsman en een matroos overboord geslagen werden, die allen verdronken
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.Poortman was met vlagnummer R48 in de periode 1880 t/m 1889 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkoningen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat B.Poortman met vlagnummer R48 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1880 t/m 1883, 1885 het fregat “Noach II” 952 ton n.m. varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1886 t/m 1888 de bark Noach VI” 1334 ton varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam
Bouma025 vermeldt B.Poortman als gezagvoerder gedurende:
* 1879 t/m 1887 van het fregat “Noach II”, gebouwd in 1867 te Slikkerveer, 945 ton o.m., vrend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1887 verkocht naar Engeland;
* 1887 van het fregat “Noach VI”, gebouwd in 1879 te Slikkerveer, 1300 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip was in 1881 getuigd als bark.
Overige bijzonderheden
Noach VI 1888 B.Poortman Maritiem Museum Rotterdam.
Foto van een schilderij. Het schip vaart in een kanaal met alle zeilen bij. Er waaien drie vlaggen in top: de voorste vermeld "F S Jv." [= Fop Smit Jr.], de middelste "NOACH VI", de derde "R.No.48" [=collegevlag]. Achterop waait de Nederlandse vlag.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.C.Kruijt was met vlagnummer R23 in de periode 1875 t/m 1894 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1894 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1894 voor het vlaggelidmaatschap heeft bedankt058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein T.C.Kruijt met vlagnummer R23 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888
fregat ´Noach III” 1091 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam
* 1890 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1891 t/m 1893 bark “Burgem. Jonkh. Coenen 1427 ton Zeilv.Mij Neptunus te R’dam
T.C.Kruyt was van 1878-1889 kapitein op het houten fregat “Noach III”, gebouwd in 1868 door J.Smit te Slikkerveer, 117 ton, varend voor rederij Fop Smit Jr te Rotterdam052
T.C.Kruyt was van 1891-1895 gezagvoerder van de stalen bark ”Burgemeester Jonkheer Coenen”, gebouwd in 1891 bij Rijkee & Co te Katendrecht, 1427 ton, varend voor de rederij Zeilvaart Maatschappij “Neptunus” G. van de Gevel te Rotterdam.052
Bouma025 vermeldt T.C.Kruyt als gezagvoerder gedurende:
* 1874 op het fregat “Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr. te Rotterdam;
* 1875 t/m 1877 op het fregat “Noach I “gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Kinderdijk. Het schip werd in 1875 getuigd als bark;
* 1878 t/m 1889 op het fregat ”Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
* 1890 op het fregat “Noach VI”, gebouwd in 1879 te Slikkerveer, 1300 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1881 getuigd als bark. In 1890 verkocht naar Noorwegen onder dezelfde naam;
* 1892 t/m 1895 op de stalen bark “Burgemeester Jhr. Coenen”, gebouwd in 1891 te Katendrecht, 1427 ton o.m., varend voor de Maatschappij “Neptunus” G.v/d Gevel te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 93-94 de volgende passage:
“De derde Noach, die in 1869 te water liep, is met de eerste het bekendst geworden. Hij is ook de eenige der zes Noach’s geweest, die tot het einde toe zijn oorspronkelijk tuig behield en niet to bark werd gereduceerd…
De eerste uitreis onder kapitein F.C.Kruyt duurde 86 dagen en verliep zonder incidenten. De eerste thuisreis van het schip liep bijna verkeerd af. In den nacht van 11 op 12 Maart 1870 zeilde de III uit Batavia afgeladen met vracht en volgeboekt met passagiers. Tegen het aanbreken van den dag werd het schip plotseling overvallen door een hevige bui uit het Westen en voor men er op verdacht was, zat het op het rif Pasop. … Het schip kwam weer vlot en keerde terug naar Batavia … en het schip (kon) den 15en Maart weer vertrekken….
Op 24 September 1873 kwam de Noach III onder noordtuig de reede van Batavia oploopen, 97 dagen uit van Brouwershaven. Tusschen de Keerkring en de Linie ten Westen van Afrika op 21o27’ZB en 11o31’OL, … was de clipper door een hevige storm beloopen. Zware schade was er het gevolg van geweest. De groote mast met al zijn tuig kwam naar beneden en sloeg over boord. … De toestand was uiterst kritiek. … Dat Kruyt na deze zware averij, zonder een noodhaven voor herstellingen aan te loopen, toch met zijn schip in 97 dagen overkwam, spreekt voor de kwaliteiten van het schip en gezagvoerder.
Het was echter voorloopig de laatste reis die Kruyt met de III maakte, in 1874 nam J.C.F.Looijen het bevel van hem over en het jaar daarop maakte het schip onder L.Bijl opnieuw een zeer snelle reis, 76 dagen van haven tot haven. De laatste reizen kwam de Noach III wederom onder commando van kapitein F.C.Kruyt, dien uitstekende gezagvoerder, die zich met hand en tand verzette tegen de plannen ven de reeders om ook de III, net als de andere Noach’s een barktuig te geven. In den oogen van dezen echten zeeman was zoo’n reductie gelijk te stellen met een degradtie, alleen een volgetuigd schip kon zijn volle liefde en waardeering hebben. Daar hij bij zijn reeders uitstekend stond aangeschreven, kreeg hij het tenslotte klaar, dat de Noach III als “full right” clipper door de oceanen bleef stormen. Dertien jaar heeft Kruyt op de Noach III gevaren, het schip werd in 1890, voor 50.000 mark naar Noorwegen verkocht.”
De bark “Burgemeester Jhr. Coenen” onder kapitein T.C.Kruyt voer in 1893 van Batavia naar Melbourne. Vervolgens registratie te Queenstown-Ierland en op 21 januari 1894 te Duinkerken. Dus (vermoedelijk) een Kaap Hoornronding van west naar oost.121
|