Familiegegevens en opleiding
David Lieuwes Geest was getrouwd met Neeltje Jans de Jonge, geboren 26 maart 1818 en overleden 15 juni 1894.
David overleed in 1868. Bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam vermeld.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.L.Geest werd met nr.726 lid van Zeemanshoop per 09 december 1845 op voorspraak van J.H.Savert. Zijn schip was de "Princes van Oranje"002. Ten tijde van de inschrijving waren Geest en zijn vrouw 38 resp. 27 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons uit 1842 en 1845002a.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 februari 1868 staat een aanvrage om onderstand vermeld door stuurman (sic) D.L.Geest welke hem per 01 januari 1868 in de 1e klasse afd. B. tot 01 mei 1868 werd toegekend. 023 (kennelijk voer hij in deze tijd als stuurman, maar was eerder gezagvoerder geweest en bezat nog steeds de nummervlag). Op 26 mei 1868 verlenging tot 01 mei 1869.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 januari 1868 vraagt D.L.Geest om een uitkering welke hem in de vergadering dd 30 januari 1868 wordt toegekend ingaande 01 januari 1868 en tot 01 mei 1868.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1868 vraagt de wed. D.L.Geest geb. de Jong om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering dd 30 juli 1868 wordt toegekend ingaand 01 juni 1868.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 augustus 1868 staat vermeld dat per 01 juni 1868 een uitkering in de 1e klasse afd. B is toegekend aan de wed. D.P(sic) Geest geb. de Jong.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
726 1846-1847 stoomsch. Prinses van Oranje geen opgave
1849 stoomsch. Gouverneur van Ewijck geen opgave
1850-1851 geen opgave van schip en boekhouder
1852 kof Frederik J.F.Machielsen
1853 geen opgave van schip en boekhouder
351 1854-1861 geen opgave van schip en boekhouder
1862 stoomsch. Medea Kon.Ned.Stoomboot Maatsch.
1863-1867 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
D.L.Geest Berenicce 01 maart 1860 01 december 1860
Bouma025 vermeldt D.L.Geest als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1849 van het raderstoomschip “Prinses van Oranje”, ex Graaf Cancrin, ex Onderneming, ex Monarch, gebouwd in 1825, bouwplaats niet vermeld, 112 ton o.m., varend voor de Amsterdamscche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam;
* 1850 van de stoomschoener ”Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1853 van de kof “Frederik”, gebouwd in 1830 te Groningen, 123 ton o.m., varend voor F.Machielsen te Amsterdam;
* 1863 van het ijzeren schroefstoomschip “Medea” ex Königin Marie, gebouwd in 1856 te Rostock, 245 ton o.m., varend voor de KNSM (C.A.van Hemert & M.H.Insinger) te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Blad werd geboren te Amsterdam op 21 augustus 1819.
Hij huwde met Wiepkje Zeylstra, geboren te Amsterdam op 10 juli 1825.en overleden op 31 augustus 1898.
Hij woonde volgens het Bevolkingsregister 1851-1853 op de Wittenburgergracht te Amsterdam en was evangelisch luthers.
Hij wordt als vermist vermeld in 1858. 003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Blad werd met nr.807 effectief lid van Zeemanshoop per 19 februari 1850 op voorspraak van P.J.Feynt002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 12/19 februari 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Blad, oud 30 jaar, voerend de schroefschoner “Gouverneur van Ewijk”, op voordracht van kapitein P.J.Feynt.023.
Jan Blad werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 21 mei 1850.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 februari 1859 verzoekt de wed. J.Blad, geb Zijlstra om een uitkering die haar in de vergadering van 31 maart 1859 met ingang van 01 februari 1859 voor haar en 5 kinderen wordt toegekend. onde beding van teruggave wanneer zou bijken dat haar man niet is overleden.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 26 april 1859 staat vermeld dat per 01 februari 1859 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J.Blad geb. Zijlstra voor haar en 5 kinderen “onder verpligting van teruggave, indien nader mogt blijken, dat haar Echtgenoot niet was omgekomen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
807 1850-1853 stoomb. Gouverneur van Ewijck geen opgave
419 1854-1855 stoomb. Gouverneur van Ewijck idem
1855-1857 stoomb. Noord-Holland idem
1858 stoomb. Noord-Holland St.Schroef Sch.-Reederij
Bouma025 vermeldt J.Blad als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1855 van de stoomschoener ”Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1856 t/m 1858 op het ijzeren schroefstoomschip “Noord Holland”, gebouwd in 1855 te Amsterdam, 504 ton o.m., varend voor de Ned. Stoom-Schr.Schoener-rederij. Dir. Paul van Vlissingen. In December na passeren van Elseneur vermist.
Het ss “Noord Holland” vertrok op 07 november 1858 van Kopenhagen naar Amsterdam en werd vermist. 14 man zijn omgekomen.
Het schip werd gebouwd in 1855 bij Paul van Vlissingen te Amsterdam, 504 Brt., varend voor N.V.Nederlandsche Stoomschroefschoonerij te Amsterdam072.`
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
Pieter Josephus Bakema werd geboren op 05 oktober 1806 te Groningen.
Hij huwde op 27 januari 1831 te Harlingen met Antje Alberts Sluik, geboren/gedoopt op 19/27 maart 1808 te West-Terschelling als dochter van Albert Hendriks Sluijk, koopvaardijkapitein (zie aldaar) en Albertje Jans Swart. Zij overleed op 29 januari 1879 te Harlingen, oud 70 jaar en gehuwd.
Pieter J.Bakema overleed op 15 juni 1887 te Harlingen, oud 80 jaar en weduwnaar
Gegevens verkregen per e-mail dd 04 december 2003 van de heer Fred Reenders te Enschede (fred@reenders.com) die zich bezighoudt met de genealogie van o.a. het geslacht Sluik/Sluijk. Tevens gegevens via Tresoar.
Zie ook bij zoon Albert Bakema.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Bakema, met adres “Daniel Abman”, werd met nr. 375 effectief lid van Zeemanshoop op 23 mei 1837 op voordracht van B.J.Smeengh. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was “de Maas”002.
In de Algemene Vergaderingen van 16/23 mei 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Josephus Bakema, oud 30 jaar, voerend de kof “De Maas”, wonende te Harlingen, met als adres Jan Daniëls & Zonen & Arbman te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeengh023.
P.J.Bakema was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1837 t/m 1864 met de vlagnummers 375 (1837 t/m 1854) en 128 (1854 t/m 1864).
Hij was lid van het Dordtse zeemanscollege ”Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 62 in de periode 30 september 1842 t/m 1858. Ten tijde van zijn inschrijving was zijn schip de bark “Clara Anna Maria”111 en 64a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 april 1864 krijgt kapitein P.J.Bakem toestemming zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 10 mei 1864 krijgt kapitein P.J.Bakem toestemming zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd oktober 1842 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein Bakema.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat P.J.Bakemaals gezagvoerder:
1843 t/m 1846, 1850, 1852 bark “Clara Anna Maria” boekhouders H. van der Sande Hz.
1853 t/m 1858 geen schip vermeld
1859 geen vermelding van kapitein
Vertmelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
375 1837-1841 kof de Maas Visser & Muller te Dordt
1842 geen opgave van schip en boekhouder
1843-1852 bark Clara Anna Maria H.v.d.Sande Hz te Dordt
128 1853 kof Waakzaamheid geen opgave
1854 geen opgave van schip en boekhouder
1855 stoomboten Amstel en Gouverneur geen opgave
van Ewyck
1856 stoomb. Ondine geen opgave
1857-1862 stoomb . Bérénice Kon.Ned.Stoomb.-Maatsch.,
te Amsterdam
1863 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
P.Bakema Berenice 01 maart 1860 01 december 1860
Berenice 12 februari 1861
Berenice 01 maart 1863
Bouma025 vermeldt P.J.Bakema als gezagvoerder gedurende:
* 1836 t/m 1842 van de kof “Maas”, gebouwd in 1829, geen bouwplaats vermeld, 55 ton o.m., varend voor Visser & Muller te Dordrecht;
* 1844 t/m 1852 van de bark “Clara Anna Maria”, gebouwd in 1842 te Dordrecht, 310 ton o.m., varend voor H.v/d Sande te Dordrecht;
* 1854 van de kof “Waakzaamheid”, geen vermelding van bouwplaats en -jaar, tonnage en reder;
* 1856 van het houten schroefstoomschip “Amstel”, gebouwd in 1855 te Frankrijk, 194 ton o.m., varend voor Paul van Vlissingen, Amsterd. Stoombootreederij, opgericht in 1825 te Amsterdam
* 1856 van de stoomschoener ”Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1857 van het schr.stoomschip “Ondine”, gebouwd in 1856 te Dumbarton, 287 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1858 t/m 1863 van het schroefstoomschip “Berenice”, gebouwd in 1857 te Dumbarton, 440 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout van Amsterdam 011a zijn monsterrollen van de “Maas”onder kapitein Pieter Josephus Bakema dd 16 september 1836 en 09 mei 1837.
Overige bijzonderheden
In 1849 maakte de bark “Clara Anna Maria” onder kapitein P.J.Bakema van 17 maart 1849-16 augustus 1851 een reis rond Kaap Hoorn.
“Het schip deed de ronding in één maand (juni) bezuiden Staten-eiland en de Diego Ramirez-eilanden om. In Valparaiso werden vooral planken en “kelders” jenever gelost, doch ook wat gevarieerde koopmansgoederen en enkele rijtuigen. Geladen werd wijn, spek en “ovenstenen” (grote bakstenen) voor Tahiti. Op Papeete werd leeggelost, waarbij alle zware uitrusting, zoals het geschut in het onderruim werd afgevierd om de stabiliteit te bewaren.
Vervolgens werd een flinke bodem ballaststenen ingenomen en afgetopt met een lading tripang (een soort zeekomkommer. Chinese lekkernij) voor Macao en Whampoa. Daar kon na veel ambtelijk oponthoud worden uitgelost, terwijl inheemse timmerlieden een nieuwe sloep bouwden en een nieuw galjoen aanzetten omdat het oude bij Kaap Hoorn was weggeslagen.
Geladen werd vervolgens gember, anijs, castor-olie, e.d., alsmede de bagage van 52 Chinese dekpassagiers voor Batavia, met welke bestemming de “Clara Anna Maria” weer terug was op voor haar vertrouwd gebied.”007.
Zie ook refrentie 121.
Van Blokland-Visser064 vermeldt o.a. de volgende gegevens:
MRD = Monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
In 1837/41 is hij kapitein op het kofschip “DE MAAS” (61 last) varend voor reder Visser en Muller te Dordrecht.
Op 13 februari 1843 (MRD nr 1147) is hij de eerste kapitein voor een gage van f 100,- per maand op de nieuwe bark “Clara Anna Maria” en vertrekt met 16 man naar Batavia / Calcutta / China. Hij keert weer terug in Holland op 18 juli 1844.
Vervolgens maakte hij met dit schip nog 4 reizen en wel:
vertrek op 2 november 1844 naar China/Batavia/ Rotterdam en terug op 7 mei 1846;
vertrek op 28 juli 1846 naar China en terug op 10 juli 1847;
vertrek op 28 september 1847 naar Batavia en terug op 24 november 1848;
vertrek op 17 maart 1849 naar Lima en terug op 16 augustus 1851. Bij dezee reis is hij ruim 2 jaar weggeweest
In 1856 is hij kapitein op het ss “Amstel” en in de periode 1858 / 1863 het ss “Bernice”.
Familiegegevens en opleiding
De BS-gegevens leveren verwarring op omdat Hidde zich ook presenteerde met de naam Hendrik, terwijl hij een jongere broer had die Hendrik heette.
De navolgende genealogie presenteer ik met voorbehoud.
Hidde Foekes Zeijlstra werd geboren te Amsterdam op 12 juni 1813 ’s avonds 09 uur aan boord van het schip “Anna” liggende aan de Nieuwe Stadsherberg als zoon van de particulier schipper Foeke Hiddes Zeijlstra en Pietertje Hendriks Trip. Getuigen bij de aangifte waren Ocke Ages Oudenwagen en Dirk Jansen Koger uit Texel, t’Oude Schild nr. 153. Beiden waren schipper. Hidde was de oudere broer van de koopvaardijkapitein Hendrik Zeijlstra die in 1816 werd geboren (zie aldaar)
Hidde trouwde te Amsterdam op 24 juni 1835 als zeeman, 22 jaar met Johanna Susanna Hop Hallewas, zonder beroep, 19 jaar, geboren te Amsterdam op 14 september 1815 ’s avonds om 7 uur als dochter van Pieter Hop Hallewas, scheepstimmerman, en Johanna Barbara van der Wees. Haar overlijden niet gevonden in Amsterdam.
Het huwelijk werd ontbonden op 07 maart 1843.
Hidde Foekes Zeylstra (“zich schrijvende Hendrik Foekes Zeylstra”) hertrouwde met Hendrikje Jans Duinker geboren te Texel op 13 januari 1812. Een huwelijksakte heb ik niet gevonden maar een bevestiging van dat huwelijk is een overlijdensakte van een zuigeling in 1848 te Den Helder waar als haar ouders Hendrik Jans Zeijlstra en Hendrikje Jans Duinker worden genoemd. Een overlijdensakte van Hendrikje Jans heb ik niet gevonden.
De woonplaats Den Helder wordt bevestigd in het Amsterdamse Bevolkingsregister1850-1852 waarin staat vermeld dat Hidde Zeijlstra, wonende op de Gelderse Kade, geboren 12 juni 1812, gehuwd, Nederduits Hervormd, koopvaardijkapitein, gevestigd op 10 oktober 1852, gekomen van Den Helder.
Hidde trouwde voor een derde maal op 08 december 1864 te Amsterdam met Swaantje Stemfoort, geboren te Nieuwe Pekela op 09 mei 1818 als dochter van de koopman Hendrik Stemfoort en Jantje Jannes Polter. Swaantje was de weduwe van Andreas Therkildsen, geboren te Gormer, Jutland, Denemarken als zoon van Therkild Jörgensen en Anna Hiord.
Geen overlijdensakten gevonden van Hidde/Hendrik en Swaantje,maar gezien een opmerking in de notulen van Zeemanshoop in ieder geval na 1889.
Hendrik Zeijlstra uit Amsterdam werd per 05 februari 1827 “ingenomen” als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij was toen 13½ jaar, 1 el/53 duim en gevaccineerd. Volgens het geboorteextract nr. 1614 werd hij geboren op 12 juni 1813 als zoon van Foeke Hidde Zeijlstra en Pietertje Hendriks Trip, beide uit Stavoren en gereformeerd. Bij de inschrijving waren beide ouders nog in leven en de vader kapitein bij de “commoriseerende zeevaart” (i.c. de koopvaardij).
Van de schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden over de periode 01 april 1827 t/m januari 1831 in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (Nederlandss, Engels en Frans) en scheepswerk. Voorts is vermeld:
16 mei 1828 “heeft bij zijn vader zijnde het ongeluk gehad door een val zijn dijbeen te breken, is bij zijn vader verbleven, dewelke voor de genezing de nodige zorg zal dragen”;
maart 1830 “als Lidmaat der Nederd. Hervormde Gemeente aangenomen”;
15 dec. 1830 “geplaatst als derde Stuurman op het schip Henriette en Betsy kapt. P.H.Bos naar Suriname. Gagie f 24,-;
02 aug. 1831 “terug van de reis”
03 aug. 1831 “honorair ontslagen”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.F.Zeijlstra (adres Buitenkent bij de Kweekschool in Amsterdam) werd met vlagnummer 540 per 30 juni 1840 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein F.H.Zeijlstra. Als zijn schip is genoemd de “Anna Maria Henriëtta”002 Ten tijde van de inschrijving waren Zeijlstra en zijn vrouw 32 resp. 33 jaar. Ingeschreven staan tevens 4 dochters uit 1836, 1837, Susanna uit 1840 en Anna uit 1846002a
In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 23/30 juni 1840 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hidde Foeke Zeijlstra, oud 27 jaar, voerend de bark “Anna Maria Henriëtta”, wonend in de Groote Oosterburgerstraat 81 te Amsterdam, op voordracht van F.H.Zeijlstra. Hij kreeg vlagnummer 540023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 juni 1862 staat de mededeling dat H.F.Zeijlstra “bedankende voor het Effectief Lidmaatschap doch verzoekende Honorair Lid te worden met behoud van de Nummervlag, welk verzoek, zoals het is gedaan niet is toegestaan.”
Hidde werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 februari 1849.003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 mei 1842 staat een “Brief van H.F.Zeylstra wegens de gelden die bij zijn overlijden zouden kunnen komen aan zijne vrouw met welke hij in proces van echtscheiding leeft. Besloten hem te antwoorden dat indien hij vóór de echtscheiding komt te sterven zijne vrouw recht op uitkeering heeft doch hetzelve na die echtscheiding verliest”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van 05 juni 1862 van Zeemanshoop vraagt H.F.Zeijlstra zijn effectieve lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap maar met behoud van het recht van voeren van de vlag. Het Bestuur weigert dit op grond van de reglementen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 september 1862 wordt een brief gemeld van H.F.Zeijlstra “dat hij als vroeger effectief lid wenscht te blijven”.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 december 1888 vraagt kapitein H.F.Zeijlstra om een uitkering welke hem in de vergadering van 03 januari 1889 wordt toegekend ingaande 01 februari 1889042
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 januari 1889 (Stadsarchief Amsterdam 491-41) is een onderzoeksverslag dd 28 december 1888 naar het verzoek om onderstand van Hidde Foekes Zeijlstra. De onderzoekscommissie berzocht de Baarsjesweg 79 te Amsterdam de “nederige doch nette woning op de derde verdieping waar hij met zijne even hoogbejaarde vrouw sedert geruime tijd woont.” Kapitein Zeijlstra heeft altijd aan zijn finantiéle verplichtingen voldaan en ingebracht f 3295,75½ “en daarin zeker tot de zeldzaamheden behoort” Hij heeft lange tijd vanaf zijn 60ste jaar (hij is nu 75) geen recht op onderstand doen gelden, maar de nood is nu hoog geworden. De Commissie adviseert hem een uitkering te geven.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 juli 1873 staat vermeld een: “Brief van H.F.Zeylstra te Driebergen uitkeering verzoekende van het hem toekomende wegens meerderjarigheid; welke aanvrage is gesteld in handen van H.H.Penningmeesteren ter uitvoering023 (wellicht slaat de term “meerderjarigheid” op het bereiken van de pensioenleeftijd)
In de notulen dd 22 januari 1889 van de Algemene Vergadering staat een verzoek om toekenning van een gratificatie van kapitein H.F.Zeijlstra.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlag jaren type scheepsnaam reden/boekhouder
540 1840-1853 bark Anna Maria Henriëtta T.van Schaak
225 1854-1855 bark De Zwaan H.G.Croockewit
1856-1857 ss Gouverneur van Ewijck geen opgave
1858-1860 ss Gouverneur van Ewijck St.Schroef Sch.Reederij
1861-1866 ss Vesta Kon.Nederl.Stoomb.Mij
1867-1896 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.F.Bouma als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1854 van de bark “Anna Maria Henriëtta”, op 13 mei 1840 van stapel gelopen, 326 ton o.m., varend voor T.van Schaak te Amsterdam;
* 1855 t/m 1856 van de bark “Zwaan”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 494 ton o.m., varend voor H.G.Croockewit te Amsterdam;
* 1857 t/m 1862 van de stoomschoener “Gouverneur van Ewijck, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1862 t/m 1867 van het ijzeren schroefstoomschip “Vesta”, ex Pauline, gebouwd in 1857 te Hartlepool, 305 ton o.m., varend voor de KNSM C.A. van Hemert & M.H.Insinger te Amsterdam
Het Amsterdamse Archief van de Waterrschout bevat een monsterrol i.c.:
Archiefnr. 38-125: 02 december1825; fregat “Christina Bernardina”, kapitein Hein Hiddes Zeijlstra, bestemming Batavia, boekhouder G.J.Franck, 21 bemanningsleden: stuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, ondertimmerman, bootsmansmaat, kok, zeilemaker, 7 matrozen, 2 ligtmatrozen, hofmeester, koksmaat, 2 kajuitwachters waaronder Hidde Foekes Zeijlstra uit Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein W.Welman als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1861 op het houten schroefstoomschip “Amstel”, gebouwd in 1855 in Frankrijk, 194 ton o.m., varend voor Paul van Vlissingen, Amsterdamsche Stoombootrederij, opgericht in 1825;
* 1862 het schroefstoomschip “Amsterdam”, gebouwd in 1853 te Rostock, 221 ton, varend voor de Amsterdamsche Stoombootmaatschappij. Paul van Vlissingen;
* 1867 t/m 1868 van de ijzeren raderstoomboot “Stoomvaart 2”, gebouwd in 1855 te Amsterdam, 507 ton o.m., varend voor de Amsterd. Stoomb. Reederij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1865 t/m 1867 op de “Amstel” (zie hiervoor) en voor dezelfde reder. In 1869 was het schip overgegaan naar M.S.Springer & J.Stuerman te Amsterdam en werd het verbouwd tot een 3/m schip.
Overige bijzonderheden
Kapitein ss "GOUVERNEUR VAN EWIJCK " Id 8197.
Varend voor Paul van Vlissingen Amsterdam in 1861. JS 22223.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Visser Pz (adres Gemmening & Penning) werd met vlagnummer 399 per 20 maart 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.Visser. Als zijn schip is vermeld “de Vrouw Anna”. Toegevoegd is “bedankt” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 13/20 maart 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Tijs Visser Pietersz, 25 jaar, voerend de smak “Vrouw Anna”, wonende op Terschelling, met adres Gemmering & Penning te Amsterdam op voordracht van kapitein P.Visser. Hij kreeg vlagnummer 399023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
399 1838 smak de Vrouw Anna geen opgave
1839-1849 kof Bernard en Eliza J.van Leeuwen te Alkmaar
1850-1852 schoner Industrie W.Ruys JDz te Rotterdam
1852-1853 bark Jeannette idem
143 1854-1859 bark Jeannette idem
1860-1861 geen vermelding van schip en boekhouder
1862-1863 stoomsch. Gouverneur van Ewijck Paul van Vlissingen
1864 geen vermelding van schip en boekhouder
T.Visser Pz. was van 1851-1853 gezagvoerder van de schoenerbrik de "Industrie", 250 ton, als eerste ijzeren zeilschip gebouwd bij Fop Smit aan de Kinderdijk voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. "... in 1851 op weg van Callao naar Cowes noodweer, waarbij masten en tuigage verloren gingen; onder noodtuig werd Rio de Janeiro bereikt op 21 augustus 1851, alwaar gerepareerd; ..."024 en 025.
T.Visser was van 1858-1860 gezagvoerde van de bark "Jeannette", 652 ton, in 1841/1842 gebouwd bij Corns.Gips & Zn. te Dordrecht als "Borneo" en overgenomen en herdoopt door rederij W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. "In 1859 door noodweer zwaar beschadigd op reis van Java naar Rotterdam; Port Louis, Mauritius, werd aangedaan als noodhaven; na reparatie heeft het schip blijkbaar de reis kunnen voortzetten, daar het in augustus 1860 voor ¦11.350,- werd verkocht aan Fop Smit, Kinderdijk - nieuwe naam: Admiraal Metlin; in 1863 gesloopt"024 en 025.
Bouma025 vermeldt T.Pz Visser als gezagvoerder van/in:
* 1839 van de smak “Vrouw Anna”, gebouwd in 1820, bouwplaats niet vermeld, 80 ton, varend voor J. van Leeuwen te Terschelling;
* 1843 t/m 1847 van de kof “Bernhard en Elise”, gebouwd in 1839 te Nieuwendam, 100 ton o.m., varend voor J. van Leeuwen te Alkmaar;
* 1848 t/m 1852 van hetzelfde schip maar nu varend voor F.G. de Weijer te Amsterdam;
* 1851 t/m 1852 van de ijzeren 2/msch. “Industrie”, gebouwd in 1847 te Kinderdijk, 224 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
Overlap in vaarperioden.
* 1853 van de bark “Jeannette” ex Borneo, gebouwd in 1842 te Dordrecht, 652 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam;
* 1858 t/m 1860 van de bark “Jeannette” ex Borneo, gebouwd in 1842 te Dordrecht, 652 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam. Het schip lag in 1860 voor reparatie te Mauritius en voer in 1861 voor Fop Smit te Kinderdijk, herdoopt in “Admiraal Metlin”;
* 1863 t/m 1864 van de stoomschoener`” Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
Algemeen Handelsblad 11 december 1854 rubriek Binnenland
“Het schip Jeannette, kapt. T.Visser, van Sunderland naar Batavia is, volgens telegrafisch berigt van Londen, op de Theems lek binnengeloopen.”
Ik heb enige twijfels over de identiteit van T.Pz Visser, en wel omdat hij de carriërre gemaakt zou hebben van gezagvoerder van een smak tot die van een bark, varend op Indië. Zie ook de overlap in vaarperiode van de “Bernard en Elise” en de “Industrie”. Is er sprake van twee personen met dezelfde initialen? De opsomming in de lijsten van Zeemanshoop001, zoals aan het begin van deze pagina, spreekt mijn twijfel echter tegen.
De brigantijn “Industrie” onder kapitein Thijs Visser verliet Deal op 15 oktober 1850 en bereikte via Kaap Hoorn op 11 januari 1851 Valparaiso. Via dezelfde route keerde het op 19 december 1851 terug in Cowes. Voor Rio de Janeiro staat schade genoteerd.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein H.H.Pieper als gezagvoerder gedurende:
* 1861 op het schroefstoomschip “Amsterdam”, gebouwd in 1853 te Rostock, 221 ton, varend voor de Amsterdamsche Stoombootmaatschappij. Paul van Vlissingen;
* 1865 van de stoomschoener`” Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.Nannings als gezagvoerder gedurende:
1863 op het houten schroefstoomschip, 60 pk, “Jonge Paul” ex Willem de Eersten, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 487 ton o.m., varend voor de Amsterdamsche Stoomboot Maatschappij, Paul van Vlissingen te Amsterdam;
1865 van de ijzeren raderstoomboot “Stoomvaart 2”, gebouwd in 1855 te Amsterdam, 507 ton o.m., varend voor de Amsterd. Stoomb. Reederij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
1866 t/m 1868 van de stoomschoener‘” Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
1880 t/m 1884 op het ijzeren fregat met hulpstoom “Utrecht”, gebouwd in 1868 te Bolnes (op de werf van de Gebr. Pot), 2009 ton o.m.-80 pk, varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam. In 1870 was de machine uitgenomen.
Overige bijzonderheden
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.74-75 Salpeteroorlog tussen Chili, Bolivia en Peru. 1879-1883 Afiena, Johanna en Maria, Utrecht, Helena.
Het fregat “ Utrecht” onder kapitein F.Nannings werd geregistreerd te Penag op 23 oktober 1881, te San Francisco van 02 maart tot 15 april,te Dublin op 05 september 1881, te Penarth op 20 januari 1882, vanwaar naar San Francisco werd gezeild. Vervolgens is het op 09 april 1882 te Stanley gemeld met tevens schade aan tuig en roer. En teslotte een verblijf op 16 december te San Francisco en vertrek naar Liverpool op 27 januari 1883.
Nannings Jonge Paul van Koninsbergen herwaarts 7 Decbr (1863) bij het eiland Juist verongelukt.
Uit “Assurantie vennootschap tegen zeeschade 1843-1889”Stadsarchief Amsterdam 642-17.
Familiegegevens en opleiding
Te Amsterdam geen huwelijk gevonden tussen 1853-1882.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Ascherman als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1874 van de stoomschoener`” Gouverneur van Ewijck”, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam. Het schip ging in 1875 over naar G.A.Cramer te Amsterdam, verbouwd tot 3/m schoener en herdoopt in “De Haan”;
* 1873 t/m 1877 van het ijzeren raderstoomschip “Prins van Oranje”, gebouwdd in 1852 te Amsterdam, 160 ton o.m., varend voor de Amsterdamsche Stoomboot Reederij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1878 t/m 1881 van hetzelfde schip maar nu varend voor Joh.Ooms Ez & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1881 verkocht en gesloopt.
Overige bijzonderheden
Gens Nostra 60(6);2005, p.338:
Bij een portret van Johannes Ferdiand Josephus Karthuis staat vermeld, dat zijn vrouw Maria Anna Christina Melchers, varend van Semarang naar Nederland, (1828-1877) “op de Middellandse Zee ter hoogte van Mallorca, aan boord van het stoomschip “Prins van Oranje” is overleden als eersta klas passagier,
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Klaas Visser werd per 18 november 1857 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman (schip niet genoemd). Zijn contributie werd voldaan door zijn vrouw Grietje Huitema, geboren 22 april 1828. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind (naam niet genoemd, geb. 09 augustus 1857). Hij werd overgeschreven naar de eerste klasse met vlagnummer 005029-fol.023.
Klaas R.Visser werd per 16 maart 1871 met vlagnummer H5 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was "de Haan", boekhouder G.A.Kramer te Amsterdam. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Grietje Huitema, geboortedatum niet vermeld.
Klaas R.Visser, 67 jaar, wonende te Amsterdam, verzocht in de herfst van 1896 om een uitkering van ¦600,- uit te betalen in 8 halfjaarlijkse termijnen. Daartoe werd toestemming verleend028-fol.129.
Op 24 februari 1894 adresseerde het College een brief inzake contributiebetaling aan K.P.Visser, Groote Wittenburgerstraat 791 voor te Amsterdam. Brieven dd.09 maart en 29 juni 1896 waren gericht aan hetzelfde adres. De laatste brief betrof een vrijstelling van contributiebetaling033.
K.Visser was met vlagnummer H5 lid van het College in de periode 1871-1902034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnr periode type naam van het schip boekhouder/reder
H5 1872-1876 2/m sch. de Haan (ex Goeverneur van Ewijk) G.A.Cramer, Amsterdam
1877 2/m sch. de Haan (ex Goeverneur van Ewijk) Cramer, Haighton & Co, Harlingen
1879 bark Emma (ex Elisabeth, ex Helios) Jan Foekens, Harlingen
1880-1882 sch.br. Willem Zeilmaker & Co, Harlingen
1885-1886 sch. Maria J.van Oven, Amsterdam
1887-1891 brik Nerva (ex Idelette) Bouwmeester, Borsius & van der Leijé,
Middelburg
1901-1902 bark Ems J.J.Wegener, Groningen
K.R.Visser was van 1881-1883 kapitein van de houten topzeilschoener “Willem”, gebouwd als schoenerbrik in 1853 door D.& L.Alta te Harlingen, 194 (171) ton, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. 025.
Bouma025 vermeldt K.R.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1875 t/m 1876 van het 3/msch “De Haan”, ex Gouverneur van Ewijck, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor G.A.Cramer te Amsterdam;
* 1877 voor hetzelfde schip maar nu varend voor de erven G.A.Cramer te Amsterdam;
* 1878 voor hetzelfde schip maar nu varend voor voor Cramer, Haighton & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1878 te Dagerort afgekeurd;
* 1880 van de bark “Emma” ex Elisabeth” ex Helios, gebouwd in 1852, bouwlocatie niet vermeld, 285 ton o.m., varend voor J.Foekens te Harlingen. Het schip is bij Domesnaes gestrand;
* 1881 t/m 1883 van de brik “Willem”, gebouwd in 1853 te Harlingen, 191 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in 1883 op reis van Dundee naar Memel verlaten;
* 1886 t/m 1887 van de 2/msch “Maria”, gebouwd in 1860 te Veendam, 148 ton o.m., varend voor J. van Oven C.A.z te Amsterdam;
* 1888 t/m 1892 van de brik “Nerva” ex Idelette, gebouwd in 1866 te Prince Edward Island, 298 ton o.m., varend voor den Bouwmeester Borsius & v.d Leyer te Middelburg. Het schip werd in 1894 gesloopt.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”
Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp
p.320 In een monsterrol te Harlingen dd 1861 (geen nadere datum vermeld) van de pink “Dirkje Adema” onder commandeur Hendrik Wildts wordt vermeld als “1st mate” Klaas Visser uit Harlingen , 32 jaar.
In een overeenkomstige rol uit 1862 staat hij als “1st mate” Klaas R.Visser, 33 jaar uit Harlingen
|