Inloggen
WILLEM DE CLERCQ - ID 8111


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1845-08-27 / 1863-07-05 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1845
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: wood, copper nailed
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Commerciewerf (scheepsbouwmeester C. Mak), Zierikzee, Zeeland, Netherlands
Launch Date: 1845-06-06
Delivery Date: 1845-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 613.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 324.00 lasts
 
Length 1: 37.20 Meters Registered
Beam: 6.72 Meters Registered
Depth: 5.49 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1845
Datum agenda: 1845-08-27
Register nr: 18450516
Scheepsnaam: WILLEM DE CLERCQ
Type: Bark
Lasten: 324
Gebouwd in provincie: Zeeland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Boissevain & Co.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Hoek, J.C.
Opmerkingen: een zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1845-00-00 WILLEM DE CLERCQ
Manager: Firma Boissevain & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1861-00-00 TJILINGSIE
Manager: Arnold & Zonen (Jan Willem Arnold & zonen), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Arnold & Zonen (Jan Willem Arnold & zonen), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

BIJLAGE bij acte 23 van 1845                               Barkschip WILLEM DE CLERCQ

Lijst van eigenaren:

Cornelis Smit, Alblasserdam:                                ( 20/40e part)

Walraven van Heukelom, Amsterdam                   (2/40e part)

J. Bosscha, Amsterdam                                        (2/40e part)

R.J. van der Meulen, Amsterdam                         (2/40e part)

Firma Schimmelpennink& Kruimel, Amsterdam    (2/40e part)

P. van Eeghen, Amsterdam                                  (1/40e part)

Firma Van Vollenhoven &Co., Amsterdam           (1/40e part)

Zacharias Kemper, Amsterdam                            (1/40e part)

Mr. G.K. Falck, Nunspeet                                      (1/40e part)

Frans Keller, Zierikzee                                          (1/40e part)

Willem Degnus de Jonge, Zierikzee                     (1/40e part)

Teunis Voorbeijtel, Oost-Duiveland                      (1/40e part)

Wed. O.W. Falck, geboren Walland, Utrecht       (1/40e part)

Jonkvrouw M.E. van Staphorst, Utrecht               (1/40e part)

Firma Boissevain &Co., Amsterdam                    (boekhouders en 3/40e part)

Ship Events Data

1859-11-21: Sold at auction
NRC 101159 Advertentie. J. Corver, H.J. Rietveld, G.J. Boelen en W. Bakker B.zn, makelaars, zullen op maandag 21 november 1859, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, ten overstaan van de notaris J.B. van Houten, verkopen: een extra ordinair, welbezeild, gekoperd en kopervast Barkschip, genaamd WILLEM DE CLERCQ, varende onder Nederlandse vlag en gevoerd door kapt. P. Ouwehand, volgens Nederlandse meetbrief lang 37 el 20 duim, wijd 6 el 72 duim, hol 5 el 49 duim en alzo gemeten op 610 tonnen of 322 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars en de cargadoors Floris der Kinderen en Zoon en Jan Corver en Co.
1863-00-00: Final Fate: Condemned

Afgekeurd op Mauritius.

NRC 080763 Mauritius, 5 juni. Met averij zijn alhier binnengelopen, de volgende Nederlandse schepen, als: (o.a.)
- De 2e juni de bark TJILINGSIE, kapt. Ouwehand, van Akyab naar Falmouth. Deze bodem heeft 18 mei op 14˚ZB en 78˚OL een orkaan doorgestaan, daarin een zwaar lek bekomen, het roer gebroken, veel zeilen verloren, 270 balen rijst over boord geworpen en meer andere schade bekomen. De lading wordt zwaar beschadigd gelost, daar er ruim 7 voet water in het ruim gestaan heeft.

Amsterdam, 7 Julij Het schip TJIELINGSIE, kapitein P. Ouwehand, van Akyab naar Falmouth, te Mauritius binnengeloopen (zie ons vorig N.°), heeft, volgens brief van den kapit. dd. 6 junij, het roer gebroken, veel zeilen verloren, 270 balen rijst over boord geworpen en meer andere schade bekomen; de lading werd zwaar beschadigd gelost, hebbende ruim 7 voeten water in het ruim gehad. Rotterdamsche Courant, 08-07-1863 [PI]

Amsterdam 6 aug. De Ned. bark TJIELINGSTE, kapitein Ouwehand, van Akyab naar Falmouth, met schade te Mauritius binnengeloopen (bev. gemeld), is, volgens brief van daar van den 5 julij, afgekeurd en zou verkocht worden; het onbeschadigde gedeelte der lading, 3550 balen rijst, zou in het schip ORMUS, kapit. Gill, overgescheept worden.
Rotterdamsche Courant, 07-08-1863 [PI]

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jacob Cornelisz Hoek werd geboren te Katwijk op 27 april 1815 als zoon van Cornelis Hoek en Jacoba de Reus.

Hij trouwde te Katwijk in 1840 met Zoetje Jacobsd. van Duijn, geboren op 10 juni 1819 te Katwijk aan Zee en overleden 21 juli 1894.118.

Hij overleed op 21 februari 1852 op de Indische Oceaan. 054-065.

“In 1841 wordt hij op de thuisreis kapitein op het nieuwe, 400 last metende, barkschip Stad Zierikzee als plaatsvervanger van de door ziekte op St.Helena achterblijvende kapitein Sass, het schip strandt december 1841 op de zandbank Onrust (voor de Zeeuwse kust) en vergaat. 1842 Wordt hij kapitein op de nieuwe, in 1842 op de stadswerf van Zierikzee gebouwde, 323 last metende bark Stad Zierikzee, rond 1844 wordt hij gezagvoerder van de 400 last metende bark Willem de Clercq van de rederij Boissevain. In 1843 wordt hij bij het overlijden van zijn zoontje Jacob koopvaardij-kapitein genoemd. Overleden in 1852 als gezagvoerder van de bark Willem de Clercq, zijn stoffelijk overschot werd uit de Indische Oceaan meegebracht en op 19-06-1852 te Katwijk begraven.054-065.

 

Zie ook bij Overige bijzonderheden

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Hoek (adres Boissevain & Kooy) werd met nr. 696 effectief lid van Zeemanshoop per 24 september 1844 op voospraak van kapitein P.S.Matzen. Zijn schip ten tijde van de aanmelding was de "Stad Zierikzee"002. Ten tijde van de inschrijving waren Hoek en zijn vrouw 29 resp. 25 jaar. Ingeschreven waren 3 zoons nl. Cornelis (1841), Jacob (1843) en Jacobus Nicolaas (1851)002a.

In de Algemene Vergaderingen van 17/24 september 1844 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Jacob Cornelis Hoek, oud 29 jaar, voerend de bark “Stad Zierikzee”, wonend te Katwijk aan Zee, adres bij Boissevain en Kooy te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.S.Matzen.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 augustus 1852 staat een verzoek om uitkering van de weduwe van kapitein J.C.Hoek, die haar in de vergadering van 30 september wordt toegekend ingaande 01 mei 1852.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1852 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein J.C.Hoek per 01 mei 1852 een uitkering is toegekend voor haar en 3 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       696                        1844-1851     bark                 Willem de Clerck                                 Boissevain & Co

 

Op 09 november 1847 vertrok van Batavia de bark "Willem de Clercq" onder kapitein J.C.Hoek, was op 05-06 januari 1858 bij St.Helena en arriveerde op 28 februari 1848 te Texel na een reis van 108 dagen026(38/299).

 

Bouma025 vermeldt J.C.Hoek als gezagvoerder gedurende:

*    1843-1844 van de bark “Stad Zierikzee, gebouwd in 1843 te Zierikzee, 750 ton o.m., varend voor C.M.Lesage ten Broek te Zierikzee;

*    1845-1852 van de bark “Willem de Clercq”, gebouwd in 1845 te Zierikzee, 613 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Jacob Hoek werd geboren te Katwijk op 27 april 1815 als zoon van Cornelis Kz Hoek (geb.c.1783) en Weijntje Schaap. Hij huwt op 02 augustus 1840 te Katwijk met de kapiteinsdochter Zoetje van Duyn. Het echtpaar kreeg vier kinderen: Cornelis, Jacob, Jacobus en Jacobus Nicolaas. Zoon Cornelis wordt later ook koopvaardijkapitein (zie aldaar). Jacob Cornelisz overlijdt op 27 februari 1852 aan cholera aan boord van zijn schip in de Indische wateren. Hij werd te Katwijk begraven. Zijn vrouw overleefde hem 42 jaar (overleden c.1894).

 “Jacob Hoek staat bij volkstelling van 1839, samen met zijn vader vermeld als zeeman. Aangenomen mag worden, dat hij de voor Katwijkse kapiteins gebruikelijke gang gemaakt heeft van lager onderwijs, aanmonstering bij de visserij of koopvaardij en vervolgens doorlopen van de rangen tot aan stuurman..In augustus 1841 keert Jacob Hoek als eerste stuurman met het nieuwe barkschip van 400 last de “Stad Zierikzee” terug uit Batavia. Op St.Helena moet kapitein Sass wegens ziekte achterblijven en Jacob Hoek neemt dan de kapiteinspositie over. De reis verloopt voorspoedig en hij komt begin december op de rede van Veere aan. Een plots opstekende storm doet het schip echter van zijn ankers slaan en veroorzaakt een stranding op de zandbank “Onrust” Het schip raakt de volgende dagen steeds meer lek. Aanvankelijk is de kapitein in onzekerheid hoe verder te handelen en vraagt hij advies aan de rechtbank in Middelburg. Als antwoord krijgt hij, dat de kapitein ieder moment gemachtigd is over schip en lading te beslissen. Hij weet dan via doortastend optreden nog ongeveer een derde deel van de lading te redden, plus de navigatie instrumenten, voor het schip helemaal uit elkaar slaat. (zie voor nadere bijzonderheden bij D.C.T.Sass, referentie 074)

Op de stadswerf van Zierikzee is in 1842 een nieuwe, iets kleinere (323 last) bark in aanbouw, opnieuw “Stad Zierikzee” geheten. Jacob Hoek krijgt na zijn optreden bij de ramp het vertrouwen van zijn reders en ontvangt een officiele aanstelling als kapitein.

Na twee jaar weer als kapitein gevaren te hebben met dit schip, kan hij overstappen naar een groter schip van 400 lasten, de “Willem de Clercq” bij Boissevain. Nu volgt ook de aanmelding bij het zeemanscollege Zeemanshoop. Onduidelijk is of hij op de kapiteinspositie terecht komt via Cornelis Smit, de scheepsbouwmeester met de helft van de scheepsaandelen, of via zijn schoonvader Jacob van Duyn, die met de “Lucipara” onder Boissevain en Kooy vaart.

Met de “Willem de Clercq” vaart Jacob Hoek zeven maal naar Indië, in zeven jaar. Zes keer betreft het een reis voor de NHM (=Nederlandsche Handels Maatschappij) en een keer een zgn tussenreis. Opvallend is, dat naast de gebruikelijke lading voor de NHM als koffie, suiker en rijst, het schip voor ongeveer een vierde deel lading voor rekening van Boissevain vervoert.    De bemanning is onder kapitein Hoek dalend van 26 naar 22 koppen en bestaat voornamelijk uit Zuidhollanders, met vijf Katwijkers

Eenmaal wordt Jacob Hoek als kapitein door Boissevain stevig op de vingers getikt, als hij met een gespleten grote mast binnen komt zeilen. Voor de volgende reis krijgt hij stalen masten geplaatst, die goed voldoen. Deze brengen onderweg echter wel de kompassen danig van slag, maar dit weet de kapitein goed op te lossen.”

Uit inventarislijsten is te zien dat Hoek goed is uitgerust met stuurmanshulpmiddelen, zoal chronometer, Azimuth kompas, zeemansalmanak, e.d. met vooral nauwkeurige kaarten van de Noordzee en Java en Sumatra.

Jacob Hoek heeft geen aandelen in het schip. Zijn verdiensten bestaan steeds uit gage en een percentage van de vracht- en passagierskosten als premie. Hoewel Boissevain niet bepaald een gulle boekhouder is  heeft Jacob Hoek er voldoende van over gehouden om zich een huis met een ruim erf te kunnen permitteren. Maar zijn erfenis blijft kennelijk bescheiden, want na zijn dood krijgt zijn vrouw een uitkering van ƒ 8,40 per maand uit het fonds van Zeemanshoop. (of die uitkering als een aanduiding van een bescheiden erfenis moet worden gezien, waag ik te betwijfelen: het fonds keerde uit naar rato van het aantal betaalde contributiejaren)050

 

“WILLEM DE CLERCQ

Op 6 juni 1845, ’s middags om half drie, werd op de Commerciewerf te water gelaten het barkschip Willem de Clercq. Het werd gebouwd voor rekening van rederij Boissevain in Amsterdam. Het schip werd niet in Zierikzee afgebouwd, maar in Alblasserdam. Daar verzorgde de scheepswerf van C.Smit het verdere werk aan deze bark.

Het schip werd genoemd naar de in 1844 overleden Willem de Clercq, zwager van reder Boissevain (hierna volgen een reeks genealogische bijzonderheden van de Clercq waarvoor ik naar de oorspronkelijke publicatie074 verwijs)

… De kosten van de bouw van de bark in Zierikzee bedroegen f 64.853,07½ . … Het bedrag voor de bouw van de bark werd bijeengebracht door middel van 40 aandelen van elk 3.350 gulden …

Op 12 september 1845 begon het schip, dat 613 ton groot was, aan zijn eerste reis naar Batavia. Gezagvoerder was J.C.Hoek uit Rotterdam. Op nieuwjaarsdag 1846 arriveerde het schip in het huidige Djakarta.

In acht jaar maakte het schip zijn bouwkosten goed. Over de eerste reis kon een winst van 900 gulden uitgekeerd worden per aandeel. Kapitein Hoek werd in 1852 opgevolgd door T.Ouwehand… “074.

 

“De ramp, die Zierikzee als thuishaven trof door het verongelukkken van de bark “Stad Zierikzee” in december 1841 zou spoedig worden “verzacht” door de bouw van een nieuw schip met dezelfde naam.

Er was geen sprake van, dat men bij de pakken ging neerzitten; reeds op 22 maart 1842 werd de kiel gelegd van wederom een bark, die evenals haar voorgangster bestemd zou worden voor de vaart op Oostindië. Het was voor Zierikzee een belevenis toen het schip in april 1843 te water kon worden gelaten al wijdde de Zierikzeesche Courant er slechts en kort bericht aan:

“Heden (den 15 April) is van dezer stadswerf met het beste gevolg te water gelaten het gekoperde en kopervaste tweedeks barkschip, genaamd de Stad Zierikzee, groot 400 Java-lasten, gebouwd door den scheepsbouwmeester C.Mak Cz, bestemd voor de vaart op Oost-Indiën en gevoerd zullende worden door kapitein J.C.Hoek.”

Na beëindiging van de afbou kon het schip begin september de rede van Zierikzee verlaten met bestemming Batavia! De mededeling daarover in de eerder genoemde krant is wederom uiterst summier: “Heden is van deze reede naar zee gezeild: het barkschip de Stad Zierikzee, kapitein J.C.Hoek, van deze stad naar Batavia bestemd.” Het beicht was 2 september 1843 gedateerd. De reis verliep voorspoedig; na vierennegentig dagen werd de rede van Batavia bereikt. Het schip had uitstekend voldaan en de bemanning verkeerde bij aankomst in goede welstand.

Met een lading koffie en suiker werd de terugreis ondernomen: in juni 1844 was men in Zeeland terug. Uit en thuis binnen negen maanden! de aandeelhouders waren meer dan tevreden. Volgende reizen waren onder kapitein Ochtman. Zie aldaar.074.

 

 

Datum vanaf: 1845
Kapitein: Hoek, Jacob Cornelisz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Pieter Dirksz Ouwehand is geboren op 07 juli 1817 te Katwijk als zoon van Dirk Willemsz Ouwehand en Dirkje Cornelisd. van den Bergh.

Hij trouwde te Katwijk in 1844 met Niesje Maartensd. Schaap

Hij overleed ter plaatse op 04 augustus 1890.

Hij was gezagvoerder van 1853-1860 op de bark Willem de Clercq, van 1860-1863 op de bark Tjielingsie (ex Willem de Clercq - te Mauritius afgekeurd!), van 1865-1870 op de Tjilingsie (2) (ex Pieter Schoenmaker) en van 1870-1876 op het fregat Jan Pieterszoon Koen (ex Anthonie van Hoboken). Ook in 1877 staat hij nog vermeld als kapitein. Hij voerde de Rotterdamse collegevlag nummer R144 van de “Maarschappij tot Nut der Zeevaart”.

De publicatie bevat een portret van Pieter Dirtksz Ouwehand054-113.

Pieter Ouwehand werd geboren op 07 jul;i 1817 te Katwijk aan Zee als zoon van Dirk Willemsz. Ouwehand, koopvaardijkapitein, en Dirkje van den Bergh.

Hij trouwde in 1844 met Niesje Maartensd. Schaap.

Hij overleed op 04 augustus 1890005

 

In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P. Ouwehand was met vlagnummer R144 in de periode 1857 t/m 1890 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart005

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1890 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1890 is overleden. Hij was toen “trekkend lid”, dwz dat hij een uitkering van de Maatschappij genoot, vanwege ouderdom (>65 jaar) en/of gebreken058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein P.Ouwehand met vlagnummer R144 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1858, 1859           bark “Willem de Clercq”                            324 last              varend voor Boissevain & Co te Amsterdam

1862                      bark “Tji(e)lingsie”                                      324 last              varend voor Arnold & Zoon te Amsterdam

1863, 1864           geen schip en boekhouder vermeld

1865                      bark “Tji(e)lingsie”                                      360 last              varend voor Gebr. Arnold (te ?)

1866, 1867           bark “Tji(e)linsie”                                        360 last              varend voor Arnold & Zoon (te ?)

1874                      fregat “Jan Pietersz. Koen”                        409 last              varend voor Boissevain & Co te Amsterdam

1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888                           geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

P.Ouwehand                     Tielinsie                                    08 maart 1860        31 januari 1861

                                            Tielinsie                                    30 juni 1862            niet vermeld

 

Bouma vermeldt P.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:

*    1853 t/m 1861 op de bark “Willem de Clercq”, gebouwd in 1845 te Zierikzee, 613 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam; (“Op 21 november 1859 werd de bark op een veiling in Amsterdam voor 17.800 gulden verkocht aan rederij Arnold & Zoon. In 1860 werd het schip omgedoopt in Tjielinsie. In 1863 volgde het einde; de bark werd afgekeurd en gesloopt.”074.

*    1861 t/m 1863 op de bark “Tjilingsie” ex Willem de Clercq, varend voor Arnold & Co te Amsterdam. Het schip wordt in 1863 afgekeurd te Mauritius;

*    1865 t/m 1869 op de bark “Tjilingsie” ex Pieter Schoenmaker, gebouwd in 1856 te Vlaardingen, 690 ton o.m., varend voor Arnold & Zn te Alkmaar;

*    1870 van hetzelfde schip en dezelfde reeder, maar nu varend vanuit Amsterdam;

*    1871 t/m 1876 op het fregat “Jan Pieterszoon Koen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

De helft van de scheepsaandelen van de “Willem de Clercq” is in handen van de scheepsbouwmeester Cornelis Smit. Hoewel de uiteindelijke kapiteinsaanstellingen bij de reder Boissevain & Co te Amsterdam bij de rederij ligt wendde Ouwehand zich in 1852 met succes in eerste instantie tot Cornelis Smit om de kapiteinspositie te verwerven050.

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Ouwehand, Pieter Dirksz
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: WILLEM DE CLERQ, aquarel gemaakt in 1849, kapitein J.C. Hoek (vlagnummer 696)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Teupken Jr., Dirk Antoon (1828-1859)
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1845

AH 270845            
Advertentie. Tegen 10 september 1845 zal van Rotterdam naar Batavia vertrekken, het nieuw gebouwd gekoperd driemast barkschip WILLEM DE CLERCQ, gevoerd door kapt. J.C. Hoek. Voor goederen of passagiers gelieve men zich te adresseren aan de reders Boissevain &Co. te Amsterdam, de cargadoors Kuyper, Van Dam en Smeer te Rotterdam of de cargadoors Floris der Kinderen en Zn. en Jan Corver & Co. te Amsterdam.
NRC 050945          
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers, waartoe hetzelve bijzonder is ingericht, het nieuwgebouwd, snelzeilend Nederlands gekoperd barkschip WILLEM DE CLERCQ, kapt. J.C. Hoek, om tegen de 10e september te vertrekken. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig&Blokhuyzen alhier, of bij de reders de heren Boissevain &Co. en de cargadoors Floris der Kinderen & Zoon en Jan Corver &Co., alle te Amsterdam. (opm: eerste reis van dit nieuwe schip)

1847

JC 071147              
Batavia, 5 november. Heden is hier aangekomen de Nederlandse bark WILLEM DE CLERCQ, kapt. J.C. Hoek, vertrokken van Amsterdam de 24e juli.
JC 091047              
Batavia, 7 oktober. De 6e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse bark WILLEM DE CLERCQ, kapt. J.C. Hoek, de 17e juni vertrokken van Amsterdam.

1848

DC 081048             
Dordrecht, 27 oktober. Volgens berichten van Batavia lopende tot 25 augustus per overlandmail ontvangen, werden er volstrekt geen vrachten aangeboden en zijn dezelve als nominaal te beschouwen, men bespeurt bij de agenten der schepen die op avontuur waren uitgekomen, weinig lust tot inkopen. De schepen de VIER GEBROEDERS, IDA ELISABETH, HARMONIE, WILLEM DE CLERQ, AGNETA en GRAAF VAN NASSAU lagen nog zonder bepaalde bestemming. Het schip MR. CORNELIS HAGA zal naar China vertrekken.

1851

NRC 250651          
Rotterdam 24 juni. Door de Nederlandsche HandelMaatschappij zijn op heden de volgende schepen bevracht: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.) WILLEM DE CLERCQ, kapt. J.C. Hoek

1853

NRC 160453          
Batavia, 24 februari. Scheepsvrachten. In de laatste dagen zijn nog gearriveerd de NIJVERHEID van Rotterdam en de WILLEM DE CLERCQ van Liverpool.
NRC 170553          
Batavia, 26 maart. Vrachten houden zich ferm en worden disponibele schepen nog met verlangen tegemoet gezien. De WILLEM DE CLERCQ zeilde met een gedeelte der aangebrachte lading naar Soerabaija, en heeft alhier de aangeboden vracht niet willen aannemen.

1855

NRC 270555          
Rotterdam, 26 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 36 schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.) WILLEM DE CLERCQ, kapt. P. Ouwehand

1858

NRC 160758          
Rotterdam, 15 juli. Door de Nederlandse HandelMaatschappij zijn bevracht de volgende 7 schepen: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.) WILLEM DE CLERQ, kapt. P. Ouwehand

1859

NRC 090959          
Rotterdam, 8 september. De schepen IMMAGONDA SARA CLASINA, kapt. Van Gijzel (opm: kapt. M. van Gijsel), AFRIKA, kapt. G. Mannoury, en WILLEM DE CLERCQ, kapt. P. Ouwehand, allen met een lading voor de Nederlandsche HandelMaatschappij, van Java in Texel gearriveerd, hebben op de reis veel slecht weder ondervonden en men vreest voor schade aan de ladingen.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3180-1845.23

DVD XI – 527 - 530
BIJLBRIEF

Naam schip WILLEM DE CLERCQ

plaats en datum acte bijlbrief, Alblasserdam, 9 augustus 1845

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Cornelis Smit, scheepsbouwer te Alblasserdam, heeft doen bouwen op de Stads Commercie Werf te Zierikzee, onder toezicht van Cornelis Mak, scheepsbouwer aldaar, en na de tewaterlating naar Alblasserdam gebracht en daar afgetimmerd

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper firma Boissevain & Co., Amsterdam (boekhouders en mede-reders (zie bijlage)

te voeren door kapt. J.C. Hock

grootte in tonnen 324 lasten (meetbrief Dordrecht, 28 juni 1845)

tuigage / aantal dekken twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating 6 juni 1845

plaats / datum registratie Amsterdam, 21 augustus 1845

nummer van registratie deel 39, folio 71, verso, vak 5.

notaris verklaring voor burgemeester van Zierikzee

prijs NLG.

Bijzonderheden:








researcher/datum research: ML / 050908


BIJLAGE bij acte 23 van 1845,
Barkschip WILLEM DE CLERCQ
Lijst van eigenaren:

Cornelis Smit, Alblasserdam: 20/40e part
Walraven van Heukelom, Amsterdam (2/40e part)
J. Bosscha, Amsterdam (2/40e part)
R.J. van der Meulen, Amsterdam (2/40e part)
Firma Schimmelpennink & Kruimel, Amsterdam (2/40e part)
P. van Eeghen, Amsterdam (1/40e part)
Firma Van Vollenhoven & Co., Amsterdam (1/40e part)
Zacharias Kemper, Amsterdam (1/40e part)
Mr. G.K. Falck, Nunspeet (1/40e part)
Frans Keller, Zierikzee (1/40e part)
Willem Degnus de Jonge, Zierikzee (1/40e part)
Teunis Voorbeijtel, Oost-Duiveland (1/40e part)
Wed. O.W. Falck, geboren Walland, Utrecht (1/40e part)
Jonkvrouw M.E. van Staphorst, Utrecht (1/40e part)
Firma Boissevain & Co., Amsterdam (boekhouders en 3/40e part)

Naam WILLEM DE CLERCQ
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1845
Toegang 198
Inventaris 3180

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3170.1845.23
foto IMG 2604 – 2607

CEDULE

Naam schip WILLEM DE CLERCQ

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 19 augustus 1845

type schip bark

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. J.C. Hoek

grootte in tonnen 324 lasten of 613 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Zierikzee

plaats / datum registratie Amsterdam, 21 ajgustus 1845

nummer registratie deel 49, folio 71, verso, vak 4

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren en ligt thans te Alblasserdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Gideon Jeremie Boissevain, voor zijn firma Boissevain & Co, en namens en voor zijn in de bijlage genoemde mede-eigenaren.



Bijlage bij acte 23 van 1845, barkschip WILLEM DE CLERCQ
eigenaren per medio augustus 1845

Firma Boissevain & Co., Amsterdam (boekhouders en 3/40e part)
Cornelis Smit, Alblasserdam (20/40e part
Walraven van Heukelom, Amsterdam (2/40e part)
J. Bosscha, Amsterdam (2/40e part)
R.J. van der Meulen, Amsterdam (2/40e part)
Firma Schimmelpennink & Kruimel, Amsterdam (2/40e part)
P. van Eeghen, Amsterdam (1/40e part)
Firma Van Vollenhoven & Co., Amsterdam (1/40e part)
Zacharias Kemper, Amsterdam (1/40e part)
Mr. G.K. Falck, Nunspeet (1/40e part)
Frans Keller, Zierikzee (1/40e part)
Willem Dignus de Jonge, Zierikzee (1/40e part)
Teunis Voorbeijtel, Oost-Duiveland (1/40e part)
Mevr. Wed. O.W. Falck, geboren Walland, Utrecht (1/40e part)
Jonkvrouw M.E. van Staphorst, Utrecht (1/40e part)

ML / 150916

Naam WILLEM DE CLERCQ
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1845
Toegang 198
Inventaris 3170

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3170.1845.23
foto IMG 2604 – 2607

CEDULE

Naam schip WILLEM DE CLERCQ

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 19 augustus 1845

type schip bark

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. J.C. Hoek

grootte in tonnen 324 lasten of 613 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Zierikzee

plaats / datum registratie Amsterdam, 21 ajgustus 1845

nummer registratie deel 49, folio 71, verso, vak 4

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren en ligt thans te Alblasserdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Gideon Jeremie Boissevain, voor zijn firma Boissevain & Co, en namens en voor zijn in de bijlage genoemde mede-eigenaren.



researcher/datum research: ML / 150916








Bijlage bij acte 23 van 1845, barkschip WILLEM DE CLERCQ
eigenaren per medio augustus 1845

Firma Boissevain & Co., Amsterdam (boekhouders en 3/40e part)
Cornelis Smit, Alblasserdam (20/40e part
Walraven van Heukelom, Amsterdam (2/40e part)
J. Bosscha, Amsterdam (2/40e part)
R.J. van der Meulen, Amsterdam (2/40e part)
Firma Schimmelpennink & Kruimel, Amsterdam (2/40e part)
P. van Eeghen, Amsterdam (1/40e part)
Firma Van Vollenhoven & Co., Amsterdam (1/40e part)
Zacharias Kemper, Amsterdam (1/40e part)
Mr. G.K. Falck, Nunspeet (1/40e part)
Frans Keller, Zierikzee (1/40e part)
Willem Dignus de Jonge, Zierikzee (1/40e part)
Teunis Voorbeijtel, Oost-Duiveland (1/40e part)
Mevr. Wed. O.W. Falck, geboren Walland, Utrecht (1/40e part)
Jonkvrouw M.E. van Staphorst, Utrecht (1/40e part)

ML / 150916

Naam WILLEM DE CLERCQ
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1845
Toegang 198
Inventaris 3169

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3180-1860.1

DVD XI – 7225 - 7227
CEDULE

Naam schip TJIELINGSIE, voorheen genaamd WILLEM DE CLERCQ

plaats en datum acte eigendomsverklaring ter verkrijging zeebrief, Amsterdam, 5 januari 1860

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jan Willem Arnold, voor zijn firma Arnold & Zonen, Amsterdam, enige eigenaren van het schip

te voeren door kapt. Pieter Ouwehand

grootte in tonnen 322 lasten of 610 tonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 6 januari 1860

nummer van registratie deel 69, folio 143, verso, vak 1.

notaris

prijs NLG.

Bijzonderheden: het schip is gebouwd te Zierikzee, en er was laatstelijk op 1 juli 1857 onder no. 596 te een zeebrief voor het schip afgegeven.
De reden van aanvraag zeebrief was aankoop door Arnold & Zonen.








researcher/datum research: ML / 111208

Naam TJIELINGSIE
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1860
Toegang 198
Inventaris 3173

Bronnen

Jaar: 1845
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF Archiefnummer Amst.198.3180-1845.23 - DVD XI – 527 - 530

Jaar: 1845
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 198.3170.1845.23 - foto IMG 2604 – 2607

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: P. van Heck – Catalogus Nederlandse Scheepvaart 1813-2015
Staat van de Nederlandsche Zeemagt en Koopvaardij (Diverse jaargangen)
[0] G.N. Bouma - Lijst van Nederlandse koopvaardijschepen, alsmede hun gezagvoerders en thuishaven, 1820-1900.
Stichting Maritiem Historische Databank (www.marhisdata.nl)
PI = www.pietsscheepsindex.nl
Noord-Hollands Archief, Haarlem
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordrechtsche Courant
JC = Javasche Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZZC = Zierikzeesche Courant
ZZN = Zierikzeesche Nieuwsbode
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk