Inloggen
VICE ADMIRAAL GOBIUS - ID 8083


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1840-08-07 / 1862-00-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1840
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Cornelis Smit, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1840-07-08
Delivery Date: 1840-07-28
Technical Data

Net Tonnage: 595.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 311.00 lasts
 
Length 1: 37.30 Meters Registered
Beam: 6.50 Meters Registered
Depth: 5.46 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1840
Datum agenda: 1840-08-07
Register nr: 18400440
Scheepsnaam: VICE ADMIRAAL GOBIUS
Type: Bark
Lasten: 311
Gebouwd in provincie: Zuid Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Minderop en van Heel
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Bonn H.J.
Opmerkingen:

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1840-07-28 VICE ADMIRAAL GOBIUS
Manager: Firma Minderop & Van Heel, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1859-10-31 VICE ADMIRAAL GOBIUS
Manager: Jan van Delft, Overschie, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Jan van Delft, Overschie, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Overschie / Netherlands

Date/Name Ship 1862-00-00 VERITAS
Manager: Hans Thorsen S. C. Hammer, Stavanger, Norway
Eigenaar: Hans Thorsen S. C. Hammer, Stavanger, Norway
Shareholder:
Homeport / Flag: Stavanger / Norway

Date/Name Ship 1863-00-00 VERITAS
Manager: Joseph Hammer, Stavanger, Norway
Eigenaar: Joseph Hammer, Stavanger, Norway
Shareholder:
Homeport / Flag: Stavanger / Norway

Date/Name Ship 1872-00-00 VERITAS
Manager: K. Baade, Arendal, Norway
Eigenaar: K. Baade, Arendal, Norway
Shareholder:
Homeport / Flag: Arendal / Norway

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren volgens bijlbrief d.d. 22 juli 1840:

eigenaar/aankoper Cornelis Smit, Alblasserdam  (24/48e part),

Joan van Vollenhoven, Rotterdam                        (14/48e part),

Jan Smit, Nieuw Lekkerland                                 (4/48e part),

J. Kolff, Rotterdam                                                (3/48e part) en

firma Minderop& Van Heel, Rotterdam (boekhouders en 3/48e part)

Lijst van verkopende eigenaren volgens ACTE VAN KOOP/VERKOOP d.d. 7 oktober 1859:

Hendrikus Josephus Minderop Hendrikszoon, reder en assuradeur te Rotterdam

Jan Kolff, makelaar te Rotterdam

Joost van Vollenhoven, koopman te Rotterdam

Jean Joseph Marie van Heel, reder en assuradeur te Rotterdam

Jan Smit, reder en scheepsbouwmeester te Kinderdijk

Vrouwe Deliaantje Smit, echtgenote van Franz Harms von Lindern, reder te Alblasserdam

Vrouwe Janna Smit, echtgenote van Jan Vroege, reder te Alblasserdam

Vrouwe Marigje Smit, echtgenote van Cornelis Gijsbertus van der Lee, fabrikant te Alblasserdam

Jan Smit Corneliszoon, reder te Alblasserdam

Mejufvrouw Petronella Smit, particuliere te Alblasserdam

Mejufvrouw Cornelia Smit, particuliere te Alblasserdam

Vrouwe Dirkje Smit, echtgenote van Emmo Hooites Meursing, scheepsbouwer te Hoogezand

Lijst van aankopende eigenaren volgens ACTE VAN KOOP/VERKOOP d.d. 7 oktober 1859:

Jan van Delft, reder te Overschie                                                        (5/20e part)

Willem van der Velden, particulier te Rotterdam                                 (1/20e part)

Firma Kuyper, Van Dam & Smeer, cargadoors te Rotterdam             (1/20e part)

Johannes Henricus Arnoldus Lippmann, makelaar te Rotterdam       (1/20e part)

Jean Joseph Marie van Heel, reder en assuradeur te Rotterdam       (1/20e part)

Henricus Julianus Ludovicus Minderop, reder en assuradeur te Rotterdam (1/20e part)

Heinrich Ludwig Benne, makelaar te Rotterdam                                 (1/20e part)

Jesaia Bulterman, apotheker te Rotterdam                                         (1/20e part)

Jacob Struijk, koopman te Rotterdam                                                 (1/20e part)

Vrouwe Petronella Maris van der Ven, weduwe van Johannes Marinus Sauveur,particuliere te Rotterdam (1/20e part)

Jacob Parlevliet, reder te Katwijk aan Zee                                          (1/10e part)

Floris Kloos, scheepsbouwmeester te Alblasserdam                          (1/20e part)

Firma Veth & Co, kuipers te Delft                                                        (1/20e part)

Dirk Johannes Steenbrink, wijnhandelaar te Delft                              (1/20e part)

Johannes Philippus van Aalst, bouwman te Berkel                             (1/20e part)

Volgens ACTE VAN KOOP/VERKOOP d.d. 7 oktober is het schip oorspronkelijk gebouwd voor:

Firma Minderop & Van Heel te Rotterdam                                          (8/48e part)

Jan Kolff te Rotterdam                                                                         (7/48e part)

Joost van Vollenhoven te Rotterdam                                                   (5/48e part)

Jean Joseph Marie van Heel te Rotterdam                                         (1/10e part)

Jan Smit te Alblasserdam                                                                    (4/48e part)

Cornelis Smit te Alblasserdam                                                            (2/5e part)

Cornelis Smit, scheepsbouwmeester en reder te Alblasserdam, was op 12 juni 1858 overleden, waardoor zijn 2/5e part toeviel aan zijn kinderen Deliaantje Smit, Janna Smit, Marigje Smit, Jan Smit Czn., Petronella Smit, Cornelia Smit en Dirkje Smit, ieder voor 1/7e gedeelte of ieder 2/35e part van het schip.

 

 

 

Ship Events Data

1862-00-00: Sold to foreign country
Verkocht naar Noorwegen.
1872-00-00: Final Fate: Stranded

Gestrand bij New Foundland en wrak.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Hildert Janssen Bonn werd ca 1790 geboren te Norden in Oost-Friesland als zoon van Jan Arends Bonn, scheepskapitein, en Steintje/Heintje Helders. Zijn broer Jan Janssen Bonn was eveneens gezagvoerder ter koopvaardij

Hij trouwde met Jantje Ulrichs Bonjer. Deze overleed in 1867. Te Dornumersyhl/Oost-Freisland werden twee kinderen geboren en wel:

  • Johanna Christina, 28 december 1826. Deze trouwde op 23 oktober 1849 met Jan Smit, reder/scheepsbouwer 1825-1908 Alblasserdam, enige zoon van Cornelis Smit reder / scheepbouwer te Alblasserdam en Neeltje Tuytel. Getuigen bij het huwlijk was oom van de bruid Jan Janz Bonn kapitein der koopvaardij en scheepsreder 53 jaar woont te Den Haag.
  • Ulrich Hildert, 05 oktober 1831. Kapitein der koopvaardij, trouwt in 1866 te Alblasserdam met Maria Daniela Lipjes.

In 1862 is Hildert wethouder / raadslid van de gemeente Alblasserdam en mede oprichter van de werf / droogdok van H.J.Bonn en Mees en Wilton te Katendrecht / Rotterdam.064

Hildert Janz overleed in 1866 te Alblasserdam

“Heden overleed, tot droefheid van mij en mijne Kinderen, in den ouderdom van 66 Jaren, mijn hartelijk geliefd Echtgenoot, H.J.BONN, rustend Koopvaardij-Kapitein.

Norden, in Oost Friesland,                                                                                 A.R.BONJER

             28 Februarij 1854                                                                                     Wed. H.J.Bonn

Eenige Kennisgeving

(Knipselcollectie Centraal Bureau voor Genealogie)

IS WELLICHT EEN ANDERE KAPITEIN, GEZIEN DE OPGAVE VAN DE ECHTGENOTE

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.J.Bonn was met vlagnummer R70 in de periode 1826 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. de ledenlijsten in de periode 1820 t/m 1825 ontbreken. Hij kan dus in één van de jaren uit de genoemde periode tot de Maatschappij zijn toegetreden058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1855, 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat zijn weduwe een jaarlijkse uitkering ontving van f 100,-.058 (Deze jaren kloppen niet met de opgaven onde de “Familiegegevens” hiervoor).

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat de “trekkende weduwe” van H.J.Bonn is overleden058.

De schepen van de kapitein

H.J.Bonn was in 1824 gezagvoerder van het Rotterdamse fregat de “Jonge Adriaan” (200 lasten, gebouwd te Denemarken). De boekhouder was A.van Hoboken012.

Op 22 feburari 1826 werd op de Rotterdamse werf “Rotterdams Welvaren” het fregat “Neerlands Koning” te water gelaten. “Even voordat die plechtige gebeurtenis zou plaats hebben, kwam het fregatschip “De Jonge Adriana”, kapitein H.J.Bonn, de rivier op zeilen, en met een saluut van 21 schoten, uit haar vuurmonden, heette zij de “Neerlands Koning” welkom in het water”026(36/345).

Sterrenburg062 noemt H.J.Bonn in 1845 gezagvoerder van de “Vice Admiraal Gobius”.

In de Jaarverslagen 1849 en 1851 van de Maatschappij staat kapitein H.J.Bonn met vlagnummer R70 als gezagvoerder in de ledenlijsten maar zonder vermelding van schip of boekhouder058.

Bouma025 vermeldt H.Bon (sic) als gezagvoerder gedurende:

  • 1830 van het 3/m schip “Neerlands Nijverheid”, gebouwd in 1829 te Alblasserdam, 470 ton o.m., varend voor C.Smit & Co te Alblasserdam (is dit dezelfde persoon als H.J.Bonn?)

Bouma025 vermeldt H.J.Bonn als gezagvoerder van:

  • 1818 t/m 1827 van het 3/m schip “Jonge Adriana”, gebouwd in 1818, bouwlocatie niet vermeld, 400 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
  • 1831 t/m 1833 van de brik “Jonge Elisabeth”, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 274 ton o.m., varend voor Hoboken te Rotterdam;
  • 1832 t/m 1838 op het fregat de “(Vrouw) Johanna Elisabeth”, gebouwd in 1831 te Alblasserdam 821 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam (. Hij werd in 1838 opgevolgd door G.H.Ruhaak.);
  • 1840 t/m 1848 van de bark “Vice Admiraal Gobius”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam en te water op 08 juli 1840 , 595 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam.

niet vermeld als gezagvoerder van “De Nederlandse Nijverheid”. De eerste vermelding is 1831 met kapitein F.H.von Lindern en reder C.Smit & Co te Rotterdam.

Overige bijzonderheden

In de eerste decade van de 19e eeuw had reder-koopman Van Hoboken voortdurend moeilijkheden met de te voeren vlaggen, vanwege de oorlog tusseen Frankrijk en Engeland en de daarmee samenhangende in beslagnamen van schepen van de vijand.

“Ook met de papieren voor zeelieden werd gerommeld, zoals een instructie aan Henrichs laat zien: ‘Laat de Drie Gezusters op naam van Bonn stellen en houd die papieren onder U, totdat Gijzelf vertrekt, want kapitein Bonn moet met alle de papieren van kapitein Luitiens varen. Omdat Bonn geen Kniphauser-burger is, zal het best zijn, dat hij zich deze reis maar Harmen Luitiens moemt en dus op zijn naam vaart.’ ”

Eind mei 1812 was het schip “Le Jeune Jacob” onder kapitein Bonn vanuit Rotterdam uitgevaren naar Engeland. Het schip was kort daarvoor door van Hoboken gekocht. Het schip keerde, beladen met suiker en koffie op 12 juli  terug in Nederland.069 – p.78

In november 1814 voer kapitein Bonn met de “Jonge Jacobus” van Londen naar Rotterdam en had daarbij zeer zwaar weer. 069 – p.106

In 1822 kocht Van Hoboken het in 1818 in Altona gebouwde Deense fregat Frederik de Zesde. Hij had aan gexzagvoerder H.J.Bonn een fors schip beloofd. “Deze kapitein had dit naar zijn opvatting verdiend … Bonn was in de eerste week van november 1821 met de Jonge Jacobus voor Helvoet verschenen, na een uiterst snelle rondreis van ruim acht maanden.   “In mei 1822 was Bonn in Kopenhagen om het schip de Frederik de Zesde te kopen en huiswaarts te zeilen.   “. Het schip kreeg de naam “De Jonge Adriana”. “Gezagvoerder Bonn had de Jonge Jacob overgegeven aan een kapitein die ook Bonn heette, met de voornamen Jan Jansz – waarschijnlijk diens zoon (zie aldaar, waaruit blijkt dat het géén zoon van hem was). Van Hoboken noemde deze J.J.Bonn als gezagvoerder in een brief van december 1821, … De Jonge Adriana … begon op 27 september 1822 aan de eerste Indië-reis. Kapitein H.J.Bonn, die veel vertrouwen genoot van Van Hoboken, kreeg een uniek betaalmiddel me. Dat was de 18-karaats briljant; een juweel waarvoor het Russische hof in 1790 achtduizend gulden had geboden en dat in het bezit van Van Hoboken was gekomen … De Jonge Adriana nam ook een bijzondere passagier mee: de Duitser Philop Franz von Siebold, die als 26-jarige arts tot chirurgijn-majoor in het Indische leger was benoemd en tevens opdracht had natuurkundig onderzoek in de kolonie te gaan verrichten. … Bij het vertrek uit Helvoet had de Jonge Adriana 29 bemanningsleden aan boord. Het schip nam vier officieren, honderd soldaten en ook enige vrouwen plus kinderen mee. … “069 – p.122-123.

Ontleend aan van Blokland-Visser064 is het volgende:

Hildert Bonn maakte als jongen een reis mee met zijn vader naar Kopenhagen op het onder Pruisische vlag varende schip “Heba Maria” (Gemeentearchief Amsterdam, particuliere archieven 38, inv.nr 590 ) Hij was in 1810 stuurman (Gemeentearchief Rotterdam, Oud-Notarieel Archief Rotterdam, inv.nr 3523/626). Van hem zijn waarschijnlijk meer akten in het notarieel archief van Rotterdam.

Op 29-9-1823 t/m 1826 te Rotterdam is Hildert Bonn kapitein op het fregat “Jonge Adriaan” 200 last / reder A van Hoboken te Rotterdam / gebouwd in Denemarken / met Frans Harms von Lindern als lichtmatroos voor een gage van f 16, - per maand.

Op 18 juli 1826 te Rotterdam is hij kapitein op het fregat “De Vijf Zusters” reder A van Hoboken te Rotterdam, en vertrekt naar Batavia en komt terug in Holland in augustus 1827. Aan boord was als 4e stuurman Frans Harms von Lindern.

Deze melding van van Blokland is fout en moet worden geplaatst bij Jan Jans Bonjer, de broer van Hildert Jans)

Op 06 november 1829 monstert Hildert Bonjer te Rotterdam aan op het nieuwe fregat “De Nederlandsche Nijverheid”, 251 last , gebouwd op de werf van Cornelis Smit en te water gelaten op 26 september 1829, voor reder Corenlis Smit Jz te Alblasserdam. Als 1e stuurman vaart mee Frans Harms von Lindern (later gezagvoerder, zie aldaar) voor een gage van f 70,- per maand.

In 1832/38 is hij kapitein op het fregat “Johanna Elisabeth” en in 1840 op de nieuwe bark “Vice Admiraal Gobius”.

Rotterdamsche Courant 23 maart 1815

Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, C. Schuurman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.B. Lublink, B. Oostrum de Waal en H. Smit, makelaars, zullen ten overstaan van een daartoe bevoegde beambte, op maandag 3 april 1815 des avonds te 6 uur te Amsterdam in het Nieuwezyds Heeren Logement (op de Haarlemmerdijk) verkopen: een extraordinair welbezeild Kofschip, genaamd de VROUW MARIA, gevoerd door kapt. H.J. Bonn, lang over steven 90 voet, wijd 22 voet 4 duim, hol 12 voet, alles Amsterdamse maat, breder bij de inventaris omschreven. Nader onderrichting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij Coopman en de Witt en Lenaerts.

 

Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114

Rotterdam, 22 januari. Het Nederlandse schip (opm: brik) de JONGE JACOBUS, kapt. H.J. Bonn, zeilde den 18 april l.l. uit Helvoetsluis naar Batavia, en heeft alzo de uit- en de thuisreis in 9 maanden en 2 dagen afgelegd, waaronder gerekend zijn 51 dagen stilleggers te Batavia en aan de Kaap de Goede Hoop. (opm: zie ook RC 231220)

 

Rotterdamsche Courant 27 februari 1821114

Rotterdam 26 februari. …..Den 26 dezer zeilden de schepen de HOOP, L. Das, naar Lissabon; BETSEY, J. Roepel, en DE TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; POCAHUNTAS, F.A. Rijnolds, naar Baltimore; PIETER EN EMMA, J. Chambers, en de JONGE JACOBUS, H.J. Bonn, naar Batavia; SOPHIA CHRISTINA, L. de Koning, naar Genua, en MARIE AUGUSTINA, kapt. Villanumores, naar Nantes. De wind O.

 

Rotterdamsche Courant 24 maart 1821114

Amsterdam, 22 maart. Kapt. H.G. Bergveld, voerende het schip (opm: brik) ACTIVE, den 18 maart in Texel binnengekomen van Havana, deelt het volgende mede:

Woensdag den 21 februari 1821 des namiddags te 5 uren, op de breedte van 35º46’ N.B. en lengte 35º10’, west van Greenwich, praaide ons een Amerikaans schip genaamd MISOURIE (opm: vermoedelijk MISSOURI), kapt. J. Bausch, van Greenock naar New York bestemd, met 4 passagiers aan boord; hetzelve was 100 dagen in zee en had gebrek aan water.

Wij draaiden bij om bijstand te bieden, doch vernemende, dat hetzelve geen sloep had om uit te zetten, bragt ik hem met onze eigen sloep 2 vaten water aan boord.

Ik vernam verder, dat deszelfs boegspriet en galjoen (opm: licht, ondersteunend deel van de boeg, waarop de boegspriet rust) gebroken waren en dat zij met het tweede noodroer stuurden, hebbende het vaste roer en de sloep door een zware storm den 25 december en het eerste noodroer den 18 februari verloren. Voorts had hij niet alleen gebrek aan water, maar ook aan provisie; wij bragten hem toen nog 2 vaten water, enig brood, vlees, spek, enz. om de reis te kunnen volbrengen, waarna wij des avonds ten 10 uren ieder onze koers vervolgden.

Het schip (opm: brik) de JONGE JACOBUS, kapt. H.J. Bonn, van Rotterdam naar Batavia, is door bovengemelde kapitein Bergveld den 11 maart in goede staat gepraaid op de noorder breedte van 49º17’ en 10º lengte west van Greenwich.

Rotterdamscche Courant 08 november 1821114

Rotterdam, 7 november. Heden arriveerde van Batavia te Helvoetsluis het Nederland brikschip de JONGE JAKOBUS (opm: JONGE JACOBUS), gevoerd door kapt. H.J. Bonn, overbrengende met de wel-edele gestr. Heren kolonel Taets van Amerongen en 1e luitenant ter zee Koopman de gelukkige tijding der verovering van Palembang, door de Nederlanders, op den 24 juni laatstleden. Dit schip zeilde den 26 februari laatstleden uit Helvoetsluis naar Batavia.

 

Bataviasche Courant 27 april 1822114

Batavia, 26 april. Van den 20 tot den 22 dezer maand zijn niet minder dan zes schepen uit Europa, waarvan vijf uit Nederlandse havens, voorbij Anjer gezeild. Onder deze laatsten bevonden zich de Nederlandse schepen ALEXANDER, kapt. Marcussen, van Amsterdam vertrokken den 4 januari, ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, van Amsterdam vertrokken den 31 december l.l. en de JORINA, kapt. Duijvenboden, van Hellevoetsluis gezeild den 6 januari l.l. welke schepen dus alle van 106 tot 110 dagen de reis volbracht hebben.

Zij brengen ons de berichten mede omtrent de aankomst van de brik de JONGE JACOBUS, kapt. Bonn (opm: H.J. Bon), aan boord van welke de eerste officiële mededeling van de uitslag der Palembangse expeditie naar het vaderland is gezonden, en het blijkt dat die tijding aldaar allerwege met de vreugde en belangstelling welke zij verdiende, is ontvangen.

De JONGE JACOBUS is ditmaal niet beneden de roem gebleven, die hij zich als snelzeiler in drie vorige reizen had verworven, zijnde hij de 6 november l.l. op de rede van Hellevoetsluis aangekomen, na die van Batavia den 22 juli te hebben verlaten, en dus (de dagen van vertrek en aankomst, daarbij gerekend) 108 etmalen in zee te zijn geweest.

In de maanden november en december hebben overigens vele en zware ZZW stormen gewoed, waardoor vele en grote zeeschaden zijn veroorzaakt en meerdere schepen vergaan zijn. Dit lot schijnt echter geen van de uit Indië thuis komende schepen getroffen te hebben; alleen het schip DIJKZIGT, in het begin van november herwaarts gezeild, is, na op Kentish Knock gestoten te hebben, lek in Ramsgate binnengevallen.

 

Rotterdamsche Courant 08 juni 1822114

Rotterdam, 7 juni. Uittreksel uit de Loyd’s Lijst van den 4 juni: ….

Aan de Kaap de Goede Hoop is den 22 maart binnengelopen het schip de JONGE JACOBUS, Bonn (opm: brik, kapt. Hildert Jans Bonn), van Rotterdam naar Batavia.

 

Rotterdamsche Courant 04 juli 1822114

Amsterdam, 2 juli. Den 24 juni zijn weder verscheiden schepen, welke sedert den 20 dito in de Sond gelegen hadden, van daar naar de Noordzee gezeild, waaronder de volgende Nederlandse, als: de GOEDE HOOP, kapt. R. Wijbrands, van Nerva; JACOBA HENRIETTE, J.G. Bart, van Petersburg, en de VROUW ALIDA, kapt. T. Swiers, van Dantzig (opm: Gdansk), alledrie naar Amsterdam; de JONGE ADRIANA, kapt. H.J. Bon, van Koppenhagen naar Rotterdam; ALIDA, kapt. H.J. Benes, van Koppenhagen naar Jersey, en de WAAKZAAMHEID, T.J. Smit, van Dantzig naar Duinkerken.

 

Rotterdamsche Courant 13 juli 1822114

Rotterdam, 12 juli. Den 10 dezer arriveerde te Helvoetsluis de JONGE ADRIANA, H.J. Bonn van Koppenhagen; de VROUW ANNA, H.C. Uil, van Marennes; de VROUW JANNA, A.H. Breeland, van Liverpool…..

 

Rotterdamsche Courant 28 september 1822114

Rotterdam, 27 september. Den 26 arriveerde te Helvoetsluis de ZEEPLOEG, M.N. Sikkes,van Bergen.

Den 27 zeilde de JONGE ADRIANA, H.J. Bonn, naar Batavia; de wind O.

 

Rotterdamsche Courant 08 oktober 1822114

Rotterdam, 7 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 4 oktober:

….Het schip de JONGE ADRIANA, Bonn, van Rotterdam naar Batavia, was den 30 september op de hoogte van Plymouth, en den 1 dezer het schip VROUW CORNELIA, D. Steenveld, van Surinamen naar Amsterdam, op de hoogte van Dartmouth…..

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Bonn, Hildert Janz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma0256 vermeldt J.Parlevliet als gezagvoerder gedurende:

*    1849 t/m 1850 van de bark “Vice Admiraal Gobius”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 595 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: PARLEVLIET, J.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Minne Wietjes Zwart werd geboren te Nes, Ameland op 23 juli 1810 als zoon van Wietje Minnes Zwart en Rimkje Gerrits Burga.

Hij trouwde op 01 juni 1834 te Nes met Iemkje Jans Sipkes, geboren ca. 1808 te Nes, Ameland als dochter van Jan Sipkes en Antje Jacobs Bakker. Zij overleed op 30 april 1844 op Ameland, 36 jaar.

Hij hertrouwde op 01 mei 1851 te Ameland met Sophia Wilhelmina Joanna Glazener, geboren te Rotterdam op 29 juli 1823, Nederl. Hervormd, als dochter van Hessel Glazener en Adriana Catharina Maasdijk. (Hessel Andriesz Glazener was eveneens koopvaardijkapitein – zie aldaar) tresoar en 058

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.W.Zwart (met adres E.H.Masdorp) werd met vlagnummer 590 per 13 juli 1841 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein J.Sipkes Fz. Als zijn schip is genoemd de “Facorij”. Toegevoegd is “bedankt”. Ten tijde van de inschrijving waren Zwart en zijn vrouw 31 resp 33 jaar. Hij hertrouwde kennelijk want later zijn toegevoegd 41 resp 27 jaar, Hieruit kan geconcludeerd worden dat hij ca 1851 hertrouwde. Uit zijn eerste huwelijk stammen 2 kinderen nl Rimkje uit 1837 en Jan uit 1839oo2a.

In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 06/13 juli 1841 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Minne Wietjes Zwart, oud 31 jaar, voerend de bark “Factorij”, wonend op Ameland, adres bij E.H.Masdorp te Amsterdam, op voordracht van J.Sipkes Fz. Hij kreeg vlagnummer 5900233.

 

M.W. Zwart was met vlagnummer R66 in de periode 1842 t/m 1869 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatscchappij tot Nut der Zeevaart”.

Hij was in 1849 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam

vlag           periode              type          scheepsnaam                                          reder/boekhouder

590  `       1841               bark          Factorij                                                    geen opgave

                  1842-1844         bark          Factorij                                                    Minderop & van Heel, R’dam

                  1845-1849         bark          Padang                                                    idem

                  1850-1853         bark          Vice Admiraal Gobius                          idem

254           1854-1855         bark          idem                                                         idem

                  1856-1859         bark          Padang                                                    idem

 

In de Jaarverslagen van het Rotterdamse College staat M.W.Zwart als gezagvoerder met vlagnummer R66 vermeld:

*      1849, 1851                 bark “Vice Admiraal Gobius”           311 last       Minderop & van Heel, R”dam

         1855                            geen schip vermeld

         1858,1859                  bark “Padang”                                     313 last       idem

         1862 t/m 1867           bark “Souburg”                                   361 last       F.H. von Lindern, Alblasserdam

 

Bouma025 vermeld M.W.Zwart als gezagvoerder gedurende:

*      1842 t/m 1845 van de bark “Factorij”, gebouwd in 1834 te Alblasserdam, 359 ton, varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;

*      1846 t/m 1851 van de bark “Padang”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 592 ton, varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;

*      1851 t/m 1856 van de bark “Vice Admiraal Gobius”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 595 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;

*      1857 t/m 1860 van de bark “Padang”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 592 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam. Het schip werd in 1860 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Anden August”.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

Datum vanaf: 1851
Kapitein: Zwart, Minne Wietjes
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

A.A.van der Linden werd geboren in 1820 te Krimpen aan de Lek. Hij monsterde als 17-jarige op 05 april 1837 te Dordrecht aan als 3e stuurman voor een gage van f28,- per maand voor een reis naar Batavia aan boord van het fregat “De Dordtenaar” onder kapitein J.F.P.A.Abbema. (monsterrol Gemeentearchief Dordrecht, nr 817) 064.

Hij overleed in 1864 (zie hierna).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.A. van der Linden was met vlagnummer R140 in de periode 1845 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

A.A.van der Linden was in 1862-1863 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart.058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij  (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden058.

In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij staat vermeld dat de weduwe van A.A. van der Linde is hertrouwd zodat haar uitkering beeindigd wordt058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein A.A. van der Linden met vlagnummer R140 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                       van de bark “Factory”                             194 last           voor Minderop & van Heel te Rotterdam

*    1851                       van de bark “Padang”                              318 last           voor Minderop & van Heel te Rotterdam

*    1855, 1858            van de bark “Vice Admiraal Gobius”    311 last           voor Minderop & van Heel te Rotterdam

*    1859, 1862 , 1863                                                                     geen schip en rederij vermeld

 

Bouma025 vermeldt kapitein v/d Linden (geen initialen) als gezagvoerder gedurende:

*    1847 t/m 1848 van de hoeker “Marie & Adriana”, gebouwd in 1826 te Maassluis, 145 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam.

      Volgens scheepscorrespondentie van A.A. van der Linden, in bezit van Douwe Keizer te Amsterdam (info april 2007) was deze kapitein op de “Maria & Adriana” in 1845

*    1847 t/m 1850 van de bark “Factorij”, gebouwd in 1834 te Alblasserdam, 359 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;   

      Volgens scheepscorrespondentie van A.A. van der Linden o.a. uit New York, in bezit van Douwe Keizer te Amsterdam (info april 2007) was deze kapitein al in 1846 gezagvoerder op de “Factorij”.

 

en A.A. van der Linden als gezagvoerder gedurende:

*    1851 t/m 1853 van de bark “Padang”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 592 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam, Volgens Keizer, zie hiervoor, al in 1850 gezagvoerder;

*    1855 t/m 1856 van de bark “Padang”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 592 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam;

*    1857 t/m 1859 van de bark “Vice Admiraal Gobius”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 595 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam. Volgens Keizer, zie hiervoor, al in 1855 gezagvoerder van de “Vice Admiraal Gobius”. Hoe dan de periode 1855-1856 op de “Padang” te verklaren?

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Linden, Albertus Abraham van der
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Arie Jacobsz. van Duijn werd geboren te Katwijk op 06 november 1830 als zoon van Jacob Willemsz van Duijn en Haasje Pietersd. Groen. Hij huwde in 1857 met Leuntje Jacobsd. Parlevliet en overleed ter plaatse op 15 juli 1914.

In de Burgerlijke Stand van Katwijk wordt hij vermeld als kapitein van de bark “Jan van Schaffelaar”. Voorts is bekend dat hij van 1859-1862 ingeschreven stond als gezagvoerder op de “Vice Admiraal Gobius” en van 1863-1869 als kapitein op de bark Jan van Schaffelaar.

De publicatie bevat een foto van Arie Jacobsz. van Duijn054-015.

 

Arie van Duyn werd geboren op 12 (sic) november 1830 te Katwijk. Hij woonde te Katwijk en behaalde op 28 mei 1859 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van Duin/Duyn was met vlagnummer R288 in de periode 1859 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. van Duin met vlagnummer R288 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1859                    van de bark “Vice Admiraal Gobius”   315 last      voor J. van Delft Cz te Overschie

*    1862                    van de bark “Jan van Schaffelaar”        348 last      voor J. van Delft Cz te Overschie

*    1863 t/m 1865   van de bark “Jan van Schaffelaar”        348 last      voor J. van Delft Cz te Delft

*    1866, 1867         van de bark “Jan van Schaffelaar”        348 last      voor F.H. von Lindern te Alblasserdam

 

Bouma025 vermeldt A.van Duijn als gezagvoerder gedurende

*    1860 t/m 1861 op de bark “Vice Admiraal Gobius”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 595 ton o.m., varend voor J.van Delft Cn te Overschie. Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen;

*    1863 t/m 1866 van de bark “Jan van Schaffelaar”, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 662 ton n.m., varend voor J.van Delft Cz te Overschie;

*    1867 t/m 1869 op hetzelfde schip, maar dan voor rederij F.H.von Lindern te Alblasserdam. Het schip voer in 1870 voor B.Veth & Co te Delft en was herdoopt in “Jonge Cornelis”.

 

Overige bijzonderheden

Op 27 oktober 1861 vertrok van Batavia de "Vice Admiraal Gobius" van rederij J.van Delft te Overschie onder kapitein A.van Duijn en arriveerde te Texel op 02 februari 1862 na een reis van 98 dagen026(38/329).

Op 20 mei 1867 vertrok van Brouwershaven de bark "Jan van Schaffelaar" onder kapitein A.van Duyn en arriveerde op 09 oktober 1867 te Melbourne na een reis van 141 dagen. Het journaal vermeldde veel stormen, schade aan schip en tuig026(39/068).

 

 

Datum vanaf: 1860
Kapitein: Duijn, Arie Jacobsz van
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: VICE ADMIRAAL GOBIUS, aquarel gemaakt in 1860, kapitein A. van Duyn (vlagnummer R288)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.40
DVD VIII – 79-81
BIJLBRIEF

Naam schip VICE ADMIRAAL GOBIUS

plaats en datum acte bijlbrief, Alblasserdam, 22 juli 1840

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Cornelis Smit, scheepsbouwer, Alblasserdam

gevoerd door kapt. H.J. Bonn

eigenaar/aankoper Cornelis Smit, Alblasserdam (24/48e part), Joan van Vollenhoven, Rotterdam (14/48e part), Jan Smit, Nieuw Lekkerland (4/48e part),
J. Kolff, Rotterdam (3/48e part) en firma Minderop & Van Heel, Rotterdam (boekhouders en 3/48e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 311 lasten

tuigage / aantal dekken 2 dekken

afmetingen lang 37,30 m., breed 6,50 m., hol 5,46 m.

kiellegging

tewaterlating 8 juli 1840

plaats / datum registratie Rotterdam, 28 juli 1840

nummer van registratie deel 28, folio 138, recto, vak 7.

notaris

prijs

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 051207

Naam VICE ADMIRAAL GOBIUS
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1840
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.467
DVD VIII – 1153, 1158
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip VICE ADMIRAAL GOBIUS

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Rotterdam, 7 oktober 1859

type schip bark

bouwwerf/verkoper zie bijlage

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper zie bijlage

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 595 tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 37,30 m., breed 6,63 m., hol 5,41 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 7 oktober 1859

nummer van registratie deel 154, folio 189, verso, vak 8

notaris Willem Simon Burger Wz., notaris te Rotterdam

prijs NLG. 15.000,-

Bijzonderheden: Het schip was indertijd gebouwd voor rekening van de in de bijlage onder c genoemde eigenaren, zonder dat daarvan destijds inschrijving plaats vond.







researcher/datum research: ML / 301108









Bijlage bij acte Rott.3.03.17.01.3675.467 barkschip VICE ADMIRAAL GOBIUS

a) Lijst van verkopende eigenaren:

Hendrikus Josephus Minderop Hendrikszoon, reder en assuradeur te Rotterdam
Jan Kolff, makelaar te Rotterdam
Joost van Vollenhoven, koopman te Rotterdam
Jean Joseph Marie van Heel, reder en assuradeur te Rotterdam
Jan Smit, reder en scheepsbouwmeester te Kinderdijk
Vrouwe Deliaantje Smit, echtgenote van Franz Harms von Lindern, reder te Alblasserdam
Vrouwe Janna Smit, echtgenote van Jan Vroege, reder te Alblasserdam
Vrouwe Marigje Smit, echtgenote van Cornelis Gijsbertus van der Lee, fabrikant te Alblasserdam
Jan Smit Corneliszoon, reder te Alblasserdam
Mejufvrouw Petronella Smit, particuliere te Alblasserdam
Mejufvrouw Cornelia Smit, particuliere te Albasserdam
Vrouwe Dirkje Smit, echtgenote van Emmo Hooites Meursing, scheepsbouwer te Hoogezand

b) Lijst van aankopende eigenaren:

Jan van Delft, reder te Overschie (5/20e part)
Willem van der Velden, particulier te Rotterdam (1/20e part)
Firma Kuyper, Van Dam & Smeer, cargadoors te Rotterdam (1/20e part)
Johannes Henricus Arnoldus Lippmann, makelaar te Rotterdam (1/20e part)
Jean Joseph Marie van Heel, reder en assuradeur te Rotterdam (1/20e part)
Henricus Julianus Ludovicus Minderop, reder en assuradeur te Rotterdam (1/20e part)
Heinrich Ludwig Benne, makelaar te Rotterdam (1/20e part)
Jesaia Bulterman, apotheker te Rotterdam (1/20e part)
Jacob Struijk, koopman te Rotterdam (1/20e part)
Vrouwe Petronella Maris van der Ven, weduwe van Johannes Marinus Sauveur,
particuliere te Rotterdam (1/20e part)
Jacob Parlevliet, reder te Katwijk aan Zee (1/10e part)
Floris Kloos, scheepsbouwmeester te Alblasserdam (1/20e part)
Firma Veth & Co, kuipers te Delft (1/20e part)
Dirk Johannes Steenbrink, wijnhandelaar te Delft (1/20e part)
Johannes Philippus van Aalst, bouwman te Berkel (1/20e part)

c) Het schip was oorspronkelijk gebouwd voor:

Firma Minderop & Van Heel te Rotterdam (8/48e part)
Jan Kolff te Rotterdam (7/48e part)
Joost van Vollenhoven te Rotterdam (5/48e part)
Jean Joseph Marie van Heel te Rotterdam (1/10e part)
Jan Smit te Alblasserdam (4/48e part)
Cornelis Smit te Alblasserdam (2/5e part)

Cornelis Smit, scheepsbouwmeester en reder te Alblasserdam, was op 12 juni 1858 overleden, waardoor zijn 2/5e part toeviel aan zijn kinderen Deliaantje Smit, Janna Smit, Marigje Smit, Jan Smit Czn., Petronella Smit, Cornelia Smit en Dirkje Smit, ieder voor 1/7e gedeelte of ieder 2/35e part van het schip.

ML / 301108

Naam VICE ADMIRAAL GOBIUS
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1859
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1840
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: BIJLBRIEF Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.40 - DVD VIII – 79-81

Jaar: 1859
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: ACTE VAN KOOP VERKOOP Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.467 - DVD VIII – 1153, 1158
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk