Familiegegevens en opleiding
Douwe Hendriks Kramer werd geboren op 20 mei 1808 te Terschelling en overleed te Rotterdam op 03 mei 1874. Hij was de zoon van Hendrik Alkesz. Kramer, visiteur der Uit- en Inklaring, en Trijntje Jans Visser.
Hij huwde op 24 mei 1838 te Terschelling met Trijntje Gerrits Rotgans, geboren op 27 november 1811 te Amsterdam aan boord van het schip van haar vader "De Vrouwe Hester Cornelia", die in Amsterdam aan de werf Oranje Boom lag. Zij was eerder gehuwd geweest met Willem Cannegieter (08 mei 1800/24 mei 1835), van beroep marine-officier. Zij was de dochter van Gerrit Siebes Rotgans en Trijntje Jacobs Tjebbes. Ze overleed op 19 maart 1883 te Den Haag.
Schriftelijke informatie op 02 november 1998 door J.M.Rebel te Gouda, achter-achter-kleinzoon van moederszijde van Douwe Hendriks Kramer.
Douwe Hendriksz Kramer werd geboren te Terschelling op 20 mei 1808 als zoon van de Nederlands Hervormde Hendrik Kramer en Trijntje Visser. Hij vestigde zich op 29 mei 1856 te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Karresteeg Wijk 3 nr.183 en aan de Melkmarkt Wijk 8 nr.50. Hij vertrok op 08 april 1861 maar Soerabaja.
Hij was getrouwd met Trijntje Gerrits Rotgans, geboren 27 november 1811 te Amsterdam, Nederlands Hervormd en overleden te Amsterdam op 17 augustus 1879).
Douw Hendriksz overleed te Rotterdam aan de Coolsingel op 03 mei 1875. Hij werd na zijn zeemansbestaan koopman005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.H.Kramer was met vlagnummer R170 in de periode 1839 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
D.H.Kramer was in 1850 en 1857 zg “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Douwe Hendriks Kramer was de eerste kapitein van het fregat de "Cornelis Wernard Eduard", 606 ton, in 1838/1839 gebouwd op de werf van Fop Smit aan de Kinderdijk. Deze mededeling werd gedaan in een brief dd. "Rotterdam 17 November 1838" van W.Ruys J.D.zn. en Weiland & van Walcheren aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Het schip voer op 27 oktober 1839 uit van Hellevoetsluis voor een retourreis naar Java024-p.31.
Uit dezelfde bron:
* D.H.Kramer was lid van het Rotterdams Zeemanscollege met nr.170, blijkens de nummervlag op het schip waarvan een afbeelding op p.37
* "De heer Hoynck van Papendrecht heeft in ons vorig gedenkboek een hier en daar gedetailleerd overzicht gegeven van de reizen gemaakt door de Cornelis Wernard Eduard ...".
Douwe Hendriks Kramer was de eerste gezagvoerder van een aantal schepen van rederij W.Ruys J.Dz. te Amsterdam nl. in 1839 van de bark "Cornelis Wernard Eduard(I)", in 1842 van de bark "Margaretha Ida" en in 1850 van de bark de "Doelwijk (I)"024.
D.H.Kramer was in 1859 gezagvoerder van het 3-mast campagne-fregat de "Ouderkerk aan de Amstel", 725 ton, gebouwd in 1852/1854 bij Fop Smit in Slikkerveer voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. "... accomodatie voor passagiers en uitgebreide inrichting voor het vervoer van militairen (capaciteit 200); in de vaart op Indië en Australië; in 1859 tijdens Boni-expeditie in dienst als hospitaalschip ..."024 en 025.
“In het najaar van 1858 was de Ouderkerk aan de Amstel naar Indië gevaren en het schip is daar vervolgens voor langere tijd gebleven. Het fregat werd namelijk ingeschakeld bij de expeditie tegen de opstandige Boni-bevolking, die in het midden van het eiland Celebes leefde. De Ouderkerk aan de Amstel deed daarbij, samen met een schip dat Arcadia heette, dienst als hospitaalschip voor Nederlandse militairen.
De Boni’s waren in opstand gekomen tegen het Nederlands gezag en het Indische gouvernement tolereerde dit niet. Op 21 augustus 1858, toen de Ouderkerk aan de Amstel overigens nog in Amsterdam lag, besloot men een veldtocht tegen de Boni’s te beginnen : met infanterie, cavallerie, artillerie en een zeemacht die uit een korvet en een aantal stoomschepen zou bestaan. De Boni’s hadden de Nederlanders lange tijd reedds getard en het geduld was kennelijk op. De inlanders hadden niet geluisterd naar “vriendschappelijke vertoogen en raadgevingen, onze lankmoedigheid, ons dralen om de rampen des oorlogs te ontketenen voor zwakheid had aangezien en er ten laatste toe overgegaan was, om onze vlag smadelijk te hoonen”zo werd later in Nederland als een soort van verontschuldiging geschreven. Voor het vervoer van troepen, materieel, munitie en koelies werden 24 Nederlandse koopvaardijschepen gehuurd; transport-, paarden-, kolen- en ziekenschepen, zoals ze werden genoemd. Kapitein Kramer van de Ouderkekrk aan de Amstel en zijn bemanningsleden vertrokken eind januari 1859 van Java naar Celebes, met een schip dat was ingericht”tot opname van honderd lijders, zoo eerste als tweede klassse”. Aan boord waren onder meer kippen, eieren, aardappelen, specerijen, fruit, vlees, boter, wijn, suiker, scheepsbeschuit, blikken melk, koffie en jenever.
In februari begon de strijd tegen de Boni’s en vele Nederlandse militairen werden behalve voor verwondingen, aan boord van de twee hospitaalschepen ook verpleegd voor cholera, een ziekte waaran tallozen bezweken.. Op de Ouderkerk aan de Amstel en op de Arcadia werden op een gegeven ogenblik totaal dertien officieren, 193 soldaten, achttien Ambonezen en 16 inlanders verpleegd, veel meer dan de feitelijke capacitiet van de schepen.
Het doel van de expeditie – “tuchtiging van de Boni’s – werd glansrijk bereikt. In April was de veldtocht voorbij. Toch volgde er in het najaar van 1859 nog een expeditie, ndat de Boni bevolking voor de tweede maal in opstand was gekomen….”
Bron niet genoteerd
Kapitein D.H.Kramer was in 1834-1835 kapitein van de schoenerkof "Monnikendam" en had als matroos/bootsman aan boord de latere kapitein Tjebbe Albertus Wulp010-p.49.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein D.H.Kramer met vlagnummer R170 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Margarethe Ida” 343 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1851 van de bark “Doelwijk” 383 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 van het fregat “Ouderkerk a/d Amstel 383 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1862 t/m 1867 geen vermelding van schip en reeder
Douwe Hendriksz Kramer maakte met de “Ouderkerk aan de Amstel” in 1857 een reis van Batavia naar Rotterdam met een lading suiker005.
Bouma025 vermeldt D.H.Kramer als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1838 van de schoonerkof “Monnikendam” (2), gebouwd in 1825 te Monnikendam, 116 ton o.m., rederij niet vermeld, maar waarschijnlijk J.G.Boerlage te Monnikendam;
* 1830 t/m 1837 van de kof “Verwachting”, gebouwd in 1808, bouwlocatie niet vermeld, 65 ton o.m., varend voor Boerlage te Monnikendam. (deze opgave klopt niet met de vorige. Is er nóg een kapitein D.H.Kramer?)
* 1839 t/m 1842 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam
* 1842 t/m 1849 van de bark “Margaretha Ida”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 650 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1851 t/m 1853 van het 3/mschip “Doelwijk”, gebouwd in 1850 te Kinderdijk, 730 ton o.m., varend oor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1855 t/m 1857 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1859 t/m 1860 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Van mevr. E.C.Huizer-Sibinga Mulder te Naarden kreeg ik op 27 juni 2004 diverse informatie waaronder kleurenkopieën van schilderijen van Hendrik Alkes Kramer, Douwe Hendriks Kramer en Trijntje Gerrits Rotgans, geschilderd door Sybrand Altman (Den Haag 1822 – Amsterdam 1890). Deze portretten zijn in particulier bezit bij één van haar zonen (Pieter Douwe Huizer, Tarakan, 1938) te Grolloo
D.H.Kramer verzorgde per 12 november 1848 vanuit Hellevoetsluis met de “Margaretha Ida” een troepentransport van 2 officieren en 170 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 10 februari 1849 te Batavia na 90 dagen reis. Onderweg overleden 5 manschappen.
Hij vertrok op 21 oktober 1851 met de “Doelwijk” vanuit Hellevoetsluis met 6 landmachtofficieren en arriveerde te Batavia op 19 januari 1952 na 90 dagen065.
De Raad voor Tucht bij de koopvaardij deed op 17 oktober 1861 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Douwe Hendriks Kramer, gezagvoerder van het fregat “Ouderkerk aan de Amstel”, varend voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Uitgegaan:
Maassluis 3 Maart Cornelis Wernard Eduard, J.Kuiper, Newcastle.”
In het Hannemahuis te Harlingen is een aquarel van het fregat “Doelwijk’, geschilderd in 1851 door J.Spin. Er is in de de toelichting geen kapitein genoemd, maar uit het jaartal blijkt dat het om kapitein D.H.Kramer moet gaan.
Foto dd juni 2009 in mijn bezit.
Portret door Spin, in het Gemeentehuis van Ouderkerk aan de Amstel
In het Gemeentearchief van Ouderkerk Amstel te Ouderkerk aan de Amstel bevindt zich een correspondentie dd Rotterdam 26 jli 1858 waarin Willem Ruijs JDzoon het portret van de Ouderkerk aan de Amstel aanbiedt aan het Gemeentebestuur van Ouder Amstel middels een bezoek aan het schip te Rotterdam.
In een brief dd Rotterdam 11 december 1852 vraagt Willem Ruijs toestemming om op het op stapel staande schip “Ouderkerk aan de Amstel” het wapen van de gemeente op de spiegel van het schip te mogen aanbrengen, waarop een instemmend antwoord van Ouder Amstel volgt.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.Zinger als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van het 3-masstschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Douwe Hendriks Kramer werd geboren op 20 mei 1808 te Terschelling en overleed te Rotterdam op 03 mei 1874. Hij was de zoon van Hendrik Alkesz. Kramer, visiteur der Uit- en Inklaring, en Trijntje Jans Visser.
Hij huwde op 24 mei 1838 te Terschelling met Trijntje Gerrits Rotgans, geboren op 27 november 1811 te Amsterdam aan boord van het schip van haar vader "De Vrouwe Hester Cornelia", die in Amsterdam aan de werf Oranje Boom lag. Zij was eerder gehuwd geweest met Willem Cannegieter (08 mei 1800/24 mei 1835), van beroep marine-officier. Zij was de dochter van Gerrit Siebes Rotgans en Trijntje Jacobs Tjebbes. Ze overleed op 19 maart 1883 te Den Haag.
Schriftelijke informatie op 02 november 1998 door J.M.Rebel te Gouda, achter-achter-kleinzoon van moederszijde van Douwe Hendriks Kramer.
Douwe Hendriksz Kramer werd geboren te Terschelling op 20 mei 1808 als zoon van de Nederlands Hervormde Hendrik Kramer en Trijntje Visser. Hij vestigde zich op 29 mei 1856 te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Karresteeg Wijk 3 nr.183 en aan de Melkmarkt Wijk 8 nr.50. Hij vertrok op 08 april 1861 maar Soerabaja.
Hij was getrouwd met Trijntje Gerrits Rotgans, geboren 27 november 1811 te Amsterdam, Nederlands Hervormd en overleden te Amsterdam op 17 augustus 1879).
Douw Hendriksz overleed te Rotterdam aan de Coolsingel op 03 mei 1875. Hij werd na zijn zeemansbestaan koopman005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.H.Kramer was met vlagnummer R170 in de periode 1839 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
D.H.Kramer was in 1850 en 1857 zg “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Douwe Hendriks Kramer was de eerste kapitein van het fregat de "Cornelis Wernard Eduard", 606 ton, in 1838/1839 gebouwd op de werf van Fop Smit aan de Kinderdijk. Deze mededeling werd gedaan in een brief dd. "Rotterdam 17 November 1838" van W.Ruys J.D.zn. en Weiland & van Walcheren aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Het schip voer op 27 oktober 1839 uit van Hellevoetsluis voor een retourreis naar Java024-p.31.
Uit dezelfde bron:
* D.H.Kramer was lid van het Rotterdams Zeemanscollege met nr.170, blijkens de nummervlag op het schip waarvan een afbeelding op p.37
* "De heer Hoynck van Papendrecht heeft in ons vorig gedenkboek een hier en daar gedetailleerd overzicht gegeven van de reizen gemaakt door de Cornelis Wernard Eduard ...".
Douwe Hendriks Kramer was de eerste gezagvoerder van een aantal schepen van rederij W.Ruys J.Dz. te Amsterdam nl. in 1839 van de bark "Cornelis Wernard Eduard(I)", in 1842 van de bark "Margaretha Ida" en in 1850 van de bark de "Doelwijk (I)"024.
D.H.Kramer was in 1859 gezagvoerder van het 3-mast campagne-fregat de "Ouderkerk aan de Amstel", 725 ton, gebouwd in 1852/1854 bij Fop Smit in Slikkerveer voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. "... accomodatie voor passagiers en uitgebreide inrichting voor het vervoer van militairen (capaciteit 200); in de vaart op Indië en Australië; in 1859 tijdens Boni-expeditie in dienst als hospitaalschip ..."024 en 025.
“In het najaar van 1858 was de Ouderkerk aan de Amstel naar Indië gevaren en het schip is daar vervolgens voor langere tijd gebleven. Het fregat werd namelijk ingeschakeld bij de expeditie tegen de opstandige Boni-bevolking, die in het midden van het eiland Celebes leefde. De Ouderkerk aan de Amstel deed daarbij, samen met een schip dat Arcadia heette, dienst als hospitaalschip voor Nederlandse militairen.
De Boni’s waren in opstand gekomen tegen het Nederlands gezag en het Indische gouvernement tolereerde dit niet. Op 21 augustus 1858, toen de Ouderkerk aan de Amstel overigens nog in Amsterdam lag, besloot men een veldtocht tegen de Boni’s te beginnen : met infanterie, cavallerie, artillerie en een zeemacht die uit een korvet en een aantal stoomschepen zou bestaan. De Boni’s hadden de Nederlanders lange tijd reedds getard en het geduld was kennelijk op. De inlanders hadden niet geluisterd naar “vriendschappelijke vertoogen en raadgevingen, onze lankmoedigheid, ons dralen om de rampen des oorlogs te ontketenen voor zwakheid had aangezien en er ten laatste toe overgegaan was, om onze vlag smadelijk te hoonen”zo werd later in Nederland als een soort van verontschuldiging geschreven. Voor het vervoer van troepen, materieel, munitie en koelies werden 24 Nederlandse koopvaardijschepen gehuurd; transport-, paarden-, kolen- en ziekenschepen, zoals ze werden genoemd. Kapitein Kramer van de Ouderkekrk aan de Amstel en zijn bemanningsleden vertrokken eind januari 1859 van Java naar Celebes, met een schip dat was ingericht”tot opname van honderd lijders, zoo eerste als tweede klassse”. Aan boord waren onder meer kippen, eieren, aardappelen, specerijen, fruit, vlees, boter, wijn, suiker, scheepsbeschuit, blikken melk, koffie en jenever.
In februari begon de strijd tegen de Boni’s en vele Nederlandse militairen werden behalve voor verwondingen, aan boord van de twee hospitaalschepen ook verpleegd voor cholera, een ziekte waaran tallozen bezweken.. Op de Ouderkerk aan de Amstel en op de Arcadia werden op een gegeven ogenblik totaal dertien officieren, 193 soldaten, achttien Ambonezen en 16 inlanders verpleegd, veel meer dan de feitelijke capacitiet van de schepen.
Het doel van de expeditie – “tuchtiging van de Boni’s – werd glansrijk bereikt. In April was de veldtocht voorbij. Toch volgde er in het najaar van 1859 nog een expeditie, ndat de Boni bevolking voor de tweede maal in opstand was gekomen….”
Bron niet genoteerd
Kapitein D.H.Kramer was in 1834-1835 kapitein van de schoenerkof "Monnikendam" en had als matroos/bootsman aan boord de latere kapitein Tjebbe Albertus Wulp010-p.49.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein D.H.Kramer met vlagnummer R170 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Margarethe Ida” 343 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1851 van de bark “Doelwijk” 383 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 van het fregat “Ouderkerk a/d Amstel 383 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1862 t/m 1867 geen vermelding van schip en reeder
Douwe Hendriksz Kramer maakte met de “Ouderkerk aan de Amstel” in 1857 een reis van Batavia naar Rotterdam met een lading suiker005.
Bouma025 vermeldt D.H.Kramer als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1838 van de schoonerkof “Monnikendam” (2), gebouwd in 1825 te Monnikendam, 116 ton o.m., rederij niet vermeld, maar waarschijnlijk J.G.Boerlage te Monnikendam;
* 1830 t/m 1837 van de kof “Verwachting”, gebouwd in 1808, bouwlocatie niet vermeld, 65 ton o.m., varend voor Boerlage te Monnikendam. (deze opgave klopt niet met de vorige. Is er nóg een kapitein D.H.Kramer?)
* 1839 t/m 1842 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam
* 1842 t/m 1849 van de bark “Margaretha Ida”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 650 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1851 t/m 1853 van het 3/mschip “Doelwijk”, gebouwd in 1850 te Kinderdijk, 730 ton o.m., varend oor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1855 t/m 1857 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1859 t/m 1860 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Van mevr. E.C.Huizer-Sibinga Mulder te Naarden kreeg ik op 27 juni 2004 diverse informatie waaronder kleurenkopieën van schilderijen van Hendrik Alkes Kramer, Douwe Hendriks Kramer en Trijntje Gerrits Rotgans, geschilderd door Sybrand Altman (Den Haag 1822 – Amsterdam 1890). Deze portretten zijn in particulier bezit bij één van haar zonen (Pieter Douwe Huizer, Tarakan, 1938) te Grolloo
D.H.Kramer verzorgde per 12 november 1848 vanuit Hellevoetsluis met de “Margaretha Ida” een troepentransport van 2 officieren en 170 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 10 februari 1849 te Batavia na 90 dagen reis. Onderweg overleden 5 manschappen.
Hij vertrok op 21 oktober 1851 met de “Doelwijk” vanuit Hellevoetsluis met 6 landmachtofficieren en arriveerde te Batavia op 19 januari 1952 na 90 dagen065.
De Raad voor Tucht bij de koopvaardij deed op 17 oktober 1861 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Douwe Hendriks Kramer, gezagvoerder van het fregat “Ouderkerk aan de Amstel”, varend voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Uitgegaan:
Maassluis 3 Maart Cornelis Wernard Eduard, J.Kuiper, Newcastle.”
In het Hannemahuis te Harlingen is een aquarel van het fregat “Doelwijk’, geschilderd in 1851 door J.Spin. Er is in de de toelichting geen kapitein genoemd, maar uit het jaartal blijkt dat het om kapitein D.H.Kramer moet gaan.
Foto dd juni 2009 in mijn bezit.
Portret door Spin, in het Gemeentehuis van Ouderkerk aan de Amstel
In het Gemeentearchief van Ouderkerk Amstel te Ouderkerk aan de Amstel bevindt zich een correspondentie dd Rotterdam 26 jli 1858 waarin Willem Ruijs JDzoon het portret van de Ouderkerk aan de Amstel aanbiedt aan het Gemeentebestuur van Ouder Amstel middels een bezoek aan het schip te Rotterdam.
In een brief dd Rotterdam 11 december 1852 vraagt Willem Ruijs toestemming om op het op stapel staande schip “Ouderkerk aan de Amstel” het wapen van de gemeente op de spiegel van het schip te mogen aanbrengen, waarop een instemmend antwoord van Ouder Amstel volgt.
Familiegegevens en opleiding
Klaas Jansz Swart werd geboren op 14 november 1820 te Terschelling als zoon van Jan Tjebbes Swart en Neeltje Klazen de Jong (Bron: www.tresoar.nl) Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Pottebakkerssteeg Wijk 1 nr. 168 (nieuw nr 22)005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.J.Swart werd per 28 november 1848 met vlagnummer 780 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein F.F.Zeven. Als zijn schip is vermeld de “Drie Gebroeders”. Toegevoegd is “bedankt” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 21/28 november 1848 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd. K.J.Swart (alleen initialen), oud 28 jaar, voerend de bark “Drie Gebroeders”, voor rekening van W.Ruys JDz te Rotterdam, op voordracht van kapitein F.F.Zeven.023.
K.J.Swart was met vlagnummer R121 in de periode 1851 t/m 1893 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat door de oud-gezagvoerder K.J.Swart “voorloopig afstand is gedaan” van zijn recht op uitkering. Deze mededeling werd herhaald in de Jaarverslagen 1886 t/m 1888.058
In het Jaarverslag 1893 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1893 is overleden058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
780 1848-1851 bark Drie Gebroeders W.Ruys JDz te Rotterdam
1852-1853 bark Fop Smit idem
386 1854-1855 bark Fop Smit idem
1856-1859 fregat Doelwijk idem
1860 fregat Ouderkerk aan de Amstel idem
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein K.J.Swart met vlagnummer R121 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1851 geen vermelding van schip en reeder
1855 van de bark “Fop Smit” 290 last voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
1858, 1859 van het fregat “Doelwijk” 436 last voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
1862, 1863 van het fregat “Ouderkerk a/d Amstel” 383 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
1864 t/m 1867 van het fregat “Cornelis Wernard Eduard” 450 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890 t/m 1892 geen vermelding van schip en reeder
K.J.Swart was van 1852-1856 de eerste gezagvoerder van het campagnebarkschip (3-master) de “Fop Smit I”, 549 ton, in 1851/1852 gebouwd bij Fop Smit te Slikkerveer voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. “... in de vaart op Indië en Australië vervoerde in 1852 troepen naar Java ...”024 en 025.
In 1856 was hij de eerste gezagvoerder van het fregat de “Doelwijk (II)” van rederij W.Ruys J.Dz. 024.
Op 08 juni 1858 vertrok van Hellevoetsluis het fregat de “Doelwijk” van rederij Wm.Ruys J.Dz onder kapitein K.J.Swart en arriveerde 12 september 1858 te Batavia na een reis van 95 dagen026(38/161).
K.J.Swart was van 1865-1874 gezagvoerder van het campagne-fregatschip de “Cornelis Wernard Eduard II”, 892 ton, gebouwd in 1863/1865 bij Fop Smit te Slikkerveer voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. “... vervoerde in 1869 detachement troepen naar Java (125 man) ...”024 en 025.
En in 1865 was hij de eerste gezagvoerder van het campagne-fregatschip “Cornelis Wernard Eduard (II)” wederom van W.Ruys J.Dz.024.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam Schip Vertrek Aankomst
K.J.Swart Ouderkerk aan de Amstel 15 augustus 1860 16 juni 1861
Ouderkerk aan de Amstel 19 september 1861 20 juli 1862
Ouderkerk aan de Amstel 17 september 1862 19 juli 1863
Ouderkerk aan de Amstel 27 september 1863 02 augustus 1864
Cornelis Wernard Eduard 17 augustus 1865 18 augustus 1866
Cornelis Wernard Eduard 10 oktober 1867 31 juli 1868
Bouma025 vermeldt K.J.Swart als gezagvoerder gedurende:
-
* 1849 t/m 1852 van de bark “Drie Gebroeders”, gebouwd in 1844 te Slikkerveer, 412 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
-
* 1853 t/m 1856 van de bark “Fop Smit”, gebouwd in 1851 te Slikkerveer, 549 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
-
* 1857 t/m 1860 van het 3/m schip “Doelwijk”, gebouwd in 1856 te Slikkerveer, geen tonnage vermeld, varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
-
* 1861 t/m 1864 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
-
* 1865 t/m 1873 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1864 te Slikkerveer, 850 ton o.m., varend voor W.Ruys & Zn te Rotterdam.
NRC 03 oktober 1851114
Rotterdam, 2 oktober. Heden is van de werf van de scheepsbouwmeester J. Smit aan het Slikkerveer met goed gevolg te water gelaten het voor rekening der rederij van de heer Wm Ruys J.Dzn. alhier gebouwde barkschip genaamd FOP SMIT, groot ca. 350 lasten.114
Overige bijzonderheden
K.J.Swart voer jarenlang als stuurman onder kapitein Lammert Hendriks Singer op de kof “Koning Willem” in de veertiger jaren bij de N.V.Friese Kofscheepsrederij te Woudsend (gebr.Tromp)041-p.78.
In een voor de vrachtvaart ongunstige periode aan het eind van de 50-er jaren in de 19-de eeuw probeerde reder W.Ruys J.Dz. de verliezen te beperken door ook voor eigen rekening handelswaren te verschepen. “Een merkwaardig voorbeeld waarop Ruys zijn gezagvoerders in dit opzicht schoolde, leverde kapitein K.I.Swart van de Drie Gebroeders al in 1849. Dit schip had een lading guano vervoerd van Valparaiso naar San Francisco. Na de lossing bleek geen uitgaande lading verkrijgbaar voor de voorgenomen reis naar China. Toen kocht de gezagvoerder op speculatie een grote partij brood, waarmee hij naar Honolulu zeilde en waar het brood, inmiddels lichtelijk oudbakken, voor de drievoudige prijs werd verkocht! Bovendien brak hij in San Francisco uit het tussendek alle kooien, waarin hij in 1847 landverhuizers naar New York had vervoerd en verkocht op eigen initiatief aan een handelaar ter plaatse het hout dezer kooien tegen een zeer goede prijs. Toen de Drie Gebroeders tenslotte in 1850 in Indië belandde was aldaar slechts zeer weinig lading naar Holland verkrijgbaar. Voor scheepsrekening kocht de gezagvoerder daarop 5.400 balen rijst, alsmede een partij bindrotting. Het gevolg van dit initiatief was dat er na de terugkeer in januari 1851 en na de verkoop van rijst en rotting, ondanks de lange reis en de vele tegenslagen een mooie uitdeling kon plaatsvinden aan de deelhebbers in het rederij-contract; ook de gezagvoerder was uit financieel oogpunt allerminst te beklagen”024.
Hij zou in 1847 landverhuizers met de “Drie Gebroeders” hebben vervoerd. Maar volgens Bouma025 stond dit schip in 1847 onder gezag van kapitein F.C.Bauditz. K.J.Swart zou dit schip hebben gevoerd van 1849-1853.
Voorts met de “Drie Gebroeders”: “... in 1849 tijdens orkaan voor anker liggend te Uwahoe (Sandwich-eilanden); losgeslagen en gestrand, doch afgebracht en gerepareerd; in 1850 varend van Singapore naar Batavia op blinde klip gelopen, na vlotkomen teruggekeerd naar Singapore, waar gerepareerd; ...”024.
Arie Reinders Roda (Arjen), geboren c.1825 te Terschelling overleed op 18 juli 1850 in het hospitaal van Singapore als bemanningslid van het Nederlandse Brikschip “De Drie Gebroeders” onder gezag van kapitein Klaas Jans Swart. Uit: J.P.N.L.Roorda van Eijsinga. Roda van Terschelling, een geslacht van zeevarenden. Naaldwijk/Oostburg, 1966. (CBG G/-/port/554)
K.J.Swart verzorgde per 23 april 1852 vanuit Hellevoetsluis met de “Fop Smit” een troepentransport van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 08 augustus 1852 na 107 dagen. Onderweg overleed 1 manschap.
Op 21 september 1861 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Ouderkerk aan de Amstel” en 7 landmachtofficieren. Hij arriveerde te Batavia op 09 januari 1862 na 110 dagen.
Op 21 september 1862 vertrok hij vanuit Brouwershaven met hetzelfde schip en 2 landmachtofficieren. Hij kwam in Batavia aan op 28 december 1862 na 98 dagen.
Op 29 september 1869 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Cornelis Wernard Eduard” en een troepentransport van 2 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 06 januari 1870 na 99 dagen065.
Op 27 september 1871 vertrok hij met de “Cornelis Wernard Eduard” (vertrekplaats niet vermeld) en 1 landmachtofficier naar Indië. De aankomstdatum te Batavia is niet opgegeven065*.
Nieuwe Rotterdamsche Courant 1 juli 1861
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.52-55: “Naar Californië 1849- 1851. Oceaan, Drie Gebroeders, Jan van Hoorn, J.C.Schotel”
Het tweede schip dat in 1847 rond Kaap Hoorn voer was de bark “Drie Gebroeders”. “In San Francisco bleek veel vraag naar timmerhout. Nu had de Drie Gebroeders kort tevoren Europesche landverhuizers naar New York vervoerd. Het hout van de kooien in het tussendek was aan boord gehouden voor een eventuele volgende emigrantenreis. Dit hout werd nu te gelde gemaakt. Bij het ontbreken van uitgaande lading werd een grote partij scheepsbeschuit ingeslagen en op de Sandwich Eilanden voor de drievoudige prijs verkocht (Ohua was een bevoorradingshaven voor walvisvaarders). Via Honghong zeilde de Drie Gebroeders naar Batavia, waar de kapitein voor risico van de reder 5.400 balen rijst kocht, die in Nederland met een redelijke winst van de hand kon worden gedaan.”
Familiegegevens en opleiding
Willem Aart Dingemans werd geboren op 12 april 1828 te Ouderkerk aan de Amstel in het huis voorheen genaamd “Plantrijk” als zoon van de Nederlands Hervormde heel- en vroedmeester Frans Dingeman en Albertina Helena Smit. Op 04 mei 1828 wordt hij gedoopt door dominee Ruys in de hervormde kerk.
Willem ging in Ouderkerk naar de dorpschool en wellicht nog een paar jaar later naar de tegenover zijn ouderlijk huis gelegen Larijnsche School. Hierna is hij opgeleid voor de koopvaardij en begon “voor de mast”.
Na het overlijden aan de typhus van vader Frans in 1848 gaat de moeder met haar kinderen naar Zandvoort waar haar broer Coenraad Smit heel- en vroedmeester is.
Willem woonde te Middelburg en daarna te Rotterdam aan de Coolsingel Wijk 15 nr. 312 (nieuw nr. 54). Hij vertrok op 14 november 1871 naar Zandvoort en woonde later te Semarang.
Hij trouwde op 31 oktober 1866 te Rotterdam met Johanna Catharina Spaanderman, geboren op 25 december 1841 te Den Bosch als dochter van de Rooms-Katholieke Maarten Willem Spaanderman, commissionair en waagmeester bij de Nederlandsche Handel maatschappij , en Joanna van Ooyen. Na het overlijden van Willem Aart hertrouwde ca. 1885 te Roterdam met de handelsagent en commissionair Govert Gerardus Koevoet, Deze overleed in 1897. Johanna overleed op 30 januari 1918 te Rotterdam, 76 jaar.
Hij overleed te Semarang op 18 mei 1883 volgens de familieoverlevering als gevolg van een straatroof.
Gegevens van W.H.Dingemans, zomer 2011.
De familie Ter Laan-Dingemans (adres??) bezit nog in de vorm van een "carte visite" een foto van de kapitein, die te Semarang zo ongelukkig aan zijn eind kwam, en een foto van zijn vrouw: Johanna Catharina Spaanderman (1841-1918). Mededeling Kees Paul, september 2009
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.A.Dingemans was met vlagnummer R157 in de periode 1864 t/m 1869 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.A.Dingemans met vlagnummer R157 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1864 t/m 1867 van het fregat “Ouderkerk a/d Amstel” 383 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam.
Bouma025 vermeldt W.A.Dingemans als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1871 van het 3/mschip “Ouderkerk aan de Amstel”, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip voer in 1871 voor W.Pont te Edam en was herdoopt in “Sandviken.
Overige bijzonderheden
W.A.Dingemans vertrok op 02 oktober 1864 met de “Ouderkerk aan de Amstel” en 1 landmachtofficier naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 08 januari 1865 na een reis van 98 dagen.
Op 08 oktober 1865 vertrok hij van Brouwershaven met de “Ouderkerk aan de Amstel” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 19 januari 1866 na een reis van 103 dagen.
Op 25 april 1868 vertrok hij van Nieuwediep met de “Ouderkerk aan de Amstel” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 06 augustus 1868 na een reis van 103 dagen065.
NRC 03 januari 1869
Batavia, 29 november 1868. Door de factorij der Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn eergisteren bevracht de volgende schepen:
Voor Amsterdam: BATAVIA, 243 gem. last, NLG 78,80; TELANAK, 398 gem. last,
NLG 79,99; PHILIPS VAN MARNIX, 800 gem. last, NLG 81,25.
Voor Rotterdam: JOHANNES ANTHONIUS, 380 gem. last, NLG 72,50; LICHTSTRAAL, 794 gem. last, NLG 73,75; OUDERKERK AAN DE AMSTEL, 383 gem. last, NLG 79,49.
Afbeeldingen van de “Oudekerk a/d Amstel” vond ik in het gedenkboek van F.W.G. Leeman, Van Barkschip tot Willem Ruys, 120 Jaar Zeevaart", p.50, een aquarel van Spin en met de Oudekerk a/d Amstel met de kapiteinsvlag Dingemans. Die aquarel zal zich waarschijnlijk in de collectie van de Nedlloyd bevinden.
Mededeling van Kees Paul, september 2009.
Foto genomen in het Museum Ouderamstel te Ouderkerk aan de Amstel tijdens een tentoonstelling januari 2011. Op de onderste foto (een Spin) staat de kapiteinsvlag van Rotterdam nr. 170 van Douwe H. Kramer , Texel binnenkomend op 19 september 1869
De heer W.H.Dingemans stuurde mij zomer 2011 een hoofdstuk uit een genealogie van het geslacht Dingemans (wellicht in het CBG). Hoofdstuk 9 handelt over Willem Aart Dingemans (1828-1883). Naast Burgerlijke Stand gegevens bevat het stuk een reeks van meldingen van de maritieme geschiedenis van kapitein Dingemans, vooral ook tijdens zijn periode als gezagvoerder van de “Ouderkerk aan de Amstel”. Voorts bevat het stuk foto’s van de “Ouderkerk aan de Amstel” en van Willem Aart Dingemans en zijn vrouw Johanna Catharina Spaanderman
Een uitgebreide verhandeling van het schip “Ouderkerk aan de Amstel” onder kapitein Dingemans staat in het boerkje Ëen Terschellinger zeilvaartkapitein” door Bram Oosterwijk, 2016, Coolegem Media, p.140-145. Daarin tevens twee protretten van het schip door Jacob Spin.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Hanssens werd met nr.707 effectief lid van Zeemanshoop per 17 maart 1857 op voorspraak van F.C.Jaski. Zijn schip was de "Zeemanshoop". Heeft als lid bedankt002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 10/17 maart 1857 is vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd J.Hanssens (alleen initialen), oud 36 jaar, voerend de bark “Zeemanshoop”, voor rekening van Wickel & Boot te Edam, adres bij Obbe Hanssens te Amsterdam, op voordracht van kapitein F.C.Jaski.023.
“Op 17 augustus 1825 besloot het bestuur, dat de vlag met het nummer 1, vrijgekomen doordat kapitein J.Theunisse in 1823 bedankt had, zou gevoerd worden door de kapitein van het toen op de werf van H.Booy en Zoon in aanbouw zijnde fregatschip Zeemanshoop van de heren M.Udink en Comp. Kapitein was eerst P.Kraay, die zelf nummer 53 had Later voer het fregat Zeemanshoop onder kapitein J.A.Witsen, nummer 318, na 1836 onder de kapiteins C.P.Kuyper, nummer 381, G.J.Teensma, nummer 532, B.Rouffaer, nummer 808, D.Duinker, nummer 873, en na 1854 nog onder kapitein P.H.Barkey, nummer 629. Het fregat behoorde toen aan B.Kraay Jzn. In 1857 werd nummervlag 1 gegeven aan de bark Zeemanshoop van Wickel en Boot te Edam onder kapitein J.Hanssens, nummer 707“.019.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
707 1857-1864 bark Zeemanshoop Wickel & Boot te Edam
1865 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.Hanssens als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1856 van de bark “Hoop”, ex Henricus Gerardus, ex Henriëtte & Henri, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor J.L.Wickel te Edam. Hert schip is in juni 1856 in een storm bij Nerva op drift geslagen en gestrand;
* 1857 t/m 1864 van het 3/m schip “Zeemanshoop”, gebouwd in 1826 te Amsterdam”, 438 ton o.m., varend voor J.L.Wickel & J.Boot te Edam. Het schip werd in 1864 verkocht in het buitenland;
* 1871 t/m 1876 van het 3/m schip “Sandviken” ex Ouderkerk aan de Amstel, gebouwd in 1854 te Slikkerveer, 725 ton o.m., varend voor W.Pont te Edam. Het schip is in 1876 op Laesö gestrand;
* 1879 t/m 1882 van de bark “Waterloo” ex General Putman, gebouwd in 1862 te Boston USA, 1290 ton o.m., varend voor W.Pont te Edam;
Overige bijzonderheden
Er bestaat een “Spin” van de bark “Zeemanshoop” met de nummervlag 1 van kapitein Hanssens. (waar? - zie artikel van A.R.Kelder in De Blauwe Wimpel 1980)
Bremer094 vermeldt de stranding van het vrachtschip “Zeemanshoop” op 12 december 1862 op het Oude Wierhoofd bij Den Helder onder gezag van kapitein Hansen (sic)
|