Inloggen
CHARLOTTA - ID 13376


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1841-04-01 / 1850-07-27 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1841
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Masten: Two masts
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Boonstra, Rienke Sikkes, Hoogezand, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1841-00-00
Delivery Date: 1841-03-25
Technical Data

Net Tonnage: 68.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1841
Datum agenda: 1841-04-01
Register nr: 18410204
Scheepsnaam: CHARLOTTA
Type: Kof
Lasten: 68
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Calkema, H. S.
Plaats: Hogezand
Kapitein op moment van verzoek: Boer, B.J. de
Opmerkingen: nieuwe zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1841-03-25 CHARLOTTA
Manager: Heere Sytzes Calkema, Hoogezand, Groningen
Eigenaar: Heere Sytzes Calkema, Hoogezand, Groningen
Shareholder:
Homeport / Flag: Hoogezand / Onbekend

Ship Events Data

1850-07-27: Final Fate:
01 augustus 1850. NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Rotterdam, 31 juli. Wij deelden reeds in ons nummer van 27 dezer het gebeurde mede met en op de CHARLOTTA, kapt. Mulder. De Provinciale Groningsche Courant behelst thans daaromtrent ook een verhaal, dat wij om enkele bijzonderheiden hier laten volgen.
In het begin van maart 1849 is het schip CHARLOTTA, gevoerd door kapt. Timoteus Meinderts Mulder, van Pekela, van Amsterdam vertrokken naar Nantes. Van daar heeft het verscheidene reizen naar verschillende plaatsen gedaan en is eindelijk in de maand maart dezes jaars van Bergen in Noorwegen vertrokken met bestemming St. Petersburg. Ofschoon vroeger aan de kapitein niets bijzonders te bespeuren was, had het volk opgemerkt, dat op deze reis kapt. T.M. Mulder reeds enige dagen stil en afgetrokken was geweest en met duistere plannen zwanger ging. Op zekere morgen lag de verhaler dezes te kooi met een der matrozen – die te Antwerpen aan boord was gekomen en wiens naam hem onbekend is – toen iemand van het dek riep, dat de stuurman, genaamd Johan Koop, overboord lag. Beiden begaven zich dadelijk naar het dek, vonden de kapitein aan het roer staan en het schip op de wind liggen. Zij waren behulpzaam om het te doen wenden ten einde te trachten om de stuurman, die nog niet gezonken was, te redden. De kapitein stond inmiddels alsof hij verwezen was. Alle pogingen om de stuurman te redden, waren echter vergeefs; hij zonk en men was genoodzaakt weder koers te zetten. Kort daarna ging het volk naar beneden om te ontbijten, waarbij de kapitein tegenwoordig was. Hij sprak toen weinig, zeggende slechts enkele malen “onze beste man is weg”. Na het ontbijt ging de verhaler met de matroos R.B. Mulder naar het voorschip om de fokkeschoot aan te halen. Zij hoorden, daaraan bezig zijnde, een angstgeschrei. Omziende zagen zij de bovenbedoelde te Antwerpen aan boord gekomen matroos met de handen op het hoofd op het dek nederstorten en de kapitein achter hem staan. Zij ontwaarden, toen zij naderbij kwamen om de matroos te helpen, dat deze bloedend neder lag en dat de kapitein een mes in de handen had, waarmede hij ook hen bedreigde. R.B. Mulder vluchtte toen in de voortop en de verhaler in de achtertop, alwaar hij spoedig gevolgd werd door de scheepsjongen P.D. Mulder, die, naar hij meent, uit de kajuit was komen aanlopen, terwijl naderhand ook R.B. Mulder uit de voortop langs het stag bij hem kwam.
De kapitein trachtte hen in het want te volgen, doch werd daarin verhinderd, ook doordien de vluchtelingen blokken uit het tuig sneden en daarmede naar hem wierpen. Daarop nodigde hij hen uit om naar beneden te komen en dreigde, op hun weigering, het schip met man en muis te zullen laten zinken, waartoe hij zich reeds met een bijl wapende. Toen hadden zij geantwoord, dat zij naar beneden zouden komen, indien de kapitein zijn mes over boord wierp, waaraan deze slechts schoorvoetend voldeed, tevens de matroos, die hij vermoord had, in zee werpende en de bloedige sporen op het dek wegwassende. Daarna ging hij in het vooronder en nu kwamen de genoemde matrozen naar beneden, vermoedende dat de kapitein bezig was om de ballastpoort open te hakken, ten einde het schip te doen zinken. Zij verzochten de kapitein, toen hij weder boven kwam, om de bijl, welke hij hun ook overhandigde, en toen kapten zij de touwen, waarmede de sloep op het dek was vastgemaakt, en brachten deze in zee. Zij begaven zich daarin, de kapitein toeroepende bij hen te komen. Kapt. Mulder voldeed daaraan echter niet, en vermits zij zagen, dat het schip begon te zinken, verwijderden zij zich ten einde niet te worden medegesleept. Zij zagen kort daarop het schip wegzinken met de kapitein, die zich in de kajuit had begeven. Zij werden vervolgens opgenomen door een Russisch schip, dat zeer dicht bij hen was, zodat men van daar het gaan van de kapitein naar de kajuit zelfs had kunnen zien. Met dat Russisch schip zijn zij voorts naar Wyburg gebracht, van waar de verhaler naar Kiel met een ander schip en vervolgens naar Amsterdam vertrokken is, terwijl R.B. Mulder en P.D. Mulder naar Stettin zijn op reis gegaan. (opm: zie ook NRC 290650, 030750, 090750 en 270750)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

“Op 24 jan. 1850 is bij mij, J.H. de Weerd, burgemeester en ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Nieuwe Pekela ingekomen een extract uit het register van overledenen van Danzig, (inhoudende) dat op 20 sept. 1849 aldaar is overleden Barteld J. de Boer, 51 jaren oud, schipper van beroep, laatst gewoond hebbende te Nieuwe Pekela.”115.

Volgens een overlijdensakte te Nieuwe Pekela overleed dd 20 september 1849 te Danzig Barteld J. de Boer

Provinciale Groninger Courant 18 januari 1850

Advertentie. Mr. S.C.H. Piccardt, notaris te Pekela zal ten verzoek van de testamentaire erven van wijlen kapt. Barteld J. de Boer, op dinsdag den 29sten dezer des avonds te 6 uur ten huize van de Wedw. H.R. Pothuis te N. Pekela, publiek verkopen:

  1. Het snel zeilend kofschip HENDERIKA, met des zelfs volledige inventaris, groot 84 tonnen, liggende te Amsterdam, laatst gevoerd door nu wijlen kapt. B.J. de Boer van de N. Pekela in den jaren 1839 te Muiden uitgehaald.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt B.J.de Boer als gezagvoerder geedurende:

*    1841 t/m 1847 van de sch.kof “Charlotte”, gebouwd in 1841 te Hoogezand, 129 ton o.m., varend voor H.S.Kalkema, Hoogezand.

*    1848 t/m 1849 van de kof “Hendrika” ex Franciska Maria, gebouwd in 1839 te Muiden, 84 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.

 

Overige bijzonderheden

In het Schepelingenregister (Archief van de Waterschout), toegang 391, in het Rijksarchief van Noordholland staat in 1845 een Barteld Jurriën de Boer met de kof “Charlotte”.

In het Schepelingenregister (Archief van de Waterschout), toegang 391, in het Rijksarchief van Noordholland staat in 1847 een Bartelt Jurjens de Boer met de kof “Hendrika”.

 

 

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Boer, Barteld Jurriën de
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Timotheus werd geboren/gedoopt op 07/15 augustus 1802 te Nieuwe Pekela als zoon van Meindert Brons en Zwaantje Roelfs.

Timotheus Meynders Mulder trouwde op 13 februari 1839 te Amsterdam met Geessien Eppes Tonkes, geboren/gedoopt te Zuidbroek op 08/18 februari 1809 als dochter van Eppo E.Tonkes en Zwaantje Menzes.

Zie: http://www.henny-savenije.com/tng/familygroup.php?familyID=F285492&tree=savenije

Geesien hertrouwde na de dood van Timotheus te Nieuwe Pekela op 13 mei 1852 met de koopman Jan Hendriks Wever, geboren te Wedde. Jan was de weduwnaar van Riekeltje Bakker. Jan overleed te Nieuwe Pekela op 11 juni 1890. Geesien overleed te Nieuwe Pekela op 22 juni 1890.

Timotheus Meinderts Mulder is op 08 mei 1850 in de Oostzee ter hoogte van Gotland met zijn schip de “Charlotte” gezonken en daarbij omgekomen.

 

Burgerlijke Stand gegevens in de provincie Groningen vermelden Timotheus Mulder als schipper in 1847.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.M.Mulder (adres Brouwersgracht bij de Heerenmarkt) werd met vlagnummer 492 effectief lid van “ Zeemanshoop” per 24 september 1839 op voordracht van A.J.Hubert. Zijn schip was de "Jonge Louis". Toegevoegd is "vermist"002. Ten tijde van de inschrijving waren Mulder en zijn vrouw 37 resp. 30 jaar. Ingeschreven waren 3 kinderen te weten Zwaantje van 12 april 1839, Geertje van 24 november 1842 en Eppo van 24 februari 1847002a.

In de Algemene Vergaderingen van 17/24 september 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Timotheus Meynders Mulder, 37 jaar, voerend de kof Jonge Louis, wonend op de Brouwersgracht bij de Heerenmarkt te Amsterdam op voordracht van kapitein A.J.Hubert.023.

T.M.Mulder was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 492 in de periode 1839 t/m 1850.

 

T.M.Mulder was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 15 in de periode 1840 /m 1850.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1843 staat de melding dat aan kapitein T.M.Mulder een maand gage wordt uitgekeerd “wegens geleden zeeschade.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1846 staat vermeld dat aan kapitein T.M.Mulder een maand gage is toegekend wegens schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 26 september 1850 vraagt G.Tonkes, de weduwe T.Mulder om een uitkering. Deze wordt haar in de vergadering van 31 oktober 1850 toegekend met ingang van 01 augustus voor haar en 3 kinderen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 juni 1852 staat vermeld dat G.E.Jonker, de weduwe van kapitein T.M.Mulder is hertrouwd met J.H.Wever. Zij bedankt voor de uitkering.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van 04 september 1890 vraagt de wed. J.H.Wever, eerder de wed. T.H.Mulder, om herstel van uitkering. De aanvraag is vervallen daat zij inmiddels is overleden.042.

 

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 september 1890 (Stadsarchief Amsterdam, 491-42) wordt het overlijden gemeld van de weduwe J.H.Wever, eerder weduwe T.M.Mulder. Er zijn ook twee rouwkaarten met het overlijden van Jan Hendriks Wever te Nieuwe Pekela op 11 juni 1890, oud 80 jaar en van Geessien Eppes Tonkes, overleden te Nieuwe Pekela op 22 juni 1890, 81 jaar.042.

In de notulen dd 21 maart 1843 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de mededeling dat één maand gage wordt uitgekeerd aan kapitein T.M.Mulder “die op de reize van Bayonne, op den 8 January j.l. zijn schip en goed door overzeiling heeft verloren.” In de notulen van 26 januari 1847 wordt wederom een maand gage verleend aan kapitein T.M.Mulder, vlagnummer 492, wegens schipbreuk023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1850 wordt aan de weduwe van kapitein T.Mulder, geb. Tonkes een uitkering toegekend per 01 augustus 1850 voor haar en haar 3 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       492                        1839-1842     kof                   De Jonge Louis                                     Gomperts & Hendriks

                                      1843-1846     kof                   De Nijverheid                                       idem

                                      1848-1849     kof                   Charlotta                                               geen opgave

 

Bouma025 vermeldt T.M.Mulder als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1843 van de kof “Jonge Louis” ex Dorothea, gebouwd in 1832, bouwlocatie niet vermeld, 80 ton o.m., varend voor Gomperts & Hendriks te Amsterdam. Het schip werd in 1843 bij Ouessant door een Franse brik overvaren;

*    1844 t/m 1846 van de schkof “Nijverheid”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 144 ton o.m., varend voor Gomperts & Hendiks te Amsterdam. Het schip is in oktober 1846 verongelukt bij Ameland op reis van Koningsbergen naar Rotterdam;

*    1848 t/m 1850 van de sch.kof “Charlotte”, gebouwd in 1841 te Hoogezand, 129 ton o.m., varend voor H.S.Kalkema, Hoogezand. Het schip is in 1850 bij Petersburg gezonken.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

28 februari 1820, smak “Vrientschap, schipper Klaas Jurjens de Boer, matroos Timotheus Meinderts Mulder uit Nieuwe Pekela

06 februari 1821, kof “Goede Hoop”, schipper Hindrik Wijndelts de Groot,  kok Timotheus Meinderts uit Nieuwe Pekela

12 februari 1822, kof “Goede Hoop”, schipper Jan Jacobs Wychers, kok Timotheus Meinderts Mulder uit Nieuwe Pekela

18 februari 1826, schip “Eendragt”, schipper Jan Hindriks Deddes, stuurman Timotheus Mulder.

 

Overige bijzonderheden

Mulder085 vermeldt

“30.07.1850 schoenerkof ‘Charlotte’, kapitein-eigenaar Timoteus Meinderts Mulder uit Pekela, begin maart 1850 in de Oostzee (onderweg van Bergen naar St.Petersburg) door de kapitein tot zinken gebracht.

De drie overlevenden werden door een Russisch schip in Wyborg aan land gebracht en konden getuigen (verkort):

Kapt Mulder was reeds enige dagen stil en afgetrokken geweest en ging met plannen zwanger. Op een ochtend (datum onbekend) bleek de stuurman over boord te liggen. Pogingen hem te redden faalden. Later die ochtend zag de bemanning een matroos bloedend op het dek liggen; de kapitein stond er met een mes bij. Het volk vloog in de masten en de kapitein probeerde hen daar te pakken, hetgeen kon worden verhinderd, o.a. door blokken los te snijden en naar beneden te gooien. Na onderhandelingen gooide de kapitein zijn mes over boord, en ook de matroos die hij zojuist had vermoord. Hij liep met een bijl rond en begaf zich naar beneden, naar de bemanning vermoedde om de ballastpoort open te zetten. Weer terug op dek gaf de kapitein de bijl aan de matrozen. Daarna zetten de matrozen de sloep over boord, maar de kapitein weigerde te volgen en begaf zich in de kajuit. Omdat het schip inmiddels begon te zinken verwijderde de sloep zich van het schip, waarna de matrozen snel door de nabij varende Rus werden opgepikt.”

Zie voor dit verhaal ook “Met de groeten uit Riga´ van H.Hachmer. In Boekvorm Uitgevers BV, Assen. 2007, p.83 e.v.

En tevens voor een volledig verhaal uit de “Kroniek van Pekela” 30 juli 1850 de CD “Zeildende ter hoogte van…” door Dick Kuil te Den Boer, Gr., dd maart 2005, aanwezig in het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen.

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Mulder, Timotheus Meynders

Monsterrollen

Opgemaakt Groningen
Datum: 1841-04-15
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: CHARLOTTA
Schipper: Boer, Barteld Jurjens de
Scheepstype:
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Groninger Archieven Archiefnummer Gron. 152.77.92.1841.41
DVD XIII - 3086
CEDULE en BIJLBRIEF

Naam schip CHARLOTTA

plaats en datum acte Hoogezand, 25 maart 1841

type schip kof

bouwwerf/verkoper Rienke S. Boonstra, scheepsbouwer te Hoogezand

gevoerd door kapt.

eigenaar Heere Sytzes Calkema, negociant te Hoogezand, enig eigenaar

te voeren door kapt. Barteld Jurjens de Boer, Nieuwe Pekela

grootte in tonnen 68 lasten

tuigage / aantal dekken 2 masten, 1 dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating 1841 nieuw van de bijl te water gebracht

plaats / datum registratie Groningen, 29 maart 1841

nummer registratie deel 10, folio 96, recto, vak 2

notaris Mr. Christiaan Hartman Busmann, plv. rechter te Hoogezand

prijs

Bijzonderheden:
Schip ligt thans te Groningen.
De bijlbrief met bevestigende verklaring burgemeester van Hoogezand d.d. 23 maart 1841 wordt getoond.






Naam CHARLOTTA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1841
Toegang 152
Inventaris 77

Bronnen

Jaar: 1841
Bron: GRONINGER ARCHIEVEN
Omschrijving: Archiefnummer Gron. 152.77-92.1841.41