1827
AH 061027
Amsterdam, 4 oktober. Bij gunstige gelegenheid zal morgen, den 5 dezer, ten half twee ure, op de werf de Oranje-Boom, in de Groote Bikkerstraat, van stapel lopen het koopvaardij fregat schip SOPHIA MARIA, waarvan bouwmeesters zijn A. de Graaf & Zonen.
DC 091027
Amsterdam, 5 oktober. Het fregatschip SOPHIA MARIA, gebouwd door de scheepsbouwmeesters A. de Graaf en Zonen, voor rekening der heren de wed. Lamb. Thijm en Zoon, waarvan gisteren gesproken is, is heden met het beste gevolg van stapel gelopen.
1828
Op 23 april 1828 werd de eerste zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. L. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoft.
AH 240928
Carga-lijsten. Amsterdam, 23 september. SOPHIA MARIA, kapt. G.J. Roperhof, van Suriname; DE ONDERNEMING, kapt. J.T. Kuiper, van Livorno.
1829
RC 220129
Amsterdam, 20 januari. Het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Roperhoff, van Amsterdam naar Suriname, te Ramsgate binnen, heeft de 6e dezer de reis vervolgd.
AH 010729
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam, naar de volgende plaatsen:
Suriname. De gekoperde schoener, JOANNES ARNOLDUS, kapt. Pieter Jacobus Kerkhoven. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd fregatschip, SOPHIA MARIA. Kapt. G.L. Röperhoff. Adres bij Hoyman & Schuurman; Altena & Co. en D. Aletrino.
RC 020729
Amsterdam, 30 juni. De 27e dezer, des avonds omtrent ten half elf ure, is de overzeese praam, genaamd DE OUDE MARTEN en gevoerd door Jan Berend Martens, wonende te Meppel, beladen met 15.000 gebakken stenen, om te worden overgebracht aan boord van het Nederlandse fregatschip SOPHIA MARIA, schipper G.L. Röperhoff, liggende voor deze stad, in de environs (opm: omgeving) van het eiland Marken gezonken. De schipper en zijn knecht, genaamd Dirk Scherpenzeel, wonende te Kampen, hebben tot in de ochtendstond omstreeks twee ure, aan de mast van het schip en gedeeltelijk in het water hangende, hunnen dood voor ogen gezien, als wanneer zij echter hoogst gelukkig door de beurtschipper van Dragten, met behulp van zijn knechts, niet zonder gevaar zijn gered geworden.
AH 010929
Te Amsterdam in lading liggende schepen naar:
Suriname: het gekoperd fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff. Adres bij Hoyman & Schuurman, Altena & Co. en D. Alletrino.
Suriname: het gekoperd fregatschip de VEREENIGING, kapt. W. de Boer. Adres bij Hoyman & Schuurman.
Op 9 december 1829 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. L. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoft.
1830
RC 020330
Amsterdam, 28 februari. Volgens brief van Antwerpen, van de 25e dezer, was de Schelde nog geheel met ijs bedekt. Het schip (opm: pink) JOHANNA JACOBA, kapt. P.J. Spilliard, van Alexandria in Egypte, naar Vlaardingen, is volgens brief van Cephalonia van de 1e januari, wegens op zee bekomen schade aldaar willende binnenlopen, in de Noordermond dier haven gestrand, doch zou waarschijnlijk weder afgebracht worden (opm: zie RC 110230). Het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, de 2e november van Amsterdam te Suriname gearriveerd, zou de 15e of 16e dezer de terugreis aannemen.
RC 040330
Amsterdam, 2 maart. Kapt. J.F. Spiegelberg, van Suriname in Texel binnen, rapporteert, dat de 12e januari, zijnde de dag van zijn vertrek van Suriname, kapt. J.N. Klint, die met zijn schip van Amsterdam aldaar arriveerde, hem onder het praaien toeriep, dat hij gevolgd werd door het schip IPENRODE, kapt. M. Charlau, mede van Amsterdam; kapt. Spiegelberg reeds in zijnde, zag dan ook werkelijk een schip naar de rivier koers zetten. Voorts zou het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, weinige dagen na hem en het schip DE PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, de 15e januari van Suriname naar Amsterdam vertrekken.
AH 070430
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam.
Naar Nederlandse koloniën.
Suriname. Het gekoperd fregatschip MARIA, kapt. A. Hulsen. Adres bij Hoyman & Schuurman.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff. Adres bij Hoyman & Schuurman; Altena & Co. en D. Aletrino. Vertrekt 13 april.
Op 15 april 1830 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. L. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoft.
Op 22 april 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. L. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoft.
AH 180930
Carga-lijsten. Amsterdam, 17 september. SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff en PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, van Suriname;
1831
AH 030531
Kapitein A. Hansen, voerende DE GODEFRIDA, den 1 mei van Suriname in Texel binnen is den 14 maart vandaar vertrokken tegelijk met de WILHELMINA, kapt. J.N. Klint, mede naar Amsterdam en rapporteert; dat voor hem gezeild waren, DE ELISABETH CORNELIA, kapt. J.D. Diets, HENRIETTE EN BETHSY, kapt. G.B. Bos, LIBERTÉ, kapt. D. de Jong, NICOLAAS WITSEN, kapt. L. Wildschut, ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom en DEN AMSTEL, kapt. C.J. Kat en zouden vertrekken DE AURORA, kapt. J.A. de Haas, SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, ZORGVULDIGHEID, kapt. E.D. Dekker, IPENRODE, kapt. M. Charlau, DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, DE HARMONIE, kapt. H. Lange, EDAMS WELVAREN, kapt. H. Rolff alle naar Amsterdam.
RC 050531
Amsterdam, 3 mei. Kapitein A. Hansen, (opm: fregat GODEFRIDA) van Suriname in Texel binnen, heeft den 29 april, bij de Singels, in goede staat zeilende gepraaid de schepen DE JONGE LODEWIJK ANTHONIE, kapt. R. Tjebbes en DE VEREENIGING, kapt. W. de Boer, beide van Amsterdam naar Suriname; aan boord was alles wel en de wind ZZW.
Voorts rapporteert kapt. Hansen, dat den 14 maart met hem van Suriname was vertrokken het schip WILHELMINA, kapt. J.N. Klint, en dat reeds vroeger die kolonie hadden verlaten de schepen ELIZABETH CORNELIA, kapt. J.D. Dietz; HENRIETTE EN BETSY, kapt. G.B. Bos; LA LIBERTÉ, kapt. D. de Jong; NICOLAAS WITSEN, kapt. L. Wildschut; ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom en DE AMSTEL, kapt. C.J. Kat; alsmede dat na hem zouden vertrekken de schepen SUSANNA MARIA, kapt. J.F. Spiegelberg; SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff; DE ZORGVULDIGHEID, kapt. E.D. Dekker; IPENRODE, kapt. M. Charlau; DE VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser; DE HARMONIE, kapt. F. Lange; EDAMS WELVAREN, kapt. H. Rolff en AURORA, kapt. J.A. de Haas, alle naar Amsterdam.
AH 310531
De SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname den 29 mei in Texel binnen, is den 30 maart van Suriname vertrokken, destijds waren er geen schepen uit Europa aangekomen en zouden vandaar vertrekken: Den 2 of 3 april, DE ZORGVULDIGHEID, kapt. E.D. Dekker, den 11 dito, DE ANNA EN LOUISA, kapt. J.K. de Jong, den 15 of 20 dito, DE ZEEMEEUW, kapt. T.C. Klaus, alle 3 naar Amsterdam en den 20 of 25 april de PIET HEIN, kapt. W. Turnbull, Rotterdam.
AH 240931
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Suriname. Het gekoperde tweedeks pinkschip DE HARMONIE, kapt. Fredrik Lange, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
Naar Suriname. Het gekoperde tweedeks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam. Adres bij Hoijman & Schuurman; Altena en C., D. Aletrino en E. Windhouwer. Sluit 25 september.
Op 29 september 1831 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoft.
AH 221031
Texel, 19 oktober. Vertrokken: HANDELMAATSCHAPPIJ, kapt. Witters, naar Batavia; SURINAME, kapt. Landzaat, naar Batavia; SOPHIA MARIA, kapt. G.R. Röperhoff, naar Suriname; JONGE EVERT, kapt. Kiers, naar Suriname; VRIENDSCHAP, kapt. Doeksen, naar Suriname; DAGERAAD, kapt. Stada, naar Suriname;
AH 291031
Volgens brief uit Duins, in dato 22 oktober, van kapt. G.L. Röperhoff, voerende de SOPHIA MARIA, van Amsterdam naar Suriname, was hij aldaar aan wal, aan boord zijnde in goede staat binnengelopen.
RC 011131
Amsterdam, 30 oktober. Het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam naar Suriname, is, volgens brief van Deal van den 23 oktober, de vorige dag in goede staat onder Duins geankerd; aan boord was alles wel.
RC 171131
Amsterdam, 15 november. Het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam naar Suriname, te Cowes binnen, den 9 dezer de reis voortgezet.
1832
RC 080332
Rotterdam, 7 maart. De schepen PARAMARIBO, kapt. K. Spiegelberg, en SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, zouden den 15 februari, DE JONGE EVERT, kapt. J.J. Kiers, den 1 dito en LOUISA BARBARA, kapt. F.H. Zeylstra, tussen den 1 en 10 dito van Suriname naar Amsterdam vertrekken.
RC 220332
Rotterdam, 21 maart. Volgens brief van Suriname, van den 16 januari, zou het schip LOUISA BARBARA, kapt. F.H. Zeylstra, den 10 februari, het schip DE JONGE GERARDA CORNELIA, kapt. B. Jansen, tussen den 10 en 15 dito en het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, tussen den 15 en 20 dito van daar naar Amsterdam vertrekken.
AH 230432
Texel, 20 april. Binnengekomen: HARMONIE, kapt. F. Lange, van Suriname; SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Roperhoff, van Suriname; PRINS DER NEDERLANDEN, kapt. J. Hilbrands, van Havanna, ligt in quarantaine; FELIX LEMBRANCA, kapt. M. Ignatio, van Port à Port, na visitatie van de quarantaine ontslagen;
AH 280432
Advertentie Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Suriname. Het gekoperd driemast galjootschip NICOLAAS WITSEN, kapt. Laurens Wildschut, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
- Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman, Altena en Co., D. Aletrino en E. Windhouwer.
Op 9 mei 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. L. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoft.
AH 060632
Texel, 4 juni. Binnengekomen: JOHANNA JACOBA, kapt. C.J. Drent, van Lissabon; DE VRIENDSCHAP, kapt. B.A. Dekker, van Koningsbergen; VROUW ALBERDINA, kapt. A. Bondrayer, van Oosterissoer; kapt. J. Andresen, voerende het brikschip DE FAAM, van Suriname, gisteren gemeld, rapporteert den 30 mei gepraaid te hebben bij het eiland Wight, het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Roperhoff, aan boord bevond zich alles wel.
AH 130632
Het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam naar Suriname, is den 1 juni Portland NO 5 mijl in goede staat gepraaid, door kapt. B.F. Ipsen, voerende de SOPHIA, van Suriname gearriveerd te Amsterdam.
AH 171032
Texel, 15 oktober. Binnengekomen: SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname; MEDEMBLIK, kapt. J. Gray, van Londen; WILLEM, kapt. H.W. Kiers, van Sunderland; ANTINA, kapt. R.J. Schuring, van Sunderland;
AH 241032
Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam:
- Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.D. Röperhoff, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman, D. Aletrino en K. Windhouwer.
- Naar Bordeaux. Het Nederlandse kofschip LUDOLPH THEODORUS, kapt. Joachim Andries Zijl. Adres bij Jan Corver en Co.
1833
AH 110933
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het nieuw gekoperd en gebouwd fregat HET SCHOON VERBOND, kapt. B. Drayer, van Amsterdam. Adres bij D’Arnaud en Comp.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman, D’Aletrino en E. Windbouwer.
Op 2 oktober 1833 werd een Turkse pas verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. L. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoff.
AH 311033
Uitgezeild:
Texel, 29 oktober. SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhof en HENRIETTE, kapt. J.C. Willems, naar Suriname; LOUISE EN AGATHA, kapt. H. Mulder, naar Philadelphia; ARIENT ELIZA, kapt. L.H. Drayer, naar Bordeaux; TWEE GEBROEDERS, kapt. D. Bies en DORP GAASTMEER, kapt. M.P. v.d. Zee, naar Londen.
AH 161133
Het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam naar Suriname bestemd, te Portsmouth binnengelopen, heeft 8 november deszelfs reis voortgezet.
1834
AH 050234
Binnengekomen:
Suriname, 9 december. EDAMS WELVAREN, kapt. Hendrik Rolff en SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam. 11 december. HENRIETTE, kapt. Johan Cristoph Willems, van Amsterdam.
NSC 070234
Te Paramaribo liggen in lading:
- naar Amsterdam het snelzeilend gekoperd tweedeks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff. Sluit 10 februari. Adres bij L.D.J. van Bommel.
- naar Rotterdam het snelzeilend gekoperd fregatschip ALEXANDER, kapt. A.S. Casse. Sluit 10 februari. Adres bij J.M. Samson.
AH 110434
Binnengekomen:
Texel, 9 april. SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Roperhoff, naar Suriname.
AH 110434
Carga-lijsten Amsterdam: SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname met suiker en katoen; ZEELUST, kapt. E.F. Wieringa en VRIESLANDS WELVAREN, kapt. F.D. van Veen, beiden van Bordeaux met wijn;
Op 14 mei 1834 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door de wed. L. Thijm en zoon, Amsterdam, voor kapitein G.L. Röperhoff.
RC 150434
Rotterdam, 14 april. Kapt. G.L. Röperhoff, voerende het schip SOPHIA MARIA, de 18e februari van Suriname naar Amsterdam vertrokken en de 9e dezer in Texel binnengekomen, heeft de 2e dito, op de hoogte van Wight, gezien de schoonerkof EDAMS WELVAREN, kapt. H. Rolff, de 4e februari van Suriname naar Amsterdam vertrokken; de 4e dezer gepraaid op de hoogte van Douvres de kof, gevoerd door kapt. D. de Boer, van Genua naar Amsterdam vertrokken en de 6e dito gezien, op 51º44’ NB 2º45’ OL, een kof, tonende vlag van het collegie Zeemanshoop met no. 267, zijnde die van kapt. A.J. de Boer, voerende het schip AURORA, van Genua en Nizza naar Amsterdam. Voorts rapporteert kapt. Röperhoff, dat nog vóór hem van Suriname vertrokken waren; de 2e februari, de kof DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski en de 16e dito, de schoonerkof FREDRIKA WILHELMINA, kapt. J.H. Bodeman, alle twee mede naar Amsterdam.
AH 170434
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
AH 290534
Uitgezeild:
Texel, 27 mei. SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Suriname.
SUC 060734
Paramaribo, 5 juli. Heden is alhier binnengekomen het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, met 5 passagiers, van Amsterdam.
NSC 190834
Paramaribo, 18 augustus. De 13e deze is alhier uitgeklaard naar Amsterdam het schip SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, met drie passagiers, 495 vaten suiker en 40 balen schone katoen.
AH 050934
De SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhof, is volgens bericht van 15 augustus van Suriname naar Amsterdam vertrokken.
AH 101034
Carga-lijsten Amsterdam: SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Suriname met suiker, thym en katoen.
AH 081134
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregat SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
Suriname. De gekoperde schonerkof JEANNETTE, kapt. Thomas Bodeman Hermanszn., van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher. sluit 20 november.
AH 161234
Uitgezeild:
Texel, 13 december. WILLEM ERNST, kapt. J.P. Claassens, naar Batavia; SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, HARMONIE, kapt. D. Spreeuw, CONCORDIA, kapt. J.J. Dyk, JEANNETTE, kapt. T. Bodeman en NEDERLANDEN, kapt. C. Hofker, alle vijf naar Suriname;
1835
AH 190335
Binnengekomen:
Suriname, 19 januari. SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, van Amsterdam in 36 dagen. 21 januari. MARIA ANNA, kapt. J.R. Brons, AGATHA, kapt. K.L. Spykman en STANT FRIETZ, kapt. S.C. de Vries, van Amsterdam.
AH 130435
Advertentie. J.H. Schäffer en H.J. Rietveld, makelaars, zullen op dinsdag de 21e april 1835, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, ten huize van Klaas Jongkind, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, door de notaris M. Hanenberg, presenteren te verkopen 5/16e parten in het gekoperd fregatschip SOPHIA MARIA, gevoerd wordende door kapt. G.L. Röperhoff en varende onder directie van de heren Thijm, Rothuys & Cº. alhier. Iemand nadere onderrichting begerende, spreke met bovengenoemde makelaars.
AH 091035
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het barkentijnschip DE EENSGEZINDHEID, kapt. Pieter Thysen Kuiper, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het nieuw gekoperd fregat SOPHIA MARIA, kapt. J. Andresen, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip DE SNELHEID, kapt. C. Wessels, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het Nederlands gezinkt kofschip DE JONGE GERBRAND, kapt. Remt Christiaan Jaski. Adres bij Jan Corver en Comp.
Op 24 oktober 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door Thijm, Rothuis en Co., Amsterdam, voor kapitein J. Andresen.
AH 071135
Uitgezeild:
Texel, 5 november. SOPHIA MARIA, kapt. J. Andresen, naar Suriname; DEBORA, kapt. R.J. Oldendorp, naar Genua en Livorno.
1836
RC 180537
Rotterdam, 17 mei. Kapt. J. Andresen (opm: fregat SOPHIA MARIA), van Suriname in Texel binnen, heeft den 8 dezer, op 49º N.B. en 6º39’ W.L. van Greenwich, gezien een schip tonende de vlag van het Zeemanscollegie Zeemanshoop, met nr. 28, zijnde die van kapt. P.H. Willers, voerende het schip JAPAN, van Amsterdam naar New-York.
1838
Op 23 maart 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door Thijm, Rothuis en Co., Amsterdam, voor kapitein J. Andresen.
ZP 070838 – 151
Den 20 juni lagen ter rede van Suriname de schepen JULIA, kapt. Hilbrands (om den 30 juni naar Amsterdam te vertrekken), SOPHIA MARIA, kapt. Andresen (om den 28 juni naar dito te vertrekken), NICOLAAS WITSEN, kapt. Lange (om den 7 juli naar dito te vertrekken), PHOENIX, kapt. Kayzer (om den 22 augustus naar dito te vertrekken), REMKO, kapt. Glim, SARA ANNA CORNELIA, kapt. Dijkhuis, HILLEGONDA IDA, kapt. Hendriks, ZEEVAART, kapt. Haasnoot, GEBROEDERS, kapt. Sorgdrager en KOOPHANDEL, kapt. Popcken.
1839
ZP 240439 – 373
Cargalijsten.
SOPHIA MARIA, kapt. A.J. Andresen, van Suriname, de 23e april ter rede van Texel gearriveerd: 503 vaten suiker, 50 balen katoen en 4 kisten indigo. Adres: diversen.
NEPTUNUS, kapt. S. Hoekstra voor De Jong, van Havana, de 18e april ter rede van Texel gearriveerd: 516 vaten suiker, 40 vaten koopmanschappen, 13 kisten en 1 pak sigaren, en 5 kisten confituren.
ZP 010539 – 379
Schepen in lading naar:
Suriname: het tweedeks gekoperd fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. A.J. Andresen, van Amsterdam (Oosterdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
ZP 010639 – 405
Schepen in lading naar:
Suriname: het tweedeks gekoperd fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. A.J. Andresen, van Amsterdam (Oosterdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
ZP 021139 – 537
Schepen in lading naar:
Suriname: het tweedeks gekoperd fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. A.J. Andresen, van Amsterdam (Westerdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Op 2 december 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door Thijm, Rothuis en Co., Amsterdam, voor kapitein A.J. Andresen.
1842
Op 19 april 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door Thijm, Rothuis en Co., Amsterdam, voor kapitein A.J. Andresen.
1844
AC 010344
Schepen in lading naar Suriname:
Gekoperd barkschip NATHALIE, kapt. S. Nielsen van Amsterdam.
Gekoperd 2-deks barkschip SURINAME, kapt. R. van der Meij, van Koog aan de Zaan.
Gekoperd galjootschip HENRIETTE, kapt. J.C. Willems, van Amsterdam.
Schooner kofschip IDA EN CORNELIA, kapt. W.F. Schenk.
Gekoperd 2-deks fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. A.J. Andresen.
Op 1 mei 1844 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door Thijm, Rothuis en Co., Amsterdam, voor kapitein A.J. Andresen.
1846
Op 4 mei 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door Thijm, Rothuis en Co., Amsterdam, voor kapitein A.J. Andresen.
1847
Op 13 april 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor het fregat SOPHIA MARIA, aangevraagd door Thijm, Rothuis en Co., Amsterdam, voor kapitein J. Andresen.
Deze zeebrief werd 19 augustus 1848 zonder opgaaf van reden geretourneerd.
1848
NRC 260748
Advertentie. H.R. Rietveld en D. Beth, makelaars, zullen op maandag de 7e augustus 1848 in de nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam verkopen het gekoperd, Nederlands gebouwd, Nederlands fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. J. Andresen, groot volgens meetbrief 166 lasten, met deszelfs inventaris. Iemand nader onderricht begerende, spreke met gemelde makelaars.
NRC 090848
Verkoping van Schepen, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam op maandag 7 augustus 1848:
Het gekoperd fregatschip SOPHIA MARIA, kapt. J. Andresen, NLG 18400, in slag NLG 600. Koper G.J. Boelen. (opm: nieuwe naam HILLEGONDA CATHARINA HELENA)
RC 141048
Texel den 11 dezer. Uitgezeild: HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff, naar Suriname.
1849
AH 080149
Binnengekomen:
Suriname, 14 november: HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff,
1850
AH 020350
Advertentie. Voor passagiers, naar Valparaiso en San Francisco (Californie): Het Nederlands barkschip THETIS, kapt. H.H. Rademaker, zal tegen het einde der maand maart van Amsterdam vertrekken naar Valparaiso, en zal tegen medio april gevolgd worden door het Nederlands barkschip HILLEGONDA CATHARINA HELENA, via Valparaiso naar San Francisco. Adres bij de cargadoors de Vries en Co., IJgracht, N°. 13.
OHC 150550
Amsterdam, 14 mei. Den 13de dezer is te Texel uitgezeild HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff naar California.
NRC 031050
Rotterdam 2 oktober. Volgens schrijven van kapt J. C. Radeloff , voerende de Nederlandse bark HILLEGONDA CATHARINA HELENA, van Amsterdam naar San Francisco (Californië), bevond hij zich den 11de juli in goeden staat zeilende op 24° Z Br. en 56° W L.
AH 201250
Binnengekomen:
Valparaiso, 29 september. HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff, van Amsterdam.
NRC 271250
Valparaiso, 16 oktober. Vertrokken. HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff, naar San Francisco.
1851
AH 130251
Binnengekomen:
San Francisco, 10 december. HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff, van Amsterdam.
OHC 110451
Amsterdam, 10 april. Den 4de februari van San Francisco uitgeklaard: HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff, naar Callao.
NRC 061051
Rotterdam, 5 oktober. Een particulier schrijven d.d. San Francisco 15 augustus deelt ons het volgende mede: Het schip HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff, heeft op 25 maart een lek gestoten op Amanu (Marquesas Eilanden) (opm: Frans Polynesië), welke die bodem op reis van hier naar Callao, water te kort komende, aandeed. Volgens brieven van Otaheite (opm: Tahiti), d.d. 20 juni, bevond hij zich toen nog op dat eiland en was bezig te repareren, daar het schip bij expertise goedgekeurd en reparatie bevolen was. De kapitein meldt, dat het moeilijk was aldaar geld te bekomen. (opm: zie NRC 291251 en AH 291251)
NRC 291251
Rotterdam, 28 december. Volgens berichten uit Callao d.d. 8 november was het schip HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. Radeloff, van Tahiti aldaar aangekomen, nagezien en zou verkocht worden. (opm: zie NRC 061051 en AH 291251)
AH 291251
Lima, 8 november. Het schip HILLEGONDA CATHARINA HELENA, kapt. J.C. Radeloff, eergisteren van Tahiti alhier binnengelopen, is afgekeurd en zal worden verkocht. (opm: de zeebrief van het fregat, bouwjaar 1828, werd geroyeerd onder bemerking ‘buitenslands verkocht’; over de verdere levensloop is Marhisdata nog niets bekend; mogelijk gesloopt.
1852
In 1852 werd de zeebrief van de HILLEGONDA CATHARINA HELENA ingetrokken onder vermelding van “buitenlands verkocht”.