Inloggen
Gezagvoerder

Lee, Tijmon van der

Naam: Lee, Tijmon van der
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
PRINSES MARIE 1879 Vracht-/passagiersschip Steamship 8323 Bekijk schip

Afbeelding:


Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Tijmon werd geboren op 29.07.1851 te Monnickendam als z.v. Jan van der Lee en Jacoba Kater.

 

Tijmon (28) (stuurman) trouwde op 28.07.1880 te ’s-Gravenhage met Maria Wilhelmina Geertruida Benschop (25) – geb. 16.12.1854 te Padang – d.v. Lodewijk Johannes Wilhelmus Benschop (majoor) en Sarina.

Maria Wilhelmina Geertruida Benschop overleed op 28.09.1881 te ’s-Gravenhage (26).

Tijmon (37) (stuurman) hertrouwde op 27.06.1889 te Amsterdam met Anna Catharina Wilhelmina Zeilinga (23) – geb. 18.07.1865 te Groningen – d.v. Jan Jurgen Zeilinga en Maria Hendrika Hindrichs.

Tijmon overleed op 14.02.1917 te Amsterdam (65).

(Overlijdensadvertentie in Het Nieuws v.d. Dag van 15-02-1917)

 

Kinderen

-    Jacoba

-    Jan

 

 

ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:

Familiegegevens en opleiding

Tijmon van der Lee werd geboren op 01 augustus 1851 te Monnikendam als zoon van Jan van der Lee en Jacoba Kater. (Deze datum klopt niet - moet zijn 29.07.1851)

Hij was weduwnaar van Maria Wilhelmina Geertruida Benschop en hertrouwde op 27 juni 1889 te Amsterdam met Anna Catharina Wilhelmina Zeilinga, geboren 18 juli 1865 te Groningen als dochter van Jan Jurjen Zeilinga en Maria Hendrika Hindrichs, overleden te Aerdenhout op 03 september 1932.

Tijmon was kapitein en zeilmaker en overleed op 14 februari 1917 te Amsterdam.060

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.van der Lee werd met vlagnummer 948 per 03 april 1902 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1902 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd T. van der Lee, oud-gezagvoerder bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland, wonend op de Binnenkant 37 te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.Duif.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       948                        1902-1916     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt T. van der Lee als gezagvoerder gedurende:

*    1893 t/m 1895 op het schroefstoomschip “Soenda” ex Celebes ex Columbian, gebouwd in 1866 te Hartlepool, 2321 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam;

*    1895 op het stoomschip “Java”. Zie hierna bij de opmerking in “De Zee”.  Het schip werd gebouwd in 1879 bij Richardson, Duck & Co te Stockton en heette eerder “Koningin Emma”, 2531 ton n.m., varend voor de Stoomvaartmaatschappij “Nederland” te Amsterdam

*    1996 t/m 1898 van het schroefstoomschip “Prinses Marie”, gebouwd in 1879 te Glasgow, 2793 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam. In Straat Soenda op een klip. Met averij te Batavia. Verkocht naar Soerabaja voor de sloop in 1899.

 

Overige bijzonderheden

Het ss “Prinses Marie” liep op 19 oktober 1898, op weg van Batavia naar Amsterdam in Straat Soenda op een klip. Het werd zwaar beschadigd en keerde terug naar Tandjong Priok. Het werd 23 januari 1899 verkocht voor sloop aan de fa. Engers te Soerabaja.

Het ss “Prinses Marie” werd gebouwd in 1879 bij John Elder & Co te Glasgow, mat 2793 Brt en voer voor de Stoomvaart Maatschappij “Nederland” te Amsterdam072.

 

  1. van der Lee vervoerde vanuit Amsterdam detachementen landmachtmilitairen naar Batavia met de “Prinses Marie” tijdens de volgende reizen065*:

*    Vertrek 11 januari 1896. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 33 manschappen.

*    Vertrek 26 mei 1896. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 105 manschappen.

*    Vertrek 03 oktober 1896. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 1 manschap.

*    Vertrek 29 mei 1897. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 63 manschappen.

*    Vertrek 18 september 1897. Aankomst niet gemeld. 3 officieren.

*    Vertrek 08 januari 1898. Aankomst niet gemeld. 2 officieren en 53 manschappen.

*    Vertrek 30 april 1898. Aankomst niet gemeld. 3 officieren en 42 manschappen.

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg. 1895, p.181-182 staat een artikel door T. van der Lee met als titel “Het aandoen en verblijf van het SS. “Java” te Kamaran (Roode Zee) 29 Januari – 3 Februari 1895”. Hert beschrijft de passage tussen het eilan Kamaran en de vaste wal. Maar het gaat vooral in op de voorzieningen op het eilandje, bestaande uit zand en koraal. “Overal ruime barakken met flinke tusschenruimten, hospitalen en doktersverblijven”. Verder is een stoom-desinfectie-over aanwezig en een apart hospitaal voor cholera en andere besmettelijke ziekten. Van der Lee noemt het eiland een goede quarantaineplaats.

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg 1899, p. 304-309 staat de behandeling door de “Raad van Tucht” inzake het ongeval van het ss “Prinses Marie” onder kapitein T. van der Lee.

Uit uitgebreid onderzoek en getuigeverklaringen komt de Raad tot het volgende verslag van de gebeurtenissen:

Op 19 oktober 1898 vertrok het ss. “Prinses Marie” “onder loods commando uit de haven van Tandjong-Priok … aan boord hebbende de mailpostpaketten en passagiers, zijnde het schip tevens beladen met diverse goederen met bestemming Amsterdam”.

De aanvankelijke bestemming was Padang. Er werd gekoerst naar St.Nicolaas Punt, daarna Toppershoedje en vervolgens werd “met den koers van West, benoorden de Stroomklip, recht op den Varkenshoek aangehouden.”. Na enige koerswijzigingen en eveneens een kokende zee werd een geweldige stoot gevoeld. Het achterruim van het schip kreeg water. “Nadat men het eiland Sebesi had gepasseerd” werd na scheepsraad besloten terug te keren naar Tandjong Priok voor nader onderzoek in het belang van schip, lading en passagiers. In Priok bleek het achterschip ernstig beschadigd te zijn. Bij het stoten van het schip zou het zich op enige afstand van de Stroomklip hebben bevonden en werd door de kapitein verondersteld dat men op een formatie was gestoten die wellicht enige dagen eerder door vulkanische werking was ontstaan. Maar de Raad meende, mede op grond van getuigenverklaringen, dat men wel degelijk op de Stroomklip was gestoten. De Raad beschouwde het stoten als een stranding, veroorzaakt doordat de kapitein zorgeloos heeft gehandeld. De Raad schorst hem daarvoor gedurende één jaar als gezagvoerder op een Nederlands koopvaardijschip en tevens tot de betaling van de kosten van de behandeling van deze zaak ad f 50,-