Inloggen
MARIETJE BÖHMER - ID 4048


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1939
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
Nat. Official Number: 6056 Z ROTT 1939
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Raised quarter deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: A. Vuyk & Zonen, Capelle aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 648
Launch Date: 1938-09-01
Delivery Date: 1939-02-08
Technical Data

Engine Manufacturer: Klöckner-Humboldt-Deutz A.G., Cologne (Köln), Germany
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 6
Power: 825
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Deutz Type (x)
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 928.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 493.00 Net tonnage
Deadweight: 1336.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 66030 Cubic Feet
Bale: 63530 Cubic Feet
 
Length 1: 60.07 Meters Length overall (Loa)
Beam: 9.85 Meters Breadth, moulded
Draught: 3.80 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1939-02-03 MARIETJE BÖHMER
Manager: W. Böhmer's Scheepvaartbedrijf, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: W. Böhmer's Scheepvaartbedrijf, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PFUL

Date/Name Ship 1941-07-00 EISSTROM
Manager: 'Nordsee', Deutsche Hochseefischerei A.G., Kiel, Germany
Eigenaar: Deutsches Reich-Frachtengemeinschaft ‘Norwegen’, Kiel, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Kiel / Germany

Ship Events Data

1939-02-04: Op 04-02-1939 als MARIETJE BÖHMER, zijnde een stalen motorschip, groot 2629,75 m3 bruto inhoud volgens meetbrief 's Gravenhage d.d. 09-01-1939 no. 5865, liggende te Capelle a-d IJssel, door J. Wigmans, scheepsmeter te Rotterdam, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 6056 Z ROTT 1939 op het achterschip aan S.B. zijde in achterschot dekhuis boven ingang motorkamer.
1939-02-08: Algemeen Handelsblad 09-02-1939: Gisteren heeft het bij de firma A. Vuyk & Zonen te Capelle a, d. IJssel voor de N.V. Böhmer's Scheepvaartmaatschappij te Rotterdam gebouwde kustvaartuig „MARIETJE BÖHMER" op den Nieuwen Waterweg proef gevaren. Het schip heeft een lengte van 199´0", een breedte van 32´6". een holte tot het hoofddek van 15´0" en een draagvermogen van 1335 ton d.w. De bouw had plaats onder toezicht van Lloyd's register klasse AI, terwijl het schip tevens het certificaat houtvaart heeft verkregen. Het is bestemd voor het Rijn en zeetransport.
1939-12-07: Op 07-12-1939 gestrand op Bellona-Gruns Oregrund (Oostkust van Zweden). Korte tijd daarna weer vlot.
1939-12-07: RN 20.08.1940: De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake de stranding van het motorschip MARIETJE BÖHMER op 7 december 1939 op Bellona Grund aan de oostkust van Zweden. De Raad is van oordeel, dat dit ongeval in hoofdzaak is toe te schrijven aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden, te weten de aanwezigheid van een schip bij Djürsten, dat het vaarwater versperde, terwijl de omstandigheden voor de MARIETJE BÖHMER reeds op zichzelf tamelijk ongunstig waren. Een en ander neemt echter niet weg, dat de Raad door de wijze, waarop de MARIETJE BÖHMER was toegerust om aan eventuele moeilijkheden het hoofd te bieden, zowel wat de wijze van belading, als de verdere toestand aan boord van dit schip betreft, niet geheel bevredigd is. Wanner bovendien wordt in aanmerking genomen, dat deze kapitein een eerste rang Grote Handelsvaart bezit, dan moet de Raad wel tot de conclusie komen, dat van deze kapitein anders had mogen worden verwacht, al wil de Raad niet zo ver gaan om aan te nemen, dat dit ongeval aan de schuld van de kapitein is te wijten. Het schip was met hout geladen en had 2.30 meter deklast. Het feit, dat reeds spoedig na vertrek van het vaartuig deklast is geworpen om slagzij weg te werken, doet de vraag rijzen, of hier bij de lading wel met de nodige voorzichtigheid is te werk gegaan. Toen de slagzij ontstond, was de kapitein niet in de gelegenheid om door te laten oplopen van een tank de slagzij zo mogelijk op te heffen. Daarvoor had hij, gelijk hij verklaarde alleen beschikbaar de brandstoftank, te weten, wanneer deze leeg zou zijn, hetgeen echter nog niet het geval was. De dubbele tank 2 echter was vol, terwijl voor- en achterpiek leeg waren. Er was geen ander middel disponibel om het schip te rechten, dan het werpen van deklast. Deze toestand is zeer bevredigend. Dit klemt hier te meer, nu, volgens verklaring van de kapitein en de stuurman, het schip moeilijk stuurde, terwijl de matrozenbemanning, die aan boord was, niet voor haar taak berekend was, met het gevolg dat, als het er enigszins op aan kwam, de stuurman voortdurend aan het roer heeft moeten staan. Toen het schip zich in de nauwte bevond, had het een zeer geringe vaart, hetgeen aan de toch al slechte bestuurbaarheid niet ten goede kwam. De vaart van twee mijl was voor de MARIETJE BÖHMER te gering om veilig te varen. De kapitein meende bij Djürsten een loods te kunnen krijgen en toen hij het Zweedse schip zag opdraaien, heeft hij de motor gestopt. In deze toestand was het niet te verwonderen, dat het schip geen koers kon houden. Het liep stuurboord uit tegen de stenen. Alleen met een vrij behoorlijke vaart had de MARIETJE BÖHMER onder de gegeven omstandigheden veilig door de nauwte kunnen varen. De kapitein had beter gedaan om, toen hij het Zweedse vaartuig zag en indien ankeren niet mogelijk was, om te draaien en met doorvaren te wachten tot de vaart door de nauwte vrij zou zijn.

1940-06-15: 15.06.1940 te Rotterdam door de Duitsers gevorderd. Met 12 Duitse militairen aan boord naar Hamburg gevaren. Op de werf van Scheel & Jonk verbouwd tot Versorgungsschiff met koelruimte.

De MARIETJE BÖHMER, die in de meidagen van 1940 te Rotterdam lag, werd reeds op 15 juni 1940 door de Kriegsmarine Dienststelle Rotterdam in dwanghuur genomen en voer op 20 juni 1940 naar Hamburg, waar zij bij Scheel & Johnk werd verbouwd tot koelschip. Op 14 juli 1941 in dienst gesteld.
1943-11-24: Final Fate:
Op 17.07.1941 als "Eissturm" voor de bevoorrading van de Duitse strijdkrachten in Noorwegen. Het kreeg Kiel als thuishaven en werd beheerd door de Nordsee Deutsche Hochseefischerei A.G., Reederei Verwaltung. Op 24.11.1943 door de Noorse onderzeeboot "Ulla" in de Kaafjord op 4 mijl van Stavanger getorpedeerd en gezonken. De lading bestond uit 120 ton levensmiddelen.

Geladen met 120 ton levensmiddelen en varend in konvooi werd de EISSTROM op 24 november 1943 om 15.20 uur in de Kaafjord bij Breisund, ca 4 mijl van Stavanger, getorpedeerd door de Noorse onderzeeboot Ula en kreeg zware schade. Het gelukte niet om de motor te stoppen daar gevaar van zinken dreigde, voer men de kust aan. Om 15.30 uur op 24 november 1943 liep de EISSTROM bij Elternes aan de grond, na korte tijd haalde het Duitse landingsvaartuig F-285 de overlevenden van boord, een opvarende was verdronken, en even daarna kapseisde de EISSTROM over bakboord. Alleen de stuurboordzijde boeg bleef boven water. Bij latere inspectie lag het wrak vrijwel geheel onder water en moest als Total loss worden beschouwd.

De teboekstelling in het Kadaster wordt op 25-04-1944 doorgehaald.

Afbeeldingen


Omschrijving: De MARIETJE BÖHMER op proeftocht.
Collectie: Historische Vereniging Capelle
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Nog een foto van de Marietje Böhmer op proeftocht
Collectie: Historische Vereniging Capelle
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: MARIETJE BÖHMER
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: MARIETJE BÖHMER
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Onbekend *