| 1959-12-10: |
Final Fate:
Gezonken bij Cuxhaven in de Elbemonding na door het Duitse m.s. 'Brunswick' overvaren te zijn. Het was in ballast op weg van Scarborough naar Sundsvall. De bemanning werd gered door het op dat moment passerende m.s. ALI van A. Bakker uit Veendam. Het wrak is in delen gelicht en in 1961 gesloopt te Hamburg-Blankenese. De teboekstelling in het Kadaster wordt op 23-07-1960 doorgehaald.
De Tijd De Maasbode 10-12-1959: Na aanvaring op de Elbe Nederlandse kustvaarder gezonken. Delfzijl, 10 dec. — De Nederlandse kustvaarder „Flamingo" is in de afgelopen nacht na een aanvaring op de Elbe met de Westduitse tankboot "Brunswick" gezonken. De bemanning van het kustvaartuig kon worden gered door de „Ali", een schip van 200 ton uit Veendam. De „Flamingo" mat 421 ton en was eigendom van de rederij Wagenborg alhier.
NvhN 10-12-1959: Na aanvaring op de Elbe. Delfzijlster kustvaarder Flamingo gezonken. Bemanning veilig in Brunsbuttel. De kustvaarder Flamingo uit Delfzijl is vannacht op de Elbe in aanvaring geweest met een Duitse bananenboot. De ongeveer 500 ton metende Flamingo is gezonken, maar de bemanning is door de kustvaarder Ali uit Veendam gered en naar Brunsbuttel gebracht. Op het eerste alarm van de Brunswick voer de reddingboot Ruhrstahl uit Cuxhaven uit. De kustvaarder Ali, die Veendam als thuishaven heeft en eigendom is van de heer A. Bakker uit Groningen, was in de buurt en nam de bemanning over. Kapitein F. Stam uit Delfzijl bracht met de Ali, die met cokes onderweg was van Emden naar Karlstad (Zweden) de negen opvarenden naar Brunsbuttel. De bemanning: Behalve kapitein Jonker voeren op de Flamingo stuurman L. Buning uit Leeuwarden, eerste machinist J. F. Wieland uit 't Harde (Gld.), tweede machinist H. Verdonk uit Amsterdam, kok H. Spindelaar uit Leeuwarden, matroos G. Pouwels uit Meppel, de lichtmatrozen M. I. M. Valentijn en Ch. G. van Wijngaarden, beiden uit 's-Hertogenbosch en de matroos o.g. G. Oldenburger uit Veendam. De gezonken Flamingo, die van Searborough in Engeland kwam en op weg was naar Sundsvall in Zweden, is eigendom van rederij Bootsman in Delfzijl.
Algemeen Handelsblad 10-12-1959. Op Elbe: Kustvaarder Flamingo had aanvaring. Bemanning in veiligheid. (Van onze correspondent) Groningen 10 december De kustvaarder Flamingo uit Delfzijl (500 ton) is in de afgelopen nacht op de beneden-Elbe in aanvaring gekomen met het Duitse koelschip Brunswick. De Flamingo werd midscheeps getroffen en beneden de waterlijn zwaar beschadigd. Het schip bleef nog tien minuten drijven. De uit acht koppen bestaande bemanning wist zich met kap. Jonker in eigen reddingboten in veiligheid te stellen. Slechts twee hunner geraakten te water, doch konden worden gered. De bemanning van de Flamingo werd vervolgens opgepikt door het m.s. Ali, een kustvaartuig uit Veendam. Na de aanvaring liep het m.s. Brunswick uit zijn roer en geraakte aan de grond. Het schip is later met sleepboothulp weer vlot gekomen. Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling het gezonken m.s. Flamingo te lichten. De masten steken nog boven water uit. De Flamingo is eigendom van de heer T. Bootsman uit Delfzijl. Het schip was in ballast onderweg van Scarborough aan de Engelse oostkust naar Sundsvall in Zweden. Het m.s. Brunswick, een bananenboot, had juist Hamburg in ballast verlaten.
NvhN 11-12-1959: De Flamingo zonk tien minuten na aanvaring. G.Oldenburger, Veendam door schok door kombuis gesmeten. (Van een onzer verslaggevers)
Het is de achttienjarige Gerardus Oldenburger uit Veendam niet in de koude kleren gaan zitten, de ondergang van de Flamingo. Ook al zijn hij en de andere opvarenden van de Delfzijlster kustvaarder er dan ook best afgekomen. De achttienjarige matroos vertelde ons vanmorgen zijn belevenissen in die donkere en angstige nacht van woensdag op donderdag, toen het schip van reder T. Bootsman door het Duitse bananenschip Brunswick aangevaren werd. Kop koffie; Om twee uur in de nacht van woensdag op donderdag kwam Gerardus van de wacht af. Het was aardedonker, wat heiig en koud. Gerardus ging daarom naar de kombuis om zich een kop koffie te maken. In de stuurhut waren de stuurman L. Buning uit Leeuwarden, kapitein J. Jonker uit Delfzijl, die om twaalf uur juist was afgelost, maar in verband met het zoeken naar de goede weg over de Elbe weer in de stuurhut was verschenen, en de roerganger.
Om kwart over twee werd Gerardus door een geweldige schok door de kombuis gesmeten. AI wat los was, kletterde tegen de vloer. Zo gauw hij kon rende Gerardus naar buiten en naar de kapitein om te zien wat er aan de hand was. Aanvaring! En meteen slagzij naar stuurboord. Onmiddellijk vloog Gerardus naar beneden om de andere lui te waarschuwen. Daar sliepen in hun kooien namelijk de eerste machinist J. F. Wieland en de twee lichtmatrozen M. I. M. Valentijn en Chr. G. van Wijngaarden.
De zestienjarige Chris van Wijngaarden was door de schok al wakker geworden. Zijn hulpgeroep wekte ook de anderen en vliegensvlug vlogen ze in hun ondergoed naar het dek. Chris schoot nog gauw in de jas die Gerardus hem gaf. Zo gauw mogelijk;
Het was voor ieder duidelijk, dat er geen tijd te verliezen was. Zo gauw mogelijk in de sloepen. Door de aanvaring was de lichtinstallatie defect geworden en in de duisternis moest ieder zijn weg en zijn werk vinden. Uiteraard ging het klaar maken van de twee sloepen en het werkbootje onder geroep en geschreeuw, dat even later werd vermengd met het getoeter van de Brunswick en de andere schepen die in de buurt voeren en bij wijze van spreken het ongeluk zagen gebeuren. Schijnwerpers; De Flamingo zonk snel. Schijnwerpers van grote schepen flitsten over het water en vonden de schepen. De Brunswick had de Flamingo midscheeps geraakt. In het licht van de schijnwerpers namen Gerardus en eerste machinist Wieland uit 't Harde met tweede machinist H. Verdonk uit Amsterdam en kapitein Jonker plaats in de sloep, die door de zware slagzij naar stuurboord bij het snel zinken van de Flamingo het eerst het water zou bereiken. De anderen gingen in het werkbootje, dat even later op het water lag. De sloep maakte wat water maar evenals bij het werkbootje gelukte het de verbindingen op tijd los van de kustvaarder te maken. Nog even afduwen en een ogenblik later was de Flamingo in het water verdwenen, nog geen tien minuten na de aanvaring. Op sleeptouw; De sloep en het werkbootje werden op sleeptouw genomen door een Noors schip, maar bij de vele schepen, die in de buurt waren, bevond zich ook het Veendammer schip Ali van 200 ton. Dit schip was geladen en men kon gemakkelijk in het gangboord overstappen.
En zo had men al spoedig onderdak gevonden op het Nederlandse schip, dat in de richting van het Kielerkanaal voer. Bij de sluis te Brunsbuttel werden de verongelukte gasten 's morgens om zes uur afgezet, waar men de eerste verzorging vond in het kantoor van de scheepvaartmaatschappij Zerzen. Later ging men naar een hotel in Holtenau en in de loop van de morgen werden nieuwe kleren gekocht. Om twaalf uur ging het in een taxi naar Holland. De kapitein werd in Hamburg afgezet en om elf uur gisteravond kwam Gerardus bij zijn inmiddels gerust gestelde ouders binnen. Een bange ervaring in zijn anderhalf jaar lange zeemansleven rijker.
De Volkskrant 11-12-1959: Nederlands schip in Elbe gezonken.(Van onze correspondent) Den Haag, 11 dcc. — Het 421 ton metende Nederlandse kustvaartuig „Flamingo" is in de nacht van woensdag op donderdag in de monding van de Elbe na een aanvaring gezonken. Het schip kwam in botsing met het 3.128 ton metende Westduitse vrachtschip „Brunswick". De bemanning van de „Flamingo" kon worden gered door het 200 ton metende Nederlandse schip „Ali" uit Veendam. De „Flamingo" is eigendom van de rederij Wagenborg in Delfzijl.
NvhN 05-01-1960: Kustvaarder Flamingo nog niet gelicht. De kustvaarder Flamingo uit Delfzijl, die op 10 december op de Elbe is gezonken na een aanvaring met de Duitse bananenboot Brunswick, kon tot nu toe nog niet gelicht worden. Nog altijd steken alleen de beide masten van het schip boven het water uit. De pogingen om het schip te bergen hebben nog geen resultaat gehad. Door de enorme stroomversnelling bij opkomend en afgaand tij resten er voor de bergingswerkzaamheden iedere keer slechts enkele minuten. Het bergingsvaartuig van de firma Taucher Ottar Harmstorf und Söhne uit Hamburg ligt nog steeds bij het wrak.
Trouw 16-02-1960: „Flamingo” brak bij bergingspoging. Het Nederlandse m.s. Flamingo, dat in de maand december in de monding van de Elbe gezonken is, brak gistermorgen tijdens een bergingspoging in tweeën. Twee Duitse sleepboten hadden het wrak juist omhoog gehaald toen dit gebeurde. De Flamingo zonk op 10 december na in botsing te zijn geweest met het Duitse vrachtschip Brunswick. De stalen kabels zitten nog om de boeg van het schip; men zal morgen een poging doen dit deel te bergen. Daarna zal men proberen de rest van het schip te bergen en trachten de Flamingo in dok te repareren.
NvhN 04-03-1960: Motorschip Flamingo als verloren beschouwd. Het te Delfzijl thuisbehorende motorschip Flamingo van rederij T. Bootsman, dat enige tijd geleden op de Elbe is gezonken na een aanvaring met de Duitse bananenboot Brunswick. kon tot nu toe nog niet worden gelicht. Een Duits bergingsbedrijf slaagde er dezer dagen alleen in een deel van het achterschip boven water te brengen en aan de grond te zetten doch van het overige gedeelte van het schip ontbreekt nog elk spoor. Het plm. 500 ton metende schip moet dan ook thans wel als geheel verloren worden beschouwd. |
