Inloggen
BELGE - ID 9928


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1830-04-05 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1832-10-30 / 1835-01-20 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1830
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: J. Fleury Duray, F. Van Nuffel en J. Lamot, scheepsbouwmeesters, Boom, Netherlands
Launch Date: 1830-03-00
Delivery Date: 1830-03-29
Technical Data

Gross Tonnage: 102.00 lasts
 
Length 1: 26.05 Meters Registered
Beam: 4.35 Meters Registered
Depth: 3.85 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1830
Datum agenda: 1830-04-05
Register nr: 18300239
Scheepsnaam: BELGE
Type: Brik
Lasten: 102
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: David & De Boe
Plaats: Antwerpen
Kapitein op moment van verzoek: Boer, D. de
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1830-03-22 BELGE
Manager: Firma David & De Boe, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1831-07-28 MALEYER
Manager: E.& S. & C. St. Martin & Co., boekhouders , 1/2 part van het schip, en David & De Boe, Antwerpen,1/2e part., Antwerp, Belgium
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1832-10-30 MALEIJER
Manager: Firma E. & S. & C. St. Martin & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma E. & S. & C. St. Martin & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Firma E.& S.& C. St.Martin & Co. koopt 50% voor NLG 7.500,-

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

BELGE - 1830.
Alle eigenaren: firma David & De Boe, Antwerpen, kooplieden en reders (1/2e part en boekhouders), en E. & S. &C. St. Martin, kooplieden en reders te Rotterdam (1/2e part) 

 

Ship Events Data

1835-01-20: Final Fate: Stranded

Op 20 januari 1835 is de MALEIJER, kapt. C. van der Hoeven, bij Goedereede gestrand en wrak geworden.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Vermoedelijk opgegroeid op Ameland, Hollum. Zie hierna

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.H.de Boer was met vlagnummer R38 van 1831 t/m 1853 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1855  staat dat de weduwe van kapitein D.H. de Boer een uitkering heeft gekregen van f 170,- voor haar en haar kind. In 1858 en 1859 was de jaarlijkse uitkering f 150,- alleen voor haarzelf058.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D.H.de Boer als gezagvoerder gedurende:

*    1832 t/m 1833 van de brik “Maleyer”, gebouwd in 1830, bouwlocatie niet vermeld, 204 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;

*    1835 van het 3/m schip “Ribble”, gebouwd in 1828 te Antwerpen, 234 ton o.m., varend voor James Clegg Brothers te Rotterdam;

*    1836 t/m 1843 van het 3/m schip “Stad Schiedam”, op stapel gezet op 31 juli 1835 en te water gelaten op 01 juli 1836 op de werf “De Nijverheid” te Schiedam door scheepsbouwer C.Gips 013, 778 ton o.m., varend voor de Schiedamse Scheepsreederij te Schiedam;

*    1842 t/m 1852 van het 3/m schip “Pieter Cornelisz. Hooft”, gebouwd in 1841 te Schiedam, 907 ton o.m., varend voor de Schiedamse Scheepsreederij te Schiedam.

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein D.H. de Boer met vlagnummer R38 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1849, 1851           fregat “Pieter Cornelisz. Hooft”      479 last  varend voor J.Loopuyt te Schiedam

 

Overige bijzonderheden

“In oktober of november 1835 werd als eerste gezagvoerder van De Stad Schiedam benoemd de Fries Douwe Hendriks de Boer. ... De Boer had reeds drie reizen als gezagvoerder naar de Oost gemaakt, en was vermoedelijk zijn carière op Antwerpse schepen begonnen; ...In 1830 had hij het commando verkregen op de brik Le Belge (rederij Davis & de Boe), waarmee hij een reis naar Batavia en Manila maakte, alvorens hij in 1831 te Oostende binnenliep om zo aan de Nederlandse marine, die de toegang tot de Schelde blokkeerde, te ontkomen. Vervolgens maakte hij nog een reis met dit schip, nadat de rederij ervan naar Rotterdam was overgebracht en de naam toepasselijk was gewijzigd in De Maleijer. In 1834-1835 tenslotte voerde hij het gezag op het fregatschip Ribble, eveneens een voormalig Antwerps schip, dat toebehoorde aan de van origine Engelse firma Clegg Brothers. Met De Stad Schiedam zou De Boer vijf reizen naar Java maken - en voor het eerst door de N.H.M (d.i. Nederlandsche Handels Maatschppij) bevracht worden - voordat hij in 1843 overging op het laatste schip van de Scheepsreederij, de P.C.Hooft. Hiermee drukte de directie haar volkomen tevredenheid met De Boer uit, en men zou kunnen zeggen, dat hij hiermee tot commodore van de vloot van de Scheepsreederij benoemd was. Onafgebroken voer hij op de Hooft, totdat hij in 1852, na ruim vijftien expedities als gezagvoerder naar Oost-Indië, van de zee afscheid nam. Douwe de Boer heeft echter nauwelijks van zijn welverdiende rust kunnen genieten; reeds weinige maanden na zijn ontslag, op 5 september 1852, overleed hij”039.

“De Boer was in 1795 te Oldeboorn geboren ... , maar gezien een verwijzing naar Hollum in één van zijn brieven ... groeide hij vermoedelijk op Ameland op”039.

Broeze039 geeft een indruk van de jaarverdiensten van een koopvaardijkapitein uit de eerste helft van de 19de eeuw en neemt als voorbeeld De Boer’s vierde reis met De Stad Schiedam. De kale jaargage is ¦1200,-, maar daarop komen een aantal andere inkomsten te weten een percentage van de vrachtkosten, een gratificatie door de Nederlandsche Handels Maatschappij, zg. tafelgeld (d.i. extra boven het gewone scheepsmenu), een gratificatie van de rederij, een percentage van de uitvrachtkosten, een aandeel in de passageopbrengst vanwege passagiers. Voor de gemelde reis was dat in totaal geschat op bijna ¦5700,-.

“Het is helaas niet bekend, wat Douwe de Boer met zijn spaargeld deed, maar wel dat bij zijn ontslag van de P.C.Hooft een niet gering aantal van zijn Amelandse familieleden eveneens gezagvoerder in de oostindische vaart waren. Zijn zoon Jan voer op de Proteus, broer Hendrik Hendriks op het Zierikzeese schip Roompot, terwijl diens zoon J.L. de Boer het bevel over de Oud-Nederland van de (Schiedamse) Scheepsreederij zelf voerde”.  “Douwe Hendriks’ jongste overlevende zoon Douwe Hendrik (geboren te Schiedam in 1841) overleed op oudejaarsdag 1860 op zijn terugreis van Java naar Nederland als derde stuurman van de Jeddo”039.

“De Drie Gebroeders” zeilende in de Indische Oceaan bij Mauritius op weg naar Nederland057:

19 april 1839                       “hadden het voorgenoemde schip bij ons  toonde zijn hollandsche vlag en Rotterdammer nummervlag en wij toonde de onze zijnde No 38 kaptijn D.de Boer schip de Stad Schiedam ...”.

21 april 1839                       “... praaijde het voorgen. schip zijnde kapt. D.H. de Boer schip de Stad Schiedam  was 8 dagen voor ons vertrokken uit Straat Balij ...”.

 

In het Jaarverslag 1838 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat het volgende:

“(Er) is nog onder onze buitengewone inkomsten te rekenen eene som van f.44, door de equipage van het schip de stad Schiedam bijgedragen en door deszelfs gezagvoerder, Kapt. D.H.de Boer, ons (i.c. het College)  ter hand gesteld”.

Jacob van Zameren werd per 18 februari 1843 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als jongen geplaatst op het schip de “Pieter Cornelisz Hooft” onder gezag van kapitein de Boer voor een reis van Schiedam naar Batavia. Hij keerde per 29 maart 1844 terug op school 004-532/1906.

 

Rotterdamsche Courant 30 maart 1837114

Rotterdam, 29 maart. Den 27 dezer arriveerde te Helvoetsluis (opm: onder meer) het schip ANTHONY, J.F. Mathysen, van Batavia, welke rapporteert den 24 november 1836 in Straat Sunda gepraaid te hebben de schepen HENDRIKA, kapt. Admiraal, en STAD SCHIEDAM, kapt. De Boer, naar Batavia; het schip ABEL TASMAN, van Amsterdam en een dito, tonende collegie-vlag met no. 356, aan boord was alles wel.

 

Rotterdamsche Courant 13 juni 06 1837114

Rotterdam, 12 juni. Kapitein J. Admiraal rapporteerde, den 15 februari, bij Soeloe Balie, gepraaid te hebben het barkschip JAVAAN, kapt. J.P. Meyer, van Amsterdam, hebbende 120 dagen reis, en dat met hem van St. Helena zijn vertrokken de schepen STAD SCHIEDAM, D.H. de Boer, en NEPTUNES, P. Kraay, naar Amsterdam, welke laatste bij Lezard (opm: Lizard), 3 mijl ten N.W. van zich, weder door hem is gezien. Nog is gemelde kapitein den 10 dezer, bij Wight, 5 mijlen ten N.W. van zich, gepasseerd een schoonerkof, tonende witte vlag met DL no. 10.

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Boer, Douwe Hendriks de
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Cornelis van der Hoeven werd geboren te Steenbergen op 21 maart 1802 als zoon van Francois van der Hoeven en Henriëtte Maria Beylen.

Hij huwde met Johanna Maria Cornets de Groot, geboren te Bergen op Zoom op 08 juni 1805. Het echtpaar kreeg een dochter op 17 december 1833 en een dochter op 15 oktober 1835. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Oppert Wijk 6 nr.72.

Na het overlijden van de eerste vrouw hertrouwde Cornelis van der Hoeven op 24 januari 1845 te Hellevoetsluis met Johanna Woudrina Haverman, geboren te Brielle op 24 december 1820 als dochter van Wouter Haverman en Johanna Hermina Arnolda Hesselberg . Johanna Woudrina  overleed op 23 december 1853 te Voorburg, 32 jaar.

Het echtpaar kreeg te Rotterdam 5 kinderen.

Cornelis overleed op 07 februari 1853 om 15.50 uur als gezagvoerder aan boord van de bark “Vrouw Johanna”, zeilend in de Indische Oceaan003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van der Hoeven was met vlagnummer 58 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

 

C.van der Hoeven (adres Swaan) werd met nr.325 effectief lid van Zeemanshoop per 25 mei 1830 op voorspraak van D.J.Bulsing. Zijn schip was de "Vrouw Johanna"002.

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 18/25 mei 1830 werd met vlagnummer 325 voorgedragen/benoemd kapitein Cornelis van der Hoeven, wonende te ’s Gravenhage, oud 28 jaar, voerende de brik Nassau, op voordracht van kapitein D.J.Bulsing023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds op 11 maart 1831 èn op 07 januari 1845003.

 

C.van der Hoeven was met vlagnummer R107 in de periode 1835 t/m 1853 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1853 gaat het Bestuur accoord met een uitkering aan de weduwe van kapitein C. van der Hoeven voor haar en 1 kind met ingang van 01 mei 1853.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 juli 1853 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein C. van der Hoeven per 01 mei 1853 een uitkering is toegekend voor haar en 1 kind.023.

 

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat een kind van kapitein C. van der Hoeven een uitkering heeft gekregen van f 20,-058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

        325                       1830-1831     brik                   Nassau                                    geen opgave

                                           1832           fregat               Koning der Nederlanden      C.A.Vlierboom te Rotterdam

                                      1833-1834     brik                   Maleijer                                  E.& S.& C.St.Martin te Rotterdam

                                           1835           3/m galj.          Vijf Gebroeders                     E.Serruis & Co te Rotterdam

        215                       1836-1837     3/m galj.          Vijf Gebroeders                     idem

                                      1838-1852     bark                 Vrouw Johanna                     D.Dunlop te Rotterdam

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein C. van der Hoeven met vlagnummer R107 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851            van de bark “Vrouw Johanna”               266 last           varend voor D.Dunlop te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt C.v/d Hoeven als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1832 van de brik “Nassau”, geen vermelding van bouwgegevens en eigenaar, vermoedelijk varend vanuit Amsterdam;

*    1834 t/m 1835 van de brik “Maleyer”, gebouwd in 1830, bouwlocatie niet vermeld, 204 ton o.m., varend voor E.& S.& C.St.Martin te Rotterdam. Het schip is in 1835 gestrand op Goeree;

*    1836 t/m 1836 van de bark-galjoot “Vijf Gebroeders”, gebouwd in 1813, bouwplaats niet vermeld, 242 ton o.m., varend voor E.Serruys & Co te Rotterdam;

*    1839 t/m 1853 van de bark “Vrouw Johanna”, gebouwd in 1838 te Capelle aan de IJssel, 529 ton o.m., varend voor D.Dunlop te Rotterdam.

 

Mail Ger Mulder, Marhisdata: 25 deccember 2015

De eigenaar van de NASSAU (ex-WILLEM DEN EERSTEN) was A. Saportas, Antwerpen.

De opm. van Bouman kan je overboord zetten. De brik is in 1825 als WILLEM DEN EERSTEN voor Saportas gebouwd door Marguerie te Antwerpen. In 1828 door de eigenaar vernaamd in NASSAU en door vd Hoeven bevaren 1828-1831.

 

Overige bijzonderheden

Leuwarder Courant 01 april 1831 114

Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In een reactie hierop werden bij K.B. nr. 78 van 28 oktober 1830 de zeebrieven ingetrokken van alle (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden. Dat betrof dus ook de NASSAU. Doordat in Antwerpen en op de Schelde een situatie van oorlog was ontstaan werd de NASSAU na terugkeer uit Rio de Janeiro belet naar Antwerpen door te varen, zodat de brik gedwongen was Vlissingen binnen te varen. Nadat in januari een betrekkelijke rust ontstond konden op 23 januari 1831 enkele schepen, waaronder de NASSAU, alsnog naar Antwerpen doorvaren.

 

België

Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven

moeten worden ingetrokken. Dit betrof onderstaande 196 schepen:

NASSAU                               brik                        A.Saportas           Antwerpen                            C. van der Hoeven

 

Dordrechtsche Courant 05 februari 1831114

Vlissingen, 25 januari. Sedert eergisteren zijn uit onze havens gebracht, ten einde naar Antwerpen te vertrekken: DE VICTORIA, kapt. G. Kuper, met meel en wol; LA PERCEVERANCE, kapt. J.R. Jansen, met stokvis; DE NASSAU, kapt. C. Van der Hoeven, van Rio de Janeiro, met koffie en huiden; LONDON PACKET, kapt. J.G. Renken, van Liverpool, met klipzout; LES DEUX EDOUARDS, kapt. T. Aubert van Rio de Janeiro met koffie.

 

Leeuwarder Courant 01 april 1831114

Antwerpen. (Extract uit een brief van den 18 maart.) Toen voor enige tijd het schip NASSAU, gevoerd door kapt. C. van der Hoeven, voor deze stad aankwam, was het reeds tot vlak aan de kaai genaderd, en nog wapperde de Nederlandse vlag van de top van de mast. Het gemeen eiste, dat men die zoude neerhalen; dan de kapitein weigerde dit stellig, met de woorden: dat men hem eer vaneen zou scheuren, alvorens hij daartoe bevel zou geven. Toen echter de reder de heer Saportas, die met vrouw en kinderen aan boord was, daar hij deze, kort na het bombardement, naar Vlissingen gezonden had en bij deze gelegenheid had terug doen komen, hen verzocht dit te willen doen, om alle onaangenaamheden te voorkomen en zodoende schip en lading te behouden, liep Van der Hoeven naar beneden, zeggende: “Gij kunt doen wat gij wilt, maar ik geef er geen order toe, en wil het niet eens zien.” Naderhand, bij het weer op het dek komen, ziende dat de vlag gestreken was, bedankte hij de reder voor zijn dienst, met de betuiging, dat hij nimmer iemand wilde dienen, die het bevel had gegeven om de Hollandse vlag te strijken; en mij zelven heeft hij later betuigd, dat het hem speet dit te moeten doen, daar hij altijd met veel genoegen de heer Saportas gediend had, en hij te voren wist geen betere reder te zullen vinden, maar het niet over zich kon verkrijgen, onder een andere vlag te varen.

 

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Hoeven, Cornelis van der
Overige informatie: 0

Algemene informatie

1830

Op 5 april 1830 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de BELGE, aangevraagd door David & De Boe, Antwerpen, voor D. de Boer als kapitein.

MCO 290430
Vlissingen, 27 april. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van de rede alhier naar zee gezeild LE BELGE, kapt. D.H. de Boer, naar Batavia, met stukgoederen (opm: eerste reis van deze toen nog Zuid-Nederlandse brik).
JC 210830
Batavia, 19 augustus. Heden arriveerden alhier het schip ROSALIE, kapt. A. Cordier, met een passagier, de 26e april vertrokken van Antwerpen, en de brik BELGE, kapt. D. de Boer, de 27e april vertrokken van Antwerpen.
JC 240830
Advertentie. Vertrekkende schepen.
Batavia. Vracht en passage naar Manilla, met het Nederlands brikschip BELGE, kapitein de Boer.
Adres bij Wattendorff, Hipp en Zimmerman.

1831

NIH 310131
Lijst der voornaamste artikelen, in- en uitgevoerd te Batavia van den 11de tot en met den 26ste januari, en van de overige plaatsen op Java en Madura, van den 1ste tot en met den 15de januari.
Van Manilla, per de Nederlandse brik BELGE: 1 baal laken, 57 kistjes Manilla sigaren.

Als uitvloeisel van de opstand tegen de Noord-Nederlanders, de daarop gevolgde Afscheiding en de vorming van België decreteerde de koning op 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 78) dat van alle 196 schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden de zeebrief moest worden ingetrokken. De BELGE stond weliswaar op deze lijst, maar de zeebrief was reeds op 11 juni 1831 door de Gouverneur van de provincie Zeeland naar Den Haag teruggezonden met de aantekening ‘schip behoort in de Zuidelijke Provinciën, en op 15 juni geroyeerd.

St. Martin & Co, voor 50% eigenaar in het schip met thuishaven Antwerpen, had kennelijk reeds grote problemen voorzien, en haar zetel vóór maart 1830 van Antwerpen naar Rotterdam verplaatst. Alhoewel nog 50% Belgisch bezit slaagde E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, er in als boekhouder een nieuwe zeebrief te krijgen voor het nu in MALEYER vernaamde schip. Op 28 juli 1831 werd deze verstrekt voor de MALEYER onder kapt. D.H. de Boer, met de mededeling: ‘laatst genaamd BELGE; besluit Z.M. no. 6 van 17 juli 1831; voor een jaar’. Een zeebrief was normaal twee jaren geldig, dit was dus wel een beperking, maar er viel voorlopig mee te leven.

RC 300731
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia, het nieuw Nederlandsch gekoperd en gekoperd gebouwd (opm: koper gebout) brikschip MALEYER, kapitein Douwe Hendriks de Boer, om ultimo augustus te vertrekken; hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers. Adres bij Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen.
AH 011031
Helvoet, 28 september. Uitgezeild MALEIJER (opm: ex-BELGE, brik), kapt. De Boer, naar Batavia.

1832

JC 090232
Batavia, 6 februari. Heden arriveerden alhier het schip LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. J. Keijzer, den 29 september vertrokken van Dordrecht; het schip ROSALIE, kapt. J. van den Oever, den 29 september vertrokken van Vlissingen en de brik MALEIJER, kapt. De Boer, den 28 september vertrokken van Rotterdam.

Op 17 september 1832 werd de zeebrief van de MALEIJER, kapt. D.H. de Boer, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘geannuleerde en vervallen zeebrief’ waarna op 19 september royement volgde.
Een verder pardon was zeer onwaarschijnlijk, zodat de Belgische mede-eigenaren David & De Boe op 30 oktober 1832 via de notaris hun 50% aandeel voor NLG 7.500 aan St. Martin & Co verkochten. Er waren nu geen buitenlandse aandeelhouders meer in het spel, zodat St. Martin een nieuwe Nederlandse zeebrief kon aanvragen.
Op 21 november 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MALEIJER, aangevraagd door E. & S. & C. St. Martin, Rotterdam, voor C. van der Hoeven als kapitein.

1833

MCO 240933
Vlissingen, 21 september. Gisteren is hier van de rede naar zee gezeild de MALEIJER, kapt. C. van der Hoeven, onlangs van Hellevoet, naar Batavia.

1834

JC 190334
Batavia, 15 maart. Heden zijn alhier aangekomen de Nederlandse schoener JOANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, van Amsterdam de 26e oktober 1833, en de Nederlandse brik MALEIJER, kapt. C. van der Hoeven, van Vlissingen vertrokken de 20e september 1833.
JC 090434
Batavia, 6 april. Heden vertrok van hier naar Manilla de Nederlandse brik MALEIJER, kapt. C. van der Hoeven.
JC 270834
Batavia, 23 augustus. Heden zijn alhier aangekomen het schip APOLLO, kapt. C.M. van Dijcke, van Rotterdam vertrokken de 10e mei, het schip DE HOOP VAN ALBLASSERDAM, kapt. M.D. Meijer, van Rotterdam vertrokken de 22e mei, en de brik MALEIJER, kapt. C. van der Hoeven, met een passagier, van Manilla vertrokken de 13e juli.

1835

AH 220135
Uitgezeild: Batavia, 24 september. MALEIJER (opm: brik), kapt. C. v.d. Hoeven, naar Rotterdam.
LCO 260135
De brik de MALEIJER (opm: bouwjaar 1830), kapt. C. van der Hoeven, den 24 september van Batavia naar Rotterdam vertrokken, is volgens particulier bericht van den 22 januari op het strand van Goederede gestrand en zal vermoedelijk weg zijn; men was bezig met zoveel mogelijk van de lading te bergen (opm: zie AH 200235).
AH 200235
Strandvonderij. De opperstrandvonder van den eilande Goedereede en Overflakkée, wonende te Goedereede, zal, ingevolge bekomen autorisatie, op donderdag den 26ste  februari 1835, des voormiddags ten 10 ure, op het gemeentehuis te Goedereede, publiek, ad opus jus habentium (opm: in het belang der rechtverkrijgenden), om contant geld, de volgende door zeewater beschadigde goederen verkopen: Omtrent 20.000 ponden sapanhout, 18 ponden kaneel, 164 kistjes Manilla sigaren, 5 kisten dito zeep, 9.500 ponden dito hennep, 22 verschillende fusten suiker, 4 á 5000 ponden koffij, mitsgaders 5 ijzeren karonnades á 12 pond, 2 ijzeren kanonnen á 6 pond, 12 geweren, 6 pistolen, 2 donderbussen, 7 sabels, 3 lichte ankers, 2 einden ketting, 1 groot eind kabel, 2 trossen, enige zeilen, gekapt lopend wand, enig rond en wrakhout, gesloopt ijzer en koper, en hetgeen verder te koop zal worden gepresenteerd. Alles afkomstig van en uit het Hollands schip (opm: brik) de MALEIJER, den 20ste januari 1835 aan den eilande Goedereede gestrand (opm: zie LCO 260135). Daags vóór de verkoping zullen de Goederen zo binnen als buiten Goedereede genommerd te zien zijn. 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.246
DVD - XXXI – 132 III 141
ACTE BIJLBRIEF

Naam schip BELG

plaats en datum acte bijlbrief, Boom, 22 maart 1830

type schip brik, gebouwd van eikenhout, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper J. Fleury Duray, F. Van Nuffel en J. Lamot, scheepsbouwmeesters te Boom

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper firma David & De Boe, Antwerpen, kooplieden en reders (1/2e part en boekhouders), en E. & S. &C. St. Martin, kooplieden en reders te Rotterdam (1/2e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 102 lasten (meetbrief Antwerpen)

tuigage / aantal dekken 2 masten 1 dek en tussendeksbalken

afmetingen lang binnen stevens op dek 26,05 meter, wijd (gemiddeld) 4,35 meter, hol (gemiddeld) 3,85 meter

kiellegging

tewaterlating maart 1830

plaats / datum registratie Antwerpen, 29 maart 1830

nummer van registratie blad 71 recto vak 1

notaris bevestigende verklaring burgemeester van Boom

prijs NLG.

bijzonderheden






researcher/datum research: AD/020709

Naam BELG
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1830
Toegang 512.0044
Inventaris 132

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.280b Foto DVD III - 020-022 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: BELG, thans de MALEIJER

Plaats en datum acte koop/verkoop, 30 oktober 1832

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper Joseph Jones, kantoorbediende te Rotterdam, als gemachtigde van de firma David & De Boe, kooplieden te Antwerpen,
1/2e part

Gevoerd door kapt. Douwe Hendriks de Boer

Eigenaar / aankoper Elie Jean St. Martin, lid van de firma E.& S.& C. St. Martin & Co., commissionairs te Rotterdam, 1/2e part (nu enig eigenaar)

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 102 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 26,05 m., breed 4,35 m., hol 3,85 m.

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 1 november 1832

Nummer van registratie deel 29, folio 107, verso vak 5

Notaris Willem Kleij, notaris te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 7.500,- (1/2e part)

Bijzonderheden: schip ligt in oktober 1832 te Rotterdam







Researcher/datum research ML/250207

Naam MALEIJER (de)
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1832
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.280a Foto DVD III - 020-022 _________________________________________________
Bijlbrief / Acte van aan-/verkoop
Naam schip: BELG

Plaats en datum acte bijlbrief, Boom, 22 maart 1830

Soort schip brik, gebouwd van eikenhout met koperen bouten en nagels en voorzien van een koperen huid

Bouwwerf / verkoper J. Fleury Duray, scheepsbouwmeester te Boom in de provincie Antwerpen, verklaart te hebben gebouwd op zijn scheepstimmerwerf

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper David & De Boe, kooplieden en reders te Antwerpen, als boekhouders (en eigenaar voor 1/2e part) en de firma E.& S.& C. St, Martin & Co., kooplieden en reders te Rotterdam
(1/2e part)

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief 102 lasten

Tuigage en aantal dekken: 2 masten, 1 dek – met tussendeksbalken – en galjoen

Afmetingen lang binnen de stevens op dek 26,05 m., breed 4,35 m. (gemiddeld), hol 3,85 m. (gemiddeld)

Kiellegging

Tewaterlating maart 1830

Plaats en datum van registratie Antwerpen, 29 maart 1830

Nummer van registratie blad 71, verso, vak 1

Notaris verklaring voor de burgemeester van de gemeente Boom

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden


Researcher/datum research ML/250207

Naam BELG
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1832
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
N.A. Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.65.280a
N.A. Den Haag, archiefnummer Rott.3.03.56.65.280b
R.A. Beveren Archiefnummer, Ant.512.0044.00132.246
De heer André Delporte, Luik
AH = Algemeen Handelsblad
JC = Javasche Courant
LCO = Leydsche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
NIH = Nederlandsch-Indisch Handelsblad