Inloggen
BESTEVAER - ID 942


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1941
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
IMO nummer: 5102700
Nat. Official Number: 6448 Z ROTT 1941
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Shelterdeck open
Masten: Two masts
Rig: 2 derricks, 2 winches
Lift Capacity: 3 ton each
Material Hull: Steel
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma De Haan & Oerlemans - Scheepswerf 'Rijn en Maas', Heusden, Noord-Brabant, Netherlands
Werfnummer: 210
Launch Date: 1940-10-17
Delivery Date: 1941-02-11
Technical Data

Engine Manufacturer: Klöckner-Humboldt-Deutz A.G., Cologne (Köln), Germany
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 7
Power: 350
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Deutz Nr. 707707/13 Type (280x450)
Speed in knots: 10
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 296.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 87.00 Net tonnage
Deadweight: 440.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 38213 Cubic Feet
Bale: 31255 Cubic Feet
 
Length 1: 50.45 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 47.57 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 7.93 Meters Breadth, moulded
Depth: 4.80 Meters Depth, moulded
Draught: 2.75 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-00-1959
Type: Shiptype/category changed
Omschrijving: Verbouwd bij De Groot & van Vliet, Slikkerveer voor veetransport. Tussen dekken verwijderd en een groot luikhoofd. (dus geen tonnageluik meer.)

Datum 00-00-1971
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Nieuwe hoofdmotor: 6 cil 4t ew 400 Pk Caterpillar Type (159x203) tevens een nieuw stuurhuis en deksalon vergroot.

Ship History Data

Date/Name Ship 1941-02-11 BESTEVAER
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jacobus Johannes Weeber & E. Wagenborg's Scheepvaart & Expeditiebedrijf N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PDBH
Additional info: Resp. 3/5 en 2/5 deel.

Date/Name Ship 1942-04-00 NT 11
Manager: Kriegsmarine-Netzsperrgruppe West, Hamburg, Germany
Eigenaar: Kriegsmarine-Netzsperrgruppe West, Hamburg, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Hamburg / Germany

Date/Name Ship 1947-07-18 BESTEVAER
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jacobus Johannes Weeber en Firma E. Wagenborg's Scheepvaart- en Expeditiebedijf (Petrus en Geert Wagenborg & Lourens Vuursteen), Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PDBH

Date/Name Ship 1950-12-21 BESTEVAER
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jacobus Johannes Weeber & E. Wagenborg's Scheepvaart & Expeditiebedrijf N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PDBH

Date/Name Ship 1953-01-27 BESTEVAER
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jacobus Johannes Weeber, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PDBH

Date/Name Ship 1959-01-26 ELSE PRIVA
Manager: Provision Import Company (Marinus Smits), Sønderborg, Denmark
Eigenaar: Provision Import Company (Marinus Smits), Sønderborg, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Sønderborg / Denmark
Callsign: OWXC

Date/Name Ship 1962-10-00 ELSE PRIVA
Manager: Privateksportørers Skibstransport A.S., Sønderborg, Denmark
Eigenaar: Privateksportørers Skibstransport A.S., Sønderborg, Denmark
Shareholder: Marinus Smits
Homeport / Flag: Sønderborg / Denmark
Callsign: OWXC

Date/Name Ship 1971-01-00 ELSE PRIVA
Manager: Carl H. Carlsen, Aerøskøbing, Denmark
Eigenaar: Carl H. Carlsen, Aerøskøbing, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Aerøskøbing / Denmark
Callsign: OWXC

Date/Name Ship 1984-01-06 JATILE
Manager: L.I.D. Iversen, Aerøskøbing, Denmark
Eigenaar: L.I.D. Iversen, Aerøskøbing, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Aerøskøbing / Denmark
Callsign: OWXC

Date/Name Ship 1986-00-00 JATILE
Manager: L.I.D. Iversen, Aerøskøbing, Denmark
Eigenaar: Jatile A.p.S., Holbaek, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Holbaek / Denmark
Callsign: OWXC
Additional info: Fisker & Bom.

Ship Events Data

1940-10-17: Te water als 'LIBRA' voor Handels- & Scheepvaart Mij 'Libra' te Heusden. Het schip was van het shelterdektype. Het had geen dubbele bodem maar zijtanks. Daarom had het schip maar een netto tonnage van 87. Na de tewaterlating opgelegd bij de werf.
1940-10-19: Algemeen Handelsblad 19-10-1940: Scheepsbouw. M.s. „LIBRA”. Op Donderdag 17 October j.l. werd op de Scheepswerf De Haan & Oerlemans te Heusden met goed gevolg te water gelaten het motorschip „Libra", aldaar in aanbouw voor Nederlandsche rekening en bestemd voor de West- en Noord- Europeesahe kustvaart. Het is een shelterdekschip van de volgende afmetingen en bijzonderheden: Lengte over alles 50.45 m, lengte tusschen loodlijnen 46.00 m, breedte op grootspant 7,90 m, holte tot hoofddek 2,80 m holte tot shelterdek 4,80 m, draagvermogen ca. 440 ton. Het zal worden uitgerust met een 7-cyl. Deutz Dieselmotor met een vermogen van 350 pk bij 300 omw./min. Stuurhuis en hoofdmotor worden in het achterschip ondergebracht. De bouw geschiedt onder Klasse Lloyd's Register + 100 A. 1, terwijl tevens voldaan wordt aan de eischen van Scheepvaart- en Havenarbeidinspectie.
1941-02-11: Verkocht aan Jacobus Johannes Weeber & Erven Weeber (zijn zuster) te Rotterdam. Op 12 & 13.02.1941 proefvaarten vanuit Rotterdam.
1941-02-18: Door de Duitsers in beslag genomen. Op 15.05.1941 met een Duitse bemanning naar Cuxhaven vertrokken om dat verbouwd te worden tot Netztender. In 06.1941 in de vaart als Netztender 11 voor de Netztender Gruppe West, uitgerust net twee mitrailleurs. Op 19.07.1944 voor de haven van Cherbourg door een Amerikaanse luchtaanval tot zinken gebracht. (Pos. 49.37.00 Noord, 01.38.00 Oost.) 19.09.1946 gelicht en na een noodreparatie in Cherbourg door een Franse sleepboot naar Rotterdam gesleept, aankomst 27.11.1946 en weer overgedragen aan J.J. Weeber. Het schip werd bij Scheepswerf de Groot & van Vliet gehaal gerepareerd. 18.07.1947 proefvaarten vanuit Rotterdam en in de vaart voor Jacobus Johannes Weeber voor 3/5 deel en E. Wagenborg's Scheepvaart en Expeditiebedrijf te Delfzijl (Petrus & Geert Wagenborg en Lourens Vuursteen) 2/5 deel.

Informatie van Theo Dorgeist: 1941: 7.Juni: Erfassung des Schiffes durch die KMD Rotterdam als Netztender für die Station Ost. ( Schiff nicht greifbar) 23.Juni: In Kiel durch den Admiral der KMD Hamburg, Zweigstelle Kiel zur Prise erklärt. 9.Juli: Erfasst für den Netzsperrverband I. 10.Juli: Schiff von der KMD Rotterdam übernommen zum Umbau bei E. J. Smit in Groningen und N.V. Scheepswerven v/h. Gebr. G.& H. Bodewes in Martenshoek. 8.Aug. : Schiff vom Reichskommissar am Prisenhof Hamburg prisenrechtlich frei gegeben da bei der Besetzung 1940 noch an Land als unfertiger Neubau.1942, 10.April: Bei der Umbauwerft als NETZTENDER 11 durch Obersteuermann Schildt für die Netzspeergruppe West i. D. gestellt.1943, 1. Aug.: An die Netzsperrflottille West. 1944,Juni: Nach der Invasion bei Reparatur in Cherbourg gemeldet. (23.Juni: Bei der Räumung von Cherbourg im Avantport (?) gesprengt. 19.Juli: Meldung durch US- Bomber in Cherbourg (49.398 N-1.38 E )versenkt kann so nicht stimmen. Cherbourg schon lange geräumt, Position liegt im französischen Binnenland. Avantport = französisch für Vorhafen. Jetzt ist es logisch, nicht?) 1946. 19. Sept.: Innerhalb des amerikanisch- französischen Bergungsprogramm gehoben. 27.Nov. : Von einen französischen Schlepper in Rotterdam an die Niederländische Regierung abgeliefert.
1941-02-25: Als BESTEVAER, zijnde een stalen motorschip, metende 839.12 m3 bruto verplaatsing volgens zeemeetbrief afgegeven te 's Gravenhage d.d. 05.02.1941, no. 6271, liggende te Heusden, door J. Wigmans, scheepsmeter te Rotterdam, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 6448 Z ROTT 1941 op het achterschip in achterwand dekhuis aan S.B. zijde, 4.40 m. uit hekplaat, 0.40 m. uit lengteas en 1.40 m. boven het dek.
1946-09-28: Het Vrije Volk 28-09-1946: Bestevaer. -Het Nederl. kabelschip “Bestevaer”, dat door de Duitsers tot zinken is gebracht, is gelicht en ligt bij Chantiers Hamel te Cherbourg te repareren. Daarna zal het schip weer naar Nederland komen.
1949-01-12: Nederlandse Staatscourant 17-11-1949. Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van de klacht van de inspecteur-generaal voor de scheepvaart tegen kapitein J. Teekman van het ms. Bestevaer wegens het overladen van zijn schip te Stettin en met het overladen vaartuig daar vandaan is vertrokken en in overladen toestand in Rotterdam is gearriveerd. Uit getuigenverklaringen is gebleken dat voornoemde kapitein nog meerdere reizen in overladen toestand met de Bestevaer heeft gemaakt. Krachtens artikel 9, lid 1, onder D van de Schepenwet is de kapitein verplicht zorg te dragen dat zijn schip geen geringer vrijboord krijgt dan blijkens het Certificaat van Uitwatering geoorloofd is en kapitein Teekman hiervoor juist geen zorg heeft gedragen. Op 12 januari 1949 vertrok de Bestevaer beladen met 153 standaard hout (ongeveer 400 ton) waarvan 10 à 12 aan dek. Het schip heeft geen speciaal certificaat voor de houtvaart. Bij aflading op het zomermerk is de diepgang 2,75 meter. Bij aankomst in Rotterdam op 15 januari 1949 bleek de diepgang 3,20 meter, wat ongeveer gelijk was bij vertrek in Stettin. De uitwatering bij vertrek uit Stettin was dus 45 cm te weinig. Op de zitting gaf de kapitein boevengenoemde feiten toe maar hij bleek in het geheel niet in te zien hoe ernstig zijn handelswijze is en dat hij het schip en opvarenden aan groot gevaar blootstelde. Vele berichten zijn bij de Scheepvaart Inspectie binnengekomen dat de kapitein van de Bestevaer vaak overlaadde, maar dit is niet meer vast te stellen daar de kapitein, in strijd met de voorschriften, dikwijls verzuimde de diepgang in het dagboek in te schrijven. Ook ter zitting bleek de kapitein de ernst van zijn handelswijze niet in te zien. Oordeel van de Raad is dat een gevoelige straf op zijn plaats is, opdat de aangeklaagde leert, dat de zorg voor de veiligheid van schip en opvarenden één van de voornaamste plichten is van een kapitein. De Raad straft daarom kapitein J. Teekman te Delfzijl door hem de bevoegdheid om als kapitein op zeeschepen te varen te ontnemen gedurende vier maanden.
Bijvoegsel tot de Nederlandse Staatscourant van Donderdag 17 November 1949, no.225. Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart. No.339. Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart in zake de klacht van de inspecteur-generaal voor de scheepvaart tegen J. Teekman, kapitein van het motorschip „Bestevaer", wegens overladen van zijn schip. Op 1 Maart 1949 is door de inspecteur-generaal voor de scheepvaart bij de Raad voor de Scheepvaart een klacht ingediend van de volgende inhoud: ,,De inspecteur-generaal voor de scheepvaart; Verwijzende naar de hierbijgaande stukken; Overwegende, dat daaruit blijkt, dat kapitein Jan Teekman van het motorschip „Bestevaer" dit schip te Stettin heeft overladen, met het overladen vaartuig is vertrokken en daarmede in overladen toestand te Rotterdam is gearriveerd; dat uit getuigenverklaringen is gebleken, dat de kapitein, voornoemd, nog meerdere reizen met genoemd schip heeft gemaakt, eveneens in overladen toestand; dat krachtens artikel 9, lid 1, onder d, der Schepenwet de kapitein verplicht is zorg te dragen, dat zijn schip geen geringer vrijboord krijgt dan blijkens het Certificaat van Uitwatering geoorloofd is; dat kapitein Jan Teekman hiervoor geen zorg heeft gedragen; dat uit deze nalatigheid gevaar kan ontstaan voor schip en opvarenden, hetgeen een misdraging is ten opzichte van de rederij en van de schepelingen; Gezien de artt. 48 en 49 van de Schepenwet; Stelt aan de Raad voor de Scheepvaart voor, een onderzoek in te stellen en kapitein Jan Teekman te horen.". Een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij art. 49 der Schepenwet, besliste, dat naar de gegrondheid van voorschreven klacht een onderzoek door de Raad zou worden ingesteld. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 10 October 1949, in tegenwoordigheid van de inspecteur voor de scheepvaart C. Moolenburgh. De
Raad nam kennis van de ten deze door de inspecteurgeneraal voor de scheepvaart overgelegde stukken, waaronder een door de inspecteur voor de scheepvaart in het 2de district L. Korstanje op de ambtseed opgemaakt proces-verbaal dd. 24 Maart 1949, inhoudende een verhoor van aangeklaagde Jan Teekman, wonende te Delfzijl, en een procesverbaal van het verhoor van de stuurman van de „Bestevaer" en van diens voorganger, benevens van het scheepsdagboek en het Internationaal Certificaat van Uitwatering, en hoorde de kapitein, voornoemd, als aangeklaagde buiten ede. Na voorlezing van de klacht zette de voorzitter de aangeklaagde de betekenis daarvan uiteen en gaf hem gelegenheid tot zijn verdediging aan te voeren hetgeen hij daartoe dienstig achtte, hem daarbij het laatste woord latende. Uit het door de Raad gehouden onderzoek is het navolgende gebleken: Het motorschip „Bestevaer is een Nederlands schip, toebehorende aan J. J. Weber, te Rotterdam. Het meet 296 brutoregisterton en wordt voortbewogen door een 350 pk Deutzmotor. Het draagvermogen is 450 ton, inclusief brandstof en drinkwater. Op 12 Januari 1949 vertrok de „Bestevaer", beladen met 153 standaard gezaagd hout (ongeveer 400 ton), waarvan 10 a 12 standaard aan dek was geladen, van Stettin met bestemming Rotterdam. De „Bestevaer" heeft geen dubbele bodem, maar aan elke kant vier zijtanks, waarvan de voorste drie aan elke kant zijn ingericht voor ballastwater en de achterste voor brandstof. Bij vertrek Stettin waren de tanks 2 en 3 gevuld met totaal 130 ton ballastwater. Verder had men 8 ton drinkwater en 30 ton brandstofolie aan boord. De diepgang was bij vertrek van Stettin, in zoet water, voor zover aangeklaagde deze in het donker kon aflezen, vóór 10 voet, achter 11 voet. Bij aflading tot het zomermerk is de diepgang 2,75 meter. Deze mag voor zoet water vermeerderd worden met 6 cm, maar moet in de winter worden verminderd met eveneens 6 cm. Bij aankomst te Rotterdam op 15 Januari 1949 was de diepgang, maar nu in brak water, vrijwel gelijk aan die bij vertrek van Stettin, dus 10'6" gemiddeld of 3,20 meter. De uitwatering bij vertrek Stettin was dus 45 cm te weinig. De stuurman, die sinds 1945 op dit schip vaart, maar de betreffende reis niet had meegemaakt, heeft verklaard, dat de „Bestevaer" vele houtreizen heeft gemaakt en steeds 150 a 160 standaard heeft geladen en dan bij lege tanks juist aan haar merk lag. Wanneer de tanks daarna werden gevuld, lag het schip dus steeds aanmerkelijk te diep. Het schip heeft geen speciaal certificaat voor de houtvaart. Ter zitting gaf aangeklaagde de feiten, zoals hierboven vermeld, toe. Hij bleek echter in het geheel niet in te zien hoe ernstig zijn handelwijze is en dat hij het schip en opvarenden aan groot gevaar blootstelde. Hoewel hij hoogstens 5 % van de lading aan dek mocht vervoeren, had hij daar 7 a 8 % gestuwd. Hij zegt, dat, als het schip met lege tanks tot zijn merk was afgeladen, het een beetje rank was en dat het na het vullen van vier tanks een goed zeeschip was. Dat zijn schip daarna 45 cm te diep lag, vond hij maar een bijkomstigheid en hij kon zich er niet mee verenigen, dat iemand daar aanmerking op maakte. Aangeklaagde zegt, dat hij er persoonlijk geen voordeel van had, dat hij meer lading vervoerde. De inspecteur voor de scheepvaart voert aan, dat uit opmeting op 17 Januari 1949 van de diepgang van motorschip „Bestevaer" in zoet water bleek, dat het schip na volbrachte reis van Stettin 24 cm te diep lag. Volgens door de kapitein verstrekte gegevens lag het schip bij vertrek van Stettin 42 cm te diep. Vaststaat, dat kapitein Jan Teekman zich niet heeft gehouden aan het bepaalde in de artikelen 4, lid 1, en 9, lid 1, sub d, van de Schepenwet, nader uitgewerkt in art. 100 van het Schepenbesluit. Vele berichten zijn bij de Scheepvaartinspectie binnengekomen, dat de kapitein de ,,Bestevaer" vaak overlaadde, maar dit is niet meer vast te stellen, daar de kapitein, in strijd met art. 348 Wetboek van Koophandel, dikwijls verzuimde de diepgang in het dagboek in te schrijven. De kapitein zegt enige keren het schip bij lege tanks tot op het merk te hebben beladen en daarna de tanks te hebben gevuld. Hierdoor maakte het schip in overladen toestand de reis over zee. Dit is voor elk schip een ernstige overtreding met het oog op de veiligheid van schip en opvarenden, maar voor de ,,Bestevaer" in het bijzonder. Dit schip is een shelterdek-schip met een ruimte boven het hoofddek van 29,5 meter lengte. Deze ruimte heeft 5 duims non return spuikleppen, welke even boven het hoofddek liggen. Dit hoofddek lag bij vertrek Stettin 37 cm, bij aankomst te Rotterdam 19 cm onder water. Genoemde kleppen lagen dus onder de waterlijn en bij geringe lekkage zou dus gemakkelijk water in de ruimte boven het hoofddek kunnen komen. De kapitein zegt wel, dat hij geen bijzondere redenen had voor deze overlading. Hier is echter groot gevaar voor schip en opvarenden ontstaan. Kapitein Teekman kan blijkbaar niet de verantwoordelijkheid dragen, welke op hem rust voor de veiligheid van schip en opvarenden. Hij moet zich inwerken in de vraagstukken, verbonden aan de veiligheid van zijn schip, vóórdat hij weer het bevel over een schip kan aanvaarden. Daarom stelt de inspecteur voor de scheepvaart de Raad voor, om kapitein Jan Teekman de bevoegdheid, om als kapitein te varen, te ontnemen voor de tijd van acht maanden. De Raad is van oordeel, dat uit het onderzoek is gebleken, dat Jan Teekman, kapitein van het motorschip „Bestevaer", bij herhaling zijn schip heeft overladen en daardoor dit schip met opvarenden aan groot gevaar heeft blootgesteld. Hij heeft bovendien meer lading aan dek vervoerd dan voor zijn schip dat geen speciaal certificaat voor de houtvaart had, was toegestaan en verzuimde meermalen de diepgang bij vertrek in het journaal in te vullen. Ook ter zitting bleek aangeklaagde de ernst van zijn handelwijze niet in te zien. De Raad houdt er rekening mee, dat de kapitein zelf geen voordeel had bij deze overlading, maar keurt af, dat de reder, die moet hebben geweten, dat zijn schip te veel lading vervoerde, dit oogluikend heeft toegelaten en de kapitein niet op zijn plicht heeft gewezen. De Raad is van mening, dat hier een gevoelige straf op haar plaats is, opdat aangeklaagde leert, dat de zorg voor de veiligheid van schip en opvarenden één der voornaamste plichten is van een kapitein. Mitsdien: Straft Jan Teekman, geboren 30 Januari 1914, wonende te Delfzijl, door hem de bevoegdheid om als kapitein op zeeschepen te varen, te ontnemen gedurende vier maanden. Aldus gedaan door de heren mr. A. Dirkzwager, tweede plv. voorzitter, C. H. Brouwer, G. J. Barendse en K. R. Bosma, leden, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. A. Boosman, en uitgesproken ter openbare zitting van de Raad. (Get.) A. Dirkzwager; A. Boosman.
1952-00-00: Op 13.04.1952 bij Clonakilty aan de grond gelopen. Op 24.04.1952 vlot en de reis vervolgd. Informatie van Gerrit Schmaal: Op 13 april 1952 waren wij beladen met 450 ton vuurvaste steentjes bestemd voor Belfast (Bristol Channel). Wegens zuid/wester storm kracht 7/8 besloten binnen te blijven, daar de loods (een visserman) ons niet wilde beloodsen. Op 15 april 1952 was de storm gaan liggen tot kracht 5. Daar wij met half tij pas konden vertrekken met de loods (visserman) aan boord voeren wij met "Dead Slow" naar buiten. Maar bij het ronden van de laatste baken, liep het schip op de stenen en kwam "muurvast" te zitten. Pogingen om los te komen mislukten, daar het ook nog eens eb werd. De gevolgen waren dat wij tot 24 april 1952 gekluisterd waren in de Bay van Clonakilty (Zuid kust Ierland) Op 24 april 1952 bij het vlot komen konden wij eindelijk de reis naar Belfast voortzetten. Schip maakte geen water. Na lossing in Belfast, in ballast naar de werf van de Groot en van Vliet te Slikkerveer. Na droog zetting moest 2/3 geheel nieuw vlak, vooral het gedeelte van de machinekamer. Daarom moest de Deutz motor van de fundering naar het ruim. Duur reparatie ruim 4 weken. Hiervoor kregen de kapitein en ik elk 14 dagen thuis.
1967-10-00: Opgelegd voor de verkoop te Sønderborg.
1990-07-00: Final Fate:
Na lossing van een lading afgekeurd en opgelegd in Lübeck. 10.08.1990 aangekomen in Graasten, Denmark en weer opgelegd om gesloopt te worden. Op 07.10.1990 voor 200.000,-- Dk verkocht aan Peter Weiss en op 10.10.1990 weer te boek gesteld. Op 15-11-1990 teboekstelling weer doorgehaald en met de sloop begonnen. De Caterpillarmotor is er uitgehaald en in de Deense coaster KAJAMA (OWWL) van Part. Red. A.K. Asmussen te Egernsund geplaatst. Eind 1990 was de sloop voltooid door Skibsvaerft Toft A.p.S. Pas op 08.02.1994 uit het Deense Register als gesloopt uitgeschreven.

Afbeeldingen


Omschrijving: Libra 17.10.1941 te water.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Bestevaer 1941
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Bestevaer 1941
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Bestevaer 1941, 16/24-04-1952 grounded at Clonakilty, Ierland.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Schmaal, G.J. (Gerrit)

Omschrijving: Bestevaer 1941, 16/24-04-1952 grounded at Clonakilty, Ierland.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Schmaal, G.J. (Gerrit)

Omschrijving: Bestevaer 1941, 16/24-04-1952 grounded at Clonakilty, Ierland.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Schmaal, G.J. (Gerrit)

Omschrijving: ELSE PRIVA Goole
Collectie: -
Vervaardiger: Hill, Charlie A.

Omschrijving: Elsa Priva 1941 ex Bestevaer at Graasten.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Elsa Priva 1941 ex Bestevaer.
Collectie: Goudriaan, J. (Koos)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: ELSE P RIVA 17 juli 1972
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Jan H.

Omschrijving: Jatile 1941 ex Elsa Priva ex Bestevaer.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Jatile 1941 ex Elsa Priva ex Bestevaer.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Jatile 1941 ex Elsa Priva ex Bestevaer, Parkkade, Rotterdam.
Collectie: Goudriaan, J. (Koos)
Vervaardiger: Goudriaan, J. (Koos)
Onderwerp: Kade

Omschrijving: JATILE 27 januari 1988 op de Westerschelde
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Jan H.

Omschrijving: JATILE, Rozenburg 14.5.1984
Collectie: -
Vervaardiger: Simon WP

Omschrijving: JATILE, Hull 28.5.1985
Collectie: -
Vervaardiger: Hill, Patrick

Omschrijving: JATILE, King's Lynn, 3.7.1989
Collectie: -
Vervaardiger: Johannes, L.M. (Leo)

Omschrijving: Jatile 1941 ex Elsa Priva ex Bestevaer on 20.06.1991 at Toft/Egernsund at the scrapyard.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Jatile 1941 ex Elsa Priva ex Bestevaer on 20.06.1991 at Toft/Egernsund at the scrapyard.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown