Familiegegevens en opleiding
Jan Harms Mulder werd geboren op 29 juni 1795 te Veendam als zoon van de schipper Harm Jans Mulder en Elysabeth Sijtses. (Wilkes).
Jan trouwde op 24 januari 1830 als zeeman met Jantje Jans Mulder, gedoopt te Veendam op 20 november 1803 als dochter van de schipper Jan Harms Mulder (dus dezelfde naam als zijn schoonzoon) en Geessijn Egberts Haakschop. Jantje verdronk vermoedelijk met het vergaan van de “Christina Henderika” onder gezag van haar man.
Hij overleed in september/oktober 1854 op zee “Op 14 september 1854 passeerde Jan Harms met zijn galjoot “Christina Henderika” Pillau met een lading graan bestemd voor de Noordzee. Sindsdien ontbreekt elk spoor van het schip en bemanning. Het schip moet op zee met man en muis zijn vergaan.”
In Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen ie Jan vermeldt als zeeman in 1830, 1833, 1836, als schipper in 1839, 1841, 1844.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan Harms Mulder was in de periode 1843 t/m 1854 met vlag L5 lid van het Veendammer zeemanscollege “De Maatschappij tot Nut der Zeevaart”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 (met toevoegingen uit Mulder 083) vermeldt J.H.Mulder als gezagvoerder gedurende:
* 1838 van de smak “Vrouw Geziena”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 76 ton o.m.,varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip liep op 19 oktober 1838, op weg van Danzig naar Edam, vol water en ging verloren op c 8 mijl van Rixhoft op de Pruisische kust. De vier drenkelingen werden door het schip “Richard” gered en in Pillau aan land gezet (zie ook 083)
* 1841 (moet zijn 1839) t/m 1852 van de kof “Jantina Geziena”, gebouwd in 1838 op de werf van H.W.Bieze te Veendam, 73 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. De naam van het schip is een combinatie van de namen van zijn vrouw en zijn schoonmoeder. Het schip is in 1852 gestrand bij Hoghorn op reis van Le Havre naar Petersburg;
* 1854 t/m 1857 van de galjoot “Christina Hendrika”, gebouwd in 1853 op de werf van Roelf Derks Pik te Wildervank, 81 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd met rogge komend van Amsterdam;
Gezien het overlijdensjaar 1854 (zie hierna bij Mulder083) kan de vaarperiode t/m 1857 niet correct zijn. ZIE OOK HIERNA BIJ DE OPMERKING VAN MULDER083.
“In september 1854 vertrok Jan Harms Mulder met zijn “Christina Henderika” met een lading graan van Koningsbergen bestemd voor de Noordzee. Nadat op 14 september Pillau was gepa sseerd werd nooit meer iets van schip of bemanning gehoord of gevonden.”083.
In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het college “Eendracht” te Groningen en aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein Jan H.Mulder met vlagnummer L5 als gezagvoerder van de “Jantina Geziena”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
22 februari 1816, schip “Jonge Daniel”, schipper Hind. Jans Oortjes, matroos Jan Harms Mulder.
12 februari 1818, schip “Vr. Gesiena”, schipper Jan Harms Mulder, matroos Jan Harms Mulder.
06 april 1819, schip “Vrouw Gezina”, kapitein Jan H.Mulder, stuurman J.H.Mulder, 23 jaar
29 februari 1820, schip “Vrouw Gesiena”, schipper Jan Harms Mulder, stuurman Jan Harms Mulder.
17 februari 1821, schip “Vrouw Gesiena”, schipper Jan Harms Mulder, stuurman Jan Harms Mulder.
28 januari 1824, schip “Vrouw Gesiena”, schipper Jan Harms Mulder.
27 maart 1824, “Vrouw Alberdina”, schipper Hndrik Klaassens Rentes, stuurman Jan Harms Mulder.
24 april 1826, schip “Aurora”, schipper Cornelis Abrahams Hazewinkel, stuurman Jan Harms Mulder.
10 maart 1827, schip “Aurora”, schipper Cornelis Abrahams Hazewinkel, stuurman Jan Harms Mulder.
09 febuari 1828, schip “Aurora”, schipper Cornelis Abrahams Hazewinkel, stuurman Jan Harms Mulder.
01 maart 1831, schip “Neerlands Welvaart”, schipper Hindrik Klaassens Rentes, stuurman Jan Harms Mulder.
10 april 1838, schip Vrouw Gesina”, kapitein Jan Harms Mulder, stuurman Jan Harms Mulder, 42 jaar.
06 september 1838, smak “Geziena”, smak “Geziena”, Jan Harms Mulder, 42 jaar uit Veendam.
20 april 1839, schip “Jantina Gezina”, kapitein Jan Harms Mulder.
04 februari 1843, kof “Jantina Gezina”, schipper Jan Harms Mulder.
14 maart 1848, kof “Jantina Gezina”, schipper Jan Harms Mulder, 52 jaar uit Veendam.
07 februari 1857, kof “Jantina Gezina”, schipper Jan Harms Mulder
05 september 1853, galjoot “Chrisstina Wenderika”, schipper Jan Harms Mulder, 58 jaar uit Veendam
Overige bijzonderheden
De navolgende gegevens zijn een verkorte vorm van een uitgebreide beschrijving in “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.
Op 12 februari 1818 monsterde hij te Amsterdam aan als matroos op de kof “Vrouw Gezina” van zijn latere schoonvader Jan Harms Mulder. Op 06 april 1819 monsterde hij te Groningen op hetzelfde schip maar nu als stuurman. Op 24 februari 1826 werd hij te Wildervank stuurman op de smak “Aurora” onder kapitein Cornelis Abraham Hazewinkel. Hij kwam in 1828 vermoedelijk weer terug op de “Vrouw Gezina” onder zijn aanstaande schoonvader.
Een jaar na zijn huwelijk werd Jan op 01 maart 1831 te Harlingen stuurman op de “Neerlands Welvaart” onder kapitein Hindrik Klaassens Rentes uit Amsterdam. Maar per 10 april 1838 was hij weer stuurman bij zijn schoonvader. Hij kreeg het commando over het schip op 06 september 1838 en korte tijd daarna overleed zijn schoonvader.
Het schip vertrok op 15 oktober 1838 van Dantzig naar Edam, liep op 19 oktober 1838 vol water en ging verloren c. 8 mijl van Rixhoft op de Pruisische kust, iets ten oosten van het tegenwoordige Ustka in Polen. De vier drenkelingen werden door het schip “Richardt” gered en in Pillau aan land gezet.
Met geld van zijn schoonvader kreeg hij een nieuw schip , de “Jantina Gezina”, waarmee hij in april 1839 naar zee ging.
Met dit schip werden de volgende reizen genoteerd:
04 februari 1843 Lemmer op avontuur 11 augustus 1845 Wyburg (Rusland)-Kiel
10 september 1845 Kiel-Amsterdam 13 december 1845 Frederirkstad-Cuxhaven
18 mei 1848 Dantzig-Amsterdm 07 februari 1852 Dordrecht, op avontuur
Op 21 september 1852 verspeelde jJan Harms zijn “Jantina Gezina” door tijdens een reis met een lading stukgoed van Le Havre naar St.Petersburg vlak bij de bestemming op een klip te lopen. Het ongeval vond plaats bij Höghorn in de buurt van Borga en oostelijk van Helsinki. De bemanning kwam met de scrik vrij. Bij een najaarsstorm werd de koftjalk op 02 oktober 1852 tot wrak geslagen en daarmee was het schip definitief verloren.
Op 30 juli 1853 werd Jan Harms Mulder eigenaar van een nieuwe galjoot de “Christina Henderika”. Hij maakte o.a. een reis in 1854 vanuit Amsterdam naar Dublin. In September 1854 vertrok hij met een lading graan van Koningsbergen. Nadat op 14 september Pillau was gepasseerd werd nooit meer iets van het schip vernomen. Vermoedelijk waren zijn vrouw en hun zoon Harm ook aan boord en zijn dus eveneens omgekomen.
