Familiegegevens en opleiding
In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam staat de koopvaardijkapitein Andries Pieter Sandberg, geboren op 02 april 1820 te Amsterdam, Nederduits Hervormd, in 1852 wonend op het Kattenburgerplein en op de Haarlemmerdijk.
Andries Pieter Sandberg werd per 01 september 1832 als leerling ingenomen aan de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij werd geboren te Amsterdam op 02 april 1820 als zoon van Anders Petter Sandberg, bootsman ter koopvaardij, en Catrina Johanna Janzen, schoonmaakster, wonende te Amsterdam bij de Oude Schans.
Van de vorderingen werden 3-maandelijkse rapporten opgemaakt in de vakken zeevaartkunde, scheepswerk, tekenen en schoolonderwijs (bestaande uit Nederlands, Frans en Engels). Daarbij zijn de volgende vermeldenswaardige opmerkingen gemaakt:
04 augustus 1834 “bekomt den 2e Prijs of der 2e Classe in het Scheeps Onderwijs zijnde Bennet & van Wijk. Nederl. Zeereisen in de 16e, 17e en 18e eeuw”;
13 december 1835 “geplaatst als Ligtmatroos op het schip de Dordtenaar Captn J.van Nassau naar Batavia voor Dordrecht …”;
25 december 1836 “terug van de reis zonder attestatie”; (dit is uitzonderlijk. Practisch altijd komt een leerling terug “met goede attestatie”. Je kunt je afvragen of hier iets is gepasseerd, dat tot deze negatieve beoordeling heeft geleid).
19 mei 1837 “geplaatst als Ligtmatroos op het schip Koning der Nederlanden, Capt. G.W.van Barneveld Kooy naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ƒ 12,-“;
07 juli 1838 “terug van de reis met goed attest”;
07 juli 1838 “eervol ontslagen”004-532/1741.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
.A.P.Sandberg werd per 06 augustus 1850 met vlagnummer 825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein L.Wildschut. Zijn schip was de “Capella”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Sandberg en zijn vrouw beiden 29 jaar. Ingeschreven staan 3 dochters van 10 februari 1843, 02 april 1846 en 27 december 1849002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 30 juli/06 augustus 1850. werd als effectief lid voorgedragen/ingeschreven A.P.Sandberg Jr (alleen initialen), geen leeftijd vermeld, voerend de bark “Capella”, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Oranjestraat, op voordracht van kapitein L.Wildschut.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 september 1851 staat vermeld dat het Bestuur accoord gaat met een verlenging van 12 maanden aan A.P.Sandberg.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 december 1847 staat de mededeling dat een uitkering is toegekend voor 12 maanden aan A.P.Sandberg.023 (in 1847 was deze A.P.Sandberg nog geen effectief lid, maar wellicht was hij lid in een lagere klasse, bv als stuurman, en heeft hij in die klasse een uitkering gehad.
In de notulen van de Algemene Vergadering Zeemanshoop dd 07 november 1848 is sprake van de continuering van een uitkering voor 12 maanden aan A.P.Sandberg. Eveneens in de notulen van 18 december 1849 voor 12 maanden, in de notulen van 01 oktober 1850 voor 12 maanden en in de notulen van 30 september 1851 voor 12 maanden. In die van 09 november 1852 weer continuering voor 12 maanden023. (deze laatste uitkeringen kreeg hij na de toelating als effectief lid en ik denk dus dat het een andere A.P.Sandberg betreft - wellicht de vader, die geen kapitein is geworden.? Hij was bootsman, zie bij de opgaven van de Zeevaartschool bij de inschrijving van Sandberg Jr)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
825 1850-1851 bark Capella J.van Eeghen & Co
1852 bark Alcyone idem
1853 bark Bellatrix idem
1854-1861 bark Bellatrix idem
1862-1867 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093
Naam Kapitein Naam van het Schip Vertrek Aankomst
A.P.Sandberg Bellatrix 21 mei 1860 01 april 1861
Bellatrix 20 juni 1861 21 april 1862
Bouma025 vermeldt A.P.Sandberg Jr als gezagvoerder gedurende:
-
* 1851 t/m 1852 van de bark “Capella”, gebouwd in 1851 te Amsterdam, 377 ton o.m., varend voor J.van Eeghen & Co te Amsterdam.
-
* 1853 van de bark “Alcyone”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam;
-
* 1854 t/m 1862 van de bark “Bellatrix”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 499 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 01 april 1851 werd Pieter Huidekoper vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongen geplaatst op de “Capella” onder kapitein A.P.Sandberg Jr voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op 02 februari 1852004(533/2158).
Op 13 april 1859 vertrok van de rede van Texel de clipperbark “Bellatrix” van van Eeghen & Co onder kapitein A.P.Sandberg Jr en arriveerde op 16 juli te Batavia na een reis van 93 dagen026(38/049).
NRC 18 februari 1851
Amsterdam, 17 februari. Heden middag ten half twee ure is van de werf Het Wapen van Amsterdam van de scheepsbouwmeester F. Haverkamp in de Groote Wittenburgerstraat alhier met goed gevolg te water gelaten het barkschip CAPELLA, groot 190 last, gebouwd voor rekening van de heren Van Eeghen & Co alhier, en gevoerd zullende worden door kapt. A.P. Sandberg Jr.
Familiegegevens en opleiding
Heinrich Carl Haacke was getrouwd met Hendrica Henken, geboren 18 september 1814 en overleden op 06 oktober 1880
H.C.Haacke Sr overleed in 1871. Bij zijn overlijden is Amsterdam als woonplaats vermeld.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.C.Haacke werd met nr.937 effectief lid van Zeemanshoop per 30 augustus 1853 op voorspraak van A.P.Sandberg Jr. Zijn schip was de "Alcyone"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 23/30 augustus 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Heinrich Carl Haacke, oud 45 jaar, voerend de bark “Alcyone”, voor rekening van van Eeghen & Co, op voordracht van kapitein A.P.Sandberg Jr. 023.
H.C.Haacke Sr was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1853 t/m 1871 met vlagnummers 937 (1853-1854) en 543 (1854-1871).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1871 staat een verzoek om de reglementaire uitkering door de wed. kapitein H.C.Haacke, welke haar in de vergadering van 27 juli 1871 wordt toegekend ingaande 01 juni 1871.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 29 augustus 1871 staat vermeld dat per 01 juni 1871 een uitkering in de 1e klasse afd. A is toegekend aan de wed. H.C.Haacke geb. Henken.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
937 1853 bark Alcyone van Eeghen & Co te Amsterdam
543 1854-1862 bark Alcyone idem
1863-1870 bark Bellatrix idem
In de lijst van van den Hoek Ostende staat vermeld ene M.C.Haacke. In de ovezichten van de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart staat bij navolgend vlagnummers echter H.C.Haacke. Gezien de vermelde bark "Bellatrix", dezelfde rederij en de aansluiting in jaren zal het om dezelfde H.C.Haacke handelen.
Voorts zal het handelen om twee verschillende personen
Bouma025 vermeldt H.C.Haacke als gezagvoerder van:
* 1854 t/m 1863 van de bark “Alcyone”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam;
* 1864 t/m 1871 van de bark “Bellatrix”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 499 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Duitsland.
Volgens Verhoeff086 werd het schip in 1873 verkocht naar Duitsland met behoud van de naam.
* 1874 t/m 1882 van het composiet fregat “Amstel”, gebouwd in 1873 te Amsterdam, 1420 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.C.Haacke Alcyone 20 november 1860 13 oktober 1861
Alcyone 01 april 1862 03 januari 1863
Bellatrix 01 juli 1863 20 januari 1865
Bellatrix 05 augustus 1865 12 mei 1866
Bellatrix 25 augustus 1866 09 augustus 1867
Bellatrix 03 september 1867 juni 1868
Bellatrix 16 augustus 1868 geen melding
H.C.Haack (sic) Ondine 09 februari 1861 07 maart 1861
Ondine 14 maart 1861 05 april 1861
Dit schip wordt niet met een kapitein Haack (of Haacke) vermeldt bij Bouma. Er is wel sprake van een ijzeren schroefstoomschip” Ondine”, maar de vaarperiode klopt niet
Overige bijzonderheden
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A..J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 mei 1884 staat: “De Voorzitter … geeft het woord aan den Heer van Hasselt om de bekrooningen aan Scheepsgezagvoerders uittereiken aan kapitein W.P.Harten, H.C.Haacke en R.J.Weber een brief van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, waarbij aan hen namens den Koning, de Zilveren Medaille wegens uitmuntende Scheepsjournalen wordt toegekend en Getuigschriften van het Kon.Ned.Metereol.Instituut te Utrecht aan de gezagvoerders W.P.Hansen, R.J.Weber, H.Hissink, G.R. van der Woude en H. de Jonge … 023.
In het tijdschrift “De Zee, Jg.8, p.348, 1886 staat in “de Kompasjournalen van het Collegie Zeemanshoop” dat goud is toegekend aan W.P.Harten van de ss “Prinses Amalia” en “Prinses Alexandra”.
“Het vergaan van het Nederlandsch Fregatschip AERD VAN NES, benevens de lotgevallen der bemanning, bij haar jammerlijk rondzwerven gedurende bijna zes maanden”
Beschreven door F.M.Carsjens, Gezagvoerder van dien bodem. Met eene voorrede van C.S.Adama van Scheltema, Predikant te Amsterdam.
Amsterdam. Gebroeders Kraay. 1855. 91 pp. (Aanwezig in het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam).
In 6 hoofdstukken wordt zeer gedetailleerd de schipbreuk en de daarop volgende omzwervingen beschreven. De lezer wordt aangeraden het oorspronkelijke manuscript te raadplegen.
De “Aerd van Nes” voer, tezamen met kapitein Haacke van de “Alcyone”, op 01 april 1854 vanuit Port Jackson in Australië om gezamenlijk via de Torresstraat Java te bereiken.Vanwege de gevaarlijke route was afgesproken om gezamenlijk op te varen en in elkaars nabijheid te blijven. “Den 16den April op den middag stonden wij, volgens ons bestek, nog op 30¼ mijl afstands van de Barrier-reven, voor Straat Torres; hier kwam ik overeen met Kapitein Haacke, dat wij het gedurende den nacht onder klein zeil houden en den volgende ochtend alle diensdoende zeilen bijzetten zouden, om zoo spoedig mogelijk de eerste ankerplaats in Straat Torres, bij de Middel-banken, die 15 mijlen binnen den ingang liggen, te bereiken.”. In de loop van de volgende dagen raakte echter de “Aert van Nes” op de Great Detached Reef in moeilijkheden door de hevige stroom en de branding en verging. De “Alcyone” wist aan het gevaar te ontsnappen, maar verloor het contact met de “Aert van Nes”.
H.C.Haacke vertrok per 24 november 1860 vanuit Nieuwediep met de “Alcyone” en 1 officier. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
In het tijdschrift “De Zee, 1894, p. 75 staat vermeld dat H.C.Haacke, oud-gezagvoerder in de groote vaart te Amsterdam is benoemd als lid van de examencommissie voor stuurlieden bij de koopvaardij. Eveneens in 1895, 1896, 1897 (De Zee. 1895, p.77, 1896, p.81, 1897,p.76).
In het tijdschrift De Zee, Jg.1899 staat op p. 514-517 een “Verslag van de Commissie ter beoordeeling van Kompasjournalen uitgegeven door het College “Zeemanshoop” van den wedstrijd 1896/1897”. Een van de commissieleden is H.C.Haacke.
Familiegegevens en opleiding
Pieter Hermanus Landweer werd geboren te Amsterdam op 18 oktober 1824.
Hij huwde voor de eerste maal met Sofia Elisabeth Rossing, geboren te Amsterdam op 01 februari 1830. Na haar overlijden huwde hij voor de tweede maal met Anna Sofia Elisabeth Rossing/Rösling, geboren te Amsterdam op 26 december 1834.003
Pieter overleed in 1898 en bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam opgegeven.118
Pieter Hermannus Landweer werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling "ingenomen" per 02 september 1837004(532/1847). Hij werd geboren te Amsterdam op 28 oktober 1824. Zijn ouders waren Anthonie Fredrik Landweer, tapper te Amsterdam en Sophia Fredrica Amalia Rossing, wonende op de hoek van de Oude Schans en de Boomsloot nr.38 te Amsterdam.
Er werd in de periode 1838-1840 een drie-maandelijkse rapportage over de vorderingen bijgehouden in de 4 vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels, frans), scheepswerk en tekenen. Hierin werden geen spectaculaire opmerkingen gemaakt. Voorts kwamen de volgende opmerkingen voor:
" 3 Augs 1838 bekomt den 3den Prijs in het Schoolonderwijs, zijnde Verhuell, Reizen in Indië 2 deelen
5 Augs 1839 bekomt den 2de Prijs in het schoolonderwijs, zijnde Martin, history of the West-Indies 2 deelen
28 febr 1840 bekomt het Horlogie in de 3de Classe, uit het fonds L.Zegers Veeckens
14 April 1840 aangenomen tot Lidmaat der Herstelde Ev.Luth.Gemeente door Do Nokerman(?)
31 July 1840 bekomt den Prijs der 3de of hoogste Classe Zeevaartkunde zijnde Pilaar Stuurmanskunst 2 deelen
15 Aug 1840 geplaatst als Ligtmatroos op het schip Prins Frederik der Nederlanden Captn P.Huidekoper naar Batavia voor Amst. Gagie ¦8,-
13 Nov.1841 terug van de reis met goed attest
24 Dec geplaatst als ligtmatroos op het schip Claudius Captn Kröger naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦10,-
18 Dec. 1842 terug van de reis met goed attest
21 dito eervol ontslagen".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.H.Landweer werd met vlagnummer 640 effectief lid van "Zeemanshoop" per 03 juli 1855 op voorspraak van J.H.Schippers. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Capella"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 26 juni/03 juli 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Hermanus Landweer, oud 31 jaar, voerend de Bark “Capella”, voor rekening van van Eeghen & Co te Amsterdam, wonend op de Stroomarkt te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Schippers. 023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 16 juni 1857003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1874 staat vermeld dat een diploma plus medaille door Z.M. de Koning is toegekend aan kapitein P.H.Landweer “voor zeer goede door hem gehouden Metereologische Journalen.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 02 maart 1899 gaat het Bestuur acoord met een uitkering per 01 november 1898 aan de wed. O.H.Landweer geb. Rössing ingaande 02 maart 1899.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1874 staat vermeld “dat aan kapt. P.H.Landweer voerende het Schip Electra vanwege Z.M. den Koning de zilveren Medaille is toegekend voor de zeer goede door hem gehouden Metereologische Journalen.”023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 01 juni 1899 staat vermeld dat per o1 november 1898 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. P.H.Landweer geb. Rossing.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
640 1855-1861 bark Capella van Eeghen & Co te Amsterdam
1862 bark Bellatrix idem
1863 bark Alcyone idem
1864-1874 fregat Electra idem
1875-1897 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
P.H.Landweer Capella 05 maart 1861 05 maart 1862
Bellatrix 09 augustus 1862 27 mei 1863
Alcyone 16 juli 1863 16 juni 1864
Electra 17 augustus 1864 09 juni 1865
Electra 07 oktober 1865 09 juli 1866
Electra 14 oktober 1866 07 augustus 1867
Electra 06 november 1867 27 juli 1868
Bouma025 vermeldt P.H.Landweer als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1862 van de bark “Capella”, gebouwd in 1851 te Amsterdam, 377 ton o.m., varend voor J.van Eeghen & Co te Amsterdam;
* 1863 van de bark “Bellatrix”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 499 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam;
* 1864 van de bark “Alcyone”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam;
* 1865 t/m 1875 van het 3/mschip “Electra” ex Witch of the Wave, gebouwd in 1852 te Portsmouth, USA, 1117 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
P.H.Landweer vertrok per 21 augustus 1862 vanuit Nieuwediep met de “Bellatrix” en 2 landmachtofficieren. Zijn aankomstdatum te Batavia is niet vermeld.
Op 17 augustus 1864 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Electra” en een detachement van 2 officieren en 100 manschappen.. Hij arriveerde te Batavia op 21 november 1864 na een reis van 96 dagen.
Op 14 oktober 1866 vervoerde hij vanuit Nieuwediep met de “Electra” 1 landmachtofficier naar Indië en kwam te Batavia aan op 11 januari 1867 na een reis van 89 dagen.
Op 06 november 1867 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Electra” en een detachement van 7 officieren en 150 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 05 februari 1868 na 91 dagen.
Op 15 november 1868 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Electra” en een detachement van 4 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 22 februari 1869 na een reis van 93 dagen. Onderweg was 1 soldaat overleden.
Op 24 november 1869 vervoerde hij vanuit Nieuwediep met de “Electra een transport van 3 officieren en 125 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 23 februari 1870 na 91 dagen.
Op 08 december 1870 vertrok hij vanuit Nieuwediep wederom met de Electra en 2 landmachtofficieren. Zijn aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
Uit: De Clippers door Anno Teenstra, uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp.
p.115: Teenstra brengt onslagen vanwege drankmisbruik ter sprake. “Toen de nieuwe arts voor den clipper Electra zich bij den kapitein kwam melden en liet doorschemeren, dat hij wel van gezelligheid en van een glaasje hield, werd hem door kapitein Landweer even duidelijkl gemaakt daat daar bij hem aan boord geen sprake van zou zijn. Landweer schreef aan de reeders over dezen arts: “De man zal zich de reis naar gewoonte dienen te schikken. Ik ben gepasseerde jaar in een goede oefenschool geweest en als ik in zee kom, weet ik voor die kwaal raad.” Teenstra vraagt zich af wat die oefenschool wel geweest moge zijn.
p.119-120: Teenstra beschrijft de moeilijkheden met bemanningsleden:
“Hoe de matrozen waren, vernemen we uit een brief van kapitein Landweer van de Electra, die vanuit Batavia aan zijn reeders schreef:
“… Tot mijn groot leedwezen moet ik zeggen, dat ik 4 man van de Electra ontslagen heb, menschen zijn het niet langer, het zijn zwijnen, gingen aan den wal, bleven aan den wal, ze kwamen aan boord, maar onbekwaam. Op alle schepen is het een warboel, overal volk weg, 2 man ontsloeg ik, zijnde niets met hen te beginnen. Onmiddellijk kwamen twee anderen en vroegen hun ontslag. Men zou op de Electra, evenals op de andere schepen eens goed den boel in de war schoppen, dat is de leus van den tegenwoordigen matroos der koopvaardijvloot. Onmiddelleijk begreep ik, dat ik doortastende maatregelen moest nemen en antwoordde aan die twee gasten, die vrijwillig om hun ontslag vroegen , dat ik daar genoegen mee nam, dat zij onmiddellijk van het schip af moesten, den volgenden dag moesten zij voor den havenmeester verschijnen. En wat was er nu?. Zij moesten tot hun schande bekennen, dat de Electra een best schip was, dat ze een goeden kapitein hadden en goed werden behandeld. Maar het hoorde in den tegenwoordigen tij er zoo bij en de kapitein had zulke straffe maatregelen genomen. Sedert dien tijd is het rustig op de Electra.”
“Toch was kapitein Landweer allesbehalve een bullebak, die zijn mannen maar afsnauwde en hun niets gunde. Toen zijn schip in 1857 in Indië was en op vele schepen een groot deel van de bemanningen met cholera te kooi lag, gelastte hij, dat zijn mannen bij het werk in de ruimen alleen slappe, koude thee en geen water mochten drinken. En met zijn gezond-humoristische kijk op de dingen schreef hij: “Ik zorg voor hen of ik met een jongefuffrouwenschool uit ben.”
Idem p. 210:
“Toen de Electra in 1874 op de Atlantic werd overvallen door een orkaan, kwam er op een gegeven oogenblik zoo’n zee over, dat de mannen die aan het roer stonden werden weggeslagen. Wonder boven wonder konden ze echter nog houvast te pakken krijgen voor ze over boord werden gespoeld en ongedeerd kwamen ze uit de strijd. Minder gelukkig echter waren de timmerman, de tweede stuur en de kapitein. De eerste sloeg overboord (de kapitein meldde dit later zeer laconiek in een P.S. in een brief aan de reeders) en werd niet weer teruggezien. De stuurman werd ergens tegen gekwakt, zoodat zijn hoofdhuid heelemaal was opengescheurd, terwijl de kapitein tegen het roer werd gesmeten en daar bewusteloos bleef liggen. Ongetwijfeld zou de man overboord zijn gespoeld, als de zee hem niet muurvast onder de pen van het roer had gegooid, zoodat men hem niet eerder kon bevrijden voor het roer weer vrijsloeg. Ruim een maand lag de ouwe in zijn kooi te krimpen van de pijn, maar zijn sterk gestel en de natuur haalden hem er door.”
In “De Clippers”, Anno Teernstra, Uitg. Holdert & Co, N.V. Amsterdam, 1945, p. 210
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.Kruisinga Capella 14 juni 1862 12 oktober 1862
Capella geen melding 14 juni 1864
Alcyone 06 augustus 1864 27 september 1865
Bouma025 vermeldt J.Kruizinga/Kruisinga als gezagvoerder gedurende:
* 1863 t/m 1864 van de bark “Capella”, van stapel op 17 februari 1851 op de werf : Het Wapen van Amsterdam” van F.Haverkamp te Amsterdam, 377 ton o.m., varend voor J.van Eeghen & Co te Amsterdam.
* 1865 t/m 1871 van de bark “Alcyone”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam;
* 1873 t/m 1880 van het composite fregat “Amsterdam”, gebouwd in 1873 te Amsterdam, 1420 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam;
* 1882 t/m 1885 van de brik “Nimrod”, gebouwd in 1863, bouwplaats niet vermeld, 267 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Loppersum.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.G.Woelders als gezagvoerder gedurende:
* 1872 van de bark “Alcyone”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 472 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1872 vermist.
Overige bijzonderheden
Geen
|