Datum vanaf: |
1848 |
Kapitein: |
Volkom, A. van |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Gerrit Gerardus Geerling werd geboren te Leerdam op 29 juni 1814 als zoon van Otto Geerrling en Jantje van den Berg.
Hij huwde op 11 mei 1842 te Woerden met Anna Hendriena van Wijk, geboren te Woerden op 26 mei 1823 als dochter van Baltus van Wijk en Hendriena van der Kas. Anna overleed op 07 november 1891 te Rotterdam., 68 jaar., weduwe.
Gerrit overleed op 25 april 1880 te Rotterdam, 65 jaar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.G.Geerling (te Dordrecht) werd met nr.664 lid van Zeemanshoop per 14 november 1843 op voorspraak van G.Mulder. Zijn schip was de "Ida Willemina"002. Ten tijde van de inschrijving waren Geerling en zijn vrouw 29 resp. 21 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 november 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Gerrit Gerardus Geerling, oud 29 jaar, voerend het fregat “Ida Willemina”, wonende te Dordrecht, op voordracht van kapitein G.Mulder.023.
G.G.Geerling trad per 12 december 1843 als deelnemer toe tot het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
G.G.Geerling werd op 13 oktober 1843 met vlagnummer 24 en voerende het schip “Ida Willemina”ingeschreven als lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. In de ledenlijsten van Sweys staat hij vanaf 1843 als lid met vlagnummer 15 in de periode 13 oktober 1843 t/m 1853 en met nummer 51 van 1854 t/m 1860.
In de ledenlijsten staat vóór en nà 1843 kapitein P.M.Vogelzang met vlagnummer 24 en ik beschouw derhalve de toekenning van dit nummer aan Geerling als een fout van de notulist.064a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
"Ingevolge Art.35 van het reglement moet de kapitein als varende voor eenen anderen haven dan Amsterdam drie nieuwe honoraire leden/donateurs aanbrengen waaraan door hem is voldaan. Deze zijn de Heeren M.J.van Erp Taalman Kip, O.Geerling, R.van Wijk Bz allen te Woerden ieder à ¦10,- 's Jaars. Met 1 mei 1852 van beroep veranderd"003.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 oktober 1851 en die van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 november 1851 staan de mededelingen van kapitein G.G.Geerling dat hij van beroep is veranderd.042 en 023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd november 1843 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein G.G.Geerling.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat G.G.Geerling als gezagvoerder064:
* 1844 t/m 1846 fregat “Ida Willemina” boekhouder Klerk en Voogd te Dordrecht
* 1850; 1852 t/m 1853 geen vermelding van een schip
* 1854 geen vermelding van G.G.Geerling bij de vlagnummers 15 en 51
* 1855 stoomboot “West Friesland”
* 1856 t/m 1859; geen vermelding van een schip
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
664 1843-1848 fregat Ida Willemina Klerk & Voogd te Dordrecht
1849-1850 stoomsch. Admiraal Verheul geen opgave
1851-1853 geen opgave van schip en boekhouder
304 1854-1872 geen opgave van schip en boekhouder
In een monsterrol dd. 26 juni 1844 op het Gemeentearchief van Dordrecht staat kapitein G.G.Geerling als gezagvoerder van het fregat “Ida Willemina” voor een reis naar Batavia vanuit Rotterdam064.
Bouma025 vermeldt G.(G.)Geerling als gezagvoerder gedurende:
* 1844 t/m 1850 van de bark “Ida Willemina”, gebouwd in 1839 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 778 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1854 t/m 1855 van de stoomboot “West-Friesland”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 270 ton o.m., varend voor de Gebr. van Hasselt te Kampen;
Overige bijzonderheden
Op 07 juli 1844 werd Andries Pietersen vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de "Ida Willemina" voor een reis van Dordrecht naar Batavia. Hij meldde zich weer op school per 25 juli 1845004(533/1938).
Op 18 juni 1846 werd Abraham van Eyk vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongen geplaatst op het schip de "Ida Wilhelmina" onder kapitein Geerling voor een reis naar Batavia vanuit Rotterdam004(533/2010)
Ontleend aan. van Blokland-Visser064 :
MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
Op 04 oktober 1836 (MRD 789) was G.G.Geerling lichtmatroos op het fregat “Oud Alblas” die onder kapitein J.E.Strumphler met 38 man naar Batavia vertrok.
Op 23 juli 1844 (MRD 1211) is hij gezagvoerder op de “Ida Willemina”. Hij maakte 3 reizen op dit schip tot 30 april 1849.
Datum vanaf: |
1850 |
Kapitein: |
Mouthaan, J. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Johannes Jacobus Day werd geboren op 19 mei 1812 (of 1813?) te Arnhem als zoon van de Rooms-Katholieke James Day en Joanna Cors.
Hij trouwde te Rotterdam op 25 augustus 1841 met Anna Margaretha Luskens, geboren 18 februari 1817 te Rotterdam als dochter van Johannes Adolphus Luskens en Johanna Molemans. Hij trouwde voor de 2e maal op 08 januari 1845 te Rotterdam met Maria Elisabeth Theresia Sengers, geboren op 06 februari 1819 te Rotterdam als dochter van Petrus Sengers, koopman, en Maria van Winkel. Johannes Day woonde te Rotterdam o.a. aan de Westewagenstraat Wijk 5 nr. 712 en aan de Schiekade Wijk 14 nr.468. Hij vertrok op 01 mei 1865 naar Delft.
Hij overleed te Rotterdam op 27 september 1884005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Day werd met vlagnummer 606 effectief lid van Zeemanshoop per 19 oktober 1841 en op voorspraak van S.van Delden Az. Zijn schip was de Antoinette Maria002. Ten tijde van de inschrijving waren Day en zijn vrouw 29 resp. 25 jaar. Toegevoegd is “bedankt” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van 12/19 oktober 1841 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Jacobus Day, oud 29 jaar, voerend de bark “Antoinette Maria”, wonend te Rotterdam en met als adres P.de Voys op de Bloemgracht te Amsterdam, op voordracht van kapitein S.van Delden Az 023.
J.J.Day was met vlagnummer R4 in de periode 1840 t/m 1871 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
606 1841-1853 bark Antoinette Maria L.F.de Bruijn te Rotterdam
262 1854 geen opgave van schip en boekhouder
De ledenlijsten van de Maatschappij in de Jaarverslagen vermelden kapitein J.J.Day met vlagnummer R4 in058:
* 1849, 1851 op de bark “Antoinetta Maria” 271 last varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam
* 1855 op de ss “Levant” ? varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam
* 1858, 1859 en op de ss “Ary Scheffer” 215 last varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam
1862 t/m 1867
J.J.Day was in 1853-1854 secretaris van de Maatschappij058.
Bouma025 vermeldt J.J.Day als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1853 van de bark “Antoinette Maria”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam;
* 1854 op het ijzeren schroefstoomschip “Admiraal Verhuell”, 50 pk, gebouwd in 1848 te Kinderdijk, 274 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1855 t/m 1857 van het ijzeren schroefstoomschip “Levant”, 70 pk, gebouwd in 1848 te Londen, 308 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1858 t/m 1868 van het 3/m ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857 te Glasgow, 408 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Uit een briefvan Martin Lindenboom uit Arnhem aan G.N.Bouma te Haren dd 02 september 2001 ontleen ik het volgende:
Uit de Rotterdamsche Courant (datum?) het volgende bericht: “Hellevoetsluis, 26 maart 1854. Gister namiddag is uit zee van Glasgow aangekomen de stoomboot LEVANT, kaptein J.J.Day”. Zij vertrok op 24 mei 1854 voor de eerste keer van Hellevoetsluis in de lijndienst naar Havre, met als kapitein J.J.Day. Op 22 february 1854 vertrok de ADMIRAAL VERHUELL van Hellevoetsluis naar Havre, kapitein J.J.Day, en op 2 maart 1854 kwam dit schip van Havre weer in Hellevoetsluis, maar nu met gezagvoerder J.Hus.
“Speculatie mijnerzijds (aldus Lindenboom): J.J.Day is na aankomst te Havre van de ADMIRAAL VERHUELL afgestapt. In zijn plaats werd J.Hus gezagvoerder en J.J.Day reisde van Havre voor zijn reder Balguerie naar Glasgow om daar het aangekochte stoomschip LEVANT over te nemen en naar Rotterdam te brengen.”
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.60-61 De eerste reizen met guano 1850-1855. Jan de Witt, Willem Barents.
De bark “Antoinette Maria” onder kapitein J.J.Day vertrok uit Helvoet op 17 juni 1850 en bereikte, via Kaap Hoorn”, op 05 oktober Valparaiso. Ging daarna naar de Chincha-eilanden om Guano te laden. Kwam aan in Callao op 08 februari 1851 en arriveerde, wederom via Kaap Hoorn, Engeland op 08 mei 1851.
Rotterdams Nieuwsblad van 15 januari 1855:
“ Een rapport van de heeren B.J.Martens, A. van Wijk Jurriaanse, J.J.Day, P.J. van Emmerik en D.Keus, benoemd tot deskundigen, ingediend bij de Kamer van Koophandel alhier, over het plaatsen van een vuurschip op de Banjaard.”
Familiegegevens en opleiding
Jacob Hus werd geboren op 13 augustus 1824 te Katwijk aan Zee als zoon van de Nederlands Hervormde Leendert Hus en Jacoba Spaanderman. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Leuvehaven Wijk 3 nr. 314 (nieuw nr. 185) en aan de van Brakelstraat nr. 39.
Hij trouwde te Katwijk in 1847 met Trijntje Maartensdochter Schaap, geboren 23 april 1823 te Katwijk aan Zee. Hij werd na zijn loopbaan op zee expert005 en 054-070
Hij overleed in 1901
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jacob Hus was met vlagnummer R354 in de periode 1853 t/m 1873 en met vlagnummer R27 in de periode 1873 t/m 1901 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1901 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat de “hooggeachte President, den Heer Jb.Hus, die met nauwe plichtsbetrachting en onvermoeide ijver de belangen van het Fonds behartigde vanaf het jaar 1887” in 1901 is overleden058.
De schepen van de kapitein
Jacob was van 1851-1854 gezagvoerder op de bark “Woltenmaden”, in 1854 van de stoomboot “Admiraal Verhuell” (beide schepen van de Rotterdamse rede Plate), in 1859 op de schroefstoomboot “Levant”. “In 1877 staat hij ook vermeld als gezagvoerder. Is ook kapitein van de “W.A.Scholten” geweest, ook maakte hij de eerste reis van de H.A.L. naar New York met de “Rotterdam” (die door zijn dochter Jacoba te Glasgow was gedoopt054-070.).
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein Jb.Hus met vlagnummer R354 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 ss. “Admiraal Verhuell” ? last voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
* 1858, 1859,
1862, 1863 ss “Levant” 163 last voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
* 1864 t/m 1867 ss “Gothenburg” 330 last voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam
en in de Jaarverslagen van de Maatschappij met vlagnummer R27 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 “W.H.Scholten” 1623 last voor de Ned.Amerik.Stoomv. Mij te Rotterdam
* 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890 t/m 1901 geen vermelding van schip en boekhouder
Jb.Hus was van 1876-1885 secretaris en van 1886-1900 president van de Maatschappij058.
Bouma025 vermeldt J.Hus als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1857 op de bark “Woltemade” (zonder -n), gebouwd in 1826 te Amsterdam, 270 ton o.m., varend voor C.Balguérie & Zn te Rotterdam;
* 1855 t/m 1857 op het ijzeren schroefstoomschip “Admiraal Verhuell”, gebouwd in 1848, 274 ton o.m. 50 pk, varend voor C.Balguérie & Zn te Rotterdam;
(overlap met vorige periode!)
* 1858 t/m 1864 op het ijzeren schroefstoomschip “Levant”, gebouwd in 1848 te Londen, 308 ton o.m., 70 pk, varend voor C.Balguérie & Zn te Rotterdam;
* 1865 t/m 1872 van het ijzeren schroefstoomschip “Gothenburg” ex Celt, gebouwd in 1855 te Deptford, 626 ton o.m., varend voor C.Balguérie & Zn te Rotterdam;
* 1872 van het schroefstoomschip “Maas”, gebouwd in 1872 bij Henderson, Coulbroun & Co te Renfrew, 2037 ton o.m., varend voor Plate, Reuchlin & Co te Rotterdam;
* 1873 t/m 1874 op het schroefstoomschip “Rotterdam”, gebouwd in 1872 bij Henderson, Coulbroun & Co te Renfrew, 1735 ton o.m., in 1873 varend voor Plate, Reuchlin & Co en in 1874 voor de Nederlandsch-Amerikaasche Stoomvaart Maatschappij, beiden te Rotterdam;
* 1875 t/m 1876 op het ijzeren schroefstoomschip “W.A.Scholten”, gebouwd in 1874 te Glasgow, 3070 ton o.m., 500 pk, varend voor de Nederlandsch-Amerikaanse Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Uit de Rotterdamsche Courant een bericht (datum?) waarin staat dat op 22 februari 1854 de “Admiraal Verhuell van Hellevoetsluis naar Havre vertrok met gezagvoerder J.J.Day. Op 02 maart 1854 kwam het schip kwam het schip terug van Havre te Hellevoetsluis, maar nu met gezagvoerder J.Hus.(informatie uit een brief van Marin Lindeboom te Arnhem aan G.N.Bouma te Haren, dd. 02 september 2001 - zie ook bij J.J.Day).
De Harlinger Courant dd 22 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Uitgegaan.
“Plymouth 15 Dec. W.A.Scholten (s) Rott. n. Newyork.”
p.31. In november 1872, toen het zusterschip “Rotterdam” onder kapitein E.J.Deddes te New York arriveerder , kwam de “Maas”, later “Maassdam”in de vaasrt . Een maandelijkse dienst van Rotterdam naar New York kon toen worden gerealiseerd.
p.36. In 1874-1875 leed de NASM belangrijke finantiële verliezen. “Niet alleen bleven de inkomsten laag, de jonge rederij kreeg ook te kampen met het zeemansongeluk waartegen het moeilijk vechten is. Door storm en ijsgang liepen de schepen ernstige schade op. Zo verloor de W.A.SCHOLTEN bij het zwaaien op de rivier, door zware ijsgang, schroefraam en roer.”
Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage
Familiegegevens en opleiding
Overleden in 1859.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
-
de Boer was met vlagnummer R292 in de periode 1850 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1859 is overleden058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein L. de Boer met vlagnummer R292 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
-
1851, 1855 van de sch. “Edouard” 68 last varend voor Kuiper, van Dam & Smeer te Rotterdam
-
1858 van de ss. “Admiraal Verhuell”145 last varend voor C. Balguerie & Zoon te Rotterdam
Bouma025 vermeldt L. de Boer als gezagvoerder gedurende:
-
1850 t/m 1857 van de 2/msch “Eduard”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 127 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1858 |
Kapitein: |
Boer, L. de |
Overige informatie: |
0 |
Datum vanaf: |
1860 |
Kapitein: |
Timmermans, J. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Lambach was met vlagnummer R49 in de periode 1879 t/m 1881 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij staat kapitein F.Lambach met vlagnummer R49 in de ledenlijst als gezagvoerder van het ss. “Othello”, 478 ton n.m., varend voor C.Balguerie & Zoon te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt F.Lambach als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1871 van het ijzeren schroefstoomschip “Admiraal Verhuell”, gebouwd in 1848 te Kinderdijk, 274 ton o.m., 50 Pk, varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1872 t/m 1875 van het ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1857, 408 ton o.m., en varende voor Balguérie & Zn te Rotterdam.
* 1876 t/m 1884 van het schroefstoomschip “Othello”, ex Count d’Aspremont, gebouwd in 1874 te Newcastle, 518 ton o.m., varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam;
* 1884 t/m 1891 van het ijzeren schroefstoomschip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1883 bij Rijkee & Co te Katendrecht, 528 ton n.m., varend voor Balguérie & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1865 |
Kapitein: |
Lambach, F. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Dirk Willemsz Ouwehand werd geboren te Katwijk op 22 februari 1845 als zoon van Willem Dirksz Ouwehand en Cornelia Jansd Kruyt.
Hij trouwde te Rotterdam in 1872 met Anna Geertruida Albertsd. Pronk
Hij overleed op 01 juni 1892, kort voor de aankomst in Falmouth. Hij werd te Falmouth begraven. 054-102.
Er is een overlijdensadvertentie, ondertekend door de Wed. A.Pronk, W.A.Pronk, J.P.Pronk-Geerlofs en C.A.Pronk, die spreekt van het overlijden van schoonzoon resp behuwdbroeder.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.Ouwehand was met vlagnummer R271 in de periode 1880 t/m 1886 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkoningen058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1886 als lid voor de vlag heeft bedankt. Hij bleef wèl honorair lid058.
De schepen van de kapitein
Hij staat van 1873-1875 ingeschreven als gezagvoerder op de Admiraal Verhuël, van 1876-1878 op de bark Cornelis Smit, van 1879-1888 op de Ottolina en van 1889-1892 op de ijzeren bark Kinderdijk054-102.
In de Jaarverslagen van de maatschappij staan kapitein D.Ouwehand met vlagnummer D271 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1880 t/m 1883, 1885 van het fregat “Ottolina” 1250 ton n.m. varend voor M.Lels te Alblasserdam
Bouma025 vermeldt D.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:
* 1873-1877 op het ijzeren schroefstoomschip “Admiraal Verhuell”, gebouwd in 1848, 274 ton o.m., 50 pk, varend voor C.Balguerie & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1877 verkocht en gesloopt;
* 18..(jaar niet ingevuld)-1880 op de bark “Cornelis Smit”, gebouwd in 1864 te Kinderdijk, 756 ton o.m., varend voor Murk Lelsz te Alblasserdam;
* 1880 t/m 1886 op het fregat “Ottolina”, gebouwd in 1870 te Krimpen aan de Lek, 1456 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Het schip werd in 1886 “te Port Elisabeth geabandonneerd en (kwam) onder Zweedse vlag”.
Hij was de opvolger van Willem Dirksz Ouwehand, die in 1879 in de Indische Oceaan overboord sloeg en verdronk (zie aldaar). Was Dirk Willemsz al stuurman op dit schip en heeft hij vanaf de Indische Oceaan het gezag overgenomen?
Bouma025 vermeldt D Ouwehand Dz als gezagvoerder van 1889-1893 op het fregat “Kinderdijk”, gebouwd in 1876, 1040 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Dat klopt dus niet met de opgave voor Dirk Willemsz Ouwehand door van der Plas c.s.54 - zie hiervoor).
D.W.Oudehand was van 1888-1891 gezagvoerder op het ijzeren fregat “Kinderdijk”, gebouwd in 1876 aan de Kinderdijk door J.& K.Smit, 948 ton, varend voor Murk Lels te Kinderdijk052.
Bouma025 vermeldt een D.Ouwehand Dz van 1889 t/m 1893 gezagvoerder van het 3-mast schip “Kinderdijk”, gebouwd in 1876 op de werf van J.& K.Smit in Kinderdijk en varend voor Murk Lels te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
“Mijn huis heeft het eerst eene schroefstoomboot in Holland laten bouwen. Het is de Admiraal Verhuell, die nu nog op Hâvre vaart.”
“Maar in het algemeen kan men zeggen, dat ijzeren schepen veel minder aan onderhoud kosten dan houten, en dat de eerste ook langer duren dan de laatste. Als voorbeel vermeld ik, dat Admiraal Verhuell, een schip in 1848 gebouwd, thans nog in de vaart is niettegenstaande het twee maal gestrand is.”
Uit het het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” en wel in een interview dd 17 augustus 1874 met de heer F.J.Plate, vragen 2913 en 2924
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
In de collectie van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn bevinden zich een fotoreproductie van de bark “Ottolina”. Bruikleen van A.Lels. Onderschrift is “Ottolina van Alblasserdam, reeder Murk Lels, kapitein W.Ouwehand.”
In het tijdschrift “De Zee”, jg 15,1893, p.25 staat vermeld dat de Commissie ter beoordeeling van kompasjournalen voor de wedstrijd 1890/1891 het verslag van D.Ouwehand van het zeilschip “Kinderdijk” als zeer goed beoordeelt. Deze kapitein is inmiddels overleden.
Provinciale Groninger Courant 06 juni 1892
Alblasserdam, 3 juni. Volgens door de rederij ontvangen bericht is het barkschip KINDERDIJK op 2 juni na een reis van 150 dagen van Banjoewangie te Falmouth voor orders gearriveerd. De gezagvoerder D. Ouwehand Wzn was daags tevoren overleden. Onder bevel van de eerste stuurman J. Zeilinga zal het de reis naar Helsingfors, waarheen het order bekomen heeft, vervolgen.
Provinciale Groninger Courant, 06 juni 1892
Alblasserdam, 3 juni. Volgens door de rederij ontvangen bericht is het barkschip KINDERDIJK op 2 juni na een reis van 150 dagen van Banjoewangie te Falmouth voor orders gearriveerd. De gezagvoerder D.Ouwehand Wzn was daags tevoren overleden. Onder bevel van de eerste stuurman J.Zeilinga zal het de reis naar Helsingfors, waarheen het order bekomen heeft, vervolgen.
|