Inloggen
CERES - ID 7704


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1851-03-10 / 1869-11-29 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1851
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoenerkof
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Geboren te Muntendam op 30 maart 1794.
Overleden te Veendam op 18 juni 1851.
(1) Gehuwd 31-08-1818 met Helena Jans Ewijk (1794 - 1820)
(2) Gehuwd 17-01-1824 met Joanna Harms Nagel (1800 - 1831)

 

Scheepsbouwer: Otto Harms Holthuis, Veendam, Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1851-01-25
Technical Data

Net Tonnage: 59.00 lasts
Net Tonnage 2: 112.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 23.68 Meters Registered
Beam: 4.34 Meters Registered
Depth: 2.46 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1851
Datum agenda: 1851-03-10
Register nr: 18510153
Scheepsnaam: CERES
Type: Schooner Kof
Lasten: 59
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Dojes, P.R.
Plaats: Groningen
Kapitein op moment van verzoek: Dojes, P.R.
Opmerkingen: eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1851-01-25 CERES
Manager: Dojes, Pieter Roelfs, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Dojes, Pieter Roelfs, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands

Date/Name Ship 1858-03-24 CERES
Manager: J. B. Hesselink, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: J. B. Hesselink, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands

Date/Name Ship 1863-02-03 ALBERDINA
Manager: Augustinus Alberts Wolkammer, Farmsum, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Augustinus Alberts Wolkammer, Farmsum, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Farmsum / Netherlands
Callsign: NCBT

Ship Events Data

1869-11-29: Final Fate: Stranded

NRC 011269
Amsterdam, 30 november. Het Nederlandse schip (opm: kof) ALBERDINA, kapt. A.A. Wolkammer, van Drammen met hout naar Emden, is, volgens telegram uit Norden, d.d. gisteren op Norderney gestrand, doch het volk is gered.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen gegevens gevonden. Ook gezocht op diverse varianten van de familienaam b.v. Dojes

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.R.Dooyes als gezagvoerder gedurende:

*    1852 t/m 1855 van de kof “Ceres”, gebouwd in 1851 te Veendam, 112 ton o.m., varend vermoedelijke als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.R.Dooijes was vlaggelid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 6 in de periode 1852 t/m 1855.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

Overige bijzonderheden

NRC 10 februari 1853

Carthagena, 29 januari. Het Nederlandse schip CERES, kapt. Dojes, van Amsterdam naar Napels bestemd, is door een bark aangezeild en hier binnengelopen om de schade te herstellen.

 

NRC 22 mei 1854

Amsterdam, 21 mei. Volgens brief van Galatz van de 1e mei, hadden de aldaar liggende Nederlandse schepen zijnde ANTJE SLEESWIJK, kapt. De Jong; GEZINA JANTINA, kapt. Pronk; CERES, kapt. Dojes; MEVROUW WINKEL, kapt. Van der Veen; HILLECHINA, kapt. Hooghoudt en EELTJE BERG, kapt. Post, alle hun lading ingenomen, volgens een de 27e april gegeven verlof, waarbij een week tot laden was toegestaan – zie ons vorig nommer……

 

 

Datum vanaf: 1851
Kapitein: Dojes, Pieter Roelfs

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D.G.Huizinga als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1863 van de kof “Ceres”, gebouwd in 1851 te Veendam, 112 ton o.m., varend voor J.B.Hesselink te Groningen. Het schip voer in 1864 voor kapitein/eigenaar A.A.Wolkammer te Farmsum en was herdoopt in “Alberdina”.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1858
Kapitein: Huizinga, D.G.

Familiegegevens en opleiding

Albert Augustinus Wolkammer werd geboren te Farmsum/Delfzijl op 03 november 1817 als zoon van de schipper Augustinus Alberts Wolkammer en Hillegien Meinderts de Jonge. Albert was de broer van kapitein Augustinus Alberts (ca. 1793-1861)

Hij trouwde te Delfzijl op 26 januari 1839 als buitenvaarder met Alberdina Hendriks Wolkammer, geboren te Farmsum/Delfzijl op 01 november 1816 als dochter van de scheepskapitein Hindrik Alberts Wolkammer en Auke Kornelis Banninga. Zij overleed op 03 december 1895 te Farmsum, 79 jaar.

Albert overleed te Farmsum op 30 december 1895, 79 jaar.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Albert Augustinus Wolkammer was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” in Delfzijl met vlagnummer 95 in de periode 1877-1895.

Toelichting

Er staat in de ledenlijsten A.A.Wolkammer met vlagnummer 94 als effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl in de periode 1855 t/m 1881. De toekenning levert een puzzel op, want wat betreft de initialen komen in aanmerking Augustinus Alberts (1793-1861) ;Albert Augustinus (1817-1895) en de Augustinus Alberts (1850-1881), een reeks van grootvader, zoon en kleinzoon. Nu wordt tevens met vlagnummer 95 genoemd Albert A. Wolkammer in de periode 1877-1895. Ik neem aan dat deze vermelding slaat op de zoon die in 1895 overleed.

Vlagnummer 94 (periode 1855-1881) kan vanwege de leeftijden niet door grootvader (overleden in 1861) , noch door kleinzoon (geboren in 1850) zijn gedragen. De einddatum 1881 stemt wèl overeen met de sterfdatum van de kleinzoon.

Mijn voorlopige conclusie is dat nummer 94 is gedragen door grootvader (1855-1861) en is overgenomen door de kleinzoon. Wanneer de kleinzoon dat nummer is gaan dragen is onbekend, maar daar hij in 1871 gezagvoerder werd, zou het dat jaar kunnen zijn geweest. Onverklaarbaar blijft dan de vermelding in de Almanakken van dit nummer in de periode 1861-1871.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.A.Wolkammer Jr als gezagvoerder gedurende:

*   1860 t/m 1869 van de kof “Alberdina” ex Ceres, gebouwd in 1851 te Veendam, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum. Het schip is in 1869 gestrand en wrak geraakt;

*   1870 t/m 1872 van de brik “Alberdina”, ex Erbprinz Frieddrich August, gebouwd in 1853, bouwlocatie niet vermeld, 187 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum.

 

Monsterrol uit het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1838-2, 10 maart 1838, tjalk “Vrouw Hillechiena”, kapitein Augustinus Alberts Wolkammer, 44 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Albert Augustinus Wolkammer, 22 jaar uit Farmsum, kok en een matroos;

Monsterrol 1848-47, 05 juni 1848, kof “Alberdina”, schipper Albert Augustinus Wolkammer, 32 jaar geen woonplaats vermeld. Voorts 2 koks en 2 matrozen;

Monsterrol 1849-7, 14 februari 1849, kof “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, 33 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Jouke Mandema, 42 jaar uit Farmsum, kok en een matroos;

Monsterrol 1852-3, 27 februari 1852, kof “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, 36 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Jouke Klaassens Mandema, 44 jaar uit Farmsum, kok en een matroos;

Monsterrol 1852-41, 31 juli 1852, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman J.K.Mandema, geen leeftijd en woonplaats vermeld, stuurman Jan Hindriks Pott, 35 jaar uit Delfzijl, kok en 2 matrozen;

Monsterrol 1852-43, 01 september 1852, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts een kok;

Monsterrol 1854-25, 19 april 1854, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer, leeftijd niet vermeld, uit Farmsum. Voorts stuurman Albert E. de Jonge, 30 jaar uit Farmsum, kok en een matroos;

Monsterrol 1855-16, 22 maart 1855, kof “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, geen leeftijd vermeld uit Farmsum. Voorts stuurman W. van Wattum, 23 jaar uit Appingedam, kok en een matroos;

Monsterrol 1856-A9, 25 februari 1856, kof “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, geen leeftijd vermeld uit Farmsum. Voorts stuurman Albert Eltjes de Jonge, 32 jaar uit Farsum, kok, matroos en een lichtmatroos;

Monsterrol 1858-12, 19 maart 1858, kof “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, 42 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Jurjen Duintjer, 28 jaar uit Appingedam, kok en een matroos;

Monsterrol 1859-10, 23 februari 1859, kof “Alberdina”, kapitein Albert Aug. Wolkammer, 43 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman R.R.Ploeger, 24 jaar uit Anloo, kok en een matroos;

Monsterrol 1860-13, 02 maart 1860, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer. Voorts stuurman Johannes Kremer, 20 jaar uit Appingedam, kok, matroos en een lichtmatroos;

Monsterrol 1861-105, 30 september 1861, kof “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, 45 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Klaas de Boer, 25 jaar uit Delfzijl, kok en 2 matrozen;

Monsterrol 1863-1, 06 februari 1863, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer, 47 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Johannes Kremer, 23 jaar uit Appingedam, kok, matroos en een lichtmatroos;

Monsterrol 1864-12, 01 maart 1864, kof “Alberdina”, kapitein Albert Aug. Wolkammer, 48 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Berend de Jonge, 26 jaar uit Farmsum, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter;

Monsterrol 1865-9, 06 maart 1865, kof “Alberdina”, kapitein Albert Aug.Wolkammer, 49 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Johannes Kremer, 25 jaar uit Appingedam, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1866-20, 01 maart 1866, kof “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, 50 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Johannes Kremer, 26 jaar uit Appingedam, kok, matroos en een lichtmatroos;

Monsterrol 1867-11, 22 februari 1867, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer, 51 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Arend Jans Jager, 28 jaar uit Farmsum, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1868-9, 03 maart 1868, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer, 52 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Berend de Jonge, 30 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1869-2, 20 februari 1869, kof “Alberdina”, kapitein Albert A.Wolkammer, 53 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Arend Jacob Jager, 30 jaar uit Farmsum, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1870-7, 08 maart 1870, brik “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, 54 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Augustinus Wolkammer, 19 jaar uit Farmsum, kok, bootsman, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1872-2, 22 februari 1872, brik “Alberdina”, kapitein Albert Augustinus Wolkammer, 56 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Augustinus Alberts Wolkammer, 21 jaar uit Farmsum, kok, bootsman, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen.

Samenvatting van de monsterrollen

  1. Albert Augustinus wordt in de monsterrollen ook vermeld als Albert Aug. en Albert A.
  2. Er zijn in totaal 22 monsterrollen op de naam van Albert Augustinus uit 1817 op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen zijn afkomstig uit het Gemeentearchief van Delfzijl.
  3. De monsterrollen zijn gedateerd van 1838 t/m 1872 met als leeftijden 22 t/m 56 jaar. Zijn zeemanscarriére heeft dus minstens 34 jaar geduurd.
  4. Als woonplaats is in alle gevallen Farmsum vermeld.
  5. Het overzicht van de monsterrolle luidt:

     *      1838              stuurman op de tjalk “Vrouw Hillechiena”, kapt.Augustinus A.Wolkammer       22 jaar

     *      1848-1869   kapitein op de kof “Alberdina”                                                                                     32-53 jaar

     *      1870-1872   kapitein op de brik “Alberdina”                                                                                    54-56 jaar

 

Overige bijzonderheden

NRC 15 oktober 1849114

Ameland, 9 oktober. De schepen MARIA GEERTRUIDA, kapt. Dokter, van Koningsbergen naar Amsterdam, ALBERDINA, kapt. Wolkammer, van Wolgast naar Rotterdam, PERLE, kapt. Lindeman, van Aberdeen, en JOHN AND MARY, kapt. Collidge, van Hartlepool, beide naar Hamburg, zijn gisteren op het Oosteinde van dit eiland verongelukt. Van de beide eersten is het volk gered, doch van het derde de kapitein en van het laatste een matroos en een jongen daarbij omgekomen.

 

NRC 15 oktober 1849114

Rotterdam, 14 oktober. De 8e dezer ontving men op Ameland het bericht, dat op twee uren afstand van het eiland gestrand was een galjasschip. Op het vernemen dier tijding werd in allerijl de boot der Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij in gereedheid gebracht. In zee gestoken, had zij met de vreselijke storm en hevige branding te kampen, doch bereikte na enige inspanning het schip en had het geluk de schepelingen, welke zich nog op de bodem bevonden en in groot gevaar verkeerden, te redden en aan de anders wisse dood te ontrukken. Bij onderzoek is gebleken, dat dit schip een Deens galjasschip was, genaamd PERLE, en gevoerd door kapt. P. Lindeman, komende met steenkolen van Schotland en bestemd naar Hamburg. De kapitein was bij de aankomst der boot reeds over boord geslagen en verdronken, zodat alleen de stuurman en de twee matrozen gered zijn geworden. De boot keerde met de geredden terug naar Ameland, waar tevens voor de goede berging der aan strand gespoelde goederen zorg werd gedragen.

Nadat de boot een uur vertrokken was, ontdekte men nabij de branding een ander schip, en vermoedende dat hetzelve ten gevolge van de hevige storm moest stranden, werd door het bestuur der maatschappij aldaar terstond aan de oppasser der boot last gegeven om met dezelve onverwijld terug te komen. Intussen strandde dit schip kort daarna. Men liet een vat aan een loodlijn naar het strand drijven, hetwelk door de aanwezigen, welke hand aan hand in zee liepen, gevat werd en langs welke lijn de schipbreukelingen, ten getale van vier en een vrouw, met het grootste gevaar een voor een aan land getrokken werden. Hoe gevaarlijk deze aanlandtrekking was, daar ieder der geredden minstens zes minuten onder water en door een hevige branding getrokken moest worden, kan elk begrijpen.

In de nacht van de 9e strandde weder een schip. De reddingboot werd dadelijk derwaarts gebracht en bereikte hetzelve. Daar het schip zeer hoog gestrand was, bleef de equipage echter aan boord om het laagwater af te wachten.

Tezelfder tijd strandde iets oostelijker in de buitenbanken nog een schip. De boot stak ter stond opnieuw in zee, Men bevond, dat het een vrij groot schip was, welks bemanning in levensgevaar verkeerde en een noodgeschrei aanhief. Weldra verbrijzelde het achterschip en viel de grote mast over boord. Tweemaal keerde de boot terug, daar zij het schip niet kon naderen wegens de om hetzelve drijvende tuigage, wrakken en hoge branding. Een derde poging gelukte en men redde nog vijf van de manschap; twee waren reeds bij het over boord slaan van de grote mast verdronken. De redding dier vijf manschappen ging met grote gevaren vergezeld, want een ogenblik daarna kraakte het schip en sloeg geheel uit elkander.

Het tweede hier bedoelde schip was het Nederlandse smakschip MARIA GEERTRUIDA, kapt. J.L. Dokter, met rogge van Koningsbergen naar Rotterdam bestemd; schip en lading zijn verloren. Het derde was het Nederlands kofschip ALBERDINA, kapt. A. A. Wolkammer, met rogge van Wolgast naar Rotterdam bestemd; de tuigage en lading van dit schip blijven waarschijnlijk behouden. Het vierde was het Engelse brikschip MARY JOHN, kapt. Paul Colledge, met steenkolen van Hartlepool naar Hamburg bestemd. Dit schip is met de lading geheel verloren.

 

NRC 01 december 1869114

Amsterdam, 30 november. Het Nederlandse schip (opm: kof) ALBERDINA, kapt. A.A. Wolkammer, van Drammen met hout naar Emden, is, volgens telegram uit Norden, d.d. gisteren op Norderney gestrand, doch het volk is gered.

 

 

Datum vanaf: 1863
Kapitein: Wolkammer, Albert Augustinus
College: De Vereeniging, Delfzijl
Vlagnummer: 94
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Groningen
Datum: 1851-03-19
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: CERES
Schipper: Dojes, Pieter Roelfs
Scheepstype: schoenerkof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GRONINGER ARCHIEVEN archiefnummer 883.2138.2140.242
Stick foto 82, 83

BIJLBRIEF

Naam schip CERES

plaats en datum acte Veendam, 25 januari 1851

type schip nieuw schoener-kofschipshol

bouwwerf/verkoper Otto Harms Holthuis, scheepsbouwer te Veendam

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Pieter Roelfs Dojes, zonder woonplaats, aan boord verblijvende

te voeren door kapt. Pieter Roelfs Dojes, in eigendom te bevaren

grootte in tonnen 112 tonnen (Meetbrief nr. 8 d.d. 13 januari 1851 afgegeven te Veendam)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 23,68 m., breed 4,34m., hol 2,46 m.

kiellegging

tewaterlating 1850

plaats / datum registratie Zuidbroek, 27 januari 1851

nummer van registratie deel 16, folio 173, verso, vak 7

notaris bevestigende verklaring burgemeester van Veendam

prijs

bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 041210

Naam CERES
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1851
Toegang 883
Inventaris 2138

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3175-1863.6

DVD XIII – 8379-8381


CEDULE

Naam schip CERES, door koper genaamd ALBERDINA

plaats en datum acte cedule, Amsterdam, 24 februari 1863

type schip kof

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Albert Augustinus Wolkammer, schipper te Farmsum, enig eigenaar
te voeren door kapt. Albert Augustinus Wolkammer, in eigendom bevaren.

grootte in tonnen 110 tonnen of 59 lasten

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 24 februari 1863

nummer van registratie deel 74, folio 127, recto, vak 7.

notaris

prijs NLG.

Bijzonderheden: het schip behoort thus te Farmsum, doch ligt thans te Amsterdam.
De laatste koopbrief werd getoond en de thans ingeleverde laatste zeebrief dateerde van 8 mei 1860, nummer 397.
Het schip was indertijd gebouwd te Veendam



researcher/datum research: ML / 270309

Naam ex Ceres nu ALBERDINA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1863
Toegang 198
Inventaris 3175

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: GRONINGER ARCHIEVEN
Omschrijving: Register van bijlbrieven arr. Rb. Groningen, pag. 350, 25 jan. 1851; Prov. Gron. Courant 17 sept. 1850.
Notaris mr. J.H. Geertsema te Groningen, toegang 1875, inv. nr. 49, aktenummer 54, 3 febr. 1863.