Inloggen
B.W.F. - ID 743


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1921
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: General Cargo schip
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. Fikkers, Martenshoek, Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1921-04-02
Technical Data

Engine Manufacturer: N. V. Machinefabriek Dok voorheen Nolden & Bulder, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Motor Type: Steam, Triple Expansion
Number of Cylinders: 3
Power: 325
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: Nolden & Bulder Type (x)
Speed in knots: 9
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 443.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 219.00 Net tonnage
Deadweight: 620.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 2: 42.54 Meters Registered
Beam: 7.50 Meters Breadth, moulded
Depth: 4.85 Meters Depth, moulded
Draught: 3.10 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-11-1923
Type: Lengthened
Omschrijving: Bij Blohm & Vos te Hamburg met 8 meter verlengd. Nu 520 Brt, 320 Nrt en 780 Dwt.

Ship History Data

Date/Name Ship 1921-04-01 B.W.F.
Manager: V.o.F. Gebr. Fikkers, Martenshoek, Groningen, Netherlands
Eigenaar: V.o.F. Gebr. Fikkers, Martenshoek, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Martenshoek / Netherlands
Additional info: Na oplevering opgelegd in afwachting verkoop.

Date/Name Ship 1923-06-11 AGNES KÖLLN
Manager: H. Kölln, Burgstaaken, Germany
Eigenaar: H. Kölln, Burgstaaken, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Burgstaaken / Germany
Callsign: PBWT

Date/Name Ship 1924-10-01 ANGELN
Manager: R. Bornhofer, Hamburg, Germany
Eigenaar: R. Bornhofer, Hamburg, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Hamburg / Germany
Callsign: PBWT
Additional info: Renamed 24-10-1924.

Date/Name Ship 1928-02-25 SANTA IRIA
Manager: Empreza Velaire de Transports Ltd., Lisbon (Lissabon), Portugal
Eigenaar: Empreza Velaire de Transports Ltd., Lisbon (Lissabon), Portugal
Shareholder:
Homeport / Flag: Lisbon (Lissabon) / Portugal
Callsign: HSYA

Date/Name Ship 1931-00-00 SANTA IRENE
Manager: Companhia Industrial Portuguesa, Lisbon (Lissabon), Portugal
Eigenaar: Companhia Industrial Portuguesa, Lisbon (Lissabon), Portugal
Shareholder:
Homeport / Flag: Lisbon (Lissabon) / Portugal
Callsign: HSYA
Additional info: 1934 call sign: CSAY

Ship Events Data

1921-00-00: Voor gezamenlijke rekening gebouwd van: Bodewes ("N.V. scheepswerven voorheen Gebroeders G. & H. Bodewes", te Martenshoek); Wortelboer (de firma "Wortelboer en Co", te Westerbroek); Fikkers (de firma "Fikkers", te Martenshoek, wier firmanten waren B.G.-, J.Th.- en Th.J. Fikkers. gebouwd. Na de proefvaart opgelegd in afwachting van de verkoop.
1921-04-01: NRC 02.04.1921: Delfzijl, 1 april: De vrachtboot “B.W.F.”, gebouwd op de scheepswerf van de Gebr. Fikkers te Martenshoek, heeft gisteren met gunstig gevolg proefgestoomd. Het schip is plm. 600 ton groot, terwijl de machine, met een vermogen van 325 I.P.K. en 125 omwentelingen, aan de boot een snelheid geeft van 9 mijl. Deze is geleverd door de firma Nolden en Bulder alhier.

Dw Maasbode 02-04-1921: Scheepsbouw. Gisteren had op de Eems de proeftocht plaats van het s. B. W. F. gebouwd door de heeren Gebr. Fikkers, te Martenshoek. De machineinstallatie is geleverd door de N. V. Machinefabriek Dok voorh. Nolden & Bulder te Delfzijl en gebouwd onder toezich van Bureau Veritas en de Ned. Scheepvaart-Inspectie. ~ De machine is een vertikale triple expansie, machine van 300 I. P. K-, doch ontwikkelde op de proefvaart 325 I.P.K. zoodat ze ruimschoots aan de eischen voldeed en werd bij dit vermogen een vaart-snelheid bereikt van ruim 9 kn. De ketel is een gewone Schotsche ketel van 100 vierkm. M. V. O. met 2 vuren en 13 kg. stoomdruk. Voor de N.V. Machinefabriek Dok is deze aflevering een groot succes geweest, daar dit de eerste scheepsmachine is die door de N.V. werd afgeleverd. De N.V. heeft nog twee dergelijke machines in bouw voor een dubbelschroef tankboot in opdracht van Navis te Groningen, bestemd voor de Kon. Petroleum Mij.
1921-05-11: Uitspraken van den Raad voor de Scheepvaart en uitspraken in beroep van den voorzitter van dien raad 11-05-1921 No. 3. van den voorzitter van den Raad voor de
Scheepvaart betreffende het beroep van de Handelsvennootschap onder de firma Gebr. Fikkers, te Martenshoek.
Door de Handelsvennootschap onder de firma Gebr. Fikkers, te Martenshoek, was overeenkomstig art. 40 van het Koninklijk besluit van 22 September 1909 (Staatsblad 315), gewijzigd bij Koninklijk besluit van 5 November 1913 ( Staatsblad 407), een speciaal certificaat voor de houtvaart aangevraagd voor het haar toebehoorend nieuw gebouwd stoomschip B. W. F., liggende te Delfzijl. De commissie tot vaststelling van de minimum uitwatering had haar een dergelijk certificaat uitgereikt, maar met de aanteekening, dat het alleen geldig is bij vervoer van lading in het ruim tot ten hoogste 35 kubieken voet per ton. De gemelde firma kwam van die beslissing der commissie, waarbij haar bedoeld certificaat werd uitgereikt, in beroep, bewerende, dat door de aanteekening op het certificaat dit voor haar geenerlei waarde heeft, en dat haar een certificaat zonder aanteekening voor het s.s. B. W. F., dat voor de houtvaart is ingericht, behoort te worden uitgereikt. Overeenkomstig art. 18 der Schepenwet werden de heeren M. A. Cornelissen, buitengewoon lid, en J. II. A. W. graaf van Heerdt tot Eversberg, plaatsvervangend buitengewoon lid, door ons aangewezen om vóór het geven der beslissing door ons te worden gehoord. De teekeningen van het schip werden bestudeerd en op 16 April 1921 werden de commissie, die was vertegenwoordigd door haar secretaris den heer A. van Driel, en appellante, voor wie kwam de heer B. Fikkers, scheepsbouwmeester te Martenshoek, in de gelegenheid gesteld hun standpunt uiteen te zetten. Appellante betoogde, dat het certificaat geen waarde heeft, omdat, wil men aan de aanteekening voldoen, het schip met sleenen zou geladen moeten worden; dat de scheepvaartinspectie het dek heeft nagezien en voorschriften heeft gegeven voor deklading; dat die extra voorgeschreven voorzieningen meer dan f 1000 hebben gekost; dat andere schepen, welke in ongunstiger conditie waren, wèl een gewoon certificaat hebben gekregen ; dat het schip gebouwd is om te verkoopen en dat de waarde minder is, als er niet een certificaat voor de houtvaart bij geleverd kan worden. De commissie erkende, dat appellante aan het certificaat met de aanteekening niets heeft; dat dit certificaat dan ook gelijk-staat met een weigering van een aanvraag om een certificaat voor de houtvaart; dat het onderhavige schip ten eenenmale ongeschikt is voor deklading, gelijk in den breede aan de hand der teekeningen werd uiteengezet. Na de voornoemde buitengewone leden van den raad te hebben gehoord, zijn wij van oordeel, dat de commissie te recht de door appellante gewraakte aanteekening op het door haar uitgereikte speciale certificaat voor de houtvaart heeft gesteld, al was het wellicht beter geweest, indien zij het speciale certificaat had geweigerd, nu vaststaat, dat mèt de aanteekening appellante niets aan het certificaat heeft. De B. W. F. kan, gezien haar type en haar afmetingen, een eenigszins belangrijke deklading niet voeren, zonder zware lading in het ruim, daar het schip anders wegens onvoldoende stabiliteit ongetwijfeld zou omslaan. De B. W. F. is voor de houtvaart ook daarom ongeschikt omdat de tank, welke volgens art. 40 onder 4 van het gemelde Koninklijk besluit moet dienen om het verlies van stabiliteit ten gevolge van het verstoken der kolen in de benedenbunkers en ten gevolge van het verbruik van het voedingswater te compenseeren, onder het voorste deel van het ruim is aangebracht, zoodat bij het vullen van deze tank de koplast na verbruik van kolen en voedingwater sterk wordt vergroot, hetgeen voor de navigatie ernstige bezwaren oplevert. De bewering van appellante, dat andere schepen van ongunstiger conditie wèl een speciaal certificaat voor de houtvaart hebben gekregen, is van geen beteekenis, daar het er hier alleen om gaat, of de B. W. F. voor een dergelijk certificaat geschikt is. Evenmin kan het appellante baten, dat, naar zij zegt, de scheepvaartinspectie voorzieningen heeft voorgeschreven met het oog op een deklading, omdat de vraag, of het schip aan de eischen voor het verkrijgen van het speciale certificaat voldoet, niet staat ter beoordeeiing van de scheepvaartinspectie, doch van de commissie, en appellante te voren bij die commissie had kunnen aanvragen haar te willen mededeelen, of de B. W. F. voor het speciale cerli caat in aanmerking kon komen. Op vorenstaande gronden handhaven wij de beslissing der commissie, waarvan beroep. Aldus gedaan op 16 April 1921 door ons, mr. G. Kirberger, plaatsvervangend voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart, ln tegenwoordigheid van 's raads secretaris mr. H. B. Tjeenk Willink, en door ons, voorzitter voornoemd, op 21 April 1921 uitgesproken. (get.) G. Kirberger. H. B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H. B. Tjeenk Willink, Secretaris.
1923-09-17: Voorwaarts 17-09-1923: Het stoomschip B. W. F. (443 br. tons) in 1921 bij Gebr. Fikkers te Martenshoek gebouwd, is verkocht aan H. Kölln te Burgstaaken (Duitschland) en herdoopt in Agnes Kölln.
1931-05-00: Te Lissabon ernstige boeg schade na aanvaring met het Portugese schip QUANZA (1929 - BRT 6636).
1943-04-13: Onderweg van Genua naar Civitavecchia op 300 mijl ZO van Bastia door de Britse onderzeeboot HMS TAURUS getorpedeerd in pos. 42°18'.NB. en 09°.52'.OL. en gezonken. (17 slachtoffers, slechts één overlevende) Het schip werd die nacht aangezien voor een Italiaanse vrachtboot.

Informatie van Uboat.net: 13 Apr 1943. HMS Taurus (Lt.Cdr. M.R.G. Wingfield, DSO, RN) sank the Portuguese Santa Irene (520 GRT, built 1921) with gunfire about 30 nautical miles south-east of Bastia, Corsica, France in position 42°19'N, 09°53'E. (All times are zone -1)
0001 hours - Sighted the navigation lights of a distant ship. Closed. Thought this might be a hospital ship. While closing noted that both sides of the ship were illuminated making it even more likely that it was a hospital ship. When even closer Lt.Cdr. Wingfield was surprised to see the Italian flag painted on the ships sides. Fire was immediately opened from 1000 yards with the 4" gun as a submarine trap was suspected. The ship was soon on fire and stopped as the first round was a hit in the engine room. One torpedo was fired from 500 yards but it just missed astern as the ship still had some headway. Re-opened fire with the 4" gun while getting into position to fire another torpedo. 0039 hours - Fired a torpedo from 750 yards that hit the ships stern after 30 seconds. The ship was seen to be sinking by the stern shortly afterwards near position 42°18'5"N, 09°52'5"E. Taurus retired to the South at full speed. The ship later turned out to be Portuguese, In the dark the Portuguese flag was mistaken for the Italian one. Also the ship was in a sink at sight area and was not reported to be in that area to the British. There was only one survivor from the Santa Irene, he was picked up by the Italian hospital ship Epomeo.
2021-06-00: In 06-2021 zijn onderstaande gegevens aangereikt door Jan-Paul Wortelboer:
Bodewes wordt flauw "B.W.F." (1920/1921) In februari 1920 werd tussen een drietal scheepsbouwers besloten voor gezamenlijke rekening - op risico - een vrachtstoomschip te bouwen. De afmetingen waren 45 x 7,50 x 3,85 meter. Dit waren: Bodewes ("N.V. scheepswerven voorheen Gebroeders G. & H. Bodewes", te Martenshoek); Wortelboer (de firma "Wortelboer en Co", te Westerbroek); Fikkers (de firma "Fikkers", te Martenshoek, wier firmanten waren B.G.-, J.Th.- en Th.J. Fikkers. Besloten werd dat de bouw zou geschieden op de werf van Fikkers te Martenshoek (ten westen van de werf "Jachtwijk"). De oplevering geschiedde niet op het contractueel vastgestelde tijdstip, hetgeen leidde tot inschakeling van advocaten. De proefvaart van het schip, dat getooid was met de naam "B.W.F.", dat wil zeggen Bodewes, Wortelboer en Fikkers, vond plaats op woensdag 30 maart 1921. In de maand mei daarop blijkt het schip nog niet te zijn verkocht. Aan een belangstellende reder wordt door Fikkers medegedeeld, dat het schip was gemeten op 636 ton en dat de vraagprijs ƒ 200,-- per ton bedroeg. Het schip was voorzien van een tripple machine van 325 I.P.K. (indicateur paardekrachten) bij 125 omwentelingen per minuut. De stoommachine is vermoedelijk gebouwd door N.V. "Machinefabriek Fulton" te Martenshoek(*1.) Op 7 september 1922 deelde Fikkers aan zijn advocaat, mr. Weersma te Groningen, mede dat het geschil tussen partijen door tussenkomst van de NATO-bank is geëindigd. In 1923 betaalde Fikkers een voorschot aan mr. Weersma van ƒ 200,-- terzake van een proces dat was aangespannen tegen Wortelboer en Fulton.
Op 9 december 1924 blijkt de vrachtboot "B.W.F." inmiddels te zijn verkocht tegen een slechte prijs. Ook dan blijken er nog geschillen te bestaan m.b.t. de overbouw (d.w.z. méér-werk) van dit schip. In 1925 blijkt de firma "Wortelboer en Co" in liquidatie te verkeren. Uit een brief van Th. J. Fikkers aan zijn advocaat valt af te leiden dat de drie heren Fikkers het aandeel van Wortelboer in gemeld schip hadden overgenomen.
Het is duidelijk dat deze gemeenschappelijke activiteit de scheepsbouwers weinig voordeel heeft gebracht, maar des te meer ergernis. Uiteraard geraakte dat spoedig in heel Hoogezand bekend, waarbij aan de borreltafel werd uitgevonden dat de afkorting B.W.F. stond voor "Bodewes Wordt Flauw".[1] [1] Copie brievenboek fa. Fikkers, Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen (*1) Volgens de krantenberichten moet die Nolden en Bulder zijn.)