AH 300315
Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart deed uitspraak in de volgende zaak: Aanvaring in de Nieuwe Waterweg op 25 december 1914 tussen het stoomschip SOMMELSDIJK en het Engelse stoomschip WARRI.
De Raad is van oordeel, dat de aanvaring tussen de stoomschepen WARRI en SOMMELSDIJK is veroorzaakt, doordat de WARRI door het door de sterke stroom veroorzaakte wantij om de SOMMELSDIJK, uit het roer is gelopen en daardoor dit aan de grond zittend vaartuig heeft geraakt. De WARRI, andere schepen – waaronder een dat groter was dan zij – de SOMMELSDIJK veilig aan de noordkant ziende passeren, was volkomen gerechtigd diezelfde koers te nemen en men heeft aan boord van dar vaartuig bij het uitvoeren van de manoeuvres geen fouten gemaakt. Hoewel achteraf gebleken is, dat het voorzichtiger geweest zou zijn, zo de WARRI boven de SOMMELSDIJK ware ten anker gekomen en gewacht had tot dit vaartuig vlot was, kan het nalaten van die manoeuvre haar niet worden verweten, nu het vaarwater – blijkens de reeds voorbij gevaren schepen - niet was versperd, er geen verbod om aan de grond zittende schepen te passeren bestaat en de tijd gedurende welke de SOMMELSDIJK daar nog in deze positie zou blijven zitten, niet te schatten was. Hoewel de Raad het begrijpelijk acht, dat de SOMMELSDIJK met het opkomende water elk ogenblik wilde gebruiken om vlot te komen, zou het toch voorzichtiger geweest zijn, wanneer men de machines had gestopt, toen de WARRI in de nabijheid kwam, om deze gelegenheid te geven in kalm water te passeren.