Familiegegevens en opleiding

Gerrit Bruyn werd geboren op Vlieland op 05 maart 1850 als zoon van Cornelis Bruyn en Gerritje Laribey.

Hij trouwde (als Gerrit Bruijn) op 05 januari 1878 te Delfzijl met Frouwina Swiers, geboren te Sappemeer op 02 maart 1851 als dochter van Zwier Swiers en Anna Maria Hoen.

Gerrit overleed te Vlieland op 18 augustus 1832, 82 jaar. ^tresoar.

 

Gerrit Bruijn was de broer van de kapiteins Jacob en Willem Bruin. Hij leefde van 1850-1932 en was “de enige van de kapiteinsfamilie die zijn naam met een ij schreef”. Hij “was als 15-jarige naar zee gegaan. In de winters van 1874-’75 en 1875-’76 zat hij op de Harlinger Zeevaartschool ( waar hij als een “werkzame” en “tamelijk vlugge” leerling te boek stond), waarna hij 2^de stuurman werd onder Kapt. J.Appel op de 703 tons houten bark “Amstelstroom” … Rond 1881 is Gerrit Bruijn 1^ste stuurman op de 570 tons bark “St.Christophorus” van de reder Brandt te Nieuwediep en in 1883 wordt hij bij reeder De Groof kapitein op de genoemde brik  “Elisabeth’’ en in 1884,…. op de 3m.-schoener “Margaretha”. Vervolgens kreeg hij in 1885 voor één reis De Groof’s net aangekochte “Lina” onder zich. In 1886-’91 voerde Gerrit Bruijn De Groof’s houten 790 tons bark “Jean Baptiste” om van 1891 tot 1893 gezagvoerder te zijn op De Groof’s 922 tons bark “Theodorus” ( een in 1851 gebouwd ijzeren stoomschip dat tot bark verbouwd was). Toen De Groof dat schip in 1894 voor £ 1225 naar Rusland verkocht kwam daarmede een eind aan de reederij De Groof en aan haar relatie met Vlielander kapiteins. Kapt. Gerrit Bruijn (vlag 30 van het Zeemans-College “De Vereeniging”, Delfzijl; zijn vrouw kwam uit die streken), was daarna vanaf 1894 tot 1908 (met een onderbreking van één reis) gezagvoerder op het 1740 tons stalen fregatschip “Adriana” van de reder J.U.Smit te Alblasserdam. Hij was een kapitein met een uitstekende reputatie en een der laatste kapiteins op de Nederlandsche Groote Zeilvaart. Hij overleed in 1932 op Vlieland⁰⁵².

Een uitgebreid curriculum staat als hoofdstuk X in “Het Fregatschip Adriana 1891-1908” door A.Belder & T.F.J.Pronker. Uitg. De Stroombaan Papendrecht 2002.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Bruijn was met vlagnummer 30 effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl in de periode 1896 t/m 1912. In de ledenlijsten van 1897 en 1898 in de Almanakken voor Koophandel en Zeevaart wordt vermeld dat kapitein G.Bruijn gezagvoerder was op het schip de “Gerhardus”. Deze vermelding ontbreekt in Bouma⁰²⁵ en Pronker⁰⁵² Nader onderzoek is nodig.

G.Bruijn was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl met vlagnummer 30 in de periode 1887 t/m 1912.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Het fregat “Adriana”, onder kapitein G.Bruijn, had in 1900 een lading kolen van Barry (Wales) naar Java en moest op 19 november Kaapstad binnenlopen met broei in de lading. Pas na drie maanden (gedeeltelijk lossen, afkoelen en repareren) kon het schip de reis voortzetten⁰⁵²

“Gerrit werd gezagvoerder op het fregatschip “Adriana” van de bekende reder J.U.Smit te Alblasserdam. Hij voer daarmee op de lange reis van Batavia naar Barbados, van Montevideo naar Melbourne en van Santa Rosalia naar Sydney. Hij rondde Kaap Hoorn en Kaap de Goede Hoop. Zijn laatste reis maakte hij in 1908 met een lading salpeter van Valparaiso naar Hamburg. Vier weken later passeerde hij Kaap Hoorn in een vliegende storm en zware sneeuwjacht. Ter hoogte van de Falklands eilanden brak de mastraketting zodat de voormastra naar beneden kwam. Ook de beide rakken braken.

De volgende ochtend voer het schip tussen negen ijsbergen. Op 23 september liep de “Adriana” met averij Rio de Janeiro binnen en werd daar geabandoneerd. Daar ook werd Gerrit’s zeemansloopbaan afgesloten, die veertig jaar eerder was begonnen. Hij keerde terug naar zijn eiland en was daar van 1910 tot 1931 voorzitter van de plaatselijke reddingscommissie. Bij het afscheid van die onbezoldigde functie werd hem de zeldzame zilveren De Ruyter-medaille toegekend. Een jaar later overleed hij in de ouderdom van 82 jaar.”.

Uit. “Vlielandse zeelieden op Vlissingse schepen ofwel De relatie tussen een Vlissingse rederij en een Vlielandse zeemansfamilie” door Siep Zeeman. Spiegel der Zeilvaart, nr. 7:34-37, 1985

Bouma^{025 zie vooral ook 052} vermeldt G.Bruijn als gezagvoerder gedurende:

• 1883 t/m 1884 van de houten brik “Elisabeth”, gebouwd in 1873 , 290 ton, varend voor rederij De Groof & C^o te Vlissingen;
• 1884 van de houten 3-mast schoener “Margaretha”, in 1857 als “Margareth”, gebouwd, 120 ton, varend voor De Groof & C^o te Vlissingen⁰⁵²;
• 1885 van de houten bark “Lina”(ex-Lizzie?), gebouwd in 1867 te Medford bij Boston, Mass. USA, 469 ton, varend voor rederij de Groof & C^o te Vlissingen;
• 1885 t/m 1891 van de houten bark “Jean Baptiste (ex-Koolemans Beynen, ex-Maassluis), gebouwd in 1866. bij Mit & Bogaard te Maassluis, varend voor de Groof & C^o te Vlissingen. Het schip werd in 1891 verkocht naar Frankrijk;
• 1891 t/m 1893 van de ijzeren bark “Theodorus “, gebouwd in 1851 bij J.Reid & C^o te Glasgow als stoomschip “Tiber”, 963 ton, varend voor rederij de Groof & C^o te Vlissingen. In 1894 verkocht naar Finland;
• 1893 t/m 1908 van het stalen fregat “Adriana”, in 1892 gebouwd bij J.Smit C^z te Alblasserdam, 1809 b.r.t.. De reder was J.U.Smit te Alblasserdam. In de periode 15 september 1903–oktober 1904 werd hij afgelost door de Terschellinger Jan (Alberts) .Kuipers. Het schip werd in 1908 te Rio de Janeiro met stormschade geabandonneerd.

Een afbeelding van dit schip werd in 1998 door kleinzoon G.C.Bruin geschonken aan de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn (Nieuwsbrief december 1998 van de Stichting).

Monsterrol uit het gemeentearchief van Delfzijl

.Monsterrol 1886-40, 22 mei 1886, bark “Jean Babtist”, kapitein Gerrit Bruyn, 36 jaar uit Vlieland. Voorts 1^ste stuurman Gool Pieter Johannes Visser, 28 jaar van Vlieland, 2^de stuurman Derk van der Wal, 19 jaar uit Delfzijl, kok, zeilmaker, timmerman, 6 matrozen waaronder  Roelof Drewes, 24 jaar uit Delfzijl en 4 lichtmatrozen;

Monsterrol 1886-96, 06 december 1886, bark “Jean Babtist”, kapitein Gerrrit Bruijn, geen leeftijd vermeld uit Vlieland. Verder geen bemanningslid vermeld;

Monsterrol 1887-99, 27 september 1887, bark “Jean Babtist”, kapitein Gerrrit Bruijn, geen leeftijd vermeld uit Vlieland. Verder geen bemanningslid vermeld;

Monsterrol 1889-25, 12 maart 1889, bark “Jean Babtist”, kapitein Gerrrit Bruijn, geen leeftijd vermeld uit Vlieland.. Voorts een matroos;

Monsterril 1888-18, 28 maart 1888, bark “Jean Babtist”, kapitein Gerrit Bruyn, geen leeftijd vermeld uit Vlieland. Verder geen bemanningsleden vermeld

Monsterrol 1890-36, 01 april 1890, bark : “Jean Babtist”, kapitein Gerrit Bruijn, 40 jaar uit Vlieland. Voorts 1^ste stuurman Rijnder Groendijk, 34 jaar van Terschelling, matroos/zeilmaker, 3 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen

Overige bijzonderheden

Foto van kapitein Gerrit Bruin (nr.18) beschikbaar⁰⁴⁷. Pronker⁰⁵² geeft een foto van Gerrit Bruijn (p.74) en het fregat “Adriana” (p.178)

In de collectie van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn bevindt zich een waterverftekening van het volschip “Adriana” onder vol tuig. Reproductie door M.Kass. Origineel in bezit van de fam. Bruijn. Is bruikleen..

In het artikel “De laatste kapiteins op de Kaap Hoornvaart van de Nederlandse Groote Zeilvaart kwamen allen van de Friesche Eilanden.” door T.F.J.Pronker in Tien Eeuwen Eylandt Flielandt. orgaan van de Cultuurhistorische Vereniging Eylandt Flielandt  Jg. 16, nr. 4, december 2006, p. 2 t/m 12. Ook verschenen in het “Kaap Hoorn Journaal” van de Stichting Kaap Hoorn-vaarders, december 2007, Nr.9. gaat de auteur uitgebreid in op de reis van kapitein G.Bruyn met de “Adriana”. Er is opgenomen een afbeelding van het schilderij van de “Adriana” door H.A.Jaarsma en in particulier bezit van Jaap Molenaar uit Spanje. Tevens twee portretten van de kapitein op jeugdige en op hoge leeftijd.

Meer uitgebreide informatie staat in het boek uit 2001 van Belder en Pronker “Het Fregatschip Adriana”.

Uit: “Het Fregatschip Adriana 1891-1908” door A.Belder & T.F.J.Pronker. Uitg. De Stroombaan Papendrecht 2002.

Hierna korte resumé’s van de teks maar raadpleging van het boek wordt aanbevolen.

p.15

Kapt. H.Bruijn heeft bijna continu het gezag gevoerd over de “Adriana”. In 1903-’04 was hij ziek en nam kapt. J.Kuiper het gezag over. Hij maakte 29 reizen met dit schip totdat het in 1908 in Rio de Janeiro werd geabandoneerrd.

p.16-17

Eerste reis van de “Adriana” onder kapitein Bruijn

Kapt. Bruijn had in 1893 in Greenock het gezag over de “Adriana” overgenomen van kapt. Mulder. Op 07 novemberr 1893 wordt lading ingenomen voor New York. Het komt daar aan op 07 december. Er wordt nieuwe lading ingenomen voor Sydney Australië waar het schip op 14 mei 1894 arriveert.  Vervolgens gaat men naar Newcasle NSW om kolen in te nemen. De volgende stoppen zijn Valparaiso, Antofagasta en Iquique. In de laatstgenoemde wordt chilisalpeter ingenomen en vaart men via Kaap Hoorn terug naar Hamburg.

p.19-30

Tweede reis van de “Adriana” onder kapitein Bruijn

De salpeterlading werd te Hamburg gelost en er werd met stukgoed geladen voor Santa Rosalia, West-kust van Mexico. Kaap Hoorn werd gerond en men arriveerder op 13 december 1895 te Santa Rosalia. Aldaar werd kopererts en koperstaven geladen. Door de zware lading was het schip instabiel en ondervond bij de reis rond Kaap Hoorn veel schade in zwaar weer. Op 22 augustus 1896 werd als noodhaven Rio de Janeiro aangedaan, alwaar de Nederlandse Consul een scheepsverklaring opstelde, die in de tekst als transcriptie is opgenomen. Het schip werd gerepareerd en vertrok 24 oktober 1895 naar Engeland. De lading koper werd eind december gelost in Swansea en het schip arriveerde op 09 februari 1896 aan te Rotterdam en maakte zich gereed voor een tocht naar Java.

p.31-36 = hoofdstuk IV

Beschrijving van de reis van de “Adriana”, die begon op 18 mei 1897 vanuit Rotterdam.. Aankomst Batavia op 23 augustus 1897. Lossing van stukgoederen. Daarna via Semarang en Soerabaja-Passaroean-Banjoewangi  (laden van suiker) naar Barbados. Hier de order om de lading te lossen te Boston-USA. Via New-York, waar petroleum werd geladen, weer terug naar Batavia en Semarang (aankomst oktober 1898) waar gelost werd. Weer laden van suiker en op weg naar Delaware-USA, aankomst 16 mei 1899. Lossen van de lading in Boston. Vertrek met een lading petroleum op 14 augustus 1899 naar Australië-Port Phil;ips Head/Melbourne. In Australië graan geladen en op 22 februari 1900 naar Liverpool, aankomst 09 juli 1900. Door naar Cardiff in ballast. Van hier de volgende reis.

p.37-40 = hoofdstuk V

Vertrek op 14 september 1900 vanuit Cardiff naar Soerabaja. Moeilijke reis vanwege broei in de lading en tussenstop in Kaapstad.. Op 18 juni 1901 van Soerabaja naar Austrlië vertrokken in ballast. Op 12 december 1901 vertrek van Melbourne naar Londen met aankomst eind april 1902.

p.41-46 = hoofdstuk VI

De “Adriana” vertrok weer uit Rotterdam op 24 juli 1902 naar NOI. Na het aandoen van Batavia – Semarang – Soerabaja werd het schip bevracht met suiker voor Delaware. De tocht gaat weer terug naar Java met petroleum rond augustus 1903. Kapitein Bruijn werd ziek in New York en het gezag werd overgenomen door kapitein J.Kuipers.

p.47-  hoofdstuk VII

Van Boston gaat het met stukgoed naar Buenos Aires. Vandaar naar Bahia Blanca en vervolgens naar Liverpool. Tenslotte komt de “Adriana” op 03 oktober 1905 aan op de Nieuwe Waterweeg. Na 3 jaar weer terug in Nederland.

Daarna weer een reis van Rotterdam-Java-Australië-Chili-Rotterdam met daarbij de herinneringen aan deze reis van de 2^de stuurman Roelof Douwes uit 1906-1907

p.59 – hoofdstuk VIII

Van Rotterdam naar Antwerpen, aankomst 11 november 1907, om te laden voor Valparaiso. Van de reis persoonlijke indrukken van dochter Gerdiena en van de toenmalige matroos J.C.Landman. Uiteraard de nodige weers-moeilijkhedden bij Kaap Hoorn. Op 29 juni 1908 van Valparaiso naar Antofagasta om salpeter voor Brake in te nemen. Bij Kaap Hoorn weer zoveel schade dat Rio wordt aangedaan. Hier wordt het schip eind december 1908 afgekeurd. Bruijn en zijn dochter reizen naar huis en hij zal daarna niet meer varen.

Zie ook: In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.¹²¹

p.80-81 Ongelukkige reizen 1896 Nederland, Adriana

 

 

Zierikzeesche Nieuwsblad 21 maart 1891

Vlissingen, 19 maart. De heren Ch. De Grooff & Co. alhier, hebben aangekocht het Engelse barkschip TIBER, groot 924 reg.ton, welk schip door hen in de vaart zal worden gebracht onder de naam van THEODORA. (Note: moet zijn THEODORUS !)

 

NRC 13 juni 1893¹¹⁴

Advertentie. De makelaars H.N. Montauban van Swijndregt, H.H. van Dam, C.H. van Dam, H. Montauban van Swijndregt en Hessel M. Lels, te Rotterdam, zullen als lasthebbende van hun meesters op woensdag 5 juli 1893, des middags te 12.00 uur, in de zaal van het gebouw Pro Patria, aan de Scheepmakershaven no. 29, publiek veilen het Nederlands snelzeilend ijzeren barkschip THEODORUS, volgens meetbrief lang 66,54 meter, wijd 9 meter, hol 19,80 meter en alzo groot netto 921,11 tonnen, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zoals het is liggende aan de werf van de heren Bonn & Mees te Rotterdam.

Nog zullen afzonderlijk worden geveild twee chronometers, te bezichtigen aan boord van bovengenoemd schip.

Nadere informatie bij makelaars en bij de Heren Wambersie & Zoon; zijnde het schip inmiddels uit de hand te koop.

 

NRC 07 juli 1893¹¹⁴

Rotterdam, 5 juli. Het Nederlandse barkschip THEODORUS, heden alhier in veiling aangeboden, is opgehouden voor NLG 21.000.

 

NRC 07 november 1893¹¹⁴

Rotterdam, 6 november. Het Nederlandse fregat ADRIANA is van Greenock met lading naar New York bestemd om daar voor Australië te laden. Het zal gevoerd worden door kapt. G. Bruijn, ex barkschip THEODORUS, in plaats van kapt. G.H. Mulder, die op zijn verzoek door bovengenoemde kapitein wordt vervangen.

 

NRC 25 februari 1894¹¹⁴

Verkochte schepen:

• THEODORUS, 924 ton, gebouwd 1851, barkschip, Nederlandse vlag, verkocht naar Rusland voor GBP 1200 (opm: zie AH 170594).

 

Algemeen Handelsblad 17 mei 1894¹¹⁴

Londen, 16 mei. Het Russische barkschip THEODORUS (opm: ex-Nederlands, zie AH 250294), kapt. Ericksen, van Pensacola naar Lübeck, is in de nabijheid van Havana gestrand en wrak. De lading zal vermoedelijk geborgen kunnen worden.

 

NRC 12 juli 1895¹¹⁴

Rotterdam, 11 juli. De gezagvoerder van het van Java aangekomen stoomschip OENGARAN heeft de 10^e dezer gepraaid het Nederlandse driemast schip NBJV (opm: naamsein), zijnde de ADRIANA (opm: fregat), kapt. G. Bruijn, van Hamburg naar Santa Rosalia, kruisende op de hoogte van St. Alban’s Head (opm: 47º52’ N.B. 55º51’ W.L., onder Newfoundland), waarvan de gezagvoerder verzocht gerapporteerd te worden.

 

Provinciale Groninger Courant 26 augustus 1896¹¹⁴

Rotterdam, 24 augustus. Volgens bij de reders ontvangen bericht is het schip (opm: fregat) ADRIANA, kapt. Bruyn, van Santa Rosalia (opm: Westkust Mexico) naar hier bestemd, te Rio (opm: Rio de Janeiro) binnengelopen met verlies van zeilen, kluiverboom, grootbramsteng en ra’s. Vier tussendeksbalken zijn gebroken.

 

Provinciale Groninger Courant 12 februari 1897¹¹⁴

(Geen plaats of datum) Het driemastschip ADRIANA, kapt. Bruin, van Swansea, arriveerde hier (opm: Maassluis) met 600.000 kilo steenkolen voor de firma L. Smit & Co, alhier.

 

Provinciale Groninger Courant 11 oktober 1898¹¹⁴

Delfzijl, 11 oktober. Het Nederlandse schip (opm: fregat) ADRIANA, kapitein Bruin, volgens heden uit Anjer ontvangen telegram, aldaar in goede welstand, van New-York aangekomen, na een reis van 101 dagen. De kapitein moet aldaar wachten op het bekomen van orders, naar welke plaats te verzeilen.

 

Provinciale Groninger Courant 18 mei 1899¹¹⁴

Delfzijl, 18 mei. Het Nederlandse schip ADRIANA, kapt. G. Bruijn, is gister volgens telegraphisch bericht te Delaware (N.A) in goede welstand aangekomen. Het kwam van Soerabaya en heeft bereids orders bekomen om naar Boston te verzeilen en aldaar de lading te lossen.

 

Provinciale Groninger Courant 02 augustus 1899¹¹⁴

New York, 22 juli. Het Nederlandse schip (opm: fregat) ADRIANA, kapt. G. Bruin, van hier met petroleum in kisten naar Melbourne bestemd, werd gister gedeeltelijk beladen naar Newton Creek gesleept en stootte toen op een drijvend voorwerp, waardoor het lek werd. Het werd toen naar pier 10 gesleept waar de lading weer gelost zal worden, waarna het schip in het droogdok zal worden gezet om te worden nagezien en te repareren.

 

Provinciale Groninger Courant 11 deceber 1900¹¹⁴

Kaapstad, 21 november. Het Nederlandse schip ADRIANA, van Cardiff naar Semarang, dat de 18^e dezer hier met verhitte lading en verlies van de voorbramsteng binnenliep, moet een deel van de lading lossen om die verder te kunnen onderzoeken.

 

Provinciale Groninger Courant 18 december 1900¹¹⁴

Kaapstad, 28 november. Het Nederlandse schip ADRIANA, dat hier met verhitte lading binnenliep op de reis van Barry naar Soerabaya, is bezig een deel van de lading te lossen. De temperatuur daarvan blijft ongeveer dezelfde, doch in het grote luik is die nog enige graden verhoogd.

 

Provinciale Groninger Courant 06 februari 1901114

Kaapstad, 17 januari. Ongeveer 1200 ton kolen, gelost uit het Nederlandse schip ADRIANA, zullen op 21 januari in veiling worden verkocht.

 

Provinciale Groninger Courant 09 februari 1901¹¹⁴

Kaapstad, 6 februari. Het Nederlandse schip ADRIANA geraakte op drift tijdens stormweer en dreef naar de kust. Het werd door sleepboten in veiligheid gebracht en is van een ander anker voorzien.

 

Provinciale Groninger Courant 15 februari 1901¹¹⁴

Alblasserdam, 14 februari. Het Nederlandse schip ADRIANA, kapitein G. Bruijn, van Barry naar Semarang, dat met verhitte kolenlading te Kaapstad binnenliep, heeft heden de reis voortgezet.

 

Provinciale Groninger Courant 21 februari 1901¹¹⁴

Londen, 18 februari. Volgens telegram uit Kaapstad van de Salvage Association vertrok het Nederlandse schip ADRIANA 14 dezer van Kaapstad naar Java. Een eis voor sleeploon werd voor GBP 200 vereffend

 

Provinciale Groninger Courant 09 mei 1901¹¹⁴

Londen, 6 mei. Op het Nederlandse schip ADRIANA, kapt. G. Bruijn, de 14^e februari van de Tafelbaai naar Semarang vertrokken, werd 20 percent herverzekering betaald.

 

Provinciale Groninger Courant 10 mei 1901¹¹⁴

Volgens telegrafisch bericht, is gisteren te Tagal (Oost-Indië) aangekomen het Nederlandse schip ADRIANA, kapt. G. Bruijn, komende van Cardiff, laatst van Kaapstad, alwaar het met broei in de lading steenkolen was binnengelopen; 82 dagen reis; alles wel aan boord.

 

Provinciale Groninger Courant 31 juli 1803¹¹⁴

Alblasserdam, 29 juli. Het Nederlandse fregatschip ADRIANA, kapitein G. Bruijn, arriveerde van Boston de 28^ste te New-York om daar petroleum naar Java te laden. Alles wel aan boord.

 

Provinciale Groninger Courant 16 september 1903¹¹⁴

Alblasserdam, 14 september. Volgens bij de reder ontvangen telegram vertrekt de 15^e dezer het fregatschip ADRIANA, van New-York met petroleum naar Java. Als gezagvoerder gaat mede kapitein I. Kuipers, in plaats van kapitein G. Bruyn, die ziek achter blijft.

 

Provinciale Groninger Couranr 03 november 1904¹¹⁴

Boston, 19 oktober. Het Nederlandse schip ADRIANA, hier aangekomen van Java, had bij Kaap de Goede Hoop met slecht weer te kampen. Twee marszeilen en een stagzeil gingen verloren, terwijl alles van dek werd geslagen en de lading overging.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Overleden

De schepen van de kapitein

Kapitein Willem Bruin, (de broer van Gerrit Bruijn en Jacob Bruin) was in 1886-1887 gezagvoerder op de 290 tons brik “Elisabeth”, welk schip op de reede van Hellevoetsluis, met een lading hooi van Dordrecht bestemd voor Sunderland in de nacht van 9-10 april 1887 verbrandde. Hij voerde vervolgens in 1887-1892 het gezag over de bark “Gerhardus”, o.a. op een reis van Montevideo en terug via Pensacola, vanwaar hij 28 maart 1890 te Antwerpen aankwam. Beide schepen voeren voor rederij de Groof in Vlissingen. Na verkoop van de “Gerhardus” ging Willem Bruin varen voor rederij P.A.Thiel te Amsterdam, en wel van 1893 tot 18999 op het 1300 tons fregat “Highlander”, (o.a. februari 1897 van Buenos Aires naar Shipisland, Mississippi en vandaar met hout naar Amsterdam). En daarna voor dezelfde rederij op het 1845 tons stoomschip “Bestevaer”. Bij de verkoop in 1901 van dit schip verliet hij het zeemansleven⁰⁵².

W..Bruin was in 1886 kapitein op de houten 3-mast schoener “Margaretha”, in 1857 als “Margareth”, gebouwd, 120 ton, varend voor De Groof & C^o te Vlissingen⁰⁵²

W.Bruin was van 1887-1892 kapitein op de houten bark “Gerhardus”, in 1860 gebouwd door E.Manson te Newbury, Mass, USA onder de naam “Gerhard”, 909 nrt. Het schip werd in september 1887 te Bremen aangekocht door rederij De Groof & C^o te Vlissingen, die de naam wijzigde in “Gerhardus”⁰⁵².

Kapitein W.Bruin was van 1886-1887 gezagvoerder op de houten brik “Elisabeth”, gebouwd in 1873 te Abö, 290 ton, varend voor de Groof & C^o te Vlissingen. Het schip ging in 1887 door brand op de rede van Hellevoetsluis verloren⁰²⁵.

Hij was van 1893-1899 kapitein op het houten fregat “Highlander”, gebouwd in 1868 door T.Hull, Boston, Mass, USA, 1286 ton , varend voor reder P.A.Thiel te Amsterdam. Het schip werd in 1899 (vermoedelijk in Havanna) afgekeurd en verkocht^{025 en 052}.

Hij voer van 1899 t/m 1901

Bouma⁰²⁵ vermeldt W.Bruyn als gezagvoerder gedurende:

• 1893 t/m 1899 van het fregat “Highlander”, gebouwd in 1869 te East Boston, 1286 ton o.m., varend voor J.A.Tiel te Amsterdam. Het schip werd in 1899 te Havana afgekeurd.

 

“Op 9 april 1887 lag Willem Bruijn met zijn “Elisabeth” op de rede van Hellevoetsluis. Zij zou een lading hooi en stro in pakken van Dordrecht naar Sunderland brengen. Plotseling werd er brandalarm gegeven; de lading was door broei gaan branden. De marine zond 100 man met blusmateriaal naar de spoedig fel brandende brik. Desondanks brandde zij geheel uit en zonk”.

Toen de “Highlander” in 1899 werd afgekeurd stapte over op het stoomschip “Bestevaer” van de rederij De Groof in Vlissingen. Willem overleed in 1907 op de leeftijd van 65 jaar

Uit. “Vlielandse zeelieden op Vlissingse schepen ofwel De relatie tussen een Vlissingse rederij en een Vlielandse zeemansfamilie” door Siep Zeeman. Spiegel der Zeilvaart, nr. 7:34-37, 1985

Overige bijzonderheden

Provinciale Groningers Courant 03 mei 1895

Hamburg, 30 april. Het Nederlandse barkschip HIGHLANDER, groot 1286 ton, gebouwd in 1869, zal op 14 mei alhier publiekelijk verkocht worden

 

Provinciaal Groninger Courant 17 december 1895

Pensacola, 28 november. Het Nederlandse schip (opm: fregat) HIGHLANDER, kapt. W. Bruyn, naar Buenos Ayres bestemd, is gisteren bij het naar buiten gaan aan de grond geraakt, doch door twee schepen weder vlotgebracht. Het heeft de reis voortgezet.

 

NRC 04 maart 1899

Rotterdam, 3 maart. Volgens telegram van Lloyd’s is het Nederlandse schip HIGHLANDER, van Mobile naar Falmouth, lek te Havana binnengelopen.

 

NRC 08 maart 1899

Rotterdam, 7 maart. Volgens bij Lloyd’s ontvangen telegram uit Havana hebben de experten aanbevolen de lading uit het aldaar lek binnengelopen Nederlandse schip HIGHLANDER, kaptein W. Bruyn, te lossen en het schip in het droogdok te plaatsen tot instelling van een nader onderzoek

 

NRC 09 maart 1899

Havana, 6 maart. Volgens rapport van de aflader van het Nederlandse schip HIGHLANDER, thans hier met schade binnen, is de lading bij Lloyd’s verzekerd. In het belang der assuradeuren is het, ten einde belangrijke onkosten te vermijden, raadzaam om de lading in een ander schip over te laden. Het schip moet lossen om te kunnen dokken en onderzocht te worden; vermoedelijk wordt het afgekeurd. De kosten van lossen, opslaan en weder inschepen der lading zijn zeer belangrijk. (opm: inderdaad constructive total loss verklaard; verkocht aan Amerikanen en nog enkele jaren gebruikt als lichter, (zie ook NRC 280999)

 

NRC 04 april 1899

Havana, 17 maart. De lading van het schip HIGHLANDER, kapt Bruin, van Mobile naar Falmouth, hier lek binnengelopen, is voor GBP 1400 verkocht.

 

NRC 28 september 1899

Havana, 9 september. Het Amerikaanse (opm: ex-Nederlandse) barkschip HIGHLANDER, kapt. Hansen, dat 4 dezer hier van Tampa lek binnenkwam, is de 6^e weder derwaarts vertrokken. (opm: zie NRC 090399)