Inloggen
DOLFIJN - ID 1747


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1898-02-09 / 1916-11-16 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1898
Classification Register: Germanischer Lloyd (GL)
Nat. Official Number: 5512 GRON 1898
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoener
Masten: Two masts
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Jacob Jans Pattje, Waterhuizen, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1898-11-00
Delivery Date: 1899-03-12
Technical Data

Gross Tonnage: 141.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 133.97 Net tonnage
Deadweight: 225.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 33.25 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 31.06 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.07 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.78 Meters Depth, moulded
Draught: 2.44 Meters Draught, maximum
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1899
Datum agenda: 1899-04-25
Register nr: 0
Scheepsnaam: DOLFIJN
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Speelman, R.R.
Plaats: Groningen
Opmerkingen: eerste
1899-02-25, uitreiking91-

Ship History Data

Date/Name Ship 1898-02-09 DOLFIJN
Manager: Reinder Speelman, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Reinder Speelman, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NMGK

Date/Name Ship 1916-01-18 DOLFIJN
Manager: Tonnis Eppinga (Eppenga), Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Tonnis Eppinga (Eppenga), Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NMGK
Additional info: Aankoopprijs HFl. 13.000,--

Ship Events Data

1898-02-09: Dagregister deel 14, nummer 595, den dertiende Februari 1800 acht en negentig. De ondergeteekende, Reinder Speelman, koopvaardijkapitein wonende te Groningen, verklaar bij deze te zijn de eenige eigenaar van het schoenerschip genaamd “Dolfijn”, gebouwd op de werf te Waterhuizen, gemeente Haren, van de firma J.J. Pattje en Zoon, in het jaar achttienhonderd acht en negentig, gemeten bruto op drie honderd negen en negentig en acht en veertig honderdste kubieke meter of een honderd en een en veertig tonnen van twee en drie en tachtig honderdste kubieke meter en netto op drie honderd negen en zeventig en een en vijftig kubieke meter of een honderd en drie en dertig en zeven en negentig honderdste tonen van twee drie en tachtig honderdste kubieke meter, thans nog liggende aan de genoemde werf en gevoerd zullende worden door ondergeteekende. Groningen, den 9 Februari 1800 negen en negentig. D. Speelman. In de kantlijn staat bijgeschreven 5512.
1916-11-16: Final Fate:
Op 16-11-1916 met een lading mijn stutten onderweg van Cristiania ( Oslo) naar New-Castle, op de Noordzee aangehouden door een Duitse U-boot en met bommen tot zinken gebracht. De bemanning werd aan boord genomen van de U-boot en dezelfde middag afgegeven aan de Noorse brik “Ethel”. Deze droeg de equipage nog dezelfde dag weer over aan het Zweedse ss “Ludwig Peyron” (590brt/1880), die hen 4 dagen later te North Shields aan wal bracht.
1916-12-02: Algemeen Handelsblad 02-12-1916. Omtrent het tot zinken brengen van den te Groningen tehuis behoorenden schoener „Dolfijn" door een Duitsche onderzeeboot verneemt onze berichtgever te IJmuiden nog de volgende interessante bijzonderheden: Met een lading mijnstutten (contrabande) was het schoenerschip „Dolfijn", kapitein T. Eppinga, op reis van Christiania naar West Hartlepool, toen op 16 November, des namiddags te half een, op 56 gr. 30 min. N.Br. en 4 gr. 20 min. O.L. een Duitsche duikboot, die ongemerkt was, voor den schoener opdook en seinde, de scheepsboot uit te zetten, om voor een onderzoek met de papieren aan boord van de duikboot te komen. De kapitein en een matroos begaven zich met de documenten in de scheepsboot en roeiden zo spoedig mogelijk naar de duikboot. Toen zij bij den duikbootcommandant waren aangekomen, werd kapitein Eppinga medegedeeld, dat zijn vaartuig wegens het vervoeren van contrabande in den grond geboord zou worden, zoodat hij en zijn bemanning het schip moesten verlaten. Van de duikboot gingen eenige matrozen mede om twee bommen op het schip te plaatsen en het op deze wijze tot zinken te brengen. Aan de bemanning werd gelegenheid gegeven hun particuliere goederen mede te nemen. Inmiddels waren de twee bommen buiten boord gehangen. Deze bommen, door een draad aan elkaar verbonden, moesten waarschijnlijk, volgens onzen zegsman, door middel van electriciteit tot ontploffing worden gebracht. Over den deklast hout werd de noodige petroleum gegoten om het schip in brand te doen steken. Een oogenblik nadat de Duitschers met de schipbreukelingen het schip verlaten hadden, ontploften de bommen. Zien zinken heeft men het vaartuig echter niet, daar, toen men aan boord van de duikboot gekomen was, niets meer van het schip te zien was. De scheepsboot van de „Dolfijn" werd aan boord van de duikboot geheschen. Na een half uur kwam de Noorsche bark „Parnass" uit Christiana in zicht. Onmiddellijk ging de Duitsche duikboot er op af, en toen bleek dat de bark eveneens mijnstutten in had, werd dit vaartuig geheel op dezelfde wijze tot zinken gebracht. De twaalf opvarenden kwamen eveneens aan boord van de duikboot. Des namiddags te twee uur van denzelfden dag kwam de Noorsche brik „Bethel", eveneens uit Christiania, in den aandacht van de duikboot. De „Bethel" kreeg order om te stoppen, hetgeen onmiddellijk geschiedde, waarna de twaalf menschen van de „Parnass en de vier van de „Dolfijn" op de brik werden overgezet. Dit schip ontkwam dus op deze wijze aan den anders onvermijdelijken ondergang. Den 20sten November, dus nadat de schipbreukelingen vier dagen aan boord van de „Bethel" vertoefd hadden — waar de ruimte zeer bekrompen was voor deze onverwachte gasten — kwam het Zweedsche stoomschip „Ludwig Beyron" uit Stockholm, dat onderweg was naar Roven, in de nabijheid van de brik. Den gezagvoerder word verzocht de menschen mede te nemen en in Engeland te landen. Aan dit verzoek werd onmiddellijk voldaan en nog denzelfden dag werden de schipbreukelingen te Nortshields geland. Van daar gingen de Nederlanders naar Hull, vanwaar ze hedennacht door het stoomschip „Minister Tak" te IJmuiden werden aangebracht. De namen der opvarenden van de „Dolfijn" zijn: T. Eppinga, W. Ploeger, D. Lijnema en A. Kruize.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Reinder Speelman werd geboren te Groningen op 21 februari 1870 als zoon van de schipper Roelf Reinder Speelman en Jacobmina Hillegonda Meter

Reinder trouwde te Veendam op 16 februari 1899 als zeeman met Hendrika Koops, geboren ca. 1879 te Dendermonde als dochter van de binnenschipper, later cafehouder Jacob Koops en Elsiena Kuiper. Het huwelijk werd op 31 oktober 1913 te Groningen door scheiding ontbonden. In de scheidingsakte wordt Reinder vermeld als scheepskapitein en de reden voor de scheiding is overspel door Hendrika. Hendrika huwde op 17 februari 1915 te Delfzijl met de machinist Jan Zwart. Hendrika overleed op 30 juni 1953 te Groningen, 74 jaar.

Reinder overleed op 19 januari 1952 te Groningen, 81 jaar.

Burgerlijke Stand gegevens vermelden Reinder Speelman als zeeman in 1899, als schipper/scheepskapitein in 1901, 1904, 1913, zonder beroep in 1922, 1952.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. Speelman was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 12 in de periode 1900 t/m 1917.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de ledenlijsten van “De Groninger Eendracht” vermeld in de Amsterrdamsche Alamank voor Koophandeel en Zeevaart wordt kapitein R.Speelman Jr vermeld als gezagvoerder met vlagnummer 12 van de “Dolfijn”

 

Overige bijzonderheden

Provinciale Groninger Courant 17 november 1900114-

Frederikshaven, 13 november. De Nederlandse schoener DOLFIJN, kapt. R.R. Speelman, van Zwijndrecht naar Odense, is gister alhier binnengelopen om geneeskundige hulp voor de kapitein. Het schip heeft dezelfde dag de reis voortgezet.

 

Dordrechtsche Courant 06 januari 1902114

Delfzijl, 4 januari. De Nederlandse gaffelschoener DOLFIJN, kapt. Speelman, op 28 december vertrokken van Delfzijl op reis van Emden naar Rochester met graan, is als bijlegger met zware slagzijde te Bremerhaven binnen gelopen.

 

NRC 11 januari 1905114

Rotterdam,10 januari. De Nederlandse gaffelschoener JOHANNA ELIZABETH, kapt. Groenewold, is te Bremen en de DOLFIJN, kapt. Speelman, te Hamburg opgelegd.

 

 

 

Datum vanaf: 1899
Kapitein: Speelman, Reinder Roelofz

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten