Inloggen
ASTROOM - ID 16482


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1869-07-20 / 1875-10-15 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1833
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Galjoot
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Ostend (Oostende)
Launch Date: 1833-00-00
Delivery Date: 1833-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 77.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1869
Datum agenda: 1869-07-20
Register nr: 18690489
Scheepsnaam: ASTROOM
Type: Galjoot
Lasten: 77
Gebouwd in plaats: Oostende
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Zuiderveen, U.F.
Plaats: Oude Pekela
Kapitein op moment van verzoek: Tap, A.K.
Opmerkingen: 1871 - 497-datum besluit nieuwe zeebrief12-08-1871-54- schip ligt in :Brugge/ Oude Pekela
Nr oude zeebrief : 1e zeebrief
Gebouwd te Oostende in België

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1833-00-00 JOSEPH
Manager: N.J. de Cock & Frère, Gent, Belgium
Eigenaar: N.J. de Cock & Frère, Gent, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Gent / Belgium

Date/Name Ship 1860-04-00 JOSEPH
Manager: J. Strubbe Baey & Co., Bruges (Brugge), Belgium
Eigenaar: J. Strubbe Baey & Co., Bruges (Brugge), Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Bruges (Brugge) / Belgium

Date/Name Ship 1869-08-24 ASTROOM
Manager: Udo Freerks Zuiderveen, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Udo Freerks Zuiderveen, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Oude Pekela / Netherlands
Callsign: NGBH
Additional info: eerste Nederlandse zeebrief 24 augustus 1869

Ship Events Data

1875-10-00: Final Fate:
Op reis in ballast van Harlingen naar Sundsvall is de ASTROOM, kapt. De Grooth, op of kort voor 15 oktober 1875 bij Thisted gestrand en geheel wrak geworden. De opvarenden zijn gered.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Albert Tap werd geboren op 13 oktober 1832 te Oude Pekela als zoon van schipper Klaas Alberts Tap en Tetje Harms Hesseling. Hij was de broer van de kapiteins en collegeleden Klaas (Klaasz.) Tap (1838) en Harm (Klaasz.) Tap (1844).

Albert trouwde op 23 februari 1860 te Oude Pekela als schipper met Lammechien Borgman, geboren op 15 mei 1835 te Nieuwe Pekela als dochter van de molenaar Albert Antoons Borgman en Aaltje Ottes Smith. Lammechien overleed op 26 september 1903 te Chicago Illinois, USA, Zie: https://www.geni.com/people/Lammechien-Borgman/6000000011111441074

Albert Tap overleed in 1896 in Chicago, Illinois USA, Zie: https://www.geni.com/people/Albert-Tap/6000000011111455410

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Albert (Klaasz.) Tap als schipper in 1860, 1862, 1864, 1865, 1867, 1871, 1874, 1875, 1876, als zeeman in 1878 en als logementhouder in 1882.

 

“Aktenummer: 1875-99, 25-11-1875

Uittreksel uit het dagboek, gehouden aan boord van het Nederlands kofschip “Maria Beerta”, schipper Albert Klaas Tap, op een reis van Harlingen naar Borga en verder op avontuur. Wij arriveerden met een lek schip te Shields, zagen zo spoedig mogelijk hulp te krijgen bij het zieke kind. Op 23 okt. zouden om een dokter enz. Op 24 okt. ’s middags om 18.00 uur, overleed aan boord Albertus, zoon van Albert Tap en Lammechien Borgman, echtelieden, geboren en wonende te Oude Pekela. Op 26 oktober is het voormelde lijk van het kind begraven op het kerkhof te North Shields en in het doodsregister aldaar ingeschreven. Aldus opgemaakt voor extract uit het voormelde journaal te Harlingen op 20 nov. 1875.

Was getekend: schipper Albert Klasens Tap; stuurman George Coenraads Leers; kok Pieter Baanstra.”115

 

PGC 101272

Calais, 4 december. De te Oostwold thuisbehorende kof MARGARETHA, kapitein A.K. Tap (opm: Albertus Harmannus Tap), van Stettin naar Newport is heden in een storm uit het N.O, omstreeks 2 mijlen van het Westelijke havenhoofd van Calais gestrand en wrak geworden. De kapitein en de equipage zijn door de reddingboot van Calais geborgen, doch de kapiteinsvrouw en 2 kinderen (opm: Aaltje Tap-Pott, Frouwina [2 jaar] en Renske [11 maanden]) in de kajuit verdronken.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.K.Tap was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” in Oude Pekela met vlagnummer 121 in de periode 1860 t/m 1877112

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vertrek en terugkomst in Amsterdam093

Kapitein                         Naam van het schip                                       Aankomst                     Vertrek

A.K.Tap                         Maria Beerta                                                  02 april 1860                07 novemberr 1860

                                        Maria Beerta                                                   19 maart 1861              geen vermelding

                                        Maria Beerta                                                   03 september 1861      05 november 1861

                                        Maria Beerta                                                   01 april 1862                29 mei 1862

                                        Maria Beerta                                                   25 juni 1862                 10 augustus 1862

                                        Maria Beerta                                                   26 augustus 1862         21 september 1862

                                        Maria Beerta                                                   03 oktober 1862           07 november 1862

                                        Maria Beerta                                                   23 maart 1863              17 april 1863

                                        Maria Beerta                                                   05 mei 1863                  23 mei 1863

                                        Maria Beerta                                                   06 juni 1863                 geen melding

                                        Maria Beerta                                                   11 juli 1863                  03 augustus 1863

                                        Maria Beerta                                                   geen melding                19 oktober 1863

                                        Maria Beerta                                                   1864 (geen datum)      01 oktober 1864

                                        Maria Beerta                                                   19 oktober 1864           31 juli 1865

                                        Maria Beerta                                                   augustus 1866              23 maart 1867

 

Bouma025 vermeldt A.K.Tap als gezagvoerder gedurende:

*   1861 t/m 1868 van de schoenerkof “Elsje”, gebouwd in 1846 te Pekela, 137 ton o.m., varend voor J.U.Zuiderveen te Pekela. Het schip is in 1868 gezonken. De bemanning werd door de bark “Roebuck” naar Harlingen gebracht (niet in Bouma, dus geen Nederlands schip?);

*   1870 t/m 1874 van de 2-mastschoener “Aastroom” ex Joseph, gebouwd in 1833, bouwlocatie niet vermeld, 145 ton o.m., varend voor W.F.Zuiderveen te Pekela.

*   1875 t/m 1877 van de kof “Maria Beerta”, gebouwd in 1840 te Pekela, 163 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;

*   1878 van hetzelfde schip maar nu varend voor U Zuiderveen te Pekela. Het schip voer in 1879 voor J.J.Koerts & Zn te Pekela en was herdoopt in “Ida”.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

12 februari 1845, schip “Maria Beerta”, kapitein Klaas A.Tap, kajuitwachter Albert K.Tap uit Oude Pekela.

29 juli 1856, kof “Maria Beerta”, kapitein Klaas A.Tap, stuurman A.K.Tap, 25 jaar uit Oude Pekela.

01 maart 1859, schip “Maria Beerta”, kapitein Klaas A.Tap, stuurman Albert Tap uit Oude Pekela.

22 februari 1866, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.

11 februari 1867, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.

20 februari 1868, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.

06 maart 1871, galjoot “A-Stroom”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.

29 maart 1886, bark “Hendrik Onnes”, kapitein Jakob Middel, stuurman Albert Tap, 53 jaar uit Oude Pekela.

14 januari 1887, bark “Henderk Onnes”, kapitein Jakob H.Middel, 1ste stuurman A.K.Tap, 53 jaar uit Onstwedde.

15 juli 1887, bark “Henderk Onnes”, kapitein Jakob H.Middel,  stuurman A.K.Tap, 53 jaar uit Onstwedde

 

Overige bijzonderheden

Informatie G.J.Mulder per e-mail dd 25 januari 2004 (afkomstig van scheepshistoricus Luc Heijboer):

“De AASTROOM is de voormalige Belgische schoener JOSEPH. Dit schip is in 1813 gebouwd te Ostende voor N.J.de Cock & Freres te Gent (Dit bedrijf had alleen zijn Oost Indie vaarders onder Nederlandse vlag gebracht na de Belgische revolutie en geregistreerd te Rotterdam). In 1864 is het schip verkocht aan Strubbe-Bay & Co te Brugge om vervolgens in 1869 verkocht te worden aan W.F.Zuiderveen te Pekela (volgens de Belgische krant Le Precurseur d’Anvers). In 1872 is het schip eigendom van U Zuiderveen, eveneens te Pekela. Op 15 october 1875 is de AASTROOM gestrand ter hoogte van Thisted op reis van Harlingen naar Sundsvall in ballast. De bemanning is met lijnen gered (bron NRC).

 

Krantenartikelen

Provinciale Groninger Courant 29 november 1862114

Advertentie. Mr. B. Haitsema Viëtor, notaris te Winschoten, gedenkt, ten verzoeke van de erven van wijlen de heer A. Kranenborg en vrouw, op dinsdag 6 januari 1863, des avonds te 5 uur in openbare veiling te verkopen de volgende aandelen in zeeschepen, te weten:….

…..1/25 in de ELSJE, kapt. Top. (opm. Tap)…..

 

NRC 11 december 1863114

Zierikzee, 10 december. Het Nederlandse schip ELSJE, kapt. Tap, van Newcastle naar Napels, is hier met verlies van bramsteng, fokkera, zeilen, touwwerk enz., binnengelopen.

 

NRC 22 oktober 1865114

Hammerfest, 8 oktober. Het Nederlandse schip (opm: kof) ELSJE, kapitein A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, is alhier met schade aan de lading binnengelopen.

 

NRC 30 oktober 1865114

Hammerfest, 8 September. Het Nederlandse schip (opm: kof) ELSJE, kapitein A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, dat 27 sept. alhier lek en met andere averij binnenliep, lost de lading, waarvan een gedeelte beschadigd is.

 

NRC 01 november 1865114

Hammerfest, 8 oktober. De Nederlandse schepen ELSJE, kapt. A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, alhier met schade binnengelopen en JANTINA KOBINA, kapitein J.F. de Jonge, van Archangel naar de Maas, mede met schade alhier binnengelopen, zijn bezig de ladingen te lossen; van eerst gemeld schip is een gedeelte daarvan beschadigd.

 

Provinciale Groninger Courant 02 november 1865114

Hammerfest, 8 oktober. Het schip ELSJE, kapt. A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, de 27e september lek, met verlies van boten en twee man van de equipage hier binnengelopen, lost de lading, waarvan een gedeelte beschadigd is.

 

NRC 28 oktober 1868114

Rotterdam, 27 oktober. Het schip ELSJE, kapt. Tap (opm: kof, kapt. Albert Klaas Tap) , in ballast van Nieuwpoort naar Frederikstad, is volgens telegram van Vlie van 27 oktober, in de Noordzee gezonken, doch het volk gered en door een Engelse vissloep bij Vlieland aangebracht.

 

NRC 29 oktober 1868114

Harlingen, 27 oktober. Het Nederlandse kofschip ELSJE, kapt. Tap, is in de Noordzee verongelukt De kapitein, diens vrouw en vijf kinderen, benevens het overige scheepsvolk zijn door een Engelse visser gered en heden alhier aangebracht.

 

Provinciale Groninger Courant 29 oktober 1868114

Delfzijl, 27 oktober. Kapt. Folgering, hier binnen, rapporteert, op 26 oktober op 54º28’ NB en 06º11’ WL te hebben zien zinken een kofschip met ballast. Het ene naambord was verloren, op het andere stond ELSJE. Er was geen volk meer aan boord en de boot was niet aanwezig. (Red. volgens telegram van ’t Vlie van de 27ste, is het schip ELSJE, kapt. A.K. Tap, van Nieuwpoort met ballast naar Frederikstad, in de Noordzee gezonken. Het volk is door een Engelse vissloep gered en op Vlieland aan wal gezet.

 

Leeuwarder Courant 30 oktober 1868114

Harlingen, 28 oktober. Een overzicht leverende van de gevolgen der dezer dagen gewoed hebbende stormen, kunnen wij mededelen, dat onze kusten en dijken weinig of gene schade hebben bekomen. Ter zee waren echter de rampen weder groot. Geredden, alhier binnengebracht, getuigen dat zij twee volle schepen in zee hebben zien zinken, waarvan geen der bemanning is gered. De bemanning der Vlielander loodsboot no. 3 heeft zich ook nu weder werkzaam getoond. Vernemende dat er twee vaartuigen in groot gevaar bevonden stak zij in zee en redde de bemanning van het Nederlands schoenerschip VOORUIT, kapt. Hilbrands, met ballast van Amsterdam, waarbij zich de vrouw en het kind bevond van de kapitein, en bracht die hier zondag behouden binnen met een matroos van het gestrande kofschip ARGO, kapt. J. Douwes, met schors van Harderwijk naar Engeland, waarvan de overige bemanning op de bodem wenste te blijven.

Maandag namiddag werd hier door de sleepboot MAGNET binnengehaald het Noorse schoener-barkschip PRÖVEN, kapt. Andersen, met hout van Frederikstad naar Amsterdam, waarvan de drie masten waren gekapt.

In tijden van nood ziet men ook daden van menslievendheid en zelfvergeting. Dit bleek uit het gedrag van de Engelse oestervisser Rockelsey. Met zijn vangst in de schuit ROBECQ de 25 dezer van Londen komende op 53º50 NB en 03º10 OL, bemerkte hij een schip in zinkende toestand, waarnaar hij koers zette. Het was de ELSJE, kapt. A.K. Top, van Pekela, die hij met de bemanning hier behouden heeft binnengebracht. Hoe de bemanning en anderen ook spraken tot het doen van eis voor tijdverlies en schade aan zijn lading, de edelmoedige man wilde nergens van weten, en zeide dat christenplicht geen beloning mag aannemen. Nog eens heeft hij zulk een edelmoedige daad verricht, waarvoor hij alleen een gouden ring aannam, die hij nog als herinnering daaraan draagt.

Mogen de Engelsen bij zeerampen als schraapzuchtig worden geschetst, Rockelsbey heeft dit nu ten minste gelogenstraft en zijn naam verdient melding in al onze vaderlandse bladen.

 

NRC 31 oktober 1868114

Rotterdam, 30 oktober. Kapt. Folgering, van Frederikstad te Delfzijl binnen, rapporteert den 25 dezer, op zijde liggende te hebben zien drijven een ballast-schoenerkof, hebbende op de naamborden de naam ELSJE.

 

NRC 28 februari 1869114

Rotterdam, 27 februari. Directeuren der te dezer stede gevestigde Zuidhollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen hebben sedert de laatste daarvan in deze courant gedane opgaaf de volgende beloningen toegekend:…..

…..- De grote zilveren medaille aan W. Brockhulsby, voerende het Engelse sloepschip ROBECQ, van Londen, voor de redding van de equipage van het Nederlandse kofschip ELSJE, kapt. K.A. Tap, uit zes man bestaande, benevens des kapiteins vrouw en drie kinderen, op de 25e oktober 1868, bij Vlieland in ontramponeerde toestand verlaten……

 

Dordrechtsche Courant 16 november 1877114

Frederikshaven, 13 november. Het kofschip MARIA BEERTA, kapt. Tap, van Hernösand naar Harlingen met hout, is op Laeso gestrand.

 

Dordrechtsche Courant 17 november 1877114

Frederikshaven, 14 november. Het kofschip MARIA BEERTA, kapt. Tap, op Laeso gestrand, is met assistentie afgebracht.

 

Algemeen Handelsblad 21 november 1877114

Frederikshavn, 14 november. Het Nederlandse schip MARIA BEERTA, kapt. Tap van Hernösand naar Harlingen, alhier binnengebracht na op strand te hebben gezeten, moet lossen.

 

NRC 06 februari 1878114

Frederikshaven, 28 januari. De Nederlandse kof MARIA BEERTA, kapt. Tap, alhier in november ll. binnengebracht, na op strand gezeten te hebben, is heden naar Harlingen vertrokken.

 

NRC 15 mei 1878114

Te Leeuwarden is op donderdag 9 mei (gerechtelijke verkoop) verkocht het Nederlandse kofschip MARIA BEERTA, groot 163 ton, gebouwd in 1840, voor NLG 2.950. Koper J. Koerts te Wildervank.

 

 

Datum vanaf: 1869
Kapitein: Tap, Albert Klaasz
College: De Trouw, Oude Pekela
Vlagnummer: 121
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt O.J.de Grooth als gezagvoerder gedurende:

*    1875 van de 2/msch. “Aastroom”, gebouwd in 1833, bouwlocatie niet vermeld, 145 ton o.m., varend voor W.F.Zuiderveen te Pekela. Bij Thisted gestrand en wrak;

*    1877 t/m 1880 van de sch.brik “Elisa”, ex Rehoboth, ex Gepbiena Helena, gebouwd in 1858 te Sappemeer, 176 ton o.m., varend voor B.J.Scherpbier te Pekela. Het schip werd in 1880 op de Noordzee in zinkende staat verlaten.

 

Overige bijzonderheden

Mulder085 vermeldt:

“12.10.1880 De bemanning van de schoener ‘Elise’, kapt O.J.de Grooth, is in Shields aan land gebracht door het schip “Ocean Mail’ onder kapt Olsen. De ‘Elise’ was in ballast onderweg van Harlingen naar Riga en werd in zinkende staat verlaten. De bemanning werd op 9 oktober op 56.30’bij de Engelse kust opgepikt.”

 

Informatie G.J.Mulder per e-mail dd 25 januari 2004 (afkomstig van scheepshistoricus Luc Heijboer):

“De AASTROOM is de voormalige Belgische schoener JOSEPH. Dit schip is in 1813 gebouwd te Ostende voor N.J.de Cock & Freres te Gent (Dit bedrijf had alleen zijn Oost Indie vaarders onder Nederlandse vlag gebracht na de Belgische revolutie en geregistreerd te Rotterdam). In 1864 is het schip verkocht aan Strubbe-Bay & Co te Brugge om vervolgens in 1869 verkocht te worden aan W.F.Zuiderveen te Pekela (volgens de Belgische krant Le Precurseur d’Anvers). In 1872 is het schip eigendom van U Zuiderveen, eveneens te Pekela. Op 15 october 1875 is de AASTROOM gestrand ter hoogte van Thisted op reis van Harlingen naar Sundsvall in ballast. De bemanning is met lijnen gered (bron NRC).

 

 

 

Datum vanaf: 1875
Kapitein: Grooth, O.J. de
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Oude Pekela
Datum: 1871-03-06
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: A-STROOM
Schipper: Tap, Albert K.
Scheepstype: galjoot
Grootte: 152

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten