Inloggen
CORNELIS SMIT - ID 16104


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1865-04-11 / 1888-08-28 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1865
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Construction Data

Scheepsbouwer: firma J. & K. Smit, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer:
Date Laid Down: 1863-09-30
Launch Date: 1865-01-18
Delivery Date: 1865-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 399.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1865
Datum agenda: 1865-04-11
Register nr: 18650268
Scheepsnaam: CORNELIS SMIT
Type: Bark
Lasten: 399
Gebouwd in plaats: Krimpen ad Lek
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Lels, M.
Plaats: Alblasserdam
Kapitein op moment van verzoek: Weidenaar, R.
Opmerkingen: 1868 - 725-datum besluit nieuwe zeebrief15-12-1868-70- schip ligt in :Krimpen ad Lek
Nr oude zeebrief : 1e zeebrief
Gebouwd te Krimpen ad Lek

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1865-04-11 CORNELIS SMIT
Manager: Murk Lels, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alblasserdam / Netherlands

Date/Name Ship 1883-03-12 CONSTANTIA
Manager: Firma Aug. Köpcke & Co, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Aug. Köpcke & Co, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1880-07-06: Damaged
Mauritius, per telegram van 6 juli. Het Nederlandse schip CORNELIS SMIT, kapt. Spaanderman, van Samarang naar Boston, is hier aangekomen met gebroken boegspriet, verlies van zeilen en slagzij over stuurboord. Het schip behoeft niet te dokken.
1880-09-04: Damaged
St. Helena, 4 september 1880. De CORNELIS SMIT, kapt. Spaanderman, van Java, laatst van Mauritius, hier gepasseerd, heeft geseind, dat de 9e augustus de kluiverboom gebroken werd.
1883-03-12: Sale/Verkoop
( 12-maart-1883) Advertentie. Uit de hand te koop het barkschip CORNELIS SMIT, gebouwd in 1865, groot 654 ton nieuwe meting, met zeer volledige inventartis. Het schip heeft ijzeren masten en onder-ra’s, ijzeren zaadhout, kimmen en onder en bovendekbalken met schrankplaat, goed werkende stoomlier voor lossen en laden, ankerlichten en lenspompen.
Te bezien Binnenhaven Fijenoord te Rotterdam en te bevragen bij de reder Murk Lels te Alblasserdam.
1888-08-28: Final Fate: Wrecked

Rotterdam, 6 september 1888. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram is het Nederlandse barkschip CONSTANTIA, kapt. Schall, van Makassar naar Gorontalo, de 28e augustus bij Makassar totaal verongelukt. (Dit Nederlandse barkschip, ex CORNELIS SMIT, reder dhr. August Köpcke te Rotterdam, groot 654 RT werd gebouwd in 1865 te Krimpen aan de Lek).

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

Naam kapitein           Naam schip            Vertrek                                                                   Terugkomst

R.Weidenaar              Cornelis Smit         05 december 1859                                               24 februari 1861

 

Bouma025 vermeldt R.Weidenaar als gezagvoerder gedurende:

*   1859 t/m 1862 van de bark “Cornelis Smit”, gebouwd in 1851 te Kinderdijk, 719 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Het schip verongelukte in december 1862 in de Chinese Zee;

*   1865 t/m 1870 van de bark “Cornelis Smit”, gebouwd in 1864 te Kinderdijk, 756 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Het barkschip "Cornelis Smit" van reder Murk Lels onder kapitein R.Weidenaar verliet Shanghai op 21 september 1862 en was in zee op de 28ste. Het schip was behoorlijk bemand en moest in ballast naar Java vertrekken. "Den 30sten September werd het schip reeds door een hevigen storm uit het N.N.O. tot N.N.W. beloopen. Den 1sten October werd bijgedraaid om den in hevigheid toenemenden storm af te wachten; men was toen volgens het gegiste bestek voor het Kanaal van Formosa. Des morgenss te half tien uur kwam een zware stortzee over, die het schip plat op zijde wierp en men ontdekte dat tevens de ballast overgeworpen was." Hierna volgt de beschrijving van alle pogingen om het schip te behouden. Men was daarmee doende tot de volgende ochtend. "Toen waren wind en zee iets afgenomen, hoewel het altijd nog hard woei en de zee onstuimig was. Met grote moeite werd de zware ankerketting opgehaald en toen men hiermede bezig was, zag men reeds de branding op de kust van Formosa". Uiteindelijk werd besloten het schip te verlaten. " De Barkas en de middelboot werden uitgezet en bemand, terwijl Kapitein Weidenaar met vier man aan boord bleef, om aan de overigen de geschikste plaats van doortocht aan te wijzen en later de giek te volgen. Kort nadat de booten het schip verlaten hadden, zag men in het Oosten een aantal booten door de branding op het schip af komen. Zij waren spoedig aan boord en de opvarenden gewapend met lansen en messen deden een aanval op de Kapitein en de vier achtergeblevenen". Het lukte om aan land te komen maar "Des nachts, terwijl de booten droog zaten, werden de schipbreukelingen door een aantal Chinezen overvallen, die hen van alles, zelfs van hun meeste kleederen beroofden. Ook het Journaal namen zij mede, doch het gelukte den Kapitein een gedeelte der scheepspapieren, die hij in de hand had, te behouden". De aanvallen waren nog niet voorbij en de plunderingen gingen door. Van 04-20 oktober zaten de kapitein en zijn vier lotgenoten min of meer in de val maar "vonden toen gelegenheid om met een Chineesche boot naar Taks te gaan, onderweg Tay-mar-Fy aandoende, alwaar zij trachtten bij een Mandarijn gehoor te krijgen, hetwelk hun gelukte, maar geen resultaten afwierp. Na een tocht van 4 dagen kwamen zij te Takas aan, vanwaar zij per Hamburger Brik Nancy naar Amoy vertrokken. Te Takas had Kapitein Weidenaar aangifte gedaan van zijn ongeluk en maatregelen genomen, dat door Chineesche booten langs de geheele kust nasporingen zouden worden gedaan, naar de barkas en de middelboot, de eerste bemand met den opperstuurman en 5 matrozen, de tweede met den 2en stuurman en 4 manschappen. Van geen der booten heeft men echter ooit meer iets gehoord".

Dit verslag is ontleend aan het Handelsblad van januari 1863026(39/047ev).

 

De Raad van Tucht bij de koopvaardij deed op 18 januari 1869 uitspraak inzake een klacht tegen Roelof Weidenaar, gezagvoerder van de bark “Cornelis Smit”, varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*

 

Op 17 april 1867 vertrok van Akyab (havenplaats in het uiterste NW van Birma) de bark "Cornelis Smit" van Murk Lels onder kapitein R.Weidenaar en arriveerde te Bremerhaven op 21 augustus 1867 na een reis van 125 dagen026(39/068).

 

In de Bijlagen van een Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 29 december 1885 is sprake van een reis van de “Cornelis Smit” onder kapitein R.Weidenaar naar Havana van 11 mei 1865 t/m de terugkomst op 25 juli 1866.042.

 

 

Datum vanaf: 1865
Kapitein: Weidenaar, Roelof

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt M.C.Disper als gezagvoerder gedurende:

*    1871 t/m eind zeventiger jaren(?) van de bark “Cornelis Smit”, gebouwd in 1864 te Kinderdijk, 756 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam;

*    1876 t/m 1886 van het fregat “Kinderdijk”, gebouwd in 1876 te Kinderdijk, 1040 ton n.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

M.C.Disper was de eerste gezagvoerder van het ijzeren fregat "Kinderdijk", kiel gelegd op de werf van J.& K.Smit te Kinderdijk voor reder Murk Lels te Alblasserdam en in de vaart "in het najaar van 1874" (dit kan niet juist zijn. Bouma025 vermeldt 1876)026(39/283).

 

M.C.Disper was van 1876-1887 gezagvoerder op het ijzeren fregat “Kinderdijk”, gebouwd in 1876 aan de Kinderdijk door J.& K.Smit, 948 ton, varend voor Murk Lels te Kinderdijk.

“Vertrok begin December 1881 van Rotterdam met stukgoederen naar Soerabaya; door storm naar noorden gedreven en 8 December gestrand bij Castricum, waarbij de bemanning door de Egmonder reddingboot werd afgehaald; de lading werd over het strand gelost en het schip werd 1 Februari 1882 vlotgebracht en in IJmuiden binnen gebracht; in Amsterdam gerepareerd, tot bark gereduceerd, opnieuw beladen en midden Mei 1882 opnieuw naar Indië vertrokken.

Sprekend over de vaak onlogische bestemming “for orders” zegt Pronker : “”De reis van de bark “Kinderdijk” in 1885-’86 met suiker van Java is ook zo’n inefficient omgaan door ladingbelanghebbenden met order-havens. Eerst moest de “Kinderdijk” Cadiz aanlopen voor orders en krijgt daar, na twee dagen wachten, opdracht naar Falmouth te gaan voor nieuwe orders; in de Portugeesche Noord op en na 28 dagen over ruim 1010 mijl (voor een zeilschip in werkelijkheid veel meer mijlen) daar weer twee dagen wachten om dan definitief orders voor Dublin te krijgen: dan was Queenstown een betere for-orders-haven geweest …”052.

 

In de Scheepstijdingen van de Harlinger Courant dd 28 mei 1878 staat het volgende bericht096:

Uitgegaan.

Probolingo  27 Maart, Kinderdijk, M.C. Disper, Holland.”

 

1881

De ijzeren driemastbark 'Kinderdijk', op weg van Rotterdam naar Soerabaja (Nederlands-Indië), strandt tijdens een zware storm tussen Castricum en Egmond aan Zee. Aanvankelijk wil de bemanning het schip niet verlaten en kan de roeireddingboot van station Egmond (NZHRM) door de zware brekers niet bij het schip komen. Tijdens de nacht wakkert de wind aan, waardoor de bemanning in paniek raakt en door hen vuurpijlen worden afgeschoten. Ondanks de grondzeeën slaagt de reddingboot er in om met drie tochten de gehele bemanning van boord te halen en veilig op het strand te brengen. Alle bemanningsleden zullen later voor deze redding worden beloond met een medaille.

Bron: scheepsrampen koopvaardij 1855 - 1991

 

In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.

p.76-77 Samenstelling vloot verandert 1880-1890. Gebroeders Smit, Willem Christiaan e.a.121

De bark Kinderdijk onder kapitein M.C.Disper verliet Melbourne op 27 april 1884 en voer wellicht, maar niet zeker, via Kaap Hoorn naar Falmouth waar het op 28 augustus werd geregistreerd.

 

 

Datum vanaf: 1871
Kapitein: Disper, M.C.

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Willemsz Spaanderman werd geboren te Katwijk op 30 augustus 1838 als zoon van Willem Cornelisz Spaanderman en Annetje Cornelisd. de Reus. Hij trouwde te Katwijk in 1866 met Maria Jansd. Klok en overleed ter plaatse op 18 februari 1920.

Hij was kapitein van 1879-1884 op de “Cornelis Smit”, van 1884-1887 op de “F.H.von Lindern”, van 1887-1891 op het fregat “Insulinde” en van 1891-1892 en in 1895 op de ijzeren bark “Senior”.

De publicatie bevat portretten van Maria Jansd. Klok en Cornelis Willemsz Spaanderman en van de bark “F.H.von Lindern”054-163.

Foto (nr.85) beschikbaar van kapitein C.Spaanderman047.

In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt C.Spaanderman als gezagvoerder van:

*      1880 t/m 1883 op de bark “Cornelis Smit”, gebouwd in 1864 te Kinderdijk, 756 ton o.m., varend voor Murk Lelsz te Alblasserdam. Het schip werd in 1884 verkocht aan Aug.Köpcke te Rotterdam en herdoopt in “Constantia”;

*      1885 t/m 1886 op de bark “F.H.von Lindern”, gebouwd in 1883 bij de Nederl. Mij. voor Scheepsbouw te Amsterdam, 985 ton n.m., varend voor von Lindern  & van Vessem te Rotterdam;

*      1887 t/m 1888 op het fregat “Insulinde”, gebouwd in 1879, 1326 ton n.m., varend voor F.H.von Lindern & van Vessem te Rotterdam.

*      1889 t/m 1891 van hetzelfde schip maar nu varend voor J.von Lindern te Rotterdam. Het schip werd in 1891 verkocht naar Noorwegen;

  • * 1893 t/m 1895 op de bark “Senior”, gebouwd in 1885 te Rotterdam, (op de werf van Rijkee & Co), 1088 ton n.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam.

 

“ ‘Amicitia’s’ zusterschip ‘Senior’, onder Kapt.C.Spaanderman, vervoerde begin 1893 ook al eens een lading suiker van Soerabya naar Melbourne, op welke reis zij, na in de Indische Oceaan 3½ dag in een orkaan gezeten te hebben, in 63 dagen Melbourne bereikte.”052.

 

Overige bijzonderheden

Van Koen Suyk te Heiloo kreeg ik dd. maart 2003 een fotokopie van de brief van Murk Lels aan kapitein C.Spaanderman te Rotterdam gedateerd 12 november 1879. In dit schrijven werd door reder Lels het bevel opgedragen aan kapitein Spaanderman van de “Cornelis Smit”. “Wij hopen dat gij u dat vertrouwen zult waardig en dat nimmer zult beschamen.”. De brief vervolgt met een reeks instructies hoe te handelen zodat er aan het einde van de reis een zo groot mogelijke opbrengst het resultaat zal zijn. “Ten einde u eenigsints een idee te geven wat zooal de kosten zijn van de C.Smit en wat wij noodig hebben om met succes te varen zoo laat ik hier volgen een schets van de nu afgeloopen reis.” Dit deel is zeer gedetailleerd en gebaseerd op een cijfermatig overzich van kosten en baten en tevens op verwachtingen omtrent in te nemen lading in Java in verband met oogsttijd en oogstopbrengst van bv. de suiker. Murk Lels dringt er op aan bij eventuele schade een nauwkeurig rapport te laten opstellen. “Somtijds toch zijn die rapporten zoo vaag en ongedecideerd, zonder melding te maken van het Zeeevenement, doch wel van het vinden van stukjes slecht of vergaan hout, waaruit niet zelden voortvloeit dat assuradeuren niet willen betalen, doch de zaak als vic propre  (eigen gebrek) beschouwen. Dit geval heeft zich verleden jaar op Java nog voorgedaan met de Stad Middelburg. In ieder geval, wat er ook voordoet, kijk steeds uit uw eigen oogen en wees zelfstandig want, vooral in averijzaken staat ieder vijandig tegen u over en speculeert in den regel alleen op zijn eigen zak.”

Tevens kreeg ik van Koen Suyk een getuigschrift van Cornelis Spaanderman, opgesteld door Murk Lels, dd 05 november 1889, waarin Lels verklaarde dat Spaanderman “bij hem in dienst is geweest van af april 1865 tot Februari 1883 en wel 12 jaar als stuurman en de laatste 4 jaar als gezagvoerder op het barkschip “Cornelis Smit”. Hij achtte Spaanderman “een zuinig, strikt eerlijk en voortvarend gezagvoerder … “

In het tijdschrift “de Zee” jg.9, 1887, pp.106-108 staat een verslag “Bergloon van het Ned.Schip F.H.von Lindern”. Dit schip was gealden met stukgoederen op weg van Rotterdam naar Batavia en Semarang, bemand met 18 man, alsmede de vrouw van de kapitein.

“De Shipping Gazette van 4 Februari l.l. (=1887) vermeldt het verhoor en de uitspraak van de “High Court of Justice” “Admiralty division” in zake der “Salvage” van het Nederlandsch schip “F.H. von Lindern.”. De eischers voor het bergloon waren, de reeders, gezagvoerder en equipage van de sleepboot ´Conqueror”, …”

“Volgens hunne verklaring bevond zich de “Conqueror” op den avond van 26 December l.l. (=1886) in de “Eastbay of Dungeness” toen men in het ONO het afsteken van blauwlichten ontwaarde. Den koers daarop aan stellende, bevond men, dat de seinen door het Ned. schip “F.H.von Lindern” werden gedaan, welk schip in hachelijke toestand verkeerde … “.

Het gelukte een tros vast te maken, maar die brak weer door zware zee. Na vele pogingen, waarbij het Nederlandse schip in voortdurende moeilijkheden verkeerde, gelukte het de sleepboot de F.H. von Lindern Dover binnen te brengen..

“De “Court” erkende dat aan de diensten door de eischers bewezen, te midden van zulk weêr en met gevaar van hun leven, het behoud van het Ned. schip “F.H. von Lindern” met opvarenden en lading te danken was.”

De Nederlander vond een sleeploon van £ 1000, - voldoende. Uiteindelijk werd een gage van £ 2.500, - toegewezen.

 

De bark “Senior” onder kapitein C.Spaanderman was op 17 mei 1893 te Melbourne en is vermoeddelijk via Kaap Hoorn naar Falmout gevaren, aankomst 08 september en verder naar Havre, aankomst 18 september.121

 

 

Datum vanaf: 1880
Kapitein: Spaanderman, Cornelis Willemsz

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt L.Schall als gezagvoerder gedurende:

  • * 1881 van de 3/msch “Johanna Maria”, ex G.H.Betz, ex Redgauntlet, gebouwd in 1867 te Sunderland, 352 ton o.m., varend voor Aug.Köpcke te Rotterdam;
  • * 1882 t/m 1883 op het 3/m schip “Medea”, gebouwd in 1858 te Rotterdam, 756 ton o.m., varend voor August Köpcke te Rotterdam. Het schip was getuigd als bark;
  • * 1884 t/m 1888 van de bark “Constantia” ex Cornelis Smit, gebouwd in 1864 te Kinderdijk, 654 ton o.m., varend voor Aug.Köpcke te Rotterdam. Het schip is bij Macassar gestrand en wrak geraakt;
  • * 1889 van de ijzeren bark “Elsa” ex Oceaan, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 712 ton o.m., varend voor Aug.Köpcke te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

“Het Nederlandse barkschip ‘Constantia’, gezagvoerder L.Schall vertrok op 26 augustus 1888 om 10.30 uur van de rede van Makassar met als bestemming Rotterdam. Eerst zouden nog ‘Kwandang’ en ‘Gorontalo’ aangelopen worden om in deze havens lading in te nemen. … Het schip koerste om de Noord in de richting van de ‘Spermondes Archipel’ en kwam nog om 4 uur van dezelfde dag ten anker. Wellicht heeft men het daglicht willen afwachten om beter op de landmerken te kunnen navigerren. Bij het aanbreken van de dag werd het anker gelicht en genavigeerd op peilingen van de bakens en de landmerken.” Om ongeveer 12 uur liep het schip aan de grond. De toen zichtbare verkleuring van het zeewater was niet op de zeekaarten vermeld. Direct na de stranding probeerde men vlot te komen maar binnen 10 minuten stond het ruim al vol water. Na scheepsraad werd besloten om assistentie vanuit Makassar te halen. Dat gebeurde met het goevernementsstoomschip “‘Sperwer”. Er werd toen ook geconstateerd dat de opdiepte, waarop het schip vastzat, niet op de kaarten was aangegeven. Na overbrenging van zoveel mogelijke lading werd de volgende dag het schip verlaten.

De Raad van Tucht voor de koopvaardij deed op 14 januari 1889 uitspraak en de conclusie was “dat het niet tijdig verkennen van het onbekende rif niet aan de gezagvoerder kon worden verweten. Door hem was behoorlijk uitkijk gehouden en na de stranding voldoende maatregelen genomen, ‘zoodat ook deswege hem geenerlei blaam’ kon treffen. Gezagvoerder Schall werd ‘mitsdien te dier zake vrijgesproken’ “104.

 

Datum vanaf: 1883
Kapitein: Schall, L.

Afbeeldingen


Omschrijving: CONSTANTIA
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk