Inloggen
DAJE BÖHMER - ID 1584


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1950
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
IMO nummer: 5085354
Nat. Official Number: 7487 Z ROTT 1950
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Shelterdeck open
Masten: Two masts
Rig: 6 derricks, 6 winches
Lift Capacity: 3 ton each
Material Hull: Steel
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: A. Vuyk & Zonen, Capelle aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 716
Launch Date: 1949-11-05
Delivery Date: 1950-02-08
Technical Data

Engine Manufacturer: Gebr. Sulzer A.G., Winterthur, Switzerland
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 7
Power: 750
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Sulzer (1943) Halberg Maschinenbau & Giesserei A.G., Ludwigshafen.
Speed in knots: 11
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 500.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 252.00 Net tonnage
Deadweight: 883.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 68797 Cubic Feet
Bale: 63252 Cubic Feet
 
Length 1: 64.70 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 60.34 Meters Registered
Beam: 9.89 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.07 Meters Registered
Draught: 3.83 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 00-05-1958
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Bij Fa. Nienhuis & v.d. Berg een nieuwe hoofdmotor ingebouwd: 4tew 8 cil 1000 Pk Deutz nr. 2179574/581 Type RBV8M545 (320x450) 380 rpm 12 Kn

Ship History Data

Date/Name Ship 1950-02-08 DAJE BÖHMER
Manager: W. Böhmer's Scheepvaartbedrijf N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Reederij 'Nautiek', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PDNF

Date/Name Ship 1972-10-30 ATTIKI
Manager: Myron Shipping Company Ltd., Limassol, Cyprus
Eigenaar: Myron Shipping Company Ltd., Limassol, Cyprus
Shareholder:
Homeport / Flag: Famagusta / Cyprus
Additional info: Hfl. 328.000,-- / In 1974 homeport: Limassol.

Date/Name Ship 1979-00-00 ASHRAF-I
Manager: Noha Kamel Chouhaibar, Beirut (Beyrouth), Lebanon
Eigenaar: Noha Kamel Chouhaibar, Beirut (Beyrouth), Lebanon
Shareholder:
Homeport / Flag: Beirut (Beyrouth) / Lebanon
Callsign: ODGH

Ship Events Data

1949-12-13: Trouw 13-12-1949: Nieuw schip voor de rederij „Nautiek”. Op de scheepswerf van de firma A. Vuyk en Zonen te Capelle aan de IJssel is met goed gevolg te water gelaten het m.s. „Daje Böhmer", groot 850 ton deadweight, bestemd voor de N.V. Rederij „Nautiek" te Rotterdam. Het schip, dat in Februari a.s. in de vaart zal worden gebracht, wordt van een 750 p.. sulzermotor voorzien bij het scheepsinstallatiebedryf „Nederland" te Rotterdam- Voor dezelfde rederij staat nog een tweede schip van hetzelfde type op stapel, dat vermoedelijk eind Januari 1950 van de helling zal glijden.
1950-01-31: Als DAJE BÖHMER, zijnde een stalen motorschip, groot 1416.37 bruto inhoud volgens meetbrief afgegeven te 's Gravenhage no. 7958 d.d. 26-01-1950, liggende te Capelle a/d IJssel, door C. van Oossanen, scheepsmeter te Rotterdam, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 7487 Z ROTT 1950 op het achterschip aan B.B. zijde in achterwand dekhuis, 7.45 m. uit hekplaat, 1.50 m. uit lengteas en 1.50 m. boven dek.
1950-02-09: Trouw 09-02-1950: Een vrouw bestuurt met veel beleid N.V. Rederij „Nautiek”. Hulde aan Neerlands enige rederesse. „Wij zullen meer moeten avonturieren dan rentenieren", zei Mr. Oyevaar, de directeur-generaal van de Scheepvaart, onlangs, en waar Neerlands enige vrouwelijke reder dat woord door haar daden bewaarheidt, zouden daar haar mannelijke collega's achterblijven? Met deze vrouwelijke reder (of moeten wij zeggen ~rederes", of misschien zelfs „reedster"? ) maakten wij gisteren kennis tijdens de proefvaart van de kustvaarder „Daje Böhmer" van de N.V. Rederij Nautiek" te Rotterdam. De reder is Mevrouw M. Böhmer—Teegelaar en hoewel wij weten, dat zij er zeer op tegen is, dat wij enige aandacht aan haar persoon besteden, achten wij het toch niet verantwoord onze lezers onkundig te laten van de ondernemingsgeest dezer, ondanks haar mannelijke taak, toch immer charmante vrouw. Oorspronkelijk werd de directie van de N.V. Rederij "Nautiek" gevoerd door de echtgenoot van Mevrouw Böhmer, doch toen deze in 1948 kwam te overlijden, besloot zijn weduwe, die met drie kinderen achter bleef, het levenswerk van haar man voort te zetten. De rederij beschikte over een schip van 10S5 ton, de „Marietje Böhmer", en nog tijdens het leven van de heer Böhmer was reeds een order geplaatst bij de Fa. A. Vuyk & Zonen te Capelle a. d. IJssel, voor de bouw van de coaster "Daje Böhmer". Het zusterschip van de „Daje", de "Wiebolt Böhmer", eveneens inmiddels in aanbouw bij de fa. Vuyk, zal over enkele maanden in de vaart komen. De beide laatste schepen zijn vernoemd naar Mevrouw Böhmers oudste twcee kinderen en wie weet zal ook haar jongste, Frans, nog eens zijn naam mogen zien prijken op een vierde schip van Neerlands enige vrouwelijke reder. Want al vergt haar taak als rederesse ook veel van haar, in de allereerste plaats is mevrouw Böhmer toch moeder, die haar kinderen wil zien groot worden zoals vader dat gewild zou hebben. Het vereist moed, vastberadenheid en een grote dosis fantasie als enige vrouw te treden in de lange rij van Neerlands reders. Daarom wensen wij Mevrouw Böhmer toe, dat hoe vaak het bij het besturen van iinar rederij ook nodig zal zijn „een beetje bakboord" of "een beetje stuurboord" te geven, toch het hoofdcommando zal kunnen blijven het rustig-zekere, aan elke zeeman vertrouwde: „Recht-zodie-gaat'."
1950-11-15: De Volkskrant 15-11-1950: „Da Capo” krijgt hulp. Groningen, 14 Nov. (ANP). — De Groningse kustvaarder „Da Capo", die gisteren in de Golf van Biscaye in moeilijkheden kwam, krijgt thans hulp van de Amsterdamse „Daje Bohmer". Dit schip heeft de „Da Capo" hedenavond laat bereikt. Tot dusver is de „Da Capo" niet gestrand, maar gevreesd wordt dat dit niet te vermijden zal zijn.
NvhN 17-11-1950: Da Capo en Daje Böhmer in Bilbao. De Groninger kustvaarder Da Capo is gisteren door de Amsterdamse kustvaarder Daje Böhmer de haven van Bilbao binnengesleept. Toen de beide schepen de haven naderden, raakte de sleepkabel verward in de schroef van de Daje Böhmer. Na enige uren kon men de kabel verwijderen. Vanavond zal laatstgenoemd schip naar Amsterdam vertrekken.
Het Parool 27-11-1950: De „Daje Böhmer” klaarde het. Hulp bij vliegende storm in Golf van Biscaje. (Van een onzer verslaggevers) De „Daje Böhmer". een negenhonderd tons-scheepje, dat zojuist in de Amsterdamse haven is teruggekeerd, heeft onder de Spaanse kust een hachelijk avontuur beleefd toen het bij vliegend stormweer een ander Nederlands schip te hulp wilde komen. ,De „Daje Böhmer" is het eigendom v/n de Rotterdamse rederes mevrouw Eröhmer, maar vaart in charter voor de KNSM. Het schip had in Leixoes (Portugal) stukgoed geladen als kurk en wijn en was op weg naar Bilbao. Op 14 November 's nachts twaalf uur kreeg men radio-contact met de „Da Capo", een kustvaarder van rederij Van der Laan. De kapitein van de „Da Capo" liet weten, dat hij in moeilijkheden was. De schroefas was vastgelopen en het schip dreef od twintig mijl van Estaca Point. De „Daje Böhmer" zat op dat ogenblik ruim tweehonderd mijl van het bedreigde schin af. dat machteloos ronddreef. Met sterk verhoogde snelheid zette kanitem Kornelis Drent koers in de richting van de „Da Capo". Het was geen plezierreisje in de golf van Biscaje daar het schip door de hoge deining en de opgevoerde snelheid afwisselend zwaar stamote en slingerde. ..Wij maar poken met die kar om er gauw bij te komen", zegt kapitein Drent. Vierentwintig uur later was men er bij. Tros over. Andere boten hadden zich toen ook al gemeld, o.a. de sleepboot „Hudson". De “Da Capo" kon daar echter niet op wachten, het schip lag nog slechts een mijl of tien uit de wal en het gevaar dreigde dat het binnen enkele uren op de stenen te pletter zou slaan. Op de basis „no cure no pay" (geen geld als het niet lukt) werd de hulp van de “Daje Böhmer" aanvaard. De tros ging over, en om vier uur in de morgen kwam men slaags. „Toen was er een moment, dat mijn hart bleef stilstaan", zegt de kapitein van de „Daje Böhmer". „We dreven naar lager wal op zeventig vaam water. Ik had de machine geprobeerd. Er stond een hel van een deining. We lagen dwars en ik wilde het achterschip afdrukken. Laat nou ineens de motor weigeren. En daar lagen in dat beesteweer die twee schepen op een akelige manier naar elkaar toe te kletteren. Ik wist niet waar ik het eerste zijn moest ik was boven en beneden tegelijk". Het is allemaal in orde gekomen, maar niet zonder dat zich eerst nog moeilijkheden met de sleeptros hadden voorgedaan, waarbij tweede stuurman Brands en daarna kapitein Drent zelf met de touwladder buitenboord zijn geweest om de trachten de tros door te snijden. Maar ten slotte kreeg men de „Da Capo" te pakken en sleepte haar veilig de haven van Bilbao binnen. Kapitein Drent is jong, maar vaart toch al zestien jaar, waarvan tien als kapitein. „Maar zo'n gijntje". betoogde hij, „heb ik nog nooit bij de hand gehad, en ik heb er bij kunnen vaststellen dat ik op een goed schip vaar. De „Daje Böhmer" deed het reusachtig. Dat was ook wel nodig!"
1951-08-27: Trouw 27-08-1951: Nederl. schip in nood. Het “Daje Böhmer", groot 499 ton, van de N.V. rederij “Nautiek" te Rotterdam verkeert in moeilijkheden wegens motorschade. Positie van het schip 80 mijn N.O. van Minorca. De Nederlandse coaster „Nero" van de K. N. S. M. zal assistentie verlenen. Uit Marseille is een sleepboot op weg naar de “Daje Böhmer”. Beide schepen kunnen eerst Dinsdag ter plaatse zijn.
1960-04-09: Het Vrije Volk 09-04-1960: Daje Böhmer in aanvaring met Russisch schip. De Rotterdamse kustvaarder Daje Bohmer, die op weg was naar Kopenhagen, is vanmorgen vroeg nabij het lichtschip Texel in aanvaring geweest met de voor anker liggende Russische tanker Kazbek. Er hing een dikke mist. De Daje Bohmer kreeg schade, een meter boven de waterlijn en keerde onmiddellijk naar IJmuiden terug. Daar zal een onderzoek worden ingesteld.
1960-11-apr De Volkskrant 11-04-1960: Kustvaarder had aanvaring. Den Haag, 10 april. — De Nederlandse kustvaarder „Daje Bohmer", metende 500 bruto registerton, heeft zaterdagmorgen in 'n dikke mist 'n aanvaring gehad met de voor anker liggende Russische tankboot „Kazbek". De aanvaring geschiedde voor Texel. De kustvaarder heeft ongeveer een meter boven de waterlijn schade opgelopen. Het schip is naar IJnuiden teruggekeerd. De rederij van de „Daje Bohmer" is de rederij Bohmer te Rotterdam.
De Volkskrant 09-06-1960: „Schuldig aan aanvaring”. Schorsing van stuurman voorgesteld. (Van onze verslaggever) Amsterdam 9 juni „Stuurman D. P. S. uit Vlissingen acht ik schuldig aan de aanvaring van zijn schip, de kustvaarder „Daje Böhmer", met het Russische tankschip „Kazbek". Ik stel de raad voor, de stuurman te straffen door hem voor de tijd van twee weken zijn bevoegdheid als stuurman te “ontnemen." Aldus concludeerde de inspecteur voor de scheepvaart gistermiddag voor de Raad voor de Scheepvaart in Amsterdam. De aanvaring vond plaats op 9 april jongstleden, toen de Nederlandse kustvaarder op weg was van Amsterdam naar Kopenhagen. Buitengaats was de kapitein een paar uur gaan slapen; hij had het commando aan de stuurman , overgedragen. Omstreeks half zeven werd het mistig. Stuurman S. verklaarde, dat hij de instructie om de kapitein bij mist te waarschuwen, niet had opgevolgd, omdat hij hem zijn rust gunde. Ter hoogte van het Texelse vuurschip ontdekte S. omstreeks kwart voor negen de met walvistraan geladen Rus. Ondanks zijn onmiddellijke commando „volle kracht achteruit" kon een botsing niet meer voorkomen worden. De inspecteur voor de scheepvaart was van mening, dat „S. te snel (op halve kracht) gevaren had en dat „in verband met de weersomstandigheden niet gezorgd was voor een uitkijk in de bak.” Volgens de inspecteur treft de kapitein geen blaam.
Het Parool 09-06-1960: Aanvaring met Rus behandeld. Stuurman, zou schuld hebben aan ongeluk (Van een onzer verslaggevers) Amsterdam, donderdag. — Twee weken ontzegging uit de bevoegdheid als stuurman te varen adviseerde gistermiddag de inspecteur van de scheepvaart, de heer J. F. van Doorn. In de zaak tegen de 28-jarige stuurman D. P. S. van de Nederlandse kustvaarder Daje Böhmer van de Rotterdamse rederij Nautiek. De heer S. en zijn kapitein, de heer W. Baan uit Rotterdam, moesten voor de raad voor de scheepvaart verschijnen in verband met een lichte aanvaring van hun schip met het Russische tankschip Kazbek op 9 april in de buurt van het lichtschip Texel. De inspecteur meende, dat stuurman S. tekort was geschoten in het uitoefenen van zijn taak. De Daje Böhmer was de morgen voor de aanvaring uit Amsterdam vertrokken voor een reis naar Kopenhagen. Nadat de sluizen van IJmuiden waren gepasseerd nam de stuurman de wacht over en ging de kapitein naar bed. Enkele uren later raakte het schip in de mist. De stuurman liet na de kapitein te wekken, ondanks een daartoe bij slecht zicht geldend consigne. Ook was geen extra uitkijk op post gezet. De daartoe aangewezen man moest eerst eten. Even voor half negen 's avonds doemde plotseling de Russische tanker uit de mist op. Het schip lag dwars op de koers van de Daje Böhmer op ongeveer 300 meter afstand. Hoewel stuurman S. onmiddellijk volle kracht achteruit liet geven kon een aanvaring niet meer worden vermeden. De inspecteur meende dat kapitein Baan vrijuit ging. Gealarmeerd door het plotseling achteruit varen van zijn schip verscheen hij pas aan dek, toen ingrijpen niet meer mogelijk was. De raad voor de scheepvaart zal op 28 juni uitspraak doen.
Het Parool 19-074-1960: Scheepvaartraad straft stuurman voor aanvaring. Russische tanker in mist geramd. (Van een onzer verslaggevers) Amsterdam, dinsdag. De raad voor de scheepvaart heeft de 28-jarige D. P. S. uit Vlissingen de bevoegdheid om als stuurman te varen op zeeschepen ontnomen voor de tiid van een week. De raad heeft hem schuldig bevonden aan de aanvaring tussen het Nederlandse m. s. Daje Bohmer en het ten anker liggende Russische tankschip Kazbek op 19 april van dit jaar bij het lichtschip Texel. De Daje Bohmer — eigendom van de N. V. Rederij Nautiek te Rotterdam — had te Amsterdam stukgoed geladen en was op weg naar Kopenhagen. De kapitein was, omdat hij zeer vermoeid was, naar kooi gegaan toen het schip de pieren van IJmuiden achter zich had en de stuurman kreeg de wacht. Er kwam mist opzetten, maar S. meende, dat het niet nodig was de kapitein te roepen. Ondanks het feit, dat hij bovendien geen goede uitkijk heeft laten houden, heeft hij ook niet de voorgeschreven matige vaart aangehouden, die bij beperkt zicht in acht moet worden genomen. De Daje Bohmer werd bij de aanvaring zo zwaar beschadigd, dat het schip naar Amsterdam terug moest keren. Kapitein Willem Baan uit Rotterdam werd van schuld vrijgesproken.
1961-03-24: Algemeen Handelsblad 24-03-1961: Vrouw M.Koole-Teegelaar: Vrouw, die schepen laat varen. Een nuchtere stem door de telefoon: „Ja, ik ben wel de enige vrouwelijke reder in Nederland, geloof ik, maar een interview? Ik heb al eens in een damesblaadje gestaan en dat vond ik bepaald geen succes." “Mevrouw, dan spijt het mij dat ik u heb lastig gevallen." Zij reageert met een lachje: „Laat ik 't nog één keer proberen. En dan op Uw eigen verantwoording — ik heb niet veel te vertellen." In Moorman's Jaarboek voor Scheepvaart en Scheepsbouw (nietwaar? Je komt nog 'ns ergens en je ziet nog 'ns wat....) heb ik even gespiekt: Mevrouw M. Koole—Teegelaar is eigenares en directielid van de N.V.Rederij Nautiek in Rotterdam. Opgericht op 7 februari 1938 als W. Böhmer'scheepvaart Bedrojf N.V.: reders, cargadoors, bevrachtingsagenten, assurantiën, toezicht voor nieuw- en ombouw en reparatie van schepen. Zakelijk: Kort en zakelijk vertelt zij de geschiedenis: „Mijn toenmalige echtgenoot Willi Böhmer, oprichter van deze rederij, overleed in 1948. Na deze dood heb ij het bedrijf 3½ jaar alleen voortgezet en toen ben ik hertrouwd met ir.L.Koole, scheepsbouwkundige...” Dat betekent: elke morgen om negen uur bestijgen de heer en mevrouw Koole één trap in hun woonhuis de Mathenesserlaan en gaan dan tegenover elkaar aan hun bureau zitten. Avonds, na kantoortijd, komen ze weer beneden en praten dan aan tafel met de oudste zoon van 21 (die het als goed rederszoon reeds tot ,,assistent bevrachting" heeft gebracht) nog wat door over de lopende zaken. Voor mijn huwelijk was ik werkzaam als procuratiehoudster bij een soortgelijk bedrijf. In de scheepvaart is een kwestie van praktijk opdoen, In de loöp der jaren leer je het vak door veel vallen en opstaan. Ik had wel eerst de Mulo afgelopen, en daarna door zelfstudie mijn talen wat bijgespijkerd — een goede talenkennis is voor ons onontbeerlijk, dat begrijpt u." Mevrouw Koole is — en wie zou zoiets niet met vreugde constateren — een elegante vrouw met verzorgde, rood gelakte nagels. Zij rookt veel te veel sigaretten, terwijl ze nerveus verteld dat de scheepvaart er op het ogenblik niet zo rooskleurig voorstaat: Maken we een vergelijking met de Amerikaanse rederijen, die zwaar worden gesubsidieerd door de regering, dan moet me van het hart dat onze regering erg weinig voor de Nederlandse rederijen doet. Ook in andere landen krijgen dergelijke bedrijven belastingfaciliteiten — hier niet. De recent afgekomen revaluatie treft de Nederlandse scheepvaart wel in hevige mate. Want ook contracten met maatschappijen hier te lande worden afgesloten in buitenlandse valuta, meestal in shillings." Ze kijkt snel op bij mijn poging tot begrip: „Tarieven verhogen? Weet u wat dat inhoudt? Voor elke lading worden de tarieven apart vastgesteld, afhankelijk van het aanbod op de markt, en met aanbod bedoel ik lading èn beschikbare schepen. Na de oorlog zijn er veel te veel schepen gekomen, te weinig worden er gesloopt. De concurrentie is dus zwaar. De Grieken bijvoorbeeld, kochten veel oude schepen op en daar varen ze nu nog mee. Wanneer wij onze vloot willen moderniseren, dan worden we door onze eigen, afgedankte schepen beconcurreerd.... Het vorig jaar was dat ook het geval met Denemarken. Verder is het aannemen van een lading weer een vak op zich. Op school leerden we immers het verschil tussen een kilo veren en een kilo lood, het ene produkt heeft meer ruimte nodig dan het andere. De retourvrachtmogelijkheden moeten ook in aanmerking genomen worden : Het gebeurt dikwijls dat we pas op het laatste moment in een buitenlandse haven een lading vinden voor een van onze schepen. Hoe dat gebeurt? Wij lezen natuurlijk de persberichten en we ontvangen circulaires waarin schepen en ladingen worden aangeboden. Onze schepen zijn volgens de maat (gemiddeld 100—1400 ton) kustvaarders, maar de Willi heeft nog pas met stukgoed een reis genaakt naar de Caraibische Zee." De vier schepen van de Rederij Nautiek worden door mevrouw Koole met voornaam aangeduid: de Willi, de Frans, de Daje en de Wiebold. „Ze zijn genoemd naar mijn eerste man en onze drie kinderen, die ten tijde van de aankoop nog op school zaten en met de hele klas voor de doop op de werf mochten komen — dat was een groot feest." Onzeker: Zij geeft toe dat het redersbedrijf een onzekere vorm van bestaan oplevert: „Je hebt te maken met een schip dat op zich zelf een kostbaar bezit is, èn met een waardevolle lading. Zo'n schip is gebonden aan een bepaalde diepgang en je moet dus goed op de hoogte zijn van de accommodatiemogelijkheden van elke haven. Wij hebben daar een mooie gids voor: „The Blue Book". Je moet de afstanden kunnen uitrekenen tussen de verschillende havens en er wordt van je verwacht de ligkosten voor je schip te kennen, want die zijn in elke stad anders. Londen en Liverpool zijn bijvoorbeeld heel duur. Rotterdam is goedkoop en er wordt snel gewerkt, wij kunnen al direct een lagere prijs noteren voor een schip dat naar Rotterdam gaat." De fotograaf arriveert. Op verzoek stelt mevrouw Koole zich op bij het model van de Marietje Böhmer, dat een prominente plaats in de directiekamer inneemt: „Dit was al het derde schip dat naar mij is genoemd", zegt zij wat weemoedig. „We hebben deze Marietje verkocht, naar Israël.." Het gesprek komt dan op de verzekering: „Als reder heb je een agent en je zorgt voor een bepaalde risicoverzekering. Je bent aansprakelijk voor schade indien het schip een gebrek heeft. Je sluit de lading af (meestal per telefoon, telex of telegram) en je bent ervoor verantwoordelijk dat je kapitein de lading in goede toestand aan boord ontvangt. De juiste (afgesproken) laadtijd dient te worden aangehouden, staking en mist zijn in dit verband zeer ongunstige omstandigheden. Ook eventualiteiten als congesties — tijdens vorstperioden of als er niet genoeg arbeiders zijn om te lossen — moeten worden gecalculeerd in de vrachtprijs." Lucide indruk: Als de telefoon gaat, doet mevrouw Koole met koele stem zaken. Ondanks de nervositeit maakt zij een zeer lucide indruk. Zij heeft het over „de Willi" en „ik voel er niets voor om tegen... te concurreren, laat hij er gelukkig mee worden." De heer Koole knikt me eens toe: „Mijn vrouw weet van wanten. In het begin reageerden de collega's wel wat laatdunkend, maar nu zijn ze er aan gewend met mijn vrouw op volkomen gelijk niveau zaken te doen." Zij komt terug, beaamt: „Eerst had ik niet veel zelfvertrouwen en dacht wel eens: waarom verkoop je het bedrijf niet, dan kun je stil gaan leven... Maar als ik zag hoe zelfs de grootste zakenlui fouten maakten, was ik weer getroost en zei tegen mezelf: vergissen is menselijk." Haar echtgenoot vertelt dat het personeel graag voor deze rederij werkt: ,,Ze krijgen bij ons waar ze recht op hebben, voeding en accommodatie ziin prima. Verschillende kapiteins zijn bij ons als matroos begonnen. Zoals u waarschijnlijk weet, heerst in de scheepvaart een tekort aan arbeidskrachten (waar eigenlijk niet?). Een aardig voorval: op een dag kwam een pas aangemonsterde matroos met een tandeloze mond bij mij een voorschot vragen om een nieuw gebit te kunnen kopen. Ik gaf hem het geld plus een treinkaartje Rotterdam-Marseille, waar hij diezelfde week zou afvaren. Wij hebben niets meer van de jongen gehoord, hij heeft zich nooit vertoond in de haven van Marseille. Ik ben ervan overtuigd dat hij zodra hij mijn deur uitkwam, zijn gebit weer in z'n mond stopte, het treinkaartje op het station inwisselde en vrolijk bij een andere baas is gaan solliciteren. Werk genoeg...." De grote vraag aan eigenaars van vrachtschepen (afgezien van het dagelijks terugkerende verzoek om foto's, door verzamelaars) is natuurlijk: „Hebt u passagiersaccommodatie?" Mevrouw Koole antwoordt: „Zelf ga ik tegenwoordig niet meer mee, ik houd niet van zeereizen. De ruimte op een schip is mij te beperkt.... Maar onze kapiteins nemen nogal eens studenten mee, die in de vakantie als werkend passagier voeding en overtocht verdienen." Zij schudt ontkennend het hoofd als ik vraag of zij exotische souvenirs heeft van haar reizen: „Ik heb erg veel gereisd in mijn leven (het liefst ga ik naar Griekenland) maar ik zou niets kunnen opnoemen dat in ons eigen land niet te koop is." Even later: „Ja zeker, de inrichting van de schepen houden wij in eigen hand. We zijn op de hoogte van alle materiaal. De interieurs van de kooien mogen niet te mooi zijn, „weer- en waterbestendig" is zacht uitgedrukt; de zeelui banjeren er met grote waterlaarzen doorheen." Mevrouw Koole is ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Haar commentaar: „Men zegt dat ik veel voor de Nederlandse scheepvaart heb gedaan. Natuurlijk had ik de boel kunnen verkopen. Ik heb echter nieuwe schepen bijbesteld en het bedrijf voortgezet, zeer zeker ook in het belang van mijn zoons. Toen ik die ridderorde kreeg, prees men deze vorm van werkverschaffing. Maar dat is dan meteen weer zo'n groot woord .( Joke Fehmers.)
1966-04-09: Het Vrije Volk 09-04-1966: Honderdste bij KNSM. (Van een onzer verslaggevers) Zaterdagmorgen is: bij de KNSM aan de Prinses Béatrixhaven (Eemhaven) het 100ste schip aangekomen sinds de opening van het nieuwe KNSM-emplacement aan deze haven op 1 februari van dit jaar. . .
Het 100ste schip is de Nederlandse coaster Daje Böhmer, 499 ton, die met stukgoed van Amsterdam kwam. De coaster was voor de gelegenheid gepavoiseerd.
1987-00-00: In verwaarloosde en verlaten staat opgelegd in Barcelona, Spanje, alwaar het schip op 8 maart 1987 werd gezien door M. Lindenborn.
1990-04-00: Final Fate:
Na jaren te zijn opgelegd, te Barcelona gesloopt door Recuperaciones Mostoles S.A.

Afbeeldingen


Omschrijving: De tewaterlating van de DAJE BÖHMER op 5 november 1949.
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Tewaterlating

Omschrijving: De proefvaart op 8 febr. 1950
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam collectie Arense/Lazet
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Proefvaart

Omschrijving: DAJE BÖHMER
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Skyfotos Ltd.
Onderwerp: Luchtfoto

Omschrijving: DAJE BÖHMER
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Clarkson, John

Omschrijving: DAJE BÖHMER
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Luchtfoto

Omschrijving: DAJE BÖHMER
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: DAJE BÖHMER, charter Dammers & Van der Heide
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Luchtfoto

Omschrijving: ATTIKI 14 april 1972
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Jan H.
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: ASHRAF-I
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Mac Fie, D. (Donald)

Omschrijving: ASHRAF I in 1987 te Barcelona
Collectie: www2museum.eu (collectie D. Swierstra)
Vervaardiger: Grootenboer, Ton
Onderwerp: Havenopname