Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
naam schip vertrek aankomst
W.J.Coers Cheribon 28 november 1861 niet vermeld
Bouma025 vermeldt W.J.Coers als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1864 van de bark “Cheribon”, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 752 ton o.m., varend voor P.van Rossem & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
W.J.Coers vertrok op 19 december 1861 vanuit Nieuwediep met de “Cheribon” en een detachement van 6 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 04 april 1862 na 106 dagen065*.
Zierikzeesche Courant 09 maart 1864
Op 07 maart 1864 is te Brouwershaven gearriveerd de “Cheribon”, kapt. W.J.Coers, herkomst niet vermeld maar met bestemming Rotterdam.
Datum vanaf: |
1857 |
Kapitein: |
Coers, W.J. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Aimé Marie Swarts werd geboren op 19 mei 1818 te Oostende als zoon van de Rooms-Katholieke Philippe Mathieu Swarts, meester broodbakker, en Therese Anna Allegoet, beiden wonende te Oostende.
Hij woonde te Rotterdam en was gehuwd op 24 februari 1847 te Rotterdam met Hermina Johanna Huezer, geboren op 08 november 1824 te Rotterdam als dochter van de Rooms-Katholieke Johannes Stephanus Huezer en Hendrika Wilhelmina Willemsen.
Hij overleed te Rotterdam aan de Schiedamsche Singel op 08 november 1875005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.M.Swarts was met vlagnummer R187 in de periode 1847/48 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
A.M.Swarts was in 1849 en van 1867-1870 afwisselend commissaris en in 1871 permanent commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.M.Swarts met vlagnummer R187 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851, 1855, 1858 van het fregat “Soerabaya” 330 last voor Jacques Serruys & Co te Rotterdam
* 1859 van het fregat “Samarang” 383 last voor Jacques Serruys & Co te Rotterdam
* 1862 van de bark “Koophandel” 280 last voor Jacques Serruys te Rotterdam
* 1863 geen vermelding van schip en reeder
* 1864 t/m 1866 van de bark “Cheribon” 398 last voor P. van Rossem & Zoon ,Rotterdam
* 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.M.Swarts als gezagvoerder gedurende:
-
* 1848 t/m 1859 van het 3/m schip “Soerabaya”, gebouwd in 1838 te Dordrecht, 624 ton o.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam;
-
* 1860 op het fregat “Samarang”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 725 ton n.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam. Het schip is in 1860 gesloopt;
-
* 1862 t/m 1863 van de bark “Koophandel”, gebouwd in 1849 te Dordrecht, 531 ton o.m., varend voor J.Serruys & Co te Rotterdam;
-
* 1865 t/m 1867 van de bark “Cheribon”, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 752 ton o.m., varend voor P.van Rossem & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant van begin maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende096:
“AMSTERDAM, 3 Maart. Het schip Sourabaya, kapt. Swarts, van Bezoekie naar Rotterdam, in Brouwershaven binnen, heeft, volgens brief van Rotterdam van den 2 dezer, den 24 December op de hoogte van Mauritius, wegens lekkage, circa 100 balen koffij over boord moeten werpen.”
Het fregat “Soerabaja” onder kapitein A,M,Swarts werd op 03 april 1854 geregistreerd te Callao. Langs welke route de Zuid-Amerikaanse westkust is bereikt is onbekend. Wel is bekend dat mop 21 oktober 1854 de terugreis via Kaap Hoorn naar Engeland werd ondernomen.121
Familiegegevens en opleiding
Johannes Reiniersen werd geboren op 03 januari 1838 te Amsterdam. Hij behaalde op 28 juli 1860 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Reiniersen was met vlagnummer R20 in de periode 1864 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der zeevaart058.
J.Reiniersen was in 1871 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.Reiniersen met vlagnummer R20 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1864 t/m 1866 van de bark “Zeemanshoop” 361 last varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam
* 1867 van de bark “Cheribon” 398 last varend voor P.van Rossem & Zoon te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.Reiniersen als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1867 van de bark “Zeemanshoop” ex Jan Schouten, gebouwd in 1853 te Dordrecht, 721 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam;
* 1871 van het fregat “Europa”, gebouwd in 1863 te Krimpen aan de Lek, 1275 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Lucas Jans werd geboren op 25 april 1816 te Texel als zoon van de schipper Jan Hindriks Dik en Aaltje Ottes Boiten.
Lucas trouwde op 26 december 1846 te Veendam als zeeman met Jacobje Jans Smit, geboren op 05 juli 1823 te Veendam als dochter van de scheepstimmerman Jan Hindriks Smit en Marchien Berends (Rubring). Jacobje overleed op 18 december 1893 te Oosterdiep/Veendam, 70 jaar, weduwe.
Lucas overleed op 26 november 1884 te Veendam. 68 jaar, zonder beroep. (Als geboorteplaats wordt opgegeven Zierikzee.)
Burgerlijke Stand archieven in de provincie Groningen vermelden Lusa als zeeman in 1846, als schipper in 1875 en zonder beroep in 1884.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
L.J. Dik was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart’ met vlagnummer T4 resp. 91 in de periode 1853 t/m 1884
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt L.J.Dik als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1855 van de kof “Jantina Annechiena”, gebouwd in 1848 te Veendam, 117 ton o.m., varend voor H.G.Sap te Veendam;
* 1855 t/m 1856 van de schoenerbrik “Gier” ex Elisa, ex Anjien, gebouwd in 1834 te Capelle aan de IJssel, varend voor P. van Rossem & Zn te Rotterdam;
* 1857 t/m 1870 van de bark “Kaap Hoorn”, gebouwd in 1854 te Vlaardingen, 475 ton o.m., varend voor P. van Rossem & Zn te Rotterdam. Het schip is in 1870 verkocht naar Duitsland;
* 1871 van de bark “Elly” ex Cheribon, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 752 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam;
* 1873 t/m 1874 van het 3-mastschip “Rotterdam”, gebouwd in 1865 te Elshout, 756 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam. Het schip werd als bark getuigd;
* 1876 t/m 1881 van het 3-mastschip “Rotterdam”, gebouwd in 1865 te Elshout, 756 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam. Het schip voer in 1882 voor W.A. Huygens te Amsterdam en was herdoopt in “Willem”.
In de Naamijst van leden van het Veendammer zeemanscollege 1862, uitgegeven door de zeemanscolleges uit Wildervank en Nieuwe Pekela staat kapitein L.J.Dik als gezagvoerder van de “Kaap Hoorn” met vlagnummer T4/91.
In een overeenkomstige naamlijst van leden van het Veendammer zeemanscollege uit 1880 staat L.Dik als gezagvoerder van de “Rotterdam” met vlagnummer 91
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen bevat:
10 juni 1833, schip “Vrouw Rika”, kapitein Rente Everts Zoutman, kok L.J.Dik, 17 jaar.
Overige bijzonderheden
L.J.Dik vertrok per 31 maart 1859 vanuit Nieuwediep met de “Kaap Hoorn” en 1 landmachtsoldaat naar Indië en arriveerde op 01 augustus 1859 na 123 dagen065.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Volgens Bouma025 was J.E.de Jong van 1877-1881 gezagvoerder van de bark "Groen van Prinsterer" voor reders Voorhoeve & Jelier te Rotterdam.
Bouma025 vermeldt J.E.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1872 t/m 1875 van de bark “Elly” ex Cheribon, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 752 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam;
* 1877 t/m 1880 van de bark “Groen van Prinsterer”, gebouwd in 1876 te Rotterdam, 926 ton n.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam;
* 1881 t/m 1883 van het 3/m schip “Prins Hendrik” ex ’s Gravenhage, gebouwd in 1866 te Bolnes, 1998 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Uit Handelsblad 24 juli 1876:
"Amsterdam 23 Juli. Te Charlois is gisteren van de werf van de scheepsbouwmeester Rou met goed gevolg te water gelaten het fregatschip GROEN VAN PRINSTERER, groot 1500 tonnen, gevoerd zullende worden door Kapt.de Jong, zullende varen onder boekhouderschap van de Heer Jelier te Rotterdam"038.
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Tinholt werd met vlagnummer 844 per 17 juni 1851 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.Koert. Als zijn schip is genoemd de “Pomona” 002. Ten tijde van de inschrijving was Tinholt 24 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 10/17 juni 1851 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Antoni Tinholt, oud 24 jaar, voerend de schoner “Pomona”, op voordracht van kapitein C.Koert.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
844 1851-1853 schoner Pomona H.F.Bultman
452 1854 geen vermelding van schip en boekhouder
1855-1865 bark Aletta Augusta J.A.Pol
1866-1873 bark Aletta Augusta J.C.Bast te Hoorn
1874 geen vermelding van schip en boekhouder
1875-1878 bark Elly Voorhoeve & Jelier te Rotterdam
1879-1894 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
J.A.Tinholt Alette Augusta 29 juni 1860 02 augustus 1862
Aletta Augusta 30 mei 1862 niet vermeld
Aletta Augusta geen melding 29 mei 1863
Aletta Augusta 30 november 1863 uit zee teruggekomen 31 december vertrokken
Aletta Augusta 25 augustus 1866 15 juli 1867
Aletta Augusta 25 oktober 1867 13 juni 1868
Bouma025 vermeldt J.A.Tinholt als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1854 van de schbrik “Pomona”, gebouwd in 1845 te Elbing, 98 ton o.m., varend voor H.F.Bultman te Amsterdam;
* 1856 t/m 1864 van de bark “Aletta Augusta”, gebouwd in 1854 te Halte (O-Friesland), 327 ton o.m.`varend voor J.A.Pol te Amsterdam;
* 1865 t/m 1874 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.C.Bats Te Hoorn/ In 1875 voer het schip voor Mr. P.A.Tenkick te Amsterdam en was herdoopt in “Theodora Catharina”;
* 1876 t/m 1879 van de bark “Elly” ex Cheribon, gebouwd in 1857 te Vlaardingen, 752 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam. Het schip werd in 1879 verkocht voor de sloop.
In een overzicht uit 2006 meldt Heijboer:
In 1879 te Dordrecht gesloopt door Sunderman & van de Weg.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door J.A.Tinholt.104.
De bark “Aletta Augusta”onder kapitein J.A.Tinholt werd vermeld van Amsterdam en op 09 juli 1859 van Valparaiso, dus na ronding van Kaap Hoorn. Via enkele zuid-amerikaanse havens aan de westkust van augustus- december werd zonder nadere datum Rotterdam bereikt, geladen met salpeter. Ook op deze terugreis moet Kaap Hoorn zijn gerond.121
|