Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Serlé was met vlagnummer R158 in de periode 1847/48-1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein P.Serlé met vlagnummer R158 als gezagvoerder van058:
* 1849, 1851 van de bark “Elisabeth” 314 last varend voor C.W. van Dam & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt P.Serlé als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1852 van de bark “Elisabeth”, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor C.W. van Dam & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1848 |
Kapitein: |
Serlé, P. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.R.Bok als gezagvoerder gedurende:
- 1853 t/m 1856 van de bark “Elisabeth”, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor C.W. van Dam & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Willem Cornelis Veenstra werd geboren in 1809 te Breda als zoon van de Nederlands Hervormde Marinus Veenstra en Maria Gezina van Daatzelaar.`. Hij woonde te Delfshaven o.a. aan de Schoonderloostraat nr. 80 en aan de oostzijde van de Oude Haven Wijk C nr. 72.
Hij was gehuwd met Lena Maria Oortwijn, geboren 01 december 1811 te Buiksloot of Landsmeer, Nederlands Hervormd.
Hij overleed op 11 september 1872 te Delfshaven in huis nr. 72005.
Willem Cornelis Veenstra uit Breda werd per 17 december 1821 als leerling “ingenomen” aan de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij was toen 12½, 1 el/44½ duim lang en had de kinderziekten gehad. Volgens doopcedule 1465 werd hij gedoopt op 15 juli 1809 als zoon van Martinus Veenstra uit Heereveen, en Maria Gesina van Daatzelaar uit Amsterdam, beiden gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving was de vader overleden en de moeder wonend aan de Laagte van de Kadijk “en gaande uit werken”.
Van de schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten opgesteld van 01 januari 1822 t/m 01 januari 1826. Voorts zijn er de volgende opmerkingen vermeld:
21 april 1824 “bij den konstapel”;
26 oktober 1824 “geplaatst als kajuitwachter op ’t schip Jacoba Elisabeth Johanna, kapt. P.J.Boer naar Suriname”;
23 augustus 1825 “terug van de reis met goede attestatie”;
10 februari 1826 “geplaatst als ligtmatroos op het schip rotterdam commandeur Jacob Keller naar Straat Davids à ƒ16 p.md”;
28 oktober 1826 “terug van de reis met goede attetstatie;
01 november 1826 “Verzoekt en bekomt zijn ontslag met attestatie en certificaat vrijstelling van de Nat. Militie004-532/1465.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.C.Veenstra (adres bij kaptn H.Mulder) werd met vlagnummer 550 per 15 september 1840 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.Mulder. Als zijn schip werd genoemd “De Beurs van Rotterdam”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Veenstra en zijn vrouw 31 resp. 29 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1842 en 2 dochters uit 1840 en 1844002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 08/15 september 1840 werd voorgedragen/benoemd Willem Cornelis Veenstra, oud 31 jaar, voerend de bark “De Beurs van Rotterdam”, met als adres en op voordracht van kapitein H.Mulder. Hij kreeg vlagnummer 550023.
W.C.Veenstra was met vlagnummer R175 in de periode 1840 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse Zeemanscollege Maatschapij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
550 1840 bark De Beurs van Rotterdam geen opgave
1841-1850 bark de Beurs van Rotterdam C.W.van Dam & Co te Rotterdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.C.Veenstra met vlagnummer R175 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 de bark “Beurs van Rotterdam” 290 last voor C.W. van Dam & Co te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 de bark “Elizabeth” 315 last voor C.W. van Dam & Co te Rotterdam
Vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
W.C.Veenstra Elisabeth 18 februari 1860 26 januari 1861
Bouma025 vermeldt W.C.Veenstra als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1855 van de bark “Beurs van Rotterdam”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 540 ton o.m., varend voor C.W.van Dam & Co te Rotterdam;
* 1857 t/m 1862 van de bark “Elisabeth”, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor C.W. van Dam & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
W.C.Veenstra vertrok per 08 maart 1860 vanuit Brouwershaven met de “Elisabeth” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 juni 1860 na een reis van 104 dagen065.
De bark “Beurs van Rotterdan” onder kapitein W.C.Veenstra vertrok van Hellevoetsluis op 26 december 1851 en zeilde via Kaap Hoorn naar Valparaiso waar het op 22 april 1852 aankwam. Via dezelfde route terug staat het schip geregistreerd te Valencia op 25 november 1852.112
Familiegegevens en opleiding
Jacobus Snoek, Luthers Herstelde Gemeente, werd per 01 september 1838 “ingenomen” als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij werd geboren te Amsterdam op 30 maart 1825 als zoon van Arie Snoek, ambtenaar bij de stedelijke belastingen te Amsterdam, wonende op de Haarlemmerdijk nr.128, en Anna Christina Stam.
Van de schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten opgesteld in de periode januari 1839 - juli 1841 in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (Hollands, Frans en Engels) en scheepswerk. Voorts is opgemerkt:
05 april 1841 “aangenomen tot Lidmaat der Herstelde Ev.Luth. Gemeente door Do Nokerman(?)”;
09 juni 1841 “geplaatst als Ligtmatr. Op het schip Lucia Maria Capt. Jaski naar Batavia voor Amst. Gagie ƒ8,-“; (noch in de monsterrollen011 noch bij Bouma025 wordt een kapitein Jaski op de Lucia Marina vermeld)
16 juli 1842 “terug van de reis met goed attest”;
02 september 1842 “gepl. als ligtm. Op het schip Plancius Cap. Rotgans naar Batavia voor Amst. ƒ9,-“;
30 mei 1843 “terug van de reis met goed attest”;
31 mei 1843 “eervol ontslagen” 004-532/1864.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Snoek werd met vlagnummer 898 per 02 november 1852 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.Zoetelief. Als zijn schip is vermeld de “Immegonda Sara Clasina”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Snoek en zijn vrouw 27 re4sp. 22 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd.26 oktober/02 november 1852.werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacobus Snoek, oud 27 jaar, voerend he fregat “Immagonda Sara Clasina”, wonend op de Kadijk nr. 626 te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.Zoetelief.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
898 1852-1853 fregat Immagonda Sara Clasina Soc.van Scheepsbouw
504 1854 fregat Immagonda Sara Clasina idem
1855-1859 brik Jacoba Carolina J.Roelofs & J.Beuns
1860 geen vermelding van schip en boekhouder
1861 bark Elisabeth H.& F.Kröne te Rotterdam
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
J.Snoek Elisabeth 15 augustus 1861 april 1862
Bouma025 vermeldt J.Snoek als gezagvoerder gedurende:
-
* 1853 t/m 1855 op het 3/m schip “Immegonda Sara Clasina”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 770 ton o.m., varend voor P.Scheffer & Zn te Amsterdam;
-
* 1856 t/m 1860 van de brik”Jacoba Carolina” ex Cybele, gebouwd in 1837 te Apenrade, 220 ton o.m., varend voor Beuns & Roelofs te Amsterdam. Het schip werd in 1860 verkocht naar Hamburg;
* 1862 t/m 1864 van de bark “Elisabeth”, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor H.& F.Kröner te Rotterdam;
* 1864 t/m 1865 van de bark “Wilhelmina”, gebouwd in 1860 te Boom (B.), 713 ton o.m., varend voor H.& F.Kröner te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
De Raad voor Tucht bij de koopvaardij deed op 12 augustus 1863 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Jacobus Snoek, gezagvoerder van de bark “Elisabeth”, varend voor reder Kröner te Rotterdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
Het fregat “Immegonda Sara Clara” onder kapitein J.Snoek vertrok op 14 mei 1853 vanaf Texel. Op 02 augustus had het schip te Rio de Janeiro een gebroken mast. Via Kaap Hoorn wordt het gemeld op 03 januari 1854 te Valparaiso en op 12 maart 1854 te San Francisco. Op 31 maart werd het door de Nederlandsche Handelmaatschappij gecharterd voor een reis naar NOI.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Storm als gezagvoerder gedurende:
- * 1864 van de bark “Elisabeth”, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor H.& F. Kröner te Rotterdam. Het schip werd in 1868 verkocht naar Hamburg (maar Bouma vermeldt niet wie in de tussentijd de gezagvoerder was).
Overige bijzonderheden
Geen
|