Inloggen
BATAVIER - ID 13466


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1842-03-17 / 1863-05-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1842
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Cornelis Smit, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1840-00-00
Launch Date: 1841-07-17
Delivery Date: 1842-03-07
Technical Data

Gross Tonnage: 315.00 lasts
Gross Tonnage 2: 597.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 315.00 lasts
 
Length 1: 36.93 Meters Registered
Beam: 6.69 Meters Registered
Depth: 5.44 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1842
Datum agenda: 1842-03-17
Register nr: 18420150
Scheepsnaam: BATAVIER
Type: Bark
Lasten: 315
Gebouwd in provincie: Zuid Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hendrichs & Co., Gebr.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Grim, D.
Opmerkingen: eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1842-03-07 BATAVIER
Manager: Firma Gebr. Hendrichs & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1852-03-04 BATAVIER
Manager: Cornelis Gijsbertus van der Lee, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alblasserdam / Netherlands

Date/Name Ship 1854-09-25 BATAVIER
Manager: Dirk Keus, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren volgens cedule d.d. 3 maart 1842:

Cornelis Smit, Alblasserdam (8/16e part),

Gebr. Hendrichs & Co., Amsterdam (boekhouders van het schip en 6/16e part),

H. Lans, Haarlem (1/16e part) en

H. van Voorthuizen, Amsterdam (1/16e part)

Eigenaren volgens cedule d.d. 10 juni 1852:

Cornelis Gijsbertus van der Lee,boekhouder Alblasserdam 1/4e part

Jan SmitCorneliszoon, Alblasserdam 1/4e part

Cornelis Smit, Alblasserdam 2/4e part

Eigenaren volgens Acte van koop/verkoop d.d. 22 september 1854:

Dirk Keus, particulier te Rotterdam (6/20e part),

firma P.A. van Es & Co., cargadoors te Rotterdam (2/20e part),

Frits Adriaan Melich Meijncker, rentenier te Rotterdam (2/20e part),

Hendrik Hermanus Roelofs Heijermans, koopman te Rotterdam  (2/20e part),

Bauke Bangma, zeilmaker te Rotterdam (1/20e part),

Johannes Paulus de Cock, cargadoor te Rotterdam (1/20e part),

Jacobus Noltee, koopvaardijkapitein te Rotterdam (2/20e part)


 

Ship Events Data

1852-05-24: Sold at auction
Advertentie. Barend Bakker Wz, makelaar, zal op maandag 24 mei 1852, des avonds ten 6 ure, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van de notarissen Houtman & Franke verkopen een extra ordinair, welbezeild gekoperd en kopervast barkschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd BATAVIER, gevoerd door kapt. D. Grim, volgens Nederlandse meetbrief lang 37 ellen 50 duim, wijd 6 ellen 79 duim, hol 5 ellen 45 duim en alzo gemeten op 617 tonnen of 326 lasten. Breder volgens inventaris en nadere informatie bij bovengemelde makelaar.
1855-06-00: Damaged
Rotterdam, 26 juli. Het bericht, dat wij gisteren nopens het Nederlandse barkschip BATAVIER, kapt. Noltee, uit San Francisco mededeelden, is gebleken onjuist te zijn. Het schip heeft wel gedurende de reis slecht weder ondervonden en daarin schade aan tuig en zeilen bekomen, maar heeft niet, zoals gemeld, de stengen verloren.
1863-05-00: Sold to foreign country
Advertentie. De veiling van het barkschip BATAVIER zal geen voortgang hebben, als zijnde uit de hand verkocht. (opm: naar Noorwegen)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Daniel Grim werd geboren te Amsterdam op 22 augustus 1810 als zoon van Daniel Grim en Jannetje Loopeker.

Hij trouwde op 09 januari 1840 te Amsterdam als koopvaardijkapitein met Christina Elisabeth van Otterlo, geboren te Amsterdam op 02 november 1808 als dochter van Sweerus van Otterlo en de koekbakster Isabella Christina Chavan. Christina overleed op 08 december 1891.

Daniel overleed in 1858 en bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam vermeld.118.

In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Daniel Grim, geboren 22 augustus 1810 (of 1811) te Amsterdam, Nederlands Hervormd, wonend in Haarlemmer Houttuinen 60, in 1852 op het Kattenburgerplein vanaf 1866 op de Lindeboomsgang 441 bij de Prinsengracht alle te Amsterdam.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Grim werd met nr.419 lid van Zeemanshoop per 05 mei 1835 op voorspraak van H.Blokziel. Zijn schip was de "Susanna"002.

Op 18 april/05 mei 1835 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop kapitein Daniël Grim, 25 jaar, voerend het schip “Susanna”, wonend bij Mevr. de Wed. D.Grim, O.Z.Voorburgwal naast de Illustre School te Amsterdam, op voordracht van H.Blokziel023.

 

D.Grim werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1843.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 juni 1858 staat een aanvraag voor uitkering van de weduwe van kapitein D.Grim, geb. C.E. van Otterlo, welke haar in de vergadering van 24 juni 1858 voor haar en 1 kinde wordt toegekend ingaande 01 augustus 1858.042

In de Bestuursvergadering 24 juni 1858 vraagt de weduwe van D.Grim alsnog voor een maand gage vanwege de schipbreuk van haar man en deze wordt toegewezen.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 juli 1858 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein D.Grim geb. van Otterlo 1 maand gage is uitgekeerd. In de notulen dd 13 juli 1858 staat dat C.E.Grim geb. van Otterloo een uitkering krijgt per 01 augustus 1858 voor haar en 1 kind.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       419                             1835                       fregat               Susanna                               Nederl.Scheepsreederij

       306                             1836                       fregat               Susanna                               idem

                                           1837                       bark                  Clara Henriette                   idem

                                      1838-1839                 bark                  Susanna                               idem

                                           1840                       bark                  Straat Sunda                       Gebr.Henrichs & Co

                                      1841-1851                 bark                  Batavier                               idem

                                      1852-1853                 fregat               Amphitrite                           J.Luden

        97                         1854-1857                 fregat               Amphitrite                           J.Luden

 

Bouma025 vermeldt D.Grim als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1837 op de bark “Suzanna”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;

*    1838 t/m 1839 van de brik “Clara Henriëtte”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 292 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam. Het schip werd in 1839 verkocht;

*    1839 op het 3/m schip “Suzanna”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam. Het schip voer in 1840 voor Kerkhoven & Coutinho te Amsterdam en was herdoopt in “Urania”;

*    1841 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1842 t/m 1844 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1853 t/m 1857 op het 3/m schip “Amphitrite”, op 23 juni 1840 op de werf ‘d Oranjeboom te Amsterdam te water gelaten met als scheepsbouwmeester de Graaf en Zn, 790 ton o.m., varend voor J.Luden te Amsterdamzie ook 013. In 1857 komende van Batavia gestrand bij Noordwijk. De lading verloren gegaan.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 09 mei 1837

Rotterdam, 8 mei. Kapt. C.W. Flens, voerende het schip DE VRIENDEN, van Batavia, Samarang. Soerabaya en Banjoewangi in Texel binnen, rapporteert, dan den 11 januari met hem van Banjoewangi zijn vertrokken de schepen SUSANNA, kapt. D. Grim, en de VIER GEBROEDERS, kapt. B.C. Jaski, beide mede naar Amsterdam.marhisdata

 

Handelsblad 21 december 1857 in de rubriek Scheepstijdingen

“Aangaande het schip Amphitrite, kapt. Grim, van Bat herwaarts gedestineerd, bij Noordwijk gestrand, wordt gemeld, dat het over de bank gestooten was; van de lading was een gedeelte der thee in eene bomschuit geborgen, terwijl men bezig was zooveel mogelijk te bergen”.

Verhandelingen en Berigten …056 (jg.1858, p.42)

             Vermelding van de Amphitrite onder kapitein Grim van Batavia naar Amsterdam met als lading “goederen”. en dan:

             “17 Dec. 1857 bij Noordwijk gestrand en totaal weg. Betrekkelijk weinig gered”.

 

Het NSM bezit een aquarel door J.Spin van het schip.

 

D.Grim verzorgde per 07 januari 1857 vanuit Nieuwediep met de “Amphitrite” een troepentransport van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 mei 1857 na 118 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1842
Kapitein: Grim, Daniel
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt kapitein Welger (zonder initialen) als gezagvoerder gedurende:

*   1845 t/m 1852 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Algemeen Handelsblad 08 oktober 1844114

Amsterdam, 6 oktober. Volgens bericht van Batavia van 16 juli, zouden vandaar vertrekken de schepen:….

BATAVIER                                        “          Welger….

 

Algemeen Hanelsblad 03 januari 1845114

Amsterdam, 2 januari. Volgens brief van kapt. De Jong. voerende het schip JUPITER, van Batavia naar herwaarts, in dato 1 dezer, lag hij alstoen in het Schulpengat bij de uiterton ten anker, en kon wegens het ijs niet binnenkomen.

Het schip BATAVIER, kapt. Welger, van dito naar dito, lag de 31ste december voor het gat van Texel ten anker, doch kon, mede wegens het ijs niet binnenkomen.

 

 

Datum vanaf: 1844
Kapitein: Welger, X.X.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Verheij Bz was met vlagnummer R19 in de periode 1848 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1864 heeft bedankt als effectief lid.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein C. Verhey als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851      op de bark “Jonge Cornelis”        177 last      varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam

*   1855                 op de bark “Delfshaven”             346 last      varend voor T. von Holst te Delfshaven

*   1858, 1859      op de bark “Jan van Brakel”       258 last      varend voor Pistorius & Bicker Carten te Rotterdam

*   1862, 1863      geen schip vermeld

 

Bouma025 vermeldt C.Verhey Bz als gezagvoerder gedurende:

*   1849 t/m 1852 op de bark “Jonge Cornelis”, gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 346 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam. Het schip is op 31 december 1852 gestrand op Schouwen;

*   1853 t/m 1854 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor C.G.v/d Lee te Alblasserdam;

*   1855 t/m 1857 van de bark “Delfshaven”, gebouwd in 1854 te Delfshaven, 656 ton o.m., varfend voor T. van Holst te Delfshaven.

 

Overige bijzonderheden

NRC 14 april 1860114

Hongkong, 27 februari. Het Nederlandse schip JAN VAN BRAKEL, kapt. Verheij (opm: bark, mogelijk kapt. C. Verweij), dat 14 dezer alhier, na een reis van 35 dagen van Soerabaija arriveerde, is op de reis door zware stormen belopen en heeft daarin een lek bekomen en zeilen verloren. Na ontlossing van de lading zal men eerst kunnen beoordelen, welke reparatie het schip moet ondergaan

 

 

 

Datum vanaf: 1852
Kapitein: Verheij Bz, C.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Jacobus Noltee was met vlagnummer R277 in de periode 1850 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein JacS. Noltee met vlagnummer R277 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1851                      van de bark “J.C.J. van Speijk”                 274 last              varend voor F.Smit te Kinderdijk

1855                      van de bark “Batavier”                               331 last              varend voor D.Keus te Rotterdam

1858, 1859           geen vermelding van schip en reder

 

Bouma025 vermeldt J.Noltee als gezagvoerder gedurende:

*    1845 t/m 1852 (moet vermoedelijk 1851 zijn) van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam;

*    1851 t/m 1853 op het fregat “J.C.J. van Speyk”, gebouwd in 1834 te Kinderdijk, 512 ton o.m., varend voor F.Smit te Alblasserdam. Het schip was als bark getuigd. In de Witte Zee vero ngelukt.

 

Overige bijzonderheden

De bark “Batavier” onder kapitein J.Noltee werd vermeld van Cardiff en op 10 juni 1855 van San Francisco, dus middels een ronding van Kaap Hoorn. Na verblijf in Callao en Chincha (guano) vertrok het schip op 05 januari 1856 van Callao naar het Kanaal, dus weer via Kaap Hoorn.121

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Noltee, Jacobus

Familiegegevens en opleiding

Hindrik Deddes van Wijk werd geboren te Nieuwe Pekela op 15 december 1807 als zoon van de schipper/eigenaar en later landgebruiker Dedde Hindriks van Wijk en Anna Oosterveld.

Hindrik trouwde op 26 januari 1832 te Nieuwe Pekela als schipper met Hinderika Harms de Weerd geboren op 19 maart 1813 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Harrm Harms de Weerd en Jantje Alberts Hubert. Hinderika overleed op 27 juni 1892 te Nieuwe Pekela, 79 jaar. weduwe.

Hendrik Deddes overleed op 04 december 1867 te Nieuwe Pekela, 59 jaar, rustend schipper.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Hindrik vermeld als schipper/scheepskapitein in 1832, 1833, 1837, 1844, 1847, 1849, 1852, 1857, 1860 en zonder beoep/rustend schipper in 1863, 1867.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.D.van Wijk (adres Kranenborgh & Zn) werd met vlagnummer 439 per 20 oktober 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.F.Klein. Als zijn schip is genoemd de “Hendrik Wester”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 31 en de vrouw 26 jaar. Ingeschreven staan drie zonen, geboren in 1833, 1837 en 1847, en twee dochters, geboren in 1839 en 1844002a

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 23/30 oktober 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Deddes van Wijk, leeftijd niet vermeld, voerend de bark “Hendrik Wester”, wonend te PekelA en met als adres de heer Kranenborg en Zonen te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.F.Klein. Hij kreeg vlagnummer 439023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 januari 1840. Bedankt in 1860003.

 

H.D. van Wijk was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 1838 t/m 1854 met vlagnummer 439 en van 1854 t/m 1859 met vlagnummer 169.

 

H.D. van Wijk was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 36 in de periode 1852 (wellicht 1851) t/m 1867.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 20 januari 1846 wordt gemeld dat aan 14 manschappen van de “Twee Cornelissen” onder kapitein H.D. van Wijk ieder een maand gage is toegekend wegens schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 november 1858 wordt een maand gage toegekend aan kapitein H.O. van Wijk wegens schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1859 staat een verzoek om een uitkering door kapitein H.D. van Wijk welke wordt afgewezen. Een herhaald verzoek per 24 februari 1859 met weer een afwijzing.042.

In de notulen van de Algemene ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop (datum vergeten te noteren. Zal in 1846 zijn geweest -zie hierna) staat het verzoek van een 12-tal equipageleden van de “Twee Cornelissen” onder kapitein H.D.van Wijk om een ondersteuning vanwege de schipbreuk van hun schip. Een ieder krijgt 1 maand gage uitgekeerd.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      439                       1838-1840    bark                Hendrik Wester                                   Kranenborg & Zn

                                     1841-1843    fregat              Maria                                                    Gebr.Hartsen

                                        1844          fregat              De Twee Cornelissen                         Jhr.P.Hartsen

                                     1845-1846    fregat              Maria                                                    idem

                                     1848-1853    fregat              Maria                                                    Gebr.Hartsen

      169                          1854          fregat              Maria                                                    idem

                                        1855          geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1856-1858    bark                Batavier                                                D.Keus te Rotterdam

                                        1859          geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.D van Wijks als gezagvoerder gedurende:

*   1833 t/m 1834 van de kof “Concordia”, gebouwd in 1823, bouwlocatie niet vermeld, 81 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is te Harlingen geregistreerd, 1 maal komend van Petersburg en 6 maal van Noorwegen;

*   1835 t/m 1838 van hetzelfde schip en eveneens varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.

*   1839 t/m 1841 van de bark “Hendrik Wester”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;

*   1842 t/m 1845 van het tweedeks fregarschip “Maria”, gebouwd in 1839 te Amsterdam door scheepsbouwmeester Jan Nuveen op de werf St. Jago in de Groote Bikkerstraat, 600 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*   1845 van het fregat “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor P.Hartsen te Amsterdam. Komend van Batavia bij Eastbourne gestrand;

NRC 02 januari 1846

Eastbourne, 28 december 1845. De TWEE CORNELISSEN, kapt. Van Wijk (opm: fregat, bouwjaar 1832; kapt. H.W. van Wijk), van Batavia naar Amsterdam, is deze morgen dicht bij Pevensey-Sluice (opm: ten noordoosten van Eastbourne) op de kust geworpen en zal naar alle waarschijnlijkheid geheel verloren zijn. De equipage is, met uitzondering van één man, gered geworden.

*   1847 t/m 1855 van het 3-mastschip “Maria”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1856 voor W.L.van Coevorden te Amsterdam en was herdoopt in “Louise Wilhelmina;

*   1857 t/m 1859 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam.

 

Van de ondergang van het freat “Twee Cornelissen” werd 15 jaar later een portret gemaakt door de scheepsschilder Jacob Spin,

“Het Engelse dagblad The Times bracht op 29 december 1845 een bericht over de ondergang van het fregat. De Rotterdamsche Courant nam dit later over: ‘Gisteren morgen omstreeks één ure gedurende eenen hevigen storm en bergen-hooge zee, strandde op de kust van Pevensey een Nederlandse Oostindiëvaarder, de naam onbekend. Het gelukte 18 man der equipage, uit 32 of 33 personen bestaande, met hunne eigen boot behouden te landen en uit hunnen opgave bleek dat het schip, met eene korstbare lading koffij, suiker en indigo, van Batavia naar Amsterdam bestemd was . De krant meldde dat men het meest beducht was voor het lot van de gezagvoerder, die aan zijne verpligting getrouw, met den tweeden stuurman en 12 of 13 man van het scheepsvolk aan boord bleef;doch niet voor des Zondags in den voormiddag kon hun eenige hulp worden toegebragt. Hun toestand gedurende dien schrikwekkende nacht op zulk eene plek, met eenen storm uit het zuidwesten, terwijl de golven onophoudelijk het schip overdekten, was allerijselijkst. Om tien uut op zondagochtend ging er eene te Pevensey te huis behorende pleizierboot, Rebecca genaamd, door twee loodsen, Pierce en Wood, alsmede de kustwachters Oliver, Warnell en Fleming, bemand, tot redding de ongelukkigen af”

Ook de Arnhemsche Courant van 06 januari 1846 besteedde aandacht aan de ramp

Portret van de : Twee Cornelissen” en een beschriving van de ramp wordt vermeld in Een Terschellinger zeilvaartkapitein´door Bram Oosterwijk, Coolgem Media, 2016, pp122-124

 

Zie ook de krantenberichten hierna.

Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Hindrik Deddes van Wijk op:

11 februari 1826, schip “Concordia”, schipper Dedde Hindriks van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen waaronder Hindrik Deddes van Wijk.

05 maart 1827, kof “Concordia”, schipper Dedde H. van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Deddes van Wijk uit Nieuwe Pekela, kok en 2 matrozen.

01 maart 1828, kof “Concordia”, schipper Dedde H. van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Deddes van Wijk uit Nieuwe Pekela, kok, matroos en een lichtmatroos

10 maart 1830, schipper Dedde H. van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Deddes van Wijk uit Nieuwe Pekela, kok en 2 matrozen

 

Overige bijzonderheden

Jaarverslag 2009 Kapiteinshuis Pekela. Stichting Westers

Melding van schenking van :

Scheepsportret door Jacob Spin driemastvolschip Maria, 600 ton, gebouwd op de werf St.Jago te Amsterdam in 1839, met vlag 169 van Zeemanshoop. Onderschrift: “Maria Kapitn H.D. van Wijk vertrekkende van de Rheede van Batavia 1843”. H.D. van Wijk vertrok 20 september 1842 uit Amsterdam naar Batavia en was terug 09 juli 1843.

Schenking door hr. en mevr Rittersma-Mul, Steenwijk.

De stuurman staat aan het roer, een paar matrozen zijn langszij nog bezig de romp te schilderen. De Maria is voorzien van een wit boegbeeld, een halffiguur van een vrouw met kralensnoer. (zie rechtsboven op de tekening)

 

 

Het Jaarbericht 2013 van het Kapiteinshuis geeft bijzonderheden van de “Maria”.

“De Maria vertrok op 16 september 1842 vanuit Den Helder en kwam drie en een halve maand later, op 31 december, in Batavia aan. Er was één passagier aan boord, E.T.den Sander. Ruim twee maand later, op 12 maart 1843, vertrok de Maria weer naar patria, zoals twee berichten in de Javasche Courant van 15 maart 1843 melden: “Laatstleden Zondag morgen (12 maart 1843) heeft de heer J.van der Vinne, laatst Directeur der Middelen en Domeinen, met het Ned. schip Maria, gevoerd door kapitein Van Wijk, de reize naar het vaderland aangenomen. Een groot aantal ingezetenen, waaronder de meesten zijner voormalige ambtenaren, hadden zich in den vroegen morgen op de zogenaamde waterplaats alhier vereenigd, ten einde ZEdG uitgeleide te doen en het laatste vaarwel toe te roepen. De heer Van der Vinne was voor dit laatste bewijs van vriendschap en genegenheid zigtbaar aangedaan. De Maria is, door een voordeeligen wind begunstigd, vertrokken, en was in den namiddag reeds geheel uit het gezigt verdwenen.”

Dit bericht vermeldt verder, dat zijn ambtenarenals blijk van hoogachting en erkentelijkheid, de heer Van der Vinne een”zilveren beker, met toepasselijk omschrift en van hunne namen voorzien” hadden aangeboden.

Het andere bericht noemt ook de andere passagiers, majoor der infanterie Biddaers, J.Romswinckel, mej. Van derVlist en zes gepasporteerde militairen

D “voordeeligen wind” bleef kennelijk uit de goede hoek waaien, want de Maria kwam reeds drie maan na het vertrek uit Batavia via Passaroean op 30 juni 1843 te Tezel aan, een prestatie die veel opzien baarde.

 

Zeepost 28 december 1838 – 273

Volgens bericht van Deal van 24 december had het aldaar de vorige dag zwaar uit het zuiden en zuid-zuid-westen gewaaid, waardoor het aldaar ter rede liggende schip (opm: bark) HENDRIK WESTER, kapt. H.D. van Wijck, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia, anker en ketting verloren had.

 

ZeePost 10 juni 1839 – 412

Het schip (opm: bark) HENDRIK WESTER, kapt. H.D. van Wijk, van Amsterdam naar Batavia, was de 3e april nog aan de Kaap de Goede Hoop liggende.

 

ZeePost 18 september 1839 – 498

De 29e mei lagen ter rede van Batavia de schepen OUD ALBLAS, kapt. Strumphler, PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, JACOBA MAURINA, kapt. De Haas, de RHYN, kapt. Brandlicht, CLAUDIUS CIVILUS, kapt. Broen, HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk en REGENT, kapt. Nordlohne…..

 

ZeePost 21 september 1839 – 501

De 5e juni lagen ter rede van Batavia: Zr.Ms. korvet VAN SPEYK, kapt. Van der Straten, de schepen: WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, BLANCA, kapt. Ten Ham, MINERVA, kapt. Maizen, HENRIËTTE CLASINA, kapt. Hofman, REGENT, kapt. Nordlohne, JACOBA MAURINA, kapt. De Haas, HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk, VERONICA, kapt. Doeksen, EENDRAGT, kapt. Gieseke, VIRGINIA ET GABRIELLA, kapt. … en GEORGE WASHINGTON, kapt. Probst.

Volgens brief van Batavia van de 5e juni zouden vandaar vertrekken de schepen MINERVA, kapt. Matzen, 6/7 juni naar Amsterdam en HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk naar Padang, ook lagen daar in lading de schepen VERONICA, kapt. Doeksen en REGENT, kapt. Nordlohne naar Amsterdam, ISABELLA, kapt. Dinning voor Nederland, JAMES MORAN, kapt. Fergusen voor Cowes, PLATINA, kapt. Willbunch voor Londen en OCCIDENTEN, kapt. Grass voor Stockholm.

 

Javasche Courant 01 juli 1840

….Van Batavia vertrokken schepen:

De 28e juni: fregat DILIGENCE, kapt. H. Bos, naar Soerabaija; brik TWEE GEZUSTERS, kapt. G. Batten, naar Soerabaija met passagiers; bark HENDRIK WESTER, kapt. H.D. van Wijk, naar Soerabaija. De 29e juni: bark ANNA AUGUSTINA, kapt. G.T. Muller, naar Soerabaija met een passagier. De 30e juni: bark CHERIBON PACKET, kapt. J.H. Laws, naar de Golf van Perzië met vijf passagiers; bark JOHANNA FREDERIKA, kapt. Lim Goanhing, naar Tagal met een passagier, fregat MADORA, kapt. L.O. Ago, naar Samarang; fregat PALEMBANG, kapt. A. Orts, naar Samarang; schoener SOENGOAN, kapt. Lim Kiauwkong, naar Soerabaija…..

 

Provinciale Groninger Courant 17 augustus 1841

Het schip MARIA, kapt. Van Wijk, van Amsterdam naar Batavia, is de 12e juni gepraaid op 16в9' ZB en 32в1' WL.

 

NRC 02 januari 1846

Eastbourne, 28 december. De TWEE CORNELISSEN, kapt. Van Wijk, van Batavia naar Amsterdam, is deze morgen dicht bij Pevensey-Sluice op de kust geworpen en zal naar alle waarschijnlijkheid geheel verloren zijn. De equipage is, met uitzondering van één man, gered geworden.

 

NRC 03 januari 1846

Amsterdam, 2 januari. Aangaande het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. Van Wijk, van Batavia naar herwaarts, bij Eastbourne gestrand, wordt volgens brief van Londen van de 30e december vermeld, dat volgens brief van de kapitein het grootste gedeelte der lading vermoedelijk geborgen zou kunnen worden.

AH 060146

Amsterdam, 5 januari. Aangaande het in Pevensey baai nabij Eastbourne verongelukte schip de TWEE CORNELISSEN verneemt men nader dat hetzelve thans aan stukken is geslagen en een gedeelte der lading langs het strand rondspoelt. Te Hastings en andere plaatsen had men enige kisten indigo gevist; een gedeelte van het wrak is nog zichtbaar. De in het want omgekomen passagier was Grönwald genaamd, een ziekelijk militair, die zijn leven in zijn vaderland dacht te zullen eindigen. De manschap der Engelse reddingboot had bij het aan land brengen der schepelingen veel menslievendheid en wonderen van onverschrokkenheid en volharding aan de dag gelegd. (opm: zie NRC 020146)

 

DC 060146

Eastbourne, 31 december. Het weder blijft zeer onstuimig en sedert zondag is het schip de TWEE CORNELISSEN (opm: zie NRC 020146) aan stukken geslagen en het grootste gedeelte der lading weggespoeld, en enige mijlen oostwaarts langs de kust aangedreven. Verscheidene kisten indigo zijn te Hastings en andere plaatsen geborgen; men veronderstelt, dat er nog enige balen koffie in het overig gebleven kleine gedeelte van het schip zitten; het hol is nog zichtbaar, en men maakt toebereidselen om het weinige, wat hetzelve nog bevat, te bergen.

 

DC 060146

Dover, 1 januari. Enige kisten indigo, welke men veronderstelt afkomstig te zijn van de lading van het schip de TWEE CORNELISSEN, zijn alhier aangebracht. Ook te Lydd zijn er enige aangedreven.

 

JC 040446

Omtrent het vergaan van de TWEE CORNELISSEN deelt de Monthly Times deswege mede:

De TWEE CORNELISSEN, een Nederlandse Oost-Indiëvaarder, inhebbende een kostbare lading koffie, indigo en suiker, is op de 28e december op de kust van Sussex in een hevige storm verongelukt. Het schip kwam van Batavia en was bestemd naar Amsterdam. Daar de zee met woedende kracht over het dek heensloeg, had het scheepsvolk de wijk genomen in de bezaansmast en werd van daar verlost door de manmoedige pogingen van enige onverschrokken varensgezellen, welke van Eastbourne in een reddingboot waren aangekomen om de bemanning van het zinkende schip te hulp te snellen. De enige, die op het wrak de dood gevonden heeft, is een zieke en hulpeloze soldaat, die men niet heeft vermogen te redden. (opm: zie NRC 020146).

 

Javasche Courant 02 oktober 1850

Te Batavia zijn gearriveerd:….

….29 september. Het Ned. schip MARIA, kapt. H.D. van Wijk, van Amsterdam de 16e juni…..

 

NRC 04 mei 1851

Rotterdam 3 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 44 schepen als:….

….Voor Amsterdam: KOOPHANDEL, kapt. H. de Boer; JOHANNA CATHARINA, kapt. D.C. Claus; MAXIMILIAAN THEODOOR, kapt. K. Latjes; THETIS, kapt. H.H. Rademaker; LUCIPARA’S, kapt. J. Kloppenburg; MARIA, kapt. H.D. van Wijk;….

 

NRC 30 juli 1854

Rotterdam, 29 juli. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 13 schepen, als:

Voor Amsterdam: MARIA, kapt. H.D. van Wijk, JOHANNA MARIA, kapt. J. de Jong, DIANA, kapt. P.H. Willers, CONSTANTIA, kapt. C.J. Kaleshoek, BENGALEN, kapt. T. Keus, en JOHANNA CHRISTINA, kapt. J.H. van Santen, de laatste drie van Rotterdam…..

 

NRC 21 september 1855

Advertentie. J. Corver, C.A. Schröder en A.W. Abrahamz, makelaars, zullen op maandag de 8e oktober 1855, des avonds ten zes ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, ten overstaan van de notarissen Commelin en Weyland, verkopen een extra ordinair welbezeild, gekoperd tweedeks fregatschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd MARIA, gevoerd door kapt. H.D. van Wijk, volgens Nederlandse meetbrief lang 37 ellen 75 duimen; wijd 6 ellen 43 duimen; hol 5 ellen 56 duimen en alzo gemeten op 600 tonnen of 317 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars.

 

Algemeen Handelsblad 09 oktober 1855

Verkoping van schepen, gehouden te Amsterdam op 8 oktober 1855 in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ: het gekoperd tweedeks fregatschip MARIA, kapt. H.D. van Wijk: NLG 35200, in slag 1800, koper H.J. Rietveld (opm: een makelaar handelende namens zijn opdrachtgever).

 

NRC 18 juli 1856

Door de Nederlandse Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende negen schepen, als: Voor Rotterdam: OLIVIER VAN NOORD, kapt. F. Guijt; JOHANNA EN GEERTRUIDA, kapt. P. Flens Jz.

Voor Amsterdam: SARA JOHANNA, kapt. J.L. ten Boekel; RABENHAUPT, kapt. J.T.S. Ruhl; WILLEM BARENDSZ, kapt. C. Jaski, VRIENDENTROUW, kapt. D. Grevelink; BATAVIER, kapt. H.D. van Wijk.

Voor Middelburg: DRIE VRIENDEN, kapt. L.P. Andreson.

Voor Schiedam: MARY GODDARD, kapt. N.N.

 

NRC 02 november 1858

Rotterdam, 1 november. Het alhier te huis behorende barkschip BATAVIER, kapt. H.D. van Wijk, is door de Nederlandsche Handel-Maatschappij bevracht ad NLG 65 per last voor suiker, te laden te Pekalongan en Cheribon naar Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Wijk, Hindrik Deddes van

Familiegegevens en opleiding

Hij werd geboren in 1824 te Puttershoek.064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Aart de Voogd van der Straten was met vlagnummer R263 in de periode 1859 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A. de Voogd van der Straten met vlagnummer R263 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1859                    van de bark “Batavier”                          332 last    varend voor D.Keus te Rotterdam

*   1862 t/m 1867              van het fregat “Johanes Anthonius” 390 last       varend voor G.W.Ledeboer te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt A. de Voogd v/d Straten als gezagvoerder gedurende:

*   1860 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam;

*   1861 van het 3/mschip “Johannes Antonius”, gebouwd in 1856 te Capelle aan de IJssel, 720 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam;

*   1862 t/m 1870 van hetzelfde schip maar nu varend voor W.G.Ledeboer te Rotterdam. Het schip werd in 1870 verkocht naar Duitsland;

*   1875 t/m 1876 van het 3/mschip “Zes Gezusters”, gebouwd in 1871 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

Foto (nr.93) beschikbaar van kapitein A.de Voogd van Straten047.

 

A.Voogd van der Straten vertrok op 17 april 1861 vanuit Brouwershaven met de “Johannes Antonius” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 31 juli 1861 na een reis van 105 dagen.

Op 01 december 1865 vertrok hij van Brouwershaven op de “Johannes Antonius” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 17 maart 1866 na een reis van 106 dagen.

Op 07 maart 1867 vertrok hij van Brouwershaven met de “Johannes Antonius” 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 28 juni 1867 na een reis van 113 dagen065.

 

Volgens monsterrol 970 dd 10 maart 1840 in het Gemeentearchief van Dordrecht was Aart van der Voogd van der Straten , wonend in Hazerswoude, 14 jaar, voor een maandgage van f 14,-, ligtmatroos op het fregat “Broedertrouw” onder kapitein W.R.Menkman en vertrok met 35 man naar Batavia. Hij keerde in Nederland terug op 24 februari 1841.

 

Volgens monsterrol nr. 1441 dd 14 april 1849 in het Gemeentearchief van Dordrecht was A. de Voogd van Straaten, wonend te Puttershoek, oud 25 jaar met een maandgage van f 40,-, 2e stuurman op het fregat `Bernhard Hertog van Saksen Weimar onder kapitein P. H. Hazewinkel en vertrok voor een reis naar Batavia.

 

 

Datum vanaf: 1859
Kapitein: Voogd van der Straten, Aart de

Familiegegevens en opleiding

Eliza Hendrik Pfeiffer werd geboren op 21 april 1818 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Jean Jaques Pfeiffer en Johanna Dina Elemans. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan Prinsenstraat Wijk 9 nr. 132 (nieuw nr. 61).

Hij trouwde op 26 maart 1856 te Rotterdam met Jacoba Cornelia Hell, geboren 13 september 1813 te Harlingen als dochter van de Nederlands Hervormde Pieter Hell (o.a. wonend te Egmond aan Zee) en Jacoba van den Berg. Zij was de weduwe van Fredrik Wissemann005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.H.Pfeiffer was met vlagnummer R459 in de periode 1857 t/m 1867 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

E.H.Pfeiffer was in 1858, 1860 en 1864-1866 secretaris van de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld “dat het bestuur art. 37 (heeft) moeten toepassen”, hetgeen betekent dat hij uit de Maatschappij is uitgeschreven, vanwege het niet nakomen van zijn financiële verplichtinge058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein E.H.Pfeiffer met vlagnummer R459 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1858                                            van de bark “Jonge Jan”          256 last  varend voor J.H. van Santen te Krimpen a/d Lek

*    1859                                            geen vermelding van schip en boekhouder

*    1862                                            van de bark “Batavier”             332 last  reederij van het barkschip Batavier te Rotterdam

*    1863 t/m 1866                           geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouman025 vermeldt E.H.Pfeiffer als gezagvoerder gedurende:

*    1857 t/m 1858 van het fregat “Jonge Jan”, gebouwd in 1830 aan de Kinderdijk te Alblasserdam, 490 ton o.m., varend voor C.Smit te Krimpen aan de Lek. Het schip werd (in 1858?) als bark getuigd

*    1859 van het fregat/bark “Jonge Jan”, gebouwd in 1830 aan de Kinderdijk te Alblasserdam, 490 ton o.m., varend voor reder J.H.van Santen in Krimpen aan de Lek;

*    1861 t/m 1863 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor Reederij Batavier te Rotterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen;

      Verhoeff086 zegt dat het schip in 1863 in Noorwegen werd herdoopt in “Eidsvold” en omstreeks 1894 is gesloopt.

 

Overige bijzonderheden

Handelsblad 19 juli 1859 onder Advertenties:

“De Makelaars F.N.Montauban van Swijndregt, W.van Dam H.Hz , W.H.Montauban van Swijndregt en B.C.D.Hanegraaff te Rotterdam, zijn van meening, op last van hunnen Meester, op Dingsdag den 2den Augustus 1859, des middags ten Half Een Ure, in de zaal, op de Scheepmakershaven, Wijk 1 No499, publiek te verkoopen: Het extra, snelzeilend, gekoperd en kopervast Nederlands Barkschip De Jonge Jan laatst gevoerd door kapitein E.H.Pfeiffer, volgens meetbrief lang 36 El 40 Duim, wijd 6 El 30 duim, hol 4 El 77 Duim, en alzoo groot 486 Tonnen, met al deszelfs Rondhout, staand en loopend Want, Ankers, Kettingen, Touwen, Zeilen, Geschut en verdere Scheepsgereedschappen, zoo als hetzelve thans is liggende in de haven van het Rijks-Entrepôt aan het Rijn-spoorwegstation binnen deze stad. Het schip is inmiddels uit de Hand te koop …”.

 

 

Datum vanaf: 1860
Kapitein: Pfeiffer, Eliza Hendrik

Afbeeldingen


Omschrijving: BATAVIER, Schilderij gemaakt in 1862, kapitein Aart de Voogd van der Straaten (vlagnummer R263)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Rust, J.A.
Onderwerp: Storm
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief – Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1842.12

DVD XI – 358, 359
BIJLBRIEF

Naam schip BATAVIER

plaats en datum acte bijlbrief, Alblasserdam, 6 december 1841

type schip bark, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Cornelis Smit, scheepsbouwer te Alblasserdam, op zijn werf aldaar.

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Cornelis Smit, Alblasserdam (8/16e part), Gebr. Hendrichs & Co., Amsterdam (boekhouders van het schip en 6/16e part), Hk. Lans, Haarlem (1/16e part) en H. van Voorthuizen, Amsterdam (1/16e part)

te voeren door kapt. Daniel Grim

grootte in tonnen 315 lasten

tuigage / aantal dekken twee dekken

afmetingen 36,93 x 6,69 x 5,44 meter

kiellegging 1840

tewaterlating 17 juli1841

plaats / datum registratie Amsterdam, 4 maart 1842

nummer van registratie deel 43, folio 64, recto, vak 7.

notaris verklaring voor burgemeester van Alblasserdam

prijs NLG.

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 270708

Naam BATAVIER
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1842
Toegang 198
Inventaris 3179

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3168.1842.12
foto IMG 2256 - 2258

CEDULE

Naam schip BATAVIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 3 maart 1842

type schip bark

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Daniel Grim

grootte in tonnen 315 lasten of 597 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Alblasserdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 4 maart 1842

nummer registratie deel 43, folio 64, recto, vak 6

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren en ligt thans nog te Alblasserdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Augustinus Mauritius Hendrichs voor zijn firma Hendrichs & Co. en namens en voor de in de bijlage genoemde mede-eigenaren.


researcher/datum research: ML / 230716








bijlage bij acte 12 van 1842, bark BATAVIA
eigenaren per primo maart 1842:

firma Gebr. Hendrichs & Co., Amsterdam (boekhouders en 6/16e part)
Cornelis Smit, Alblasserdam (8/16e part)
H. Lans, Haarlem (1/16e part)
H. van Voorthuysen, Amsterdam (1/16e part)

ML / 230716

Naam BATAVIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1842
Toegang 198
Inventaris 3168

Kantongerecht Sliedrecht Archiefnummer NAHaag 3.03.37.137.79

foto 0364 - 0367

Cedule
Naam schip BATAVIER

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Sliedrecht, 10 juni 1852

type schip bark

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper zie bijlage

te voeren door kapt. C. Verheij

grootte in tonnen 326 lasten

tuigage/aantal dekken 3 masten, 2 dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Alblasserdam

plaats / datum registratie Papendrecht, 4 maart 1852

nummer van registratie deel 17, folio 160 recto vak 3 en 4

notaris Mr. Antonie Paulus Weggeman Guldemont, kantonrechter te Sliedrecht

prijs

bijzonderheden: Getoond wordt de bijlbrief; het schip ligt thans te Amsterdam


researcher/datum research: FM 02/1215





Bijlage bij acte 79 van 1852 van het schip BATAVIER

Eigenaren:

Cornelis Gijsbertus van der Lee,boekhouder Alblasserdam 1/4e part
Jan Smit Corneliszoon, Alblasserdam 1/4e part
Cornelis Smit, Alblasserdam 2/4e part




researcher/datum research: FM 02/1215

Naam BATAVIER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1852
Toegang 3.03.37
Inventaris 137

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.304
DVD VIII – 699, 702
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip BATAVIER

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Alblasserdam, 22 september 1854

type schip bark

bouwwerf/verkoper Cornelis Smit, scheepsbouwer en reder, Cornelis Gijsbertus van der Lee, fabrikant en reder, en Jan Smit Corneliszoon, scheepsbouwer en reder, allen te Alblasserdam, 16/20e part

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Dirk Keus, particulier te Rotterdam (6/20e part),
firma P.A. van Es & Co., cargadoors te Rotterdam (2/20e part),
Frits Adriaan Melich Meijncker, rentenier te Rotterdam (2/20e part), Hendrik Hermanus Roelofs Heijermans, koopman te Rotterdam
(2/20e part), Bauke Bangma, zeilmaker te Rotterdam (1/20e part), Johannes Paulus de Cock, cargadoor te Rotterdam (1/20e part), Jacobus Noltee, koopvaardijkapitein te Rotterdam (2/20e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 617 tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 37,50 m., breed 6,79 m., hol 5,45 m.

kiellegging 1840

tewaterlating 1841

plaats / datum registratie Papendrecht, 25 september 1854

nummer van registratie deel 60, blad 143, recto, vak 8 e.v.

notaris Willem van Wageningen Willemszoon, notaris te Alblasserdam

prijs NLG 32.000,- voor 16/20e part

bijzonderheden: schip ligt tijdens deze transactie aan de werf van Cornelis Smit te Alblasserdam. Cornelis Smit houdt 4/20e part in het schip.
Schip was volgens bijlbrief van 6 december 1841 te Amsterdam geregistreerd en was op de werf van Cornelis Smit te Alblasserdam in 1840 en 1841 gebouwd en afgeleverd aan de heren Gebr. Hendrichs & Co. te Amsterdam als boekhouders.
De helft van het schip behoorde aan Cornelis Smit, de andere helft aan de beide andere verkopers, die het eigendom hebben verworven door aankoop van de Gebr. Hendrichs & Co. te Amsterdam volgens acte van 29 mei 1852 voor notaris Fredrik Franke te Amsterdam.

researcher/datum research: ML / 170408

Naam BATAVIER
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1854
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1841
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF Archiefnummer Amst.198.3179-1842.12

Jaar: 1842
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 198.3168.1842.12

Jaar: 1852
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: CEDULE Kantongerecht Sliedrecht Archiefnummer NAHaag 3.03.37.137.79

Jaar: 1854
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: ACTE VAN KOOP/VERKOOP Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.304
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk