Inloggen
COLONIST - ID 12311


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1816-03-02 / 1827-03-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 18??
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Russia
Technical Data

Net Tonnage: 795.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1816
Datum agenda: 1816-03-02
Register nr: 18160111
Scheepsnaam: COLONIST
Type: Fregat
Lasten: 250
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Spoors & Sprenger
Plaats: Middelburg
Kapitein op moment van verzoek: Riemerts, J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1816-03-02 COLONIST
Manager: Firma Spoors & Sprenger, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Middelburg / Netherlands
Additional info: De COLONIST kreeg op 2 maart 1816 een eerste Nederlandse zeebrief

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Acte d.d. 20 maart 1821
Spoors & Sprenger (2/16e),
Pieter Johan Boddaert (voor firma Boddaert & Co) (2/16e part)
en 12 anderen, elk voor 1/16e part), allen te Middelburg

Ship Events Data

1827-03-00: Final Fate: Broken up

De zeebrief van de COLONIST werd in maart 1827 ingeleverd onder vermelding dat het ‘schip ter sloping bestemd’ was.
1829-00-00: De vraag is, of het bovenstaande (gesloopt in 1827) wel juist is. De COLONIST zou volgens E.W. Petrejus in 1829 te Batavia zijn verkocht. En ze komt in de Javasche Courant van januari 1829 nog voor.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jacob Riewerts werd geboren ca. 1753 in Denemarken.

Hij was gehuwd met Johanna Maria Huybregtse, geboren te Middelburg ca.1760. Johanna Maria Huibregtse overleed op 27 januari 1843 te Oostkapelle, 83 jaar, weduwe.

Jacob overleed te Middelburg op 26 april 1840

 

Algemeen Handelsblad 17 april 1841114

Advertentie. Oproeping. De persoon van Jacob Johannes Riewerts of wel diens wettige descendenten, zoon van wijlen Jacob Riewerts, oud koopvaardij-kapitein (opm: laatstelijk van het fregat DE COLONIST), gewoond hebbende en op de 26e april 1840, te Middelburg, hoofdplaats der provincie Zeeland, overleden, worden bij deze opgeroepen, om, vóór de 31e mei 1841, ter Griffie der Arrondissements-Rechtbank te Middelburg zich aan te melden.

Middelburg, 31 maart 1841, Hubertus Bekker, procureur.

 

De schepen van de kapitein

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Jacob Rievertsz op de:

“Sirene”, dd 03 augustus 1815 (Deense vlag);

“Colonist”, dd 08 maart 1816

 

Overige bijzonderheden

Jan Hendrik Speelman werd per 30 oktober 1817 als ligtmatroos geplaatst op de “Colonist” onder kapitein Jacob Riewers (volgens de monsterrol 011 Jacob Rievertsz) voor een reis van Amsterdam naar Demerarij voor een rederij in Middelburg. Het schip keerde op 19 augustus 1818 te Middelburg terug004(531-1146).

 

Rotterdamsche Courant 22 augustus 1818114

Rotterdam, 21 augustus. De 19 augustus is te Middelburg gearriveerd het fregatschip de COLONIST, kaptein J. Riewerts, van Demerary (opm: Guyana).

Den 16 juni is te Demerary binnengekomen het brikschip SARA AGATHA, kaptein L.H. Hoffman; schip en equipagie was in goede staat.

 

Rotterdamsche Courant 15 februari 182011`4

Middelburg, 9 februari. Volgens tijding van Demerarij, van den 8 december 1819, was aldaar den 5 te voren gearriveerd het schip de KOLONIST, kapt. Jacob Riewerts.

 

Rotterdamsche Courant 25 mei 1820114

Middelburg, 22 mei. Heden is alhier gearriveerd het schip de KOLONIST, kapt. Jacob Riewerts, van Demerarij.

 

Rotterdamsche Courant 03 augustus 1820114

Rotterdam, 2 augustus. Den 8 juni is op de rivier van Surinamen gearriveerd de brik HESPERUS, kapt. Willem Rijnbende, van Rotterdam.

Den 30 juli zeilde van Middelburg naar zee het schip de KOLONIST, kapt. Jacob Riewerts, gedestineerd naar Demerarij.

 

Rotterdamsche Courant 06 februari 1821114

Rotterdam, 5 februari. Van Middelburg wordt van den 1 dezer gemeld: heden arriveerde voor deze stad van Demerarij het schip DE KOLONIST, kapt. J. Riewerts.

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Riewerts, Jacob
Overige informatie: 1816-03-02

Familiegegevens en opleiding

Frederich Ferdinand Ferber was op 25 februari 1822 te Berbice getrouwd met Alida Aletta Staal.

Adv. in de knipselcollectie van het CBG

 

“De voorlopige tijding, door ons over eenige dagen ontvangen, wegens het ongelukkige einde van onze hartelijk geliefde Zuster, Mejufvrouw ALIDA ALETTA STAAL, bevestigde zich heden; na slechts twee dagen door den band des Huwelijks te zijn vereenigd, is zij, in den ouderdom van 25 jaren , met haren Echtgenoot, FERDINAND FREDERIK  FERBER, (vóórnamen omgekeerd aan de huwelijksadvertentie) op hunne reis tusschen Berbice en Demerarij, door het omslaan van het vaartuig, eene prooi der golven geworden. Hunne aankomst in het Vaderland dagelijks te gemoet ziende, zal een ieder beseffen hoe deze tijding ons treft en onze harten doet bloeden..

                                                                                                                M.A.STAAL

                                                                                                                G.G. VAN STEVENINCK

                                                                                                                             Wed. F.P. STAAL

Middelburg                                                                                           J. VAN RENTERGEM DE FOUW

 den 21 Mei 1822                                                                                 S.J. DE FOUW, geb.STAAL

          Dienende deze tot communicatie aan Familie, Vrienden en Bekenden, zoo binnen als buiten de Stad

Adv. in de knipselcollectie van het CBG

 

De schepen van de kapitein

fregat “Middelburgs Nieuwe Haven”

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 22 februari 1817

Rotterdam, 21 februari. Van Middelburg wordt den 16 februari gemeld: heden is, na het uitstaan van woedende stormen, ter rede van Vlissingen gearriveerd, het voor onze stad bestemde Fregatschip MIDDELBURGS NIEUWE HAVEN, kapt. Ferber, komende van New Orleans, met een lading katoen enz; gemelde bodem is den 26 december laatstleden (opm: 1816) vandaar vertrokken.

 

Rotterdaamsche Courant 25 juni 1818114

Rotterdam, 24 juni. Den 21 dezer is op de rede van Middelburg gekomen het fregatschip MIDDELBURGS NIEUWE HAVEN, F.F. Ferber, op den 22 april van New-Orleans vertrokken, zonder noodzaakt te zijn geweest van ergens te relacheren (opm: een haven aan te doen).

 

Rotterdamsche Courant 10 april 1821114

Advertentie. Te Middelburg ligt in lading naar Demerarij (mede voor passagiers), om den 20 april te vertrekken, het gekoperd fregatschip de COLONIST, kapt. F.F. Ferber.

Adres ten kantore van Spoors en Sprenger aldaar.

 

Rotterdamsche Courant 26 april 1821114

Rotterdam, 25 april. Van Middelburg wordt van den 23 dezer gemeld: Heden is naar zee gezeild het fregatschip de KOLONIST, F.F. Ferber, naar Demerarij.

 

Rotterdamsche Courant 07 augustus 1821114

Rotterdam, 6 augustus. Van Middelburg wordt van den 3 dezer gemeld: Volgens bericht uit Demerarij, was op den 23 mei 1821 aldaar gearriveerd het schip de KOLONIST, kapt. Ferber; zijnde van hier vertrokken den 23 april jongstleden.

 

Rotterdamsche Courant 18 september 1821114

Rotterdam, 17 september. Van Middelburg wordt van den 14 dezer gemeld: heden is alhier gearriveerd het fregatschip de KOLONIST, F.F. Ferber, van Demerarij.

 

Rotterdamsche Courant 11 december 1821114

Rotterdam, 10 december. Van Middelburg wordt van den 7 dezer gemeld: heden zijn naar zee gezeild de schepen de ZEEUW, J. Rickmers, naar Suriname, en de KOLONIST, F.F. Ferber, naar Demerarij, beiden van deze stad.

 

Rotterdamsche Courant 29 december 1821114

Rotterdam, 28 december. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 25 december:

…..Te Cowes is den 24 gearriveerd het schip KOLONIST, Ferber, van Middelburg naar Demerarij; den 21 te Dartmouth het schip JONGE ALIDA, Van der Weijde, van Vlaardingen naar Lissabon…..

 

Rotterdamsche Courant 12 januari 1822114

Rotterdam, 11 januari. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 8 januari:

    Den 4 januari zijn van Cowes vertrokken de schepen DRIE GEBROEDERS, Sipkes, naar Cette (opm: Sète), en COLONIST, Ferber, van Middelburg naar Demerarij, en den 6 dito VRIENDSCHAP, Visscher, en VRIENDSCHAP, De Jong, van Amsterdam naar Surinamen.

 

Rotterdamsche Courant 21 mei 1822114

Rotterdam, 20 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 mei:

Den 16 dezer was op de hoogte van Newhaven het schip COLONIST (opm: fregat, kapt. F. Jonker) van Demerarij naar Middelburg.

 

Rotterdamsche Courant 25 mei 1822114

Rotterdam, 24 mei. Den 20 mei is te Middelburg gearriveerd het schip de COLONIST (opm: fregat, kapt. F. Jonker, zie echter ook DC 280522), van Demerarij.

 

Dordtsche Courant 28 mei 1822114

Middelburg, 22 mei. Betrekkelijk het treurig uiteinde van de heer F.F. Ferber, gevoerd hebbende het schip de KOLONIST (opm: fregat COLONIST, nieuwe kapitein F. Jonker), hetwelk eergisteren alhier is binnengekomen, kunnen wij de volgende omstandigheden melden, opgemaakt uit berichten, welke de Royal Gazette, Guiana Chronicle en particuliere brieven deswegens behelzen:

Den 27 februari was kapt. Ferber met mejuffrouw A.A. Staal, in Berbice, gehuwd; twee dagen daaraan, den 1 maart, vertrokken zij met de schooner the CLYDE, kapt. Stevenson, van daar naar Demerarij, en wie zou het kunnen geloven, indien de zekerheid het niet al te zeer bevestigde? Vier uren daarna was dit ongelukkig paar, benevens nog een scheepsjongen, reeds in de eeuwigheid! Het weder was onstuimig en een zware stortzee heeft de schooner omvergeslagen; zij wilden zich nog met de sloep redden, dan die onderging hetzelfde lot. Kapt. Stevenson hield zich aan de boot vast, en werd, na 16 uren in angst en gevaar geworsteld te hebben op het strand geworpen. De overig equipagie, bestaande in twee blanke matrozen en een zwarte jongen, hielden zich zo lang mogelijk aan het wrak en vervolgens aan de mast geklemd, waarmede zij, na een worsteling van 24 uren, aan wal zijn gedreven. Waarschijnlijk hebben de pogingen van de heer Ferber, om zijn vrouw te redden, hem spoediger doen bezwijken; zijn lijk was nog niet gevonden, maar dat van zijn beklagenswaardige echtgenote was opgevist, en zaterdag den 2 maart, op de plantagie Lichtfield, plechtig ter aarde besteld. Dit droevig voorval heeft, zo wel in de kolonie als hier ter plaatse, de treurigste belangstelling verwekt.

 

 

Datum vanaf: 1821
Kapitein: Ferber, Frederich Ferdinand
Overige informatie: 1821-03-30

Familiegegevens en opleiding

 

Fokke Jonker

Het natrekken van de personage van Kapitein Jonker leverde de minste problemen op. In het Nationaal Archief te ’s-Gravenhage zijn de Stamboeken van de Marine te raadplegen2). Daarin is de carrière van officieren bij de Marine uitgebreid gedocumenteerd.

Fokke Jonker is afkomstig uit Groningen, waar hij werd geboren op 16 december 1777. Als jochie van tien ging hij naar zeevaartschool te Amsterdam. Twee jaar later maakte hij, 12 jaar oud, zijn eerste zeereis als scheepsjongen bij de koopvaardij. In 1795 kwam Jonker bij de marine, bij het begin van de Frans-Bataafse tijd. Als roerganger maakte hij in 1797 de zeeslag bij Kamperduin (afb. 3) mee, waar de Nederlandse vloot roemloos werd verslagen door de Britten. Terwijl Napoleon rond 1800 zijn veldslagen voerde, waren het ook op zee bijzonder roerige jaren. Jonker voer toen als kapitein bij de koopvaardij onder een neutrale vlag. Kort daarna deed hij als luitenant ter zee dienst bij de Keizerlijke Franse Marine, onder andere bij de Bataafse flottieljes in Noord-Frankrijk en bij de Engelse invasie van Zeeland in 1809. Hij stichtte in die jaren, woonachtig in Duinkerken, een gezin. Nederland herwon zijn zelfstandigheid in 1814 en Jonker keerde terug bij de Nederlandse Marine, in de rang van luitenant ter zee der 1e klasse. Maar al in hetzelfde jaar nam hij verlof. De Nederlandse marinevloot moest opnieuw worden opgebouwd en Jonker ging weer varen bij de koopvaardij. In 1828 koos hij opnieuw voor de Marine. Hij kreeg de rang Kapitein ter Zee en werd in 1842 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Na 54 jaar op zee werd Jonker op 31 december 1843 eervol uit het Korps Zeeofficieren afgevoerd. Hij verhuisde naar Utrecht, waar hij in 1864 op 87-jarige leeftijd overleed.

v

 

 

 

 

 

 

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt F.Jonker als gezagvoerder gedurende:

*    1823 t/m 1825 van het 3/m schip “Kolonist”, gebouwd in 1817 te Middelburg, 520 ton o.m., varend voor Spoors & Sprenger te Middelburg;

*    1825 t/m 1829 op het 3/m schip “Middelburg”, gebouwd in 1814 te Archangel, 596 ton o.m., varend voor v/d Broeke, Luteyn & Schouten te Middelburg.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Fokke Jonker op de:

“Middelburg”, dd 08 november 1826.

 

Overige bijzonderheden

Tijdens zijn opleiding aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam wordt Pieter Arenspoot op 27 oktober 1820 als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Johanna Maria" met kapitein Jonker voor een reis naar Batavia vanuit Middelburg004(531-1290). (zie ook bij Arenspoot). De "Johanna Maria" wordt niet genoemd in Bouma025. Bouma begint zijn lijst in 1820. Schriftelijk meldde hij me: "Dit schip voer dus wèl na 1820, maar is niet vermeld. De gegevens uit de jaren '20 zijn onvolledig. Misschien nog te vinden in Veritas, maar dat begint pas in 1829 en vermeldt niet het bouwjaar. Daar beginnen ze pas mee in 1847" zie de navolgende gegevens uit van Sluijs013.

 

Het fregat de Johanna Maria (220 roggelasten, 545 ton), thuishorende te Middelburg, zeilde op 14 oktober 1818 uit Middelburg op weg naar Batavia onder gezag van kapitein Fokke Jonker (Amsterdamsche Courant 20 oktober 1818013). Het schip arriveerde te Batavia op 17 maart 1819 "na tusschen 19 en 20 Jan muiterij a/b te hebben gehad, onder de troepen die zich van het schip trachten meester te maken en trachten de bemanning te vermoorden, doch door den braven kapitein en zijn volk bijgestaan, door het dooden van een aantal muitelingen dit geheel is voorkomen ... Voorts heeft door tegenstand der muiters de equipage weinig geleden en allen zijn in goeden staat te Batavia aangekomen".013.

De Johanna Maria keerde op 25 december 1821 te Middelburg terug van een reis naar Batavia013. Vermoedelijk betrof dit een volgende reis waar eind oktober 1820 ligtmatroos Arenspoot werd aangemonsterd.

 

J.Jonker (dit moet ongetwijfeld F.Jonker zijn) verzorgde per 14 oktober 1818 vanuit Middelburg met de “Johanna Maria” een troepentransport van 14 oktober 1818 naar Nederlands Oost-Indië065.

F.Jonker verzorgde per 21 juli 1825 vanuit Veere met de “Middelburg” een troepentransport van 6 officieren en 120 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Het schip arriveerde op 24 december 1825 te Batavia na een reisduur van 156 dagen. Er was onderweg 1 militair overleden en 1 onderweg gedeserteerd.

Per 18 januari 1827 voer hij met hetzelfde schip weer van Veere uit met een detachement van 4 officieren en 124 manschappen. Na een reisduur van 136 dagen arriveerde hij te Batavia op 03 juni 1827 met het complete detachement065.

 

Rotterdamsche Courant 09 december 1817114

Advertentie. Passagiers naar Rio-Estequebo en Demerary (opm: Demerara [Georgetown], Guyana), genegen zijnde te vertrekken met het Fregatschip de JOHANNA MARIA, kaptein F. Jonker, in de maand januari 1818, adresseren zich ten Kantore van Serlé en Zonen.

 

Leeuwarder Courant 28 september 1819114

Middelburg, 22 september. Bij nader ingekomene brieven van Batavia (opm: Djakarta), onder dato 17 maart 1819, wordt de tijding bevestigd, dat aldaar behouden was gearriveerd het schip de JOHANNA MARIA, kapt. Fokke Jonker, van deze stad, en wordt gemeld, dat in de nacht van den 19 en 20 januari dezes jaars, op de zuiderbreedte van 39 gr. en 2 gr. oosterlengte, het detachement troepen, hetwelk voor Batavia was ingescheept, heeft gerevolteerd (opm: in opstand is gekomen), zich zoekende meester te maken van het schip en de equipagie te vermoorden, doch dat door de brave (opm: dappere) kapitein, door zijn volk bijgestaan, na het doden van een aantal muitelingen, dit onheil is voorgekomen; zijnde drie der oproermakers in boeijen gesloten, en te Batavia aan de regter overgeleverd. Voorts had de ganse equipagie door de tegenstand der oproermakers zeer weinig geleden en allen zijn in goede welstand te Batavia gearriveerd.

 

Rotterdamsche Courant 05 oktober 1819114

Bataviasche Berigten, van den 1 mei tot den 5 juni.

Den 9 mei is van Batavia vertrokken het schip JOHANNA MARIA, Jonker, naar Middelburg; den 14 dito HERO, Poppin, naar Antwerpen; den 24 dito FLORA, Tieman, naar Amsterdam; den 28 dito WILHELMINA, Palm, naar Rotterdam

 

Rotterdamsche Courant 07 oktober 1819114

Amsterdam, 5 oktober. Kapt. M. Pantekoek, voerende het schip de VREDE, van Batavia, naar Dordrecht gedestineerd, te Mauritius met schade binnengelopen, meldt van daar, in dato 26 juli, dat hij, alzo de Schout-bij-Nacht Buijskens een schip gekocht had, ten einde de gehele equipagie van het verongelukte Oorlogschip de ADMIRAAL EVERTSEN (opm: zie RC 020919 en 160919) overtevoeren, besloten had zijn lading weder in te nemen en dezelve op 4 of 500 zakken rijst na reeds weder aan boord had; hij dacht over 8 of 10 dagen de reis te vervolgen en had voor de gemaakte kosten op bodemarij getrokken. (opm: bodemarij of bodemerij (van bodem = schip) omschrijft Mr. J.A. Molster als eene overeenkomst tussen een geldschieter en een geldopnemer, waarbij eene som gelds wordt opgeschoten, met beding van premie en onder verband van schip of goed of beide, met dat gevolg, dat indien het verbondene, geheel of gedeeltelijk, door toevallen op zee vergaat of vermindert, de geldschieter zijn recht op de opgeschoten penningen en op de premie verliest, voor zoover dit een en ander niet op hetgeen overblijft kan worden verhaald; maar indien het verbondene schip behouden ter plaatse zijner bestemming aankomt, de hoofdsom, benevens de premie moet betaald worden)

Voorts meldt hij (opm: kapt. Pantekoek), dat, 14 dagen geleden (opm: 12 juli), te Mauritius mede binnengelopen was het schip JOHANNA MARIA, kapt. F Jonker, van Batavia naar Middelburg (den 9 mei vertrokken).

 

Rotterdamsche Courant 04 december 1819114

Londen, 30 novem,ber. Het schip JOHANNA MARIA, Jonker, is den 12 juni van Batavia te Mauritius gearriveerd.

 

Rotterdamsche Courant 29 juli 1820114

Advertentie. Men zal op donderdag den 3 augustus 1820, des middags te 12 uren precies, in het Heeren-Logement van Oranje, binnen Middelburg, ten overstaan van de Notaris P. van de Graft en Getuigen, publiek presenteren te verkopen: het Nederlands snelzeilend eikenhouten Pinkschip, genaamd de JOHANNA MARIA, laatst gevoerd bij kapitein F. Jonker, groot 220 rogge-lasten, gemonteerd met 6 ps. ijzeren kanonnades à 6 pond, lang over steven 113 voet, wijd op zijn uitwatering 28 voet, hol in zijn groot-luik van de buikdelling tot het bovendek 18 voet, tussen deks hoog 6 voet, alles Amsterdamse maat; met deszelfs staand en lopend want, masten, rondhouten, ankers, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, volgens inventaris; zijnde in 1818 geheel nieuw gekoperd en in 1819 te Mauritius zwaar vertimmerd, en voorzien van 40 stuks ijzeren kniën, zo als het thans in de Dok binnen die stad is liggende en op den 1 en 2 augustus kan bezigtigd worden.

De conditiën zullen acht dagen te voren bij bovengemelde Notaris ter lezing liggen, en verdere informatiën te bekomen zijn ten Kantore van Serlé en Zoonen te Middelburg.

Zijnde inmiddels voorn. schip uit de hand te koop.

 

 

Rotterdamsche Courant 06 februari 1821114

Rotterdam, 5 februari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 2 februari 1821:

Het schip GEORGE, Robins, van Amsterdam naar Providence, is den 30 december 1820 zeer lek te Lissabon binnengelopen; ook is aldaar den 19 januari gearriveerd het schip (opm: pink) de JOHANNA MARIA, F. Jonker, van Middelburg naar Batavia, met verlies van de grote mast, zeilen enz…..

 

Rotterdamsche Courant 06 maart 1821114

Amsterdam, 4 maart. Het schip (opm: pink) JOHANNA MARIA, F. Jonker, van Middelburg naar Batavia, den 19 januari wegens schade te Lissabon binnengelopen, heeft den 30 dito deszelfs reis voortgezet.

 

Rotterdamsche Courant 27 maart 1821114

Amsterdam, 25 maart. Volgens brief van Port Mahon, van den 28 februari, waren aldaar aangeland twee man van de equipagie van het schip (opm: pink) JOHANNA MARIA, kapt. F. Jonker, van Middelburg naar Batavia gedestineerd; welk schip wegens schade te Lissabon binnengeweest), en den 30 januari van daar vertrokken zijnde, op de hoogte van Madeira zoude gezonken zijn.

 

Rotterdamsche Courant 31 maart 1821114

Amsterdam, 29 maart. Wegens het zinken van het schip JOHANNA MARIA, kapt. F. Jonker, van Middelburg naar Batavia gedestineerd, blijkt thans uit nadere berichten, dat de twee te Port Mahon aangelande manschappen, die het rapport daarvan hebben gegeven, niet tot de equipage hebben behoord van dit schip, maar gedeserteerd zijn van een Nederlands schip, te Kadix (opm: Cadiz) gelegen hebbende en deze blijkens valse tijding te Port Mahon hebben uitgestrooid, ter bereiking van hun bijzondere oogmerken; zij zijn reeds aan boord van Zijner Majesteits oorlogsschip WASSENAAR in verzekerde bewaring genomen.

 

Rotterdamsche Courant 29 december 1821114

Rotterdam, 28 december. Van Middelburg wordt van den 25 dezer gemeld: heden is alhier in goede staat gearriveerd het schip de JOHANNA MARIA, kapt. F. Jonker, van Batavia.

 

Bataviashce Courant 04 mei 1822114

Batavia, 5 mei. In ons vorig nommer maakten wij bekend, dat onder de aangekomen schepen in Holland zich de PIETER EN EMMA bevond. Wij hebben nadere berichten dien aangaande van een der huizen van negotie alhier ontvangen, welke wij gaarne onze lezers mededelen:

Volgens nadere berichten uit Rotterdam tot de 28 december a.p. (opm: verleden jaar) met het schip JORINA, kapt. Duijvenboden blijkt, dat het schoenerschip PIETER EN EMMA, kapt. Steenwijk Galles van hier naar Rotterdam vertrokken, totaal gebleven was. Ook meldt een brief van Londen, van de 24 december, dat de zekere tijding aldaar van het blijven van gemelde schoener af en aan Ascension, benoorden St. Helena, was ingekomen. Schip en lading waren weg, doch het volk, benevens enige dépêches geborgen. (opm: zie RC 251221)

Voorts waren, buiten de schepen CORNELIA, de JONGE JACOBUS en de CORNELIA SARA, nog aangekomen te Middelburg de JOHANNA MARIA, kapt. Jonker benevens MIDDELBURG, kapt. Bulsing.

 

Rotterdamsche Courant 21 mei 1822114

Rotterdam, 20 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 mei:

Den 16 dezer was op de hoogte van Newhaven het schip COLONIST (opm: fregat, kapt. F. Jonker) van Demerarij naar Middelburg.

Den 14 is te Scilly binnengelopen het schip JONGE PELKO, IJzenbeck, van Liverpool naar Harlingen.

 

Rotterdamsche Courant 25 mei 1822114

Rotterdam, 24 mei. Den 20 mei is te Middelburg gearriveerd het schip de COLONIST (opm: fregat, kapt. F. Jonker, van Demerarij.

 

Dordtsche Courant 28 mei 1822114

Middelburg, 22 mei. Betrekkelijk het treurig uiteinde van de heer F.F. Ferber, gevoerd hebbende het schip de KOLONIST (opm: fregat COLONIST, nieuwe kapitein F. Jonker), hetwelk eergisteren alhier is binnengekomen, kunnen wij de volgende omstandigheden melden, opgemaakt uit berichten, welke de Royal Gazette, Guiana Chronicle en particuliere brieven deswegens behelzen:

Den 27 februari was kapt. Ferber met mejuffrouw A.A. Staal, in Berbice, gehuwd; twee dagen daaraan, den 1 maart, vertrokken zij met de schooner the CLYDE, kapt. Stevenson, van daar naar Demerarij, en wie zou het kunnen geloven, indien de zekerheid het niet al te zeer bevestigde? Vier uren daarna was dit ongelukkig paar, benevens nog een scheepsjongen, reeds in de eeuwigheid! Het weder was onstuimig en een zware stortzee heeft de schooner omvergeslagen; zij wilden zich nog met de sloep redden, dan die onderging hetzelfde lot. Kapt. Stevenson hield zich aan de boot vast, en werd, na 16 uren in angst en gevaar geworsteld te hebben op het strand geworpen. De overig equipagie, bestaande in twee blanke matrozen en een zwarte jongen, hielden zich zo lang mogelijk aan het wrak en vervolgens aan de mast geklemd, waarmede zij, na een worsteling van 24 uren, aan wal zijn gedreven. Waarschijnlijk hebben de pogingen van de heer Ferber, om zijn vrouw te redden, hem spoediger doen bezwijken; zijn lijk was nog niet gevonden, maar dat van zijn beklagenswaardige echtgenote was opgevist, en zaterdag den 2 maart, op de plantagie Lichtfield, plechtig ter aarde besteld. Dit droevig voorval heeft, zo wel in de kolonie als hier ter plaatse, de treurigste belangstelling verwekt.

 

Rotterdamsche Courant 22 augustus 1822114

Rotterdam, 21 augustus. Den 19 is van Middelburg naar zee gezeild het fregatschip de KOLONIST, kapt. F. Jonker, naar Demerarij.

 

Rotterdamsche Courant 07 december 1822114

Rotterdam, 6 december. Men meldt van Middelburg, van den 4 dezer, dat, volgens berigt van Demerarij, aldaar den 7 oktober laatstleden gearriveerd is het schip de KOLONIST (opm: fregat COLONIST), F.F. Jonker; schip en equipagie waren in goede staat.

 

 

Datum vanaf: 1822
Kapitein: Jonker, Fokke
Overige informatie: 1822-07-05

Familiegegevens en opleiding

Harmanus Betaaf Esink was getrouwd met Rebecka Johanna Jansen, geboren op 24 december 1804 te Middelburg en overleden op 24 maart 1869

Ontleend aan een huwelijksakte Middelburg 07 september 1870 van een zoon Harmanus Johannes Esink, geboren in c 1834 te Middelburg

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.B.Ezink werd met nr.336 lid van Zeemanshoop per 26 januari 1836 op voorspraak van J.J.Bart. Zijn schip was de "Mercurius"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 19/26 januari 1836 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Harmanus Bataaf Esink, oud 39 jaar, voerend het schip “Mercurius”, wonende te Middelburg en met als adres de heer J.Bondix te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.J.Bart023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 25 juni 1840 staat vermeld een vraag van Spoor & Sprenger te Middelburg, die een uitkering bepleit voor de wed. Kapitein H.B.Esink, geb. R.J.Jansen voor haar en 2 kinderen. In de notulen dd 30 juli 1841 staat dat het Bestuur accoord gaat met ingang van 01 februari 1840.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop (datum niet genoteerd, maar moet ca juli 1840 zijn) staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein H.B.Ezink een uitkering wordt toegestaan.023 (bedrag en duur niet vermeld).

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam             naam reder/boekhouder

          336                     1836-1840                 fregat               Mercurius                   Spoors & Sprenger te Middelburg

 

Bouma025 vermeldt H.B.Esink als gezgvoerder gedurende:

*    1826 van het 3/m schip “Kolonist”, gebouwd in 1817 te Middelburg, 520 ton o.m., varend voor Spoors & Sprenger te Middelburg;

*    1828 t/m 1835 van het fregat “Mercurius”, gebouwd in 1826 te Middelburg, 600 ton o.m., varend voor Spoors & Sprenger te Middelburg. Het schip sloeg in 1835 op de rotsen van St.Mary op weg van Padang naar Middelburg. De bemanning werd gered evenals 200 balen koffie;

*    1837 t/m 1840 van het fregat “Mercurius”, gebouwd in 1836 te Middelburg, 491 ton o.m., varend voor Spoors & Sprenger te Middelburg.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1825
Kapitein: Esink (Ezink), Harmanus Bataaf
Overige informatie: 1825-10-25

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1816-03-08
Scheepsnaam voorvoegsel: DE
Scheepsnaam: COLONIST
Schipper: Riewerts, Jacob
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Externe informatie - Overig
Type onbekend: De MCC neemt voor 1/16 deel in het nieuwe schip COLONIST van Spoors & Spenger
Afbeeldingen


Omschrijving: Een schilderij op paneel van de COLONIST door J.H. Koekkoek (1778-1851)
Collectie: -
Vervaardiger: Koekkoek, J.H.
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: COLONIST
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Zeeuws Archief. Middelburg archiefnummer 12-366a-1821-14

BIJLBRIEF schip de COLONIST

plaats en datum acte eigendomsverklaring, Middelburg dd. 20 maart 1821

soort schip fregat

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper

eigenaar/aankoper Spoon & Sprenger (2/16e), Pieter Johan Boddaert (voor firma Boddaert & Co) (2/16e part) en 12 anderen, elk voor 1/16e part), allen te Middelburg

te voeren door kapt. Frederik Ferdinand Ferber

groot volgens meetbrief in tonnen 795 tonnen

tuigage en aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris

prijs (bij aan-/verkoop)

bijzonderheden: gebouwd te Rusland








researcher/datum research ML/171105

Naam COLONIST (de)
Archiefinstelling Zeeuws Archief, Middelburg
Jaar 1821
Toegang 12
Inventaris 366A

Bronnen

Jaar: 1816
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
Zeeuws archief Middelburg 12-366a- 1821-14
DC = Dordtsche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant