Inloggen
BREEZAND - ID 1130


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1930
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Nat. Official Number: 1412 Z GRON 1930
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Noord-Nederlandsche Scheepswerven, Groningen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 126
Delivery Date: 1930-02-14
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 3
Power: 150
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Nr. 5221 Type T (240x360)
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 301.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 234.00 Net tonnage
Deadweight: 425.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 24000 Cubic Feet
 
Length 1: 50.02 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 48.00 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.57 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.39 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1930-02-14 BREEZAND
Manager: Lammert Schotanus (10.9.1932 wed. Martje Schotanus), Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Lammert Schotanus (10.9.1932 wed. Martje Schotanus), Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: NHGM
Additional info: 1934 callsign PDGR

Date/Name Ship 1936-00-00 BREEZAND
Manager: T. Tjakkes, Musselkanaal, Groningen, Netherlands
Eigenaar: T. Tjakkes, Musselkanaal, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PDGR
Additional info: Mogelijk makelaar. Eigenaar bij verkoop was weduwe Tjakkes. Kadaster noemt Tjakkes niet.

Date/Name Ship 1937-12-04 RHEIN
Manager: Lambertus Davids, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Lambertus Davids, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PHAP

Date/Name Ship 1940-04-18 RIJN
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Lambertus Davids, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PHFR

Date/Name Ship 1945-03-00 ELBE
Manager: Frachtschiffahrt E. Seyd, Bremen, Germany
Eigenaar: Deutsches Reich, Hamburg, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Bremen / Germany
Additional info: Deze naam/mutatie is discutabel.

Ship Events Data

1930-12-02: Als BREEZAND, zijnde een motorschip, groot 851.62 m3, liggende te Groningen, door J. Gerrits, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Lammert Schotanus, schipper te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1412 Z GRON 1930 op het achterschip achterkant achtererf bakboordzijde.
1931-07-20: Voorwaarts 20-07-1931:
Breezand. Delfzijl, 17 Juli. Het motorschip Breezand, kapt.L. Schotanus, kwam alhier binnen met lichte motorschade. Het is in ballast op reis van Jutfaas naar Hamburg.
Voorwaarts 21-07-1931: Breezand. Delfzijl, 18 Jul. Het motorschip Breezand, kapt. Schotanus, dat hier binnenkwam met licht motordefect, heeft alhier gerepareerd en vervolgde heden de reis naar Hamburg.
1931-12-23: Kapitein-eigenaar Lammert Schotanus kwam in het ruim van zijn schip tijdens het lossen van boomstammen om het leven. Het schip gaat naar zijn vrouw Martje Schotanus-Huizinga, Bussum. Thuishaven: Delfzijl.
1931-12-23: De Graafschap-bode 23-12-1931: Schipper door vallende boom gedood. Schiedam, 23 Dec. Hedenmiddag 12 uur loste de schipper Schotanus op zijn schip BREEZAND in de haven boomen met behulp van een z.g.n. schaar. Hij begaf zich daartoe in het ruim om de boomen in de schaar te bevestigen. De klem schoot los met het gevolg, dat een boom op de man terecht kwam. De man was op slag dood.
1931-12-24: NvhN 24-12-1931: Advertentie: Heden overleed te Schiedam door een noodlottig ongeval, in den krachtvollen leeftijd van 41 jaar en 9 maanden, onze lieve Man en zorgdragende Vader, de Heer L. SCHOTANUS in leven gezagvoerder van het motorschip „BREEZAND". Schiedam, 23 Dec. 1931. Wed. M. SCHOTANUS-HUIZENGA en Kinderen. Zij, die den overledene de laatste eer wenschen te bewijzen worden verzocht op Maandag 29 Dec. 1931 's nam 1.30 uur in de kerk te Tirns bij Sneek.
1932-07-27: NvhN 27-07-1932: Gisteren kwam te Delfzijl met motorschade binnen het motorschip “Breezand”, kapt. Davids. Het schip is ledig op weg van Hamburg naar Duisburg. De schade zal hier gerepareerd worden.
1935-01-10: NvhN 10-01-1935: Delfzijl, 9 Jan. Het motorschip Breezand, kapt. Smedes, kwam alhier op weg van Neuwied met bestemming Kiel binnen met een gebroken mast. Het schip zal alhier bij de werf van de Gebr. Niestern van een nieuwe stalen mast worden voorzien.
NvhN 15-01-1935: Delfzijl, 14 Januari. Het motorschip Breezand, kapt. Smedes, dat alhier met een gebroken mast op weg van Neuwied met bestemming Kiel binnenliep, is alhier van een nieuwe mast voorzien en vertrok heden naar zijn bestemming.
1935-11-13: NvhN 13-11-1935: Terschelling, 9 Nov. Gisteren heeft het Ned. m.s. Breezand, kapitein Smedes, op reis van Rhoerroth naar Noordveld, op de Vliereede zijn schroef verloren. Het schip is toen voor anker gegaan. Hedenmiddag heeft de sleepboot „Holland" van de reederij Doeksen het schip naar Harlingen gesleept, alwaar het schip op de scheepswerf „Welgelegen" gerepareerd zal worden.
1936-01-13: NvhN 13-01-1936: Delfzijl, 11 Januari. Het motorschip Breezand, kapt. Smedes, liep hier heden als bijlegger binnen. Het schip is beladen met gerst op weg van Svendborg met bestemming Antwerpen. Door de aanhoudende storm worden alhier de stoomschepen Ussuri, Ortolan en Enid Mary, resp. bestemd voor Harlingen, Londen en Londen en de motorschepen Dollard, Globe, Gruno, Jura, en Oostzee, alle vijf bestemd voor Londen, opgehouden.
Ook de motorschepen Nejaco en Breezand, beide op weg naar Antwerpen, kunnen wegens storm niet vertrekken.
1936-03-27: NvhN 27-03-1936: Delfzijl, 6 Maart. Het motorschip Breezand, kapt. Smedes, liep hier heden met motorschade binnen. Het schip is beladen met ledige vaten van Maassluis met bestemming Kopenhagen. Het zal de schade alhier herstellen.
NvhN 31-03-1936: Delfzijl, 30 Maart. Het motorschip Breezand, kapt. Smedes, dat alhier binnenliep beladen met ledige vaten van Maassluis met bestemming Kopenhagen, met defecte motor, heeft deze schade alhier hersteld en zette heden de reis voort.
1936-11-05: Het Vaderland 10-05-1937: Klacht wegens overlading van een schip. De klacht van den inspecteur-generaal voor de Scheepvaart tegen den kapitein van het motorschip Breezand wegens overlading van zijn schip, heeft de Raad voor de Scheepvaart gegrond verklaard. De aangeklaagde moge bij de belading niet bepaald het opzet gehad hebben om zijn schip dieper te laden dan toelaatbaar was. Vast staat, dat hij in overladen toestand een reis wilde ondernemen, hetgeen zeer zeker als een misdraging tegenover de Schepelingen is te beschouwen. De Raad schorste den kapitein in zijn bevoegd heid voor den tijd van 8 dagen.
Bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant van Dinsdag 25 Mei 1937, no.97. Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart No. 46. Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart in zake de klacht van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart tegen Kornelis Smedes, kapitein van het motorschip Breezand, wegens overlading van zijn schip, ten einde in dien toestand met dit vaartuig een reis te ondernemen. Op 16 Januari 1937 is door den inspecteur-generaal voor de scheepvaart bij den Raad voor de Scheepvaart een klacht ingediend van den volgenden inhoud: „De waarnemend inspecteur- generaal voor de scheepvaart; verwijzende naar de hierbij overgelegde stukken; overwegende, dat daaruit blijkt, dat het motorschip Breezand op den 5den November 1936 in de haven van Assens- Fyn (Denemarken) dieper was geladen dan volgens het voor dit schip uitgereikte internationale certificaat van uitwatering is toegestaan; overwegende, dat het schip door de Deensche autoriteiten aldaar is aangehouden en dat deze aanhouding eerst is opgeheven nadat een gedeelte der lading was gelost en een hoeveelheid ballastwater was uitgepoinpt; overwegende, dat uit het door den waarnemend inspecteur voor de scheepvaart te Groningen afgenomen verhoor blijkt, dat kapitein Kornelis Smedes van het m.s. Breezand, PDGR, de bedoeling heeft gehad met zijn overladen schip een reis te ondernemen in den zin van de Schepenwet; overwegende, dat dit feit geacht moet worden een misdraging op te leveren van den kapitein jegens de reederij en de schepelingen; gelet op de artt. 48 en 49 van de Schepenwet; stelt aan den Raad voor de Scheepvaart voor een onderzoek in te stellen en den kapitein Kornelis Smedes, voornoemd, te hooren. Een commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij art. 49 der Schepenwet, besliste, dat de Raad een onderzoek naar de gegrondheid van voorschreven klacht zou instellen, welk onderzoek ter zitting van 9 Februari 1937 in tegenwoordigheid van den plaatsvervangend inspecteur-generaal voor de scheepvaart G. Mante heeft plaats gehad. De Raad nam kennis van de stukken van het ten deze door de scheepvaartinspectie ingesteld voorloopig onderzoek en hoorde den kapitein Kornelis Smedes, voornoemd, als aangeklaagde, buiten eede. De voorzitter zette aangeklaagde de beteekenis van de tegen hem ingediende klacht uiteen en gaf hem gelegenheid aan te voeren, hetgeen hij tot zijn verdediging dienstig achtte, zoomede om het laatst het woord te voeren. Uit een en ander is den Raad het volgende gebleken: De Breezand is een Nederlandsch motorschip, metende 300,63 bruto-, 234,30 netto-registerton, roepnaam PDGR, thuisbehoorende te Groningen. Zij is eigendom van T. Tjakkes, te Musselkanaal. Het schip is in het jaar 1930 van staal gebouwd, de hoofdafmetingen zijn 48,01 x 6,56 x 2,39 meter. Het proces-verbaal van verhoor van den kapitein KornelisSmedes door het waarnemend districtshoofd in het derde district der scheepvaartinspectie, dd. 8 Januari 1937, welk proces-verbaal door Kornelis Smedes is onderteekend, houdt o.m. in: „Voor bovengenoemd vaartuig is een certificaat van uitwatering uitgereikt onder n°. 181, geldig tot 1939. Dit certificaat was den 5den November l.1. aan boord. Getuige verklaart, op laatstgemelden datum een lading graan te Assens (Denemarken) te hebben geladen, met bestemming Antwerpen. Getuige verklaart, dat, toen de lading was ingeladen, een Deensche douane-ambtenaar bij het schip kwam en aanmerking maakte op den overladen toestand van het schip. Getuige erkent, dat het schip op dat oogenblik overladen was. Getuige verklaart, dat er een hoeveelheid waterballast aan boord was. Dit water bevond zich in voorpiek- en achter- piektank. Andere ballasttanks zijn niet aan boord. De inhoud van deze tanks is aan getuige onbekend. Het moet ongeveer tusschen 35 en 40 ton (a 1000 kg) zijn, volgens getuige. Men was op het oogenblik, dat de douanebeambte aanmerking maakte, bezig met waterballast overboord te pompen. Getuige verklaart, dat niettemin het schip toch overladen zou geweest zijn, al waren voorpiek- en achterpiektank geheel leeg geweest. Getuige verklaart bovendien, dat hij er niet op gelet heeft, dat het wintermerk slechts aangeladen mocht worden. Het water ter plaatse is brak. Toen het soortelijk gewicht door den belastingambtenaar zou worden vastgesteld, is het weeginstrument, daartoe benoodigd, op de kade gevallen en gebroken. Getuige erkent, dat het schip 3 a 4 cm over het merk geladen is geweest. De vermindering van uitwatering, toegestaan voor zoetwater, bedraagt 4 cm. De vermeerdering van uitwatering voor het wintermerk bedraagt eveneens 4 cm. Getuige verklaart, dat, indien hij niet gedwongen ware geworden of gewaarschuwd was geworden de lading te lossen tot het schip aan het merk ingezonken was, hij in overladen toestand de reis had ondernomen. Ter zitting verklaarde aangeklaagde nog, dat het geenszins in zijn bedoeling heeft gelegen, opzettelijk in overladen toestand uit Assens te vertrekken, zooals uit vorenstaande verklaring zou kunnen worden geconcludeerd. De Raad is, met den plaatsvervangend inspecteur-generaal voor de scheepvaart, van oordeel, dat de klacht gegrond is. Ter zitting is de aangeklaagde gedeeltelijk teruggekomen op zijn in het vooronderzoek afgelegde, door hem na voorlezing onderteekende verklaring, echter zonder daarvoor eenige aannemelijke reden aan te voeren. De Raad wil niet als bewezen aannemen, dat de aangeklaagde bij de belading bepaald het opzet heeft gehad om zijn schip dieper te laden dan volgens het merk toelaatbaar was. Echter, ook al neemt men aan, dat de aangeklaagde uit nonchalance heeft gehandeld, zoo staat toch vast, dat hij in overladen toestand een reis wilde ondernemen, hetgeen zeer zeker als een misdraging tegenover de schepelingen is te beschouwen. Een straf van schorsing acht de Raad hier geboden. Mitsdien: Straft den aangeklaagde Kornelis Smedes, kapitein, geboren 12 Mei 1906 te Ten Boer, wonende te Appingedam, door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij art. 2 der Schepenwet, Voor den tijd van acht dagen. Aldus gedaan door de heeren prof. mr. B. M. Taverne, eerste-plaatsvervangend-voorzitter, C. J. Canters, G. J. Lap en J. N. Egmond, leden, C. L. Julsing ) plaatsvervangend buitengewoon lid, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. H. B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door voornoemden voorzitter ter openbare zitting van den Raad van 7 Mei 1937. (get.) B. M. Taverne, H. B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H. B. Tjeenk Willink, Secretaris.
1937-02-03: De Telegraaf 03-02-1937: Breezand. Londen, 2 Febr. het Nederlandsche m.s.”Breezand” werd op 1 Februari te Wolgast door het ijs opgehouden.
1937-06-14: NvhN 14-06-1937: Delfzijl, 12 Juni. Het motorschip Breezand, kapt. Smedes, kwam hier heden met lichte motorschade binnen. Het schip is beladen met eterniet van Capelle met bestemming Malmö men zal de schade alhier herstellen.
NvhN 21-06-1937: Delfzijl, 19 Juni. Het motorschip Breezand, kapt. Smedes, dat alhier met lichte motorschade binnenkwam, beladen met eternit van Capella naar Lomma, heeft alhier de schade hersteld en zette heden de reis weer voort.
1937-11-23: NvhN 23-11-1937: Delfzijl. Het te Delfzijl thuisbehoorende m.s.”Breezand” , eigenaress mevr. Schotanus-Huizinga te Bussum, is door bemiddeling van E.Wagenborg's Scheepvaart-en Expeditiebedrijf N.V. Alhier, verkocht aan kapitein L.Davids te Delfzijl.
1938-02-19: NvhN 19-02-1938: Delfzijl. Het motorschip Rhein, kapt. Davids, kwam hier als bijlegger binnen. Het schip is beladen met machines van Neuss met bestemming Maagdenburg. Het is naar de werf van de Fa.Gebr. Sander verhaald voor het laten verrichten van eennige herstellingen.
1938-03-24: NvhN 24-03-1938: Delfzijl. Het motorschip Rhein, kapt. Davids, dat alhier als bijlegger binnenliep, zette heden de reis weer voort. Het schip is beladen met eternit van Capelle ua Bois naar Loma.
1942-08-05: Final Fate:
Terwijl ze lag opgelegd in Het Dok te Delfzijl, gevorderd door de Duitsers t.b.v. Unternehmen Wiking, later overgedragen aan de Transportflotte Speer Abt. Kiel. Voer in de oorlog met cement tussen Noorwegen en Kiel. Op 26 maart 1945 ten gevolge van een geallieerde luchtaanval bij Kiel in het Kielerkanaal gezonken, doch later gelicht. Het wrak lag op 6 oktober 1945 nog in Kopenhagen, werd in 1946 naar Nederland gesleept doch herstel bleek niet zinvol. Gesloopt. (Volgens info Jaap Davids niet juist: wrak lag in drie stukken op de wal in Kielerkanaal. Ter plaatse gesloopt). G. Schmaal stelt dat schip al in 1941 is gevorderd en in de rivier Schwierentine (?) is gezonken.

Afbeeldingen


Omschrijving: Breezand 1930
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Rhein 1930 ex Breezand.
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown