Inloggen
ELISA - ID 10412


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1826-08-11 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830

Identification Data

Bouwjaar: 1826
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Louis Lecarpentier, Antwerp, Netherlands
Date Laid Down: 1825-05-18
Launch Date: 1826-06-19
Delivery Date: 1826-08-11
Technical Data

Net Tonnage: 149.00 Net tonnage
Net Tonnage 2: 79.00 lasts (commercial)
 
Length 1: 25.00 Meters Registered
Beam: 7.15 Meters Registered
Depth: 3.57 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1826
Datum agenda: 1826-08-16
Register nr: 18260573
Scheepsnaam: ELIZA
Type: Brik
Lasten: 80
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Looyaarts, K.
Plaats: Antwerpen
Kapitein op moment van verzoek: Jacometti, T.H.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
And

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1826-08-12 ELISA
Manager: Charles Loyaerts, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Date/Name Ship 1833-11-00 ELISA
Manager: Charles Loyaerts, Antwerp, Belgium
Eigenaar: Charles Loyaerts, Antwerp, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Belgium

Date/Name Ship 1838-09-12 ELISA
Manager: Egide van Regemortel, Antwerp, Belgium
Eigenaar: Egide van Regemortel, Antwerp, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Belgium

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaars ELISA 1826-1838:

Charles Loyaerts, Antwerpen, medereder en boekhouder, ½ part
Maximiliaan Lesoinne, Luik, medereder, ½ part

Ship Events Data

1826-10-03: Op 3 oktober 1826 is de ELISA met verlies van de boegspriet Lissabon aangelopen waar de schade werd hersteld.
1838-12-22: Op 22 december 1838 gestrand op de Goodwin Sands; losgeraakt en 24 december 1838 Ramsgate binnengelopen voor noodreparaties; 9 januari 1839 naar Antwerpen verzeild alwaar 12 januari aangekomen voor definitief herstel.
1839-01-09: De ELISA, onder kapt. C. Fertig, 9 januari 1839 vanuit Ramsgate terug naar Antwerpen voor verdere reparaties; 12 januari 1839 aangekomen te Antwerpen en hersteld.
1842-10-13: Final Fate:
De ELISE, kapt. C. Fertig, is als gevolg van lekkage op 13 oktober 1842 gezonken in de positie 50° NB 11° WL.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.A.J. Azon.Jacometti werd per 04 mei 1830 met vlagnummer 321 op voordracht van D.J.Bulsing ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Er is toegevoegd: "overleden"002.

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 27 april/04 mei 1830 werd met vlagnummer 321 voorgedragen/benoemd kapiteinTheodorus Joseph Azon Jacometti, oud 41 jaar, voerende de van de Werve “thans nog op stapel staande”, op voordracht van kapitein D.J.Bulsing023.

 

Ts.Azon Jacometti was met vlagnummer R28 in de periode 1819 t/m 1857 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058. (is dit dezelfde als Theodorus Joseph?).

 

J.Azon Jacometti was met vlagnummer 35 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        321                           1830           geen opg          van de Werve                                        Jean Donnet te Antwerpen

                                      1831-1832     geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen 1849, 1851 en 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein Ths. Azon Jacometti in de ledenlijsten met vlagnummer R28 vermeld als gezagvoerder maar zonder schepen058

 

Overige bijzonderheden

T.Azon Jacometti was gezagvoerder van “De Jonge Anthony” (niet in Bouma025) en maakte reizen in 1823 vanuit Hellevoetsluis naar Batavia en in 1824-1826 van Hellevoetsluis via Lissabon naar Batavia en terug005.

 

Van Sluijs013 vermeldt Th.Azon Jacometti in 1818 en 1828 als kapitein op het fregat “Jonge Anthonie”, gebouwd in 1817, 510 ton, aanvankelijk varend voor A.van Hoboken te Rotterdam in samenwerking met de Cock uit Gent; later alleen voor van Hoboken. Jacometti zou in 1818 een reis hebben gemaakt van Soerabaja naar Rotterdam.Van Sluijs geeft als referenties de Amsterdamsche Courant van 1818 en van 04 februari 1828. Tevens wordt verwezen naar het Gedenkboek van Hoboken.

 

T.A.Jacometti verzorgde per 22 december 1817 en 24 augustus 1819, beide vanuit Hellevoetsluis met de “Jonge Anthonie” troepentransporten van 5 officieren en 62 manschappen resp. 5 officieren en 100 manschappen naar Nederlands Oost-Indië065.

 

“Kapitein Theodorus Azon Jacometti vertrok op 10 september 1819 met de Jonge Anthony uit het Goereese Gat en behalve een contingent militairen had het fregat ook gouvernementsgoederen aan boord: zoals 56 vaatjes met elk 250 kilo aan plaatjes waar in Indië duiten van moesten worden geslagen, 29 kistjes met drukletters en drie kisten met officierslaken, bestemd voor het kledingmagazijn. Over het zink op de scheepsromp was intussen koper gelegd en dat beviel Azon Jacometti voortreffelijk. Toen hij in mei 1820 in ons land was teruggekeerd met een lading koffie en suiker, vertelde hij zijn patroon direct te willen omkeren, om zo snel mogelijk opnieuw een reis naar Indië te kunnen maken.”069 – p.114.

 

‘ELIZA’ (brik, 149 ton/ ook wel 160 ton)

1826          gebouwd in Antwerpen

                   15/11 , kapt. Jacometti, in Antwerpen uit Havana met o.a.lading voor NHM.

1827          22/3                  -“-                  -“-                  -“-

1828          28/11 survey in Antwerpen, kapt. Loyarts, kopergeklonken, komt van Batavia

1830          5/03, M.Harkema, in Antwerpen uit Valparaiso (doch niet vermeld in Valparaiso)

1831          jan. Liggend in Antwerpen

Het is weer een brik die al meer reizen op Zuid-Amerika gemaakt heeft en nu de Westkust eens gaat proberen. Uit de bronnenopgave van de Universidad Maritima, komt mij voor dat het register van scheepsbewegingen in Valparaiso e.a. havens van 1829 ontbreekt. Dit kan de oorzaak zijn dat enkele schepen, zoals de ‘Eliza’, in Antwerpen vermeld worden als binnenkomend uit Valparaiso maar in Valparaiso niet vermeld staan.

De naam Harkema hebben we eerder gezien bij de ‘Lima Packet’, doch met B.G. als voorletters. Is er in Antwerpen een kapiteinscollege geweest waarvan de ledenlijsten misschien nog te raadplegen zijn?100

 

Commentaar van André Delporte op bovenstaand overzicht van Hazelhoff:

T.Azon Jacometti, kapitein “6/1/1828: quitte Anvers pour Batavia où arrive 27/5. Retour: quitte Batavia le 29/6/28 pour Anvers et arrive à hauteurs de Douvres le 30/10/28. Uw aantekening zegggende dat op 28/11/28 het schip geïnspecteerd werd te Antwerpen “venant de Batavia” is dus juist maar Loyarts is niet de kapitein maar wel de reder sedert 1826.

 

Azon Jacometti ging met de brik “Fortuna” op last van reder van Hoboken in 1801 op reis naar Archangelsk in Rusland. ´Op de terugreis ging het mis, want in december moest de Fortuna zwaar gehavend de Noorse haven Molde worden binnengebracht. Daar moest ook de lading worden gelost. Het schip kon pas na maanden – waarschijnlijk in de zomer van 1802, na een provisorische opknapbeurt – thuisvaren. Van Hoboken liet de Fortuna vervolgens tot fregat vertimmeren. Hij herdoopte het schip in Phoenix … “069 p 57

“Azon Jacometti mocht in maart 1803 de tot fregat getransformeerde Phoenix … naar Smirna sturen” (voor Van Hoboken te Rotterdam.069 p 59

“Azon Jacometti was in december 1817 met het fregat Jonge Anthonie uitgevaren en in januari 1819, tijdens de thuisreis, gaf hij op de Atlantische Oceaan aan een hem passerend schip een brief mee, voor het kantoor in Rotterdam. ‘Alles wel aan boord,’liet hij weten, ‘behalve het zink, dat mij zeer in mijn vaart vertraagt en den bodem van het schip het aanzien geeft van een geladen kalkoen.’ ” 069 – p.110

 

Rotterdamsche Courant 04 juli 1818114

Rotterdam, 3 juli. Den 7 maart laatstleden was, op 22º13’ Z.B. 30º20’ west van (opm: de meridiaan van) Greenwich, in goede staat zeilende het fregatschip de JONGE ANTHONY, kaptein Theorodus Azon Jacometti, van Rotterdam naar Batavia; had geene doden noch zieken.

 

Rotterdamsche Courant 31 oktober 1818114

Rotterdam, 30 oktober. Den 21 juni is het schip de JONGE ANTHONIJ, Theod. Azon Jacometti, te Batavia gearriveerd.

 

Rotterdamsche Courant 11 juli 1820114

Amsterdam, 9 juli. Kapitein K. Sipkes, voerende het schip (opm: fregat) IDA ALEIJDA, meldt van Batavia, van 16 februari, dat aldaar weinig of geen Amerikase en met het zijnde slechts vijf Nederlandse schepen lagen, zijnde een omtrent beladen voor Antwerpen; SOURABAYA (opm: fregat), J. Theunissen, en JAN EN CORNELIS, J. Duijf, beide grotendeels beladen, en de NIEUWE ZEELUST (opm: fregat), P. Swart, in lading liggende, allen naar Amsterdam, en de JONGE ANTHONIJ (opm: fregat), Th.A. Jacometti, bevracht naar Sourabaija. Gemelde kapitein Theunissen zou over veertien dagen de reis aannemen.

 

Rotterdamsche Courant 25 januari 1821114

Rotterdam, 24 januari. Kapt. Azon Jacometti, voerende het schip (opm: fregat) de JONGE ANTHONY, naar Batavia gedestineerd, is den 24, met het uitzeilen (opm: van Helvoetsluis), tegen de noordwal vastgeraakt; er zijn twee schuiten derwaarts afgezonden, om hetzelve te ligten.

 

Rotterdamsche Courant 27 januari 1821114

Rotterdam, 26 januari. Het schip de JONGE ANTHONY, kapt. Azon Jacometti, is met de vloed van de noordwal afgekomen  en in vlot water geankerd; de wind Z.W.

 

Rotterdamsche Courant 10 februari 1821114

Rotterdam, 9 februari. Den 8 dezer zeilde van Helvoetsluis de JONGE ANTHONIJ, T. Azon Jacometti, naar Batavia.

 

Bataviasche Courant 19 mei 1821114

Volgens particuliere brieven is den 27 november j.l. (opm: 1820) voor Hellevoetsluis aangekomen het Nederlandse schip de JONGE ANTHONY, gezagvoerder Azon Jacometti, en was den 27 december voor Duins (opm: The Downs) zeilende het Nederlandse schip VROUW MARIA, gezagvoerder Wehmhof, beide schepen van Batavia komende.

 

Rotterdamsche Courant 09 augustus 1821114

Rotterdam, 8 augustus. Den 12 april was het Nederlands fregatschip de JONGE ANTHONIJ, kapt. Theod. Azon Jacometti, in goede staat zeilende op 22º10’ Z.B. 30º10’ W.L.

 

Bataviasche Courant 03 november 1821114

Aangekomen te Batavia:….

....31 Okt. Ned. schip JONGE ANTHONIJ, T. Azon Jacometti, van Indramaijoe den 29 oktober….

 

Rotterdamsche Courant 08 november 1821114

Batavia, 21 juli. Te Batavia is den 23 juni gearriveerd het schip de ONDERNEMING, H.M. Lelsz, van Amsterdam en de Kaap de Goede Hoop; den 25 PANTHER, J. Esdall, van Amsterdam en Rio de Janeiro, en ANNA, C.R. Stolte, van Antwerpen; den 27 de JONGE ANTHONIJ, T. Azon Jacometti, en den … de PIETER EN EMMA, Chambers, van Rotterdam. Den 17 juli is van Batavia vertrokken het schip CORNELIA, T. Sipkes, naar Amsterdam.

 

 

Rotterdamsche Courant 12 oktober 1822114

Batavia, 22 juni. Te Batavia is in het laatst van april of het begin van mei gearriveerd het schip de DRIE GEZUSTERS, M. Azon Jacometti, van Rotterdam, hebbende geen doden op deszelfs reis gehad, alsmede den 3 juni het schip de JONGE JACOBUS, J.J. Boon, van Rotterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, en den 5 juni het schip DIJKZIGT, A. Schaap, van Rotterdam, laatst van Plymouth.

Ook waren er gearriveerd de schepen KATWIJK, J. van Duijn, en JORINA, T. van Duijvenbode, van Rotterdam, en de ARINUS MARINUS, J. Hahn, van Amsterdam, van welke het schip KATWIJK reeds den 21 juni de terugreis naar Rotterdam aanvaard had. De schepen JORINA en de JONGE ANTHONIJ, kapt. F. Azon Jacometti, waren den 26 juni naar Japan gezeild, en de schepen ARINUS MARINUS, de DRIE GEBROEDERS en DIJKZIGT zouden spoedig met troepen naar Borneo vertrekken…..

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Jacometti, Theodorus Azon
Overige informatie: * Rotterdam 15-06-1789, † Batavia 13-09-1856

Familiegegevens en opleiding

Martinus Harkema werd geboren te Groningen op 23 december 1800 en overleed in 1846.

Hij trouwde met Janna Petronella Bax, geboren te Amsterdam op 12 juni 1814. en overleden op 02 augustus 1881

In het Amsterdamse Stadsarchief zijn geen huwelijksgegevens gevonden in de tienjarentafels 1833-1852

Ten tijde van het overlijden van Martinus in 1846 wordt Rotterdam als woonplaats opgegeven.118

 

Martinus Harkema werd geboren op 23 december 1799 te Groningen. Hij overleed op 19 januari 1846 als gezagvoerder aan boord van de “Edouard”, zeilende in de Zuider-Atlantische Oceaan, 31o39’Zbr. en 12o28’OL, op reis van Batavia naar Rotterdam, na een langdurige hartziekte en bijkomende borstwaterzucht005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.Harkema (adres kapt. G.Drayer) werd met nr.366 effectief lid van Zeemanshoop per 02 juli 1833 op voorspraak van C.Koert. Zijn schip was de "Generaal Chassé"002.

In de Algemene Vergaderingen van 25 juni/02 juli 1833 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Martinus Harkema, oud 33 jaar, met als adres kapt. B. Drayer “op het water”, voerend het schip Generaal Chassé,op voordracht van kapitein C.Koert. Zijn vlagnummer werd 366023.

Hij was effectief lid van “Zeemanshoop”met vlagnummer 366 van 1833 t/m 1836 en met vlagnummer 253 van 1836 t/m 1846.

Hij werd deelnemer van Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 oktober 1835. "de kapitein voor een andere haven dan Amsterdam varende bet. ingeve. Art 35 dubbele contr. of voor Doni ¦30,-"003.

 

M.Harkema was met vlagnummer 68 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

In de Amsterdamsche Almanak van 1830 en 1831 staan ledenlijsten van het Antwerpse zeemanscollege waarin opgenomen een M.Harkema met vlagnummer 68.

 

M.Harkema was met vlagnummer R31 in de periode 1833 t/m 1846 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

M.Harkema was met vlagnummer 38 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 1832 t/m 1846. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 april 1832 van het College staat echter dat kapitein M.Harkema “zullende voeren voor no vlag 6”. In de notulen dd 27 juli 1832 wordt gemeld dat het lid kapitein J.van Driesten vlag D6 zal voeren “welke door kapitein Harkema te zijnen behoeve wordt afgestaan.”. Kapitein Harkema voerde daarna nummer 38.64a

 

Martinus Harkema zou dus van 4 zeemanscolleges effectief lid zijn geweest. Hoe zou hij dat met zijn vlagvoering aan boord hebben gedaan?

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 april 1846 staat een aanvrage om een uitkering van de weduwe van kapitein M.Harkema, geb. J.Bax. Dezee wordt haar in de vergadering van 28 mei 1846 voor haar en 2 kinderen toegekend met ingang van 01 februari 1846.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1873 vraagt G.Monkhorst “inlichtingen verzoekende omtrent de achterstallige uitkeering van de Wed. M.Harkem geb. Bax.”042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 02 juni 1846 staat de aanvrage van de weduwe van kapitein M.Harkema om een uitkering welke per 01 februari 1846 wordt toegestaan voor haar en twee kinderen.023.

 

In de Jaarverslagen 1849 en 1851 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe M.Harkema uitkeringen krijgt van f 203,- resp. f 205,60 voor onderstand en schoolgeld van haar en haar 2 kinderen. In 1855 was de uitkering f 195,20 voor haar en twee kinderen incl. schoolgeld; in 1858 f 190,- voor haar en twee kinderen zonder schoolgeld en in 1859 f 177,50 voor haar en twee kinderen, waarvan één voor 4½ maand058.

 

In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat per 01 maart 1846 de uitgave van f 100,-,- aan de weduwe Harkema.064b

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat M.Harkema als gezagvoerder064:

* 1837                          fregat “Generaal Chassé”                              boekhouder Roelands & Co te Rotterdam

*1842 t/m 1846          fregat “Eduard                                                boekhouder Roelands & Co te Rotterdam

 

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

        366                       1833-1835     fregat               de Generaal Chassé           J.Roelands te Rotterdam

        253                       1836-1838     fregat               de Generaal Chassé           idem

                                      1839-1845     fregat               Edouard                              J.Roelands & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt M.Harkema als gezagvoerder gedurende:

*    1834 t/m 1839 op het 3/m schip “Generaal Chassé”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam;

*    1840 t/m 1846 op het 3/m schip “Edouard”, gebouwd in 1841 te Schiedam, 706 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam.

 

Op 6 november 1832 kocht in Antwerpen de firma J. Roelants & Co, kooplieden en scheepsreders te Rotterdam, per onderhandse akte 3/4e aandeel in de RAYMOND. Hiervoor werd een prijs betaald van in totaal NLG 27.000, waarmee de waarde van het gehele schip werd vastgesteld op NLG 36.000.

Dit eigendom werd op 2 maart 1833 te Rotterdam geregistreerd in deel 21, folio 103, recto, vak 2 en volgende.

Vermoedelijk werd het schip in maart 1833 verdoopt in GENERAAL CHASS?.

In de akte staat de naam Franciscus Biolley; hij tekent echter als François Boilley.marhisdata

 

Overige bijzonderheden

Jan Andries Knaap werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de "Generaal Chassé" onder kapitein Harkema op twee reizen vanuit Rotterdam naar Batavia en wel op 19 juli 1833 (terug 01 juni 1834) en 19 augustus 1834 (terug 03 september 1835)004-532/1686.

 

M.Harkema verzorgde per 04 mei 1838 vanuit Hellevoetsluis met de “Generaal Chassé” een troepentransport van 3 officieren en 8 manschappen. Hij arriveerde op 09 augustus 1838 na 97 dagen te Batavia065.

 

‘ELIZA’ (brik, 149 ton/ ook wel 160 ton)

182                         6gebouwd in Antwerpen

                                15/11 , kapt. Jacometti, in Antwerpen uit Havana met o.a.lading voor NHM.

1827                      22/3                  -“-                  -“-                  -“-

1828                      28/11 survey in Antwerpen, kapt. Loyarts, kopergeklonken, komt van Batavia

1830 5/03             M.Harkema, in Antwerpen uit Valparaiso (doch niet vermeld in Valparaiso)

1831                      jan. Liggend in Antwerpen

Het is weer een brik die al meer reizen op Zuid-Amerika gemaakt heeft en nu de Westkust eens gaat proberen. Uit de bronnenopgave van de Universidad Maritima, komt mij voor dat het register van scheepsbewegingen in Valparaiso e.a. havens van 1829 ontbreekt. Dit kan de oorzaak zijn dat enkele schepen, zoals de ‘Eliza’, in Antwerpen vermeld worden als binnenkomend uit Valparaiso maar in Valparaiso niet vermeld staan.

De naam Harkema hebben we eerder gezien bij de ‘Lima Packet’, doch met B.G. als voorletters. Is er in Antwerpen een kapiteinscollege geweest waarvan de ledenlijsten misschien nog te raadplegen zijn?100

 

Brik ELIZA, kapitein M.Harkema, op 5 maart 1830 in Antwerpen uit Valparaiso, in welke plaats echter geen registratie van aankomst of vertrek***. Zullen twee rondingen zijn geweest, resp. O-W en W-O.

*** Het nog aanwezige deel van het havenregister in Valparaiso begint in oktober 1827 en het jaar 1829 ontbreekt. 100a

Zie ook referente 121

 

NAVOLGENDE KRANTENBERICHTEN NAAR MARHISDATA

Algemeen Handelsblad mei 1833

Te Rotterdam in lading naar Batavia het Nederlandse gekoperd Fregatschip GENERAAL CHASS?, kapt. Martinus Harkema, Boekhouder J. Roelandts, Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 07 januari 1837112

Rotterdam, 6 januari. Den 9 september 1836 lagen te Batavia ter rede:

Nederlandse schepen RESOLUTIE, APOLLO, MARIA, JOEDEL BARIE, MEDORA, BOEROONG, WIJNHANDEL, SCHOON VERBOND, PEKALONGAN, GENERAAL CHASS?.

(opm: sterk bekort)

 

Rotterdansche Courant 04 februari 1837

Rotterdam, 3 februari. De Javasche Couranten tot den 8 oktober behelzen o.a het volgende:

Te Batavia lagen ter rede de Nederlandse schepen ZAANSTROOM, NEÊRLANDS KONINGIN, RHOON EN PENDRECHT, MERCURY, GENERAAL CHASS?.

(opm: sterk bekort)

 

Rotterdamsche Courant 14 februari 1837

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

Batavia, met zeer goede inrichtingen voor passagiers:

Het Fregatschip GENERAAL CHASS?, kapt. M. Harkema, om 28 maart te vertrekken.

(opm: sterk bekort)

 

Rotterdamsche Courant 14 maart 1837

Rotterdam, 13 maart. In de Javasche Couranten tot den 16 november 1836 vindt men:

Ter rede van Sourabaya lagen den 9 november de Nederlandse schepen SINGAPOERA, PETRUS, NEÊRLANDS KONINGIN en GENERAAL CHASS?. (opm: sterk bekort)

 

Rotterdamsche Courant 25 april 1837

Rotterdam, 24 april. In de Javasche Courant tot den 7 december 1836 vindt men het volgende:

Te Sourabaya lagen ter rede de Nederlandse schepen SINGAPOERA, GENERAAL CHASS?. (opm: sterk bekort)

 

 

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Harkema, Martinus
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Vandersweep, S.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Fertig, Carl
Overige informatie: * Stettin

Algemene informatie

1826

Over de schrijfwijze van de scheepsnaam heerst tussen de Noordelijke- en Zuidelijke Nederlanden / België geen eenduidigheid. De Nederlandse zeebrieven en het K.B. van 28.10.1830 noemen de brik ELIZA. De bijlbrief zegt ELISA, terwijl Marhisdata’s Belgische correspondenten André Delporte en Luc van Coolput uitdrukkelijk de naam ELISA gebruiken zoals die ook door de Belgische autoriteiten algemeen is gebruikt. Op grond hiervan heeft Marhisdata de naam ELISA gehanteerd.

Gebouwd van eikenhout, vernageld met koperen spijkers en koperen bouten en voorzien van een koperen huid.

Op 16 augustus 1826 eerste zeebrief voor de ELIZA, aangevraagd door K. Loyaerts, Antwerpen, voor Theodorus Azon Jacometti als kapitein.

AG 220626   
Antwerpen, 22 juny. Eergisteren, omstreeks vyf ueren, is op de scheepstimmerwerf naby de koninglyke battery van stapel geloopen de fraeye brik ELISA, van omtrent 200 tonnen, gebouwd door M. Carpentier voor den heer Ch. Loyaers, uytreeder alhier. (opm: de bijlbrief zegt tewatergelaten op 19 mei 1826)

DC 210926
Vlissingen, 16 september, Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 13 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: DE VROUW ANNA, kapt. B.H. Schuring, naar Noorwegen met ballast; de ELISA (opm: eerste reis van deze brik), kapt. T. Azon Jacometti, naar Rio de Janeiro met stukgoederen;
RC 311026
Amsterdam, 29 oktober. Het schip (opm: brik) ELISA, kapt. T. Azon Jacometti, van Antwerpen naar Carthagena de Colombia, is, volgens brief van Lissabon van den 7 dezer, den 3 dito aldaar met verlies van de boegspriet binnengelopen, welke schade zonder lossing, ten spoedigste zou hersteld worden; de kapitein bevond zich wegens ziekte aan land.

1827

RC 240327
Rotterdam, 23 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd: TWEE VRIENDEN (opm: schoener), kapt. T. Hamilton, ELIZA,  kapt. Jacometti (opm: brik ELISA, kapt. T. Azon Jacometti) en AIMABLE PAULINE (opm: brik), kapt. L.J. Luijtjes, van de Havannah;
RC 260527
Rotterdam, 25 mei. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE JOHANNA, kapt. J. van Puijvelde, naar Londen; MAGARETHA, kapt. H.J. Dijkhuis, naar de Marennes; DE ELISA, kapt. T. Azon Jacometti, naar Carthagena;
RC 171127
Rotterdam, 16 november. Te Antwerpen is gearriveerd ELIZA, kapt. Jacometti (opm: brik ELISA, kapt. T. Azon Jacometti), van de Havanna.

1828

Op 24 november 1828 nieuwe zeebrief voor de ELISA, aangevraagd door C. Loyaerts, Antwerpen, voor M. Harkema als kapitein.

RC 120128
Rotterdam, 11 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE MARIA, kapt. A. Vollemaire, naar Marseille; ELEONORE, kapt. A.P. Moller, naar Corunha; HULL-PACKET, kapt. H.H. Lange, naar Hull; DE VRIENDEN, kapt. T. Nasten, NEPTUNES, kapt. P. Petijt, WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Langhetee en ALEXANDER, kapt. A.E. van Dijck, naar Rio-Janeiro; DE JONGE JOHANNA, kapt. J. van Puijvelde, MARIANNA, kapt. A. van der Kan, DE LEEUW, kapt. J. Verbruggen en ELIZA, kapt. J. Renken, naar Londen; ELIZA (opm: brik ELISA), kapt. T. Azon Jacometti en FORTITUDE, kapt. D.J. Bulsing, naar Batavia LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuiper, naar Corham en SOLON, kapt. J. Past, naar ……(geen opgave)    
JC 290528
Batavia, 27 mei. Gisteren is alhier aangekomen het schip ZEEUW, kapt. C. Riekels, met Zr.Ms. troepen, den 6 januari van Middelburg vertrokken; heden zijn alhier gearriveerd de brik ELIZA (opm: ELISA), kapt. T. Azon Jacometti, met een passagier, den 6 januari van Antwerpen vertrokken, en het schip FORTITUDO, kapt. D.J. Bulsing, met Zr.Ms. troepen, den 7 januari van Antwerpen vertrokken.
JC 010728  
Te Batavia vertrokken schepen:
Den 28. juni de brik CLEMENTINE, kapt. Abdul Rachman, naar Samarang; den 29. juni de bark RADJAH WALIE, kapt. P. Rough, naar Singapore, de brik ELIZA (opm: ELISA), kapt. T. Azon Jacometti, naar Antwerpen met een passagier en de schoener REMBANG, kapt. J.B. Berest, naar Pamanoekan.
DC 011128
Bericht voor de zeevarenden. De minister voor de marine en kolonien brengt ter kennis van de zeevarenden, dat, luidens een brief van de kapitein T. Azon Jacometti, voerende het brikschip ELIZA(opm: ELISA), van Antwerpen, gedagtekend Batavia, 2 juni 1828, door dien kapitein, op zijne reis van Vlissingen naar Batavia, de Kaap rondzeilende, den 6 april 1928 ontmoet zijn vijf grote ijs-eilanden, op 37°31’ zuider breedte, en 18°17’ oost Greenwich lengte. Gemelde kapitein passeerde dezelve op een kwart mijl afstand, en giste hunne hoogte te zijn van 150 tot 300 voeten, gelijkende naar hoge spitse torens, uitgezonderd één, hetwelk zeer plat en uitgestrekt was. De zee brandend op dezelven met zulk een vreselijk geweld, dat men op het vermoeden kwam, dat deze eilanden op een nog onbekende droogte vast zaten, in welk vermoeden men echter door het lood niet bevestigd is geworden. Sedert het verlaten van het eiland Trinidad, had kapitein Jacometti gestadig een om de noord lopende stroom bespeurd, welker dagelijks verschil, bij elkander getrokken, een verschil in breedte van 8°40’, ten tijde hij het ijs zag, opleverde, en twijfelde hij niet, of de gezegde stroom moest daarvan de oorzaak zijn; ook geloofde hij, dat men het gezegde ijs nog wel op 34° en 35° konde ontmoeten, eer het zoude gesmolten zijn, en hoewel daar minder gevaarlijk, dan op 37½ graad, echter voor de zeevarenden nog zeer te vrezen bleef.
In de Verzameling van berigten over eenige onderwerpen der navigatie, uitgegeven door de kommissarissen tot de zaken, het bepalen der lengte op zee en de verbetering der zeekaarten betreffende, het derde stuk, van den jare 1792, vindt men reeds gewag gemaakt van een dergelijke ontmoeting en waarneming van ijs-eilanden in den jare 1789, op een zuider breedte van 37°22’ en 38°44’, en lengte van 43°41’ en 40°50’ door ’s lands schepen THETIS, ZWALUW en MERCUUR, onder het bevel van de kapiteins Staringh, Gobius en Alberts, medegedeeld uit het journaal van eerstgenoemde kapitein Staringh. Ook deze ijsbergen giste men 300 à 400 voeten hoog boven water.
’s Gravenhage, 8 oktober 1828, de minister voornoemd, Elout.

1829

RC 100129
Rotterdam, 9 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE HORTENSE, kapt. H.A. Nieberding, naar Marseille; COLUMBUS, kapt. N. Drinkwater, naar New York; DE JONGE TJITSKE TROMP, kapt. T.S. Oldendorp, naar Newhaven; DE MARIA, kapt. E.R. Borchers en DE ELISA, kapt. M. Harkema, naar Lima;(opm: de brik ELISA vertrok naar Valparaiso alwaar op 17 mei 1829 aangekomen, via een kustreis naar Arica op 26 november 1829 in Valparaiso teruggekeerd en vandaar naar Antwerpen gezeild waar het schip op 8 maart 1830 is binnengelopen)

 1830

Ingevolge decreet van de koning per K.B. 28.10.1830 werden de zeebrieven van alle 196 schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk thuis behoorden, waaronder de brik ELIZA (vergelijk schrijfwijze), ingetrokken.

RC 090330
Rotterdam, 8 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE CAMILLE, kapt. Bakker en VROUW HELENA, kapt. De Vries, van Londen; VROUW JANTINA, kapt. Kuiper en FREDERIK WILHELM DRIE, kapt. Dirksens, van Bordeaux; AURORA, kapt. Wygers van Sevilie (opm: Sevilla); MERCURE, kapt. Smit, ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, HARLINGER, kapt. Harrison en MARIA MATHILDA, kapt. Lofgreen, van Rio-Janeiro; HARMONY, kapt. Reus, CONCORDIA, kapt. Bonjer en MAGDALENA, kapt. Lutje, van Riga; ELISA (opm: brik), kapt. Harkema, van Valparaiso;  
Eind 1830 is de brik  ELISA verhaald naar Boom, gelegen aan de Rupel, een zijrivier van de Schelde, mogelijk om bij één van de Boomse werven (De Ceuster of Fleury-Duray) de reparaties te ondergaan van schaden ontstaan als gevolg van het tweemaal passeren van Kaap Hoorn.

1831 - 1833

In februari 1831 zijn enkele Belgische schepen naar Boom gevlucht om op de Schelde niet in handen te vallen van de Nederlanders, mogelijk is de brik ELISA ook om die reden in Boom blijven liggen. Op 6 januari 1833 is de brik in Antwerpen teruggekeerd, maar kon het schip wegens de weigering van Nederland om Belgische schepen vrije doorgang over de Schelde te verlenen tot de zomer nog niet uitvaren. De economische omstandigheden waren slecht, zodat het schip mogelijk zelfs tot juli 1834 heeft opgelegd gelegen.

1834

LvC:
De brik ELISA, kapt. S. Vandersweep, 11 juli 1834 uit dok; 12 juli  1834 uit Antwerpen vertrokken naar  Rio de Janeiro; 2  november 1834 van Rio de Janeiro, bestemming Antwerpen.

1835

LvC:
De brik ELISA, kapt. S. Vandersweep, 17 januari 1835 aangekomen op de rede van Vlissingen; 20 januari 1835 aangekomen te Antwerpen met koffie, 5.050 huiden, hoornen, tapioca.
De brik ELISA, kapt. S. Vandersweep, 24 april 1835 uit dok; bestemming Rio de Janeiro; 02 januari 1836 aangekomen te Antwerpen uit Rio de Janeiro met koffie, huiden, suiker.

1836

DC 070136
Vlissingen, 4 januari. Voor Antwerpen bestemd zijn hier ter rede gekomen: ELIZA , kapt. S. Vandersweep, van Paraiba (opm: brik ELISA, van Parnaiba, Brazilië), met suiker; LONDON PACKET, kapt. F. Auman, van Liverpool, met klipzout; de KAREL, kapt. J.B. Stuurman, van Smirna, met fruit.
LvC:
De brik ELISA, kapt. S. Vandersweep, 23 maart 1836 uit Antwerpen vertrokken met bestemming Rio de Janeiro; pas op 9 april 1836 rede van Vlissingen verlaten; in Rio de Janeiro en Pernambuco (opm: Recife); daarna naar Marseille; 14 januari 1837 aangekomen te Antwerpen uit Marseille met zeep, olie, amandelen.

1837

LvC:
De brik ELISA, kapt. S. Vandersweep, 18 april 1837 uit Antwerpen vertrokken met bestemming Valparaiso; 15 augustus 1837 aangekomen te Valparaiso; daarna onbekend; naar Marseille.

1838

LvC:
De brik ELISA, kapt. S. Vandersweep, 9 juni 1838 uit Marseille, bestemming Antwerpen; 24 tot 26 juni in de baai van Gibraltar; 15 juli 1838 aangekomen op de rede van Vlissingen; 16 juli 1838 in Antwerpen met zeep en olie.
LvC:
De brik ELISA,  kapt. C. Fertig, 9 september 1838 uit Antwerpen met bestemming Villanova; 3 november 1838 aangekomen te Antwerpen uit Villanova met vijgen.
LvC:
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, 18 december 1838 vertrokken uit Antwerpen met bestemming Maio en Montevideo (Maio is eilandje van de Cabo Verde Eilanden waar zout werd ingeladen).
22 december 1838 gestrand op de Goodwin Sands; losgeraakt en 24 december 1838 Ramsgate binnengelopen voor reparaties.

1839

LvC:
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, 9 januari 1839 vanuit Ramsgate terug naar Antwerpen voor verdere reparaties; 12 januari 1839 aangekomen te Antwerpen en hersteld; 10 februari 1839 uit Antwerpen vertrokken met bestemming Maio en Montevideo; 24 juli 1839 uit Montevideo, bestemming Antwerpen; 23 september 1839 aangekomen rede Vlissingen; 25 september 1839 aangekomen te Antwerpen uit Montevideo met 7797 huiden.
LvC:
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, 29 oktober 1839 uit Antwerpen met bestemming Montevideo; zelfde dag van rede van Vlissingen; 29 december 1839 aangekomen Montevideo.

1840

LvC:
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, via Cowes 24 mei 1840 aangekomen te Amsterdam; 22 juni 1840 uit het Vlie met bestemming Antwerpen; 24 juni 1840 aangekomen te Antwerpen met suiker en koffie.
LvC:
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, 26 juli 1840 uit Antwerpen vertrokken met bestemming Vera Cruz.

1841

LvC:
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, van Havana 5 januari 1841 aangekomen rede Vlissingen, waar ijs op de Schelde; 21 januari 1841 aangekomen te Antwerpen uit Havana met suiker, sigaren.
LvC:
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, 14 maart 1841 uit Antwerpen met bestemming Maio en Montevideo; 21 otober 1841 aangekomen te Antwerpen uit Buenos Aires met huiden.
LvC
De brik ELISA, kapt. C. Fertig, 8 december 1841 uit Antwerpen vertrokken met bestemming Montevideo; 16 februari 1842 aangekomen te Montevideo; vervolgens naar Nederland.

1842

RC 030942
Advertentie. P. van Santen, A.F. Pflughaupt, B.H. Timmer Bzn en J.H. Hienfeld, makelaars, zullen op woensdag den 21 september 1842, des avonds ten 6 ure, in de Nes, in de Brakke Grond, te Amsterdam, verkopen: Circa 30,000 stuks Buenos-Ayres en Montevideo gedroogde ossen- en koehuiden, directelijk van Buenes-Ayres en Montevideo ingevoerd, en nu laatstelijk per ELISE (opm: brik ELISA), kapitein C. Fertig, liggende als bij notitie zal worden aangewezen.
AH 060942
Texel, 4 september. Uitgezeild ELISA (opm: brik), kapt. C. Fertig, naar Antwerpen (opm: naar Villanova).
AH 151042
Villanova, 21 september. Binnengekomen ELISA (opm: brik), kapt. C. Fertig, van Amsterdam. (opm: op 5 oktober uitgezeild voor de thuisreis)
UPS 041142
Brussel, 30 oktober. Uit Antwerpen schrijft men van 29 oktober, dat de Belgische koopvaardijbrik ELISA, kapt. C. Fertig, behorende aan den heer Van Regemortel aldaar, op de kust van Portugal is vergaan (opm: onderweg naar Antwerpen op 13 oktober in positie 50°NB 011°WL als gevolg van een lek). De equipage is gered (opm: door het Engelse schip SIR WALTER SCOTT en op 26 oktober in Londen aangekomen). Het schip was geladen met vruchten, en zeilde van Villa Nova naar Antwerpen. (opm: bouwjaar 1826, tot 1830 onder Nederlandse vlag)


 



 

 

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.180
DVD - XXXI – 132 III 049-050
ACTE BIJLBRIEF

Naam schip ELISA

plaats en datum acte bijlbrief, Antwerpen, 11 augustus 1826

type schip brik, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Lodewijk Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Charles Loyaerts, Antwerpen (reder voor 1/2e part en boekhouder) en
Maximiliaan Lesoinne, Luik (mede-reder voor 1/2e part)

te voeren door kapt. Theodorus Azoon Jacometti

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken 2 masten 1 dek

afmetingen lang van voor- tot achtersteven 25,00 meter; wijd buiten de oplangen (?) 7,15 meter en hol van de wegering tot onder de dekbalken 3,57 meter

kiellegging 18 mei 1825

tewaterlating 19 juni 1826

plaats / datum registratie Antwerpen, 12 augustus 1826

nummer van registratie deel 3 blad 177 recto vak 3

notaris bevestigende verklaring burgemeester van Antwerpen.

prijs NLG.

bijzonderheden gebouwd van eikenhout, vernageld met koperen spijkers en koperen bouten en voorzien van een koperen huid






researcher/datum research: AD/040609

Naam ELISA
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1826
Toegang 512.0044
Inventaris 132

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.180
N.A. Den Haag, Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
Dhr. Luc van Coolput, Antwerpen.
Dhr. André Delporte, Luik
H. Hazelhoff Roelfzema 2010: Reizen rond Kaap Hoorde onder Nederlandse vlag
DC = Dordrechtsche Courant
JC = Javasche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
UPS = Utrechtsche Provinciale- en Stads-courant