Inloggen
EGMOND - ID 10401


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1838-10-04 / 1840-09-14 | Reden uitgevlagd: In de vaart onder Nederlandse vlag

Identification Data

Bouwjaar: 1838
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoener
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: Jan Nuveen - werf 'De Walvisch', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1838-04-24
Launch Date: 1838-09-19
Delivery Date: 1838-09-21
Technical Data

Gross Tonnage: 88.00 lasts
Net Tonnage 2: 88.00 lasts (commercial)
 
Length 1: 30.78 Meters Registered
Beam: 4.56 Meters Registered
Depth: 2.67 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1838
Datum agenda: 1838-10-04
Register nr: 18380563
Scheepsnaam: EGMONT
Type: Schooner
Lasten: 88
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hartsen, J.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Rotgans, S.J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
scheepsnaam veranderd in EGMOND op 27/04/2013. volgens BIJLBRIEF ook naam EGMOND

Ship History Data

Date/Name Ship 1838-09-21 EGMOND
Manager: Jacob Hartsen e.a., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

bijlage bij acte 1 van 1838, schoener EGMOND
eigenaren per ultimo september 1838:

S.J. Graaf van Limburg Stirum, Amsterdam (1/8e part)
Jhr. J. van Iddekinge, Amsterdam (1/8e part)
Ch. de Perrat, Amsterdam (1/8e part)
H.A. van Karnebeek, Amsterdam (1/8e part)
F. Rendorp, Amsterdam (1/8e part)
D. de Haan, Amsterdam (1/8e part)
J. de Haan Pzn., Amsterdam (1/8e part)
Jacob Hartsen, Amsterdam (1./8e part)
(opm: een van deze heren is boekhouder, maar er wordt niet vermeld wie)

Ship Events Data

1838-09-11: Meetbrief Amsterdam, 11 september 1838
1840-09-14: 16 september 1840
AH - Algemeen Handelsblad
’s-Gravenhage, 14 september. Met de 1e dezer is in dienst gesteld het door het departement der marine van de heer Hartsen te Amsterdam overgenomen schoenerschip genaamd EGMOND, liggende aldaar, hetwelk bestemd is voor de Oost-Indiën. Deze bodem zal worden bemand met een equipage van 36 koppen en het bevel daarover worden opgedragen aan de luit.t.zee 1e klasse W. Steffens. (zie AH 101040)
1840-10-00: Final Fate:
In het Tijdschrift voor het Zeewezen, 1851, p.982 (Nr T3 in het NSM) staat dat de schoenerbrik “Egmond” op een particuliere werf werd gebouwd en door de marine in 1840 werd aangekocht. Bovendien de volgende opmerkingen: van 1840 t/m 1851 in Oost Indië, in 1848 en 1849 buiten dienst vanwege reparaties, op 1 juli 1850 weer in dienst als wachtschip te Soerabaja, later op Amboina;

Gezagvoerders

 

ZIE VOOR UITGEBREIDE GEGEVENS WAARONDER OPMERKINGEN DIE OOK IN NAVOLGENDE TEKST ZIJN VERMELD:

EEN TERSCHELLINGER ZEILVAARTKAPITEIN. REIZEN EN LOTGEVALLEN VAN SIES JANS ROTGANS (1805-1857.

Door Bram Oosterwijk, Coolegem Media, Rotterdam, 2016, 167 pp

 

Familiegegevens en opleiding

Sies Jansz Rotgans werd geboren te Joure op 26 september 1805 als zoon van Jan Siebesz Rotgans en Wietske Siezens van der Zee.

Hij trouwde te Terschelling op 03 augustus 1838 met Tietje Wybrand Rotgans, geboren te Terschelling op 03 november 1813 als dochter van Wybrand Pietersz Rotgans en Maamke Jans Doeksen.. Zij overleed op 21 oktober 1893 te Terschelling, 79 jaar, weduwe.

Sies overleed in juli 1857 te St.John, USA.

 

Krantenadvertentie ( Vermoedelijk de Amsterdamsche Courant)

“Heden ontving ik het hartverscheurend berigt, dat mijn innig geliefde Echtgenoot S.J.ROTGANS, te St.JOHN in N.-America, aan een plotseling ontstaan toeval in den ouderdom van 51 jaren was overleden. Ik houd mij overtuigd, dat allen, die den waardigen Man gekend hebben, in mijne regtmatige droefheid zullen deelen, over dit voor mij, mijne vijf Kinderen, en zijne overige Betrekkingen zoo zwaar verlies

WEST-TERSCHELLING                                                                                                           T.W.ROTGANS,

28 Julij 1857                                                                                                                                 Wed. S.J.Rotgans

Een kopie van deze advertentie is opgenomen in de autobiografische aantekeningen “Reizen en lotgevallen van Sies Jans Rotgans”, een typoscript dat aanwezig is in de bibliotheken van het NSM te Amsterdam en het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek.

In aantekeningen bij dit manuscript staat nog:dat in de overlijdensacte de mededeling staat dat hij is overleden “in het hotel van Mr. Stubbs, in de stad St.John. in het Graafschap Saint John op de negenden july enz., overleden aan een smartelijke lighaamsziekte te weeten eene verlamming enz.”

 

In een monsterrol uit het Amsterdamse Archief van de Waterschout011a is een rol van de kof “De Groote Zeevaard”, kapitein Jan Siebes Rotgans, bestemming Genua/Livorno, boekhouder Gebr. Hartsen, 6 bemanningsleden waaronder stuurman Sies Jans Rotgans.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

S.J.Rotgans werd met vlagnummer 420 per 17 juli 1838 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van D.Grim. Zijn schip was de "Egmond", in het register doorgestreept en vervangen door "Plancius". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was hij 32 jaar en ongehuwd002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 10/17 juli 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Sies Jansz Rotgans, oud 32 jaar, voerend de schonerbrik “Egmond”, met als adres de heer W.Schut op het Damrak, op voordracht van kapitein D.Grim. Hij kreeg vlagnummer 420023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 20 juni 1843.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1857 staat een bericht van kapitein S.J.Rotgans, dat hij een reis naar Amerika gaat doen “en op dezelve in zijn betrekking tot het fonds wenschende te blijven.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1858 verzoekt de wed. S.J.Rotgans om een uitkering voor haar en 3 kinderen, die haar in de vergadering van 04 februari 1858 wordt toegekend met ingang van 01 augustus 1857.042.

 

In notulen dd 01 juni 1854 van een Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat de volgende mededeling:

“De Voorzitter de vergadering geopend hebbende zegt de Secretaris dat van de Heeren P.Huidekoper, H.Rolff, S.J.Rotgans en G.Mulder is ingekomen eene missive van de 23ste der vorige maand verzoekende eene buitengewone vergadering van effectieve Leden bijeenteroepen ten einde hun ter ondersteuning aan te bieden, een request aan den Minister van Justitie, ter verkrijging van wettelijke verordeningen op de tucht aanboord van koopvaardij schepen. Hij zegt dat ten gevolge hiervan de tegenwoordige vergadering is bijeengeroepen en leest hierop het request voor. Hij herinnert hoe reeds in den jare 1841 vanwege het Bestuur van Zeemanshoop aan den Koning een verzoekschrift gelijke strekking hebbende, doch zonder gevolg was ingediend en licht vervolgens de zaak nader toe.

     Al de aanwezige Leden, het gewicht der zaak beseffende, bekrachtigen het voorgelezen request met hunne naamteekening welk request nog gedurende eene week op het Bureau ter verdere onderteekening zal liggen.”

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1858 staat de mededeling dat aan de weduwe van S.J.Rotgans geb. Rotgans per 01 augustus 1857 voor haar en 3 kinderen een uitkering is toegekend in de 1e klasse.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 augustus 1876 staat vermeld dat aan de weduwe S.J.Rotgans een gratificatie is toegekend van f 10,-.023.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren         type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      420                       1838-1839    sch.brik           Egmond                                                J.Hartsen

                                        1840         bark                Plancius                                                idem

                                     1841-1846    bark                Plancius                                                Jonkh.J.Hartsen

                                     1848-1853    bark                Plancius                                                Gebr.Hartsen

      157                       1854-1855    fregat              Prins Frederik der Nederlanden       idem

                                        1856         geen vermelding van schip en boekhouder

In 1838 werd de "Egmond" overgenomen van zijn vader Siebe Jans Rotgans.

 

S.J.Rotgans was in 1840 gezagvoerder van de "Plancius" (302 ton), op 18 mei 1840 te water gelaten op de werf "De Walvisch" van Jan Nuveen te Amsterdam voor reder Jacob Hartsen027.

 

Bouma025 vermeldt S.J.Rotgans als gezagvoerder gedurende:

*   1838 t/m 1840 van de schoenerbrik “Egmond”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 252 ton o.m., varend voor J.Hartsen te Amsterdam. Het schip werd in 1840 verkocht aan de marine te Indië;

     In het Tijdschrift voor het Zeewezen, 1851, p.982 (Nr T3 in het NSM) staat dat de schoenerbrik “Egmond” op een particuliere werf werd gebouwd en door de marine in 1840 werd aangekocht. Bovendien de volgende opmerkingen: van 1840 t/m 1851 in Oost Indië, in 1848 en 1849 buiten dienst vanwege reparaties, op 1 juli 1850 weer in dienst als wachtschip te Soerabaja, later op Amboina;

*   1841 t/m 1847 van de bark “Plancius”, gebouwd in 1831 te Amsterdam, 314 ton o.m., varend voor J.Hartsen te Amsterdam;

*   1848 t/m 1854 van hetzelfde schip, maar nu voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip was in 1855 eigendom van van Baggen & Co te Amsterdam en herdoopt in “Iris”;

*   1854 t/m 1856 het fregat “Prins Frederik der Nederlanden”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 650 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Sies Jansz Rotgans werd geboren op 26 september 1805 te Joure (zie acte van kennelijkheid). Hij overleed op 09 juli 1857 te St.John, New Foundland. Hij was als koopvaardijkapitein lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" met vlagnummer 420 resp.157. Zijn schepen waren:

1840                            Egmond, schoenerbrik

1840-1853                 Plancius, bark 200 lasten, gebouwd 1840

1854-1856                 Prins Frederik der Nederlanden

Informatie van mevr.M.J.M.Weber, Hilversum. april 1999.

 

Sies Jans Rotgans werd geboren op 26 september 1805 te Joure als zoon van Jan Siebe Rotgans, zeekapitein. Hij huwde op 03 augustus 1838 met Tietje Wijbrands Rotgans, geboren 02 november 1813 te Terschelling-West als dochter van Wijbrand Pieter Rotgans (akkerbouwer en stierhouder) en Maamke Jans Doeksen. Zij is aldaar overleden op 21 november 1893 (Kees Stada zegt dat zij is overleden op 21 oktober 1893 en op 24 oktober 1893 is begraven op de begraafplaats bij de Brandaris). Sies Jans overleed op 09 juli 1857 te St. John 010-p.39

"Als Sies Jans Rotgans als kapitein wordt aangesteld is zijn eerste schip (dus niet zijn eerste schip-zie AAKZ) de nieuwe bark "Plancius". Hij had het bouwtoezicht op de werf "De Walvisch", waar deze bark voor rekening van zijn reders, de Gebr. Hartsen, in aanbouw was. De "Plancius" werd in 1840 te water gelaten en was bestemd voor de Indiëvaart. Met deze bark maakte kapitein Rotgans in 1846 een reis van Java naar Texel in 78¾ dag, zijnde tot 1857 de kortste reistijd voor dit traject. Eerst in dat jaar slaagde de Engelse clipper "Aerolite" erin om dit record te breken, met een reis van 74 zeedagen.

Op 17 oktober 1853 lag de "Plancius" te Amsterdam in veiling en werd verkocht voor ¦32.600,- aan G.J.Boeke. In 1863 strandde het schip te Macassar en moest als verloren worden beschouwd.

Van 1854 tot juli 1857 voerde kapitein Rotgans het fregatschip "Prins Frederik der Nederlanden", op 27 maart 1838 te water gelaten bij de werf "De Nachtegaal", groot 434 ton en eveneens eigendom van de Amsterdamse rederij Gebr. Hartsen te Amsterdam. Aan boord van dit schip is kapitein Sies Jans Rotgans op 9 juli 1857 te St.John overleden." (bron?)

 

Van mevr. M.J.M.Weber kreeg ik in November 2002 een typoscript van autobiografische aantekeningen van Sies Jans Rotgans getiteld; “Reizen en lotgevallen van Sies Jans Rotgans”. Kopieën heb ik geplaatst op de bibliotheken van het NSM te Amsterdam en het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek.

De aantekeningen bevatten gegevens over de jeugd van Sies Jans, toen hij als (licht)matroos vele reizen met de kof (naam niet genoemd) van zijn vader maakte vooral Frankrijk, Spanje/Portugal, het Middellandse Zeegebied en het Oostzeegebied/Scandinavië. Zijn eerste reis was in 1815 naar Koningsbergen. Hij ging rond 1819 in de leer bij de leraar O.S.Bangma in Amsterdam en deed in 1822 examen. Hij ging daarna met zijn vader mee als stuurman

“1824. Ik (dus Sies Jans) ging des voorjaars naar de Joure om een geboorte-acte te halen, want ik moest nu loote voor de Melissie. Ik bleef daar een geruime tijd. Het schip van vader was verkogt; in de zomer kreeg mijn vader weeder een ander schip, zijnde een Pinkschip genaamd de Jan en Cornelis en waar ik ook dadelijk weeder aan boord ging, maar er kwaam van geen varen, zoo dat ik bij mijn oom G.S.Rotgans aan boord het kofschip Margaretha Klasina kwam als matroos. Gingen met gemeld schip naar Monnikendam, namen aldaar een lading kaas in en vertrokken van daar. Onze bestemming was Marseille”. Na de beschrijving van deze reis kwam het schip (via het Noordhollands Kanaal, dat net geopend was) weer in Amsterdam aan en ging vandaar naar Monnikendam, waar het op 06 februari 1825 aankwam. Aldaar was net de grote dijkdoorbraak “zoo dat wij met 2 sloepen van ons schip het land ingingen om menschen en vee te redden, zoo veel doenlijk was, welke zoo 4 dagen duurde. Alstoen moest ik naar Broek in Waterland tot assistentie bij de Burgemeester de heer Cornelis Koker, waar ik zoo ongeveer een maand bleef.” Voor de hulp kreeg hij de zilveren herinneringsmedaille uitgereikt.

Hierna werd hij stuurman op een kof van zijn vader (betreft de “Noord Holland”) en maakte daarmee in de periode 1825-1830 een aantal reizen.

“1830 Ik kreeg een schip. Gingen met deselve naar Monnikendam om te timmeren en vertrokken in april met ballast vandaar naar Cardiff” (de naam van dit schip is niet vermeld). Met dit schip maakte hij als gezagvoerder diverse reizen. In 1833 was het in dusdanig slechte staat dat hij van Tonningen zijn patronen schreef niet verder te willen varen. In 1834 werd hij stuurman op de “Edams Welvaren” van kapitein H.Rolff en kreeg verkering met zijn latere vrouw Tietje Wijbrands Rotgans. ”Haar vader was een landbouwer, wonende op Terschelling.”

In de volgende jaren was hij stuurman op de “Edams Welvaren” (kapitein Rolff), en de “Handelmaatschappij” (kapiteins Rolff resp. Buykes) (zie aldaar)

     In 1838 werd hij kapitein op de schoener brik “Egmond” “welke nog in aanbouw was. Desselve was bestemd voor de vaart naar Oostindien voor rekening van de weledele Heere Jacob Hartsen. Nu trouwde ik met het meisje voornoemd en hadden in dien tusschentijd een zeer aangenaam leeven dat de schoener klaar was.” Op 11 november 1838 was voer hij met de “Egmond” met een troepentransport voor het Ned.Indische leger (30 militairen, 1 officier en een dokter) naar Batavia waar hij na 100 dagen aankwam (zie elders de opgave van Bossenbroek065)

Uit de aantekeningen zijn nu de volgende reizen met de “Egmond” te noteren:

Vertrek 02 augustus 1839. Aankomst Batavia 19 oktober 1839. Vertrek Batavia 19 november 1839. Aankomst Texel 10 maart 1840. Schoener “Egmond” werd overgenomen door het gouvernement en ingericht als oorlogsschip met 6 stukken. Het schip deed in 1850 dienst als vrachtschip te Soerabaja, later te Ambon. In 1857 verdween het schip uit de administratie.

Volgende schip was de bark “Plancius”, in aanbouw en in mei 1840 van stapel gelopen. Met dit schip werden de volgende reizen gemaakt:

*   Vertrek Nieuwediep eind juni 1840. Na 105 dagen aankomst Batavia. Via Soerabaja, Straat Bali en Tjilatjap terug met suiker en koffie en na 101 dagen aankomst in Nieuwediep.

*   Vertrek Nieuwediep eind juli 1841. Aankomst Batavia na 101 dagen. Vandaar naar Calcutta om opium, salpeter en “goemiezakken” te laden en terug naar Batavia. Terug naar Nieuwediep met suiker, koffie en “corsenillie”. Aankomst na 114 dagen eind juli 1842.

*   Vertrek Nieuwediep eind september 1842. Na 92 dagen aankomst te Batavia. Vertrek met rijst, koffie, peper, “cassia” en tin begin januari 1843 en na 111 dagen terug in Nieuwediep.

*   25 juli 1843 uitreis en na 98 dagen in Batavia, begin november. Na 10 dagen weer terug met suiker en koffie. Aankomst na 101 dagen, half februari 1844.

*   Vertrek Nieuwediep maart 1844. Na 98 dagen in Batavia. Vandaar op 09 augustus naar Canton met 52 chinezen voor Macao. Aankomst na 14 dagen. Vandaar naar Wampoa om thee in te nemen. Begin november naar Amsterdam en na 112 dagen op 26 februari 1845 in Nieuwediep.

*   03 juni 1845 weer naar zee en na 101 dagen in Batavia. In Tjilatjap suiker, koffie en indigo ingenomen. Vertrek op 06 november 1845 en na 95 dagen op 29 januari 1846 weer in Nieuwediep.

*   12 maart weer uitgezeild en na 109 dagen Anjer gepasseerd. 14 dagen later in Soerabaja voor inname van tabak en suiker. Aankomst te Nieuwediep op 24 oktober 1846 na 82 dagen. Hele winter aan boord liggend in Amsterdam

*   10 maart 1847 naar zee. Aankomst na 119 dagen op 7 juli 1847 te Batavia. In Tjilatjap inname van indigo en koffie, vertrek 31 augustus en aankomst in Nieuwediep op 26 november 1847 na 86 dagen.

*   06 maart 1848 naar zee en na 114 dagen via Straat Bali in Soerabaja. Inname van rijst en tabak. Op 14 juli in Batavia, vertrek 18 juli, op 22 oktober in Corunna en op 30 oktober 1848 in Nieuwediep, na 104 dagen..

*   28 maart 1849 in zee en 19 juli in Batavia na 113 dagen. In Tjilatjap een lading koffie en indigo en op 05 december 1849 weer in Nieuwediep.

*   12 maart 1850 vertrek uit Nieuwediep en 13 juni, na 93 dagen, in Batavia. In semarang een lading voor Singapore en China met chinese dekpassagiers. Via Singapore naar Arnoy waar men arriveerde op 21 september 1850. Weer met chinese dekpassagiers naar Singapore en daarna terug naar Semarang alwaar men op 22 december 1850 aankwam. In Soerabaja scheepsreparatie en vertrek op 04 maart 1851 naar Nederland. Aankomst 04 juli 1851.

*   20 november 1851 vertrek en via een reparatie in Portsmouth aankomst op 23 maart 1852 te Batavia na 102 dagen. Via Soerabaja naar Tjilatjap waar koffie en indigo werden geladen. Vertrek op 11 juni 1852 en aankomst op 25 september 1852 in Nieuwediep na 106 dagen.

*   15 november 1852 vertrek uit Nieuwediep en aankomst te Batavia op 12 maart 1853 na 118 dagen. In Tegal inname van suiker en arak, in Indramajoe een partij rijst. Terug naar Batavia en vertrek op 08 maei 1852. Aankomst op 26 augustus 1852 na 110 dagen. Daarna werd de “Plancius” verkocht en Sies Jans Rotgans kreeg toezicht over de bouw van de “Nederland”, gebouwd op de werf Hollandia bij Blok en Mathijsen en bestemd voor kapitein B.Huidkoper. Sies Jans werd gezagvoerder op diens schip de “Prins Frederik der Nederlanden

*   Kapitein Rotgans nam in mei 1854 het gezag over de “Prins Frederik der Nederlanden” op zich en vertrok op 07 juli 1854 uit Nieuwediep met o.a. een contingent landmachtmilitairen. Hij arriveerde op 27 oktober te Batavia na 112 dagen. Te Passaroean werd suiker, koffie, tin en koper ingenomen. Tevens waren enkele passagiers aan boord (waaronder kapitein F.M.Carsjens - zie aldaar). Nieuwediep werd bereikt op 15 mei 1855 na 124 dagen.

*   Met de “Prins Frderik der Nederlanden” op 24 september 1855 vanuit Nieuwediep naar zee. Arriveerden na 103 dagen (i.c. eerste week van januari 1856) te Batavia. Na lading te Batavia en Semarang (suiker, rijst, arak, koffie en huiden) weer vertrokken en aankomst te Nieuwediep op 09 juli 1856, na 111 dagen. In Amsterdam werd het schip verkocht

De aantekeningen eindigen met de opmerking dat hij op last van zijn patroon Hartsen naar Amerika moest om een in aanbouw zijnd schip “na te gaan en klaar te maken”. Hij ging per stoomboot “Regenboog” vanuit Rotterdam naar Londen, per trein naar Liverpool, en vervolgens per stoomboot naar Boston en Halifax. Vandaar ging hij naar St.John waar hij op 04 juni 1857 aankwam “en nam aldaar mijn intrek in het stadshotel en het schip was gedeeltelijk klaar.” Dit was zijn laatste zin in zijn aantekeningen.

In toelichtende opmerkingen bij het typoscript staat dat er geen naam van het in aanbouw zijnde schip is vermeld, maar dat uit de jaarboekjes van Zeemanshoop kan worden opgemaakt dat het ging om “het volschip de “Acadia. Volgens Bouma025 was de eerste gezagvoerder de kapitein G.Greefkes en ging het in 1868 over naar rederij F.A.Jas, herdoopt tot “Amstelstroom”.

Aan de autobiografische aantekeningen van Sies Jans Rotgans is toelichtende informatie gevoegd door K.Suyk te Heiloo. Hierbij bevindt zich een contract tussen de Nederlandsche Handel-Maatschappij te Amsterdam, zijnde de bevrachter, en de Gebr. Hartsen, “Vervrachters ter andere zijde” Voorts is er een “Instructie voor Kapitein S.J.Rotgans voerende het Schip, Prins Frederik der Nederlanden, op deszelfs Reis van Amsterdam naar Java, en van daar terug naar Amsterdam, in Juny 1854 aan te vangen.” opgesteld door de rederij. Interessant om te lezen met welke gedetailleerdheid dergelijke instructies werden opgesteld.

 

Sies Jans Rotgans was in 1838 stuurman op de schoenerkof "Maria". Hij was toen 31 jaar en afkomstig van Terschelling.010-p.44. Zie ook Jan Daniëls Bos.

 

Krantenbericht: (welke krant? Vermoedelijk de Amsterdamsche Courant):

Amsterdam 19 mei 1840, Hedenmiddag ten 2 uure is met goed gevolg van de werf “Walvisch” te water gelaten, het Koopvaardijschip (bark) “Plancius” gebouwd voor rekening van den Heer Jacob Hartsen, door de scheepsbouwmeester J.Nuveen, hetwelk gevoerd zal worden door kapt. S.J.Rotgans en bestemd voor de vaart op Indié.”

 

Jacobus Snoek werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart per 02 september 1842 als ligtmatroos geplaatst op de “Plancius” onder kapitein Rotgans voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school op 30 mei 1843004-532/1864.

Bernardus Sikkens werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart per 12 maart 1844 als jongen geplaatst op de "Plancius" onder kapitein Rotgans voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school per 11 april 1845004(533/1922).

Pier Vitringa Coulon werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 18 februari 1850 als ligtmatroos geplaatst op de "Plancius" onder kapitein Rotgans voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij meldde zich weer op school per 09 jul 1851004(533/2095).

 

S.J.Rotgans verzorgde per 07 juli 1854 vanuit Nieuwediep met de “Prins Frederik der Nederlanden” een troepentransport van 2 officieren en 141 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 28 oktober 1854 na 113 dagen065.

 

Op 27 augustus 2002 werd bij veilinghuis van Spengen (Koninginneweg 25 te Hilversum) geveild een aquarel (52 x 66 cm) door Spin uit 1852 voorstellende de driemastbark “Plancius”, in opdracht van kapitein S.J.Rotgans. Het schip draagt het vlagnummer van Zeemanshoop nr. 420 van kapitein Rotgans. De afbeelding werd niet verkocht. In het Museum op Terschelling is een tweede Spin van de “Plancius” tijdens de tewaterlating.

 

e-mail dd 21 oktober 2005 van M.Lindenborn

Van André Delporte, onze Belgische researcher, kwamen onlangs volgende notities:

Bron: Le Précurseur, van 1856:

29/9/56 : vente du PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN trois-mâts de 650t, doublé et chevillé en cuivre kapt. Rotgans, à Amsterdam.

 

Uit een brief van S.ten Hoeve, directeur van het Fries Scheepvaartmuseum, dd. 09 januari 2002 aan S.Parma:

“Ik zocht mijn aantekeningen van ruim 25 jaar geleden op over een visite aan de heer ir. J.S.Rotgans (toe: ’t Rond 15 te Loenen (aan de Vecht). Ik bezocht hem toen met name in verband met interessante stukken in zijn bezit van de families Guldenarm (palinghandel Heeg) en Alta (scheepsbouw in Harlingen. Hij bezat het door Hempenius (zonder voorletter) in 1854 vervaardigde portret van Sies Jans Rotgans en twee “Spinnen” van de “Prins Frederik der Nederlanden” en “Egmonts, respectievelijk uit 1854 en 1838.”

Mevr. M.J.M.Weber was op de hoogte van deze bezittingen, die na het overlijden van ir. J.S.Rotgans overgingen naar zijn kinderen. Ook het originele manuscript van de hiervoor vermeldr “Reizen en lotgevallen van Sies Jans Rotgans” zijn in bezit van deze Rotgans-tak. Volgens verhaal in de familie zou het vermelde portret vervaardigd zijn door een passagier op één van de schepen.

 

In het Archief van de Waterschout in het Gemeentearchief van Amsterdam011 bevindt zich 1 monsterrol op naam van Sies Jans Rotgans en wel dd 05 oktober 1838 met de schoner “Egmond” voor een reis naar Batavia met als boekhouder J.Harsink (sic) en een equipage van 14 man. Daaronder als stuurman J.H.Rolman en onderstuurman J.Veenstra (die later de kapiteinsrang bereikten - zie aldaar).

Voorts bevat dit Archief 1 monsterrol op naam van Willem Hendrik Buikes (sic) 1837 met het fregat “Handelmaatschappij” dd 05 april 1836 ingekeken, bestemd voor een reis naar Batavia, varend voor Trakranen & Co te Amsterdam en met een equipage van 27 man., waaronder stuurmans S.J.Rotgans, oud 20 jaar, geboren te Terschelling

Een monsterrol te Amsterdam011 handelt over kapitein Jan Siebes Rotgans die dd 17 juli 1827 met de kof “Noordholland” uitvoer naar Cadix, Gibraltar en Malaga, voor boekhouder Boerlage & Co te Monnikendam. De equipage bestond uit 5 man waaronder de stuurman Sies Jans Rotgans, oud 21 jaar, afkomstig van Terschelling.

 

In het Archief van de Waterschout in het RANh te Haarlem van 1842 (381-15)staat het vertrek per 02 september 1842 van de “Plancius” onder kapitein Sies Jans Rotgans. In dat van 1846 (391-19) staat het vertrek van de “Plancius” onder kapitein Sies Jans Rotgans per 16 januari 1846.

 

In het Museum Het Behouden Huys te Wets-Terschelling hangt een aquarel door J. Spin met op het schilderij het volgende onderschrift:

HET VAN STAPEL LOOPEN VAN HET BARKSCCHIP PLANCIUS KAPITNS.J.ROTGANS DE WERF WALVIS AMSTERDAM door BOUMR NUVEEN

1840”

Tevens een aquarel van de schoenerbrik “Egmond”, kapitein Sies Jans Rotgans. “Op de reis in 1839 naar Baravia breken onder slechte weersomstandigheden twee masten van het schip af. Totgans weet echter met een geïmproviseerd noodtuig de reis voort te zetten. Jacob Spin, bekend om zijn vele scheepsportretten maakte in 1840 een beeldverslagin droe schilderijen. Schenking mevr. T.Wulp-Roos, West-Terschelling”

Foto in mijn bezit. Juni 2009.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Rotgans, Sies Jansz
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1838-10-05
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: EGMOND
Schipper: Rotgans, Sies Jans
Scheepstype: schoener
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: EGMOND, aquarel gemaakt in 1840, kapitein Sies Jans Rotgans (vlagnummer 420)
Collectie: museum 't Behouden Huys
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: EGMOND, aquarel gemaakt in 1840, kapitein Sies Jans Rotgans (vlagnummer 420). Tekst op het glas:"1839 posietie van de schoener Egmont J.S. Rotgans op 20° ZB & 103° LO 13 oct". Tweede schilderij uit een serie van drie
Collectie: museum 't Behouden Huys
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Schade

Omschrijving: EGMOND, aquarel gemaakt in 1840, kapitein Sies Jans Rotgans (vlagnummer 420) Tekst op het glas: "1839 noottuig van de schoener Egmond kaptn. J.S. Rotgans 14 oct". Derde schilderij uit een serie van drie
Collectie: museum 't Behouden Huys
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Schade

Omschrijving: EGMOND, aquarel gemaakt in 1852, kapitein Sies Jans Rotgans (vlagnummer 420)
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1838.1

DVD XI – 202, 203
BIJLBRIEF

Naam schip EGMOND


plaats en datum acte bijlbrief, Amsterdam, 20 september 1838

type schip schoener, gekoperd en kopervast

bouwwerf/verkoper Jan Nuveen, scheepsbouwmeester te Amsterdam, werf De Walvisch, gelegen aan het einde der Groote Bikkerstraat

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jacob Hartsen, Amsterdam, en anderen

te voeren door kapt. Sies Jans Rotgans

grootte in tonnen 88 lasten (meetbrief Amsterdam, 11 september 1838

tuigage / aantal dekken

afmetingen 30,78 x 4,56 x 2,67 meter

kiellegging kiel gelegd 24 april 1838, stevens gericht 27 april 1838

tewaterlating 19 september 1838

plaats / datum registratie Amsterdam, 21 september 1838

nummer van registratie deel 36, folio 49, verso, vak 4.

notaris verklaring voor burgemeester van Amsterdam

prijs NLG.

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 170708

Naam EGMOND
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1838
Toegang 198
Inventaris 3179

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3168.1838.1

foto IMG 1909,1910
CEDULE

Naam schip EGMONT

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 27 september 1838

type schip schoener

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. S.J. Rotgans

grootte in tonnen 88 lasten of 167 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 1 oktober 1838

nummer registratie deel 27, folio 119, recto, vak 5

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren en ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Johannes Reinirus Gallenkamp, Amsterdam voor en namens de in de bijlage genoemde eigenaren.



researcher/datum research: ML / 040916



bijlage bij acte 1 van 1838, schoener EGMONT
eigenaren per ultimo september 1838:

S.J. Graaf van Limburg Stirum, Amsterdam (1/8e part)
Jhr. J. van Iddekinge, Amsterdam (1/8e part)
Ch. de Perrat, Amsterdam (1/8e part)
H.A. van Karnebeek, Amsterdam (1/8e part)
F. Rendorp, Amsterdam (1/8e part)
D. de Haan, Amsterdam (1/8e part)
J. de Haan Pzn., Amsterdam (1/8e part)
Jacob Hartsen, Amsterdam (1./8e part)
(opm: een van deze heren is boekhouder, maar er wordt niet vermeld wie)

ML / 040616

Naam EGMONT
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1838
Toegang 198
Inventaris 3168
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF: Noord-Hollands Archief - Haarlem / Archiefnummer Amst.198.3179-1838.1
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk