Inloggen
ANNA EN ELISE - ID 10270


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1839-09-05 / 1863-05-20 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1839
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Werf 'De Hoop' - (J. Meyjes & Zn.), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1838-04-00
Launch Date: 1839-03-18
Delivery Date: 1839-08-22
Technical Data

Gross Tonnage: 425.00 lasts
Gross Tonnage 2: 805.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 39.05 Meters Registered
Beam: 7.57 Meters Registered
Depth: 6.13 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1839
Datum agenda: 1839-09-05
Register nr: 18390435
Scheepsnaam: ANNA EN ELISE
Type: Fregat
Lasten: 425
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Gijzelaar, P.O. de & Hulsen, A
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Gorter, C.N.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1839-08-22 ANNA EN ELISE
Manager: P.C. de Gijzelaar en A. Hulsens, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij acte 39 van 1839, fregat ANNA EN ELISE
eigenaren per medio augustus 1839:

P.C. de Gijselaar (2/32e part) en A. Hulsen (2/32e part), beiden boekhouders van het schip, Amsterdam
Wed. Kneppelhout, Leiden (2/32e part)
N. de Gijselaar Pzn., Amsterdam (2/32e part)
J. Schutte Hoyman, Amsterdam (2/32e part)
firma Jeremias Meijjes & Zoonen, Amsterdam (2/32e part)
J.R. Scholten, Amsterdam (1/32e part)
Johannes Meijjes & Zoon, Amsterdam (1/32e part)
F. Rendorp, Amsterdam (1/32e part)
J.D. Altmann, Amsterdam (1/32e part)
F.L.F. Altmann, Amsterdam (1/32e part)
D.W. van Meeteren, Amsterdam (1/32e part)
firma Broekhuyzen & Blom, Amsterdam (1/32e part)
firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (1/32e part)
H. Costerus Hibma, Amsterdam (1/32e part)
K. Koopmans, Amsterdam (1/32e part)
H. Uloth, Amsterdam (1/32e part)
Joh. Weyerman, Amsterdam (1/32e part)
H.J. Koenen, Amsterdam (1/32e part)
H.S.M. Schutter, Amsterdam (1/32e part)
A. van der Velde, Amsterdam (1/32e part)
G.J. du Marchie Sarvaas, Amsterdam (1/32e part)
Wed. C.P. van Staveren, geboren Proper (1/32e part)
J. Schut, Amsterdam (1/32e part)
H. van Lit, Amsterdam (1/32e part)
V. Vas Visser, Zaandam (1/32e part)

Ship Events Data

1863-05-20: Final Fate: Stranded

Amsterdam, 10 juni. Het schip ANNA EN ELISA, kapt. De Roever, van Shields naar Batavia, bij eerstgemelde haven gestrand, is volgens brief van de kapitein nagezien, afgekeurd en zal publiek verkocht worden

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Gorter werd geboren/gedoopt op 23 januari/06 februari 1803 te Hollum op Ameland als zoon van Nanne Cornelis Gorter en Sjoukje Outgers Zwart. Het gezin was Nederduits Hervormd.

Cornelis trouwde op 12 oktober 1832 te Ameland als koopvaardijkapitein met Baukje Jobs Gorter, geboren in 1809 te Hollum op Ameland als dochter van Job Jacobs Gorter en Klaaske Jans (de Vries). Het echtpaar kreeg op 13 juli 1833 te Amsterdam een dochter Klaartje, die op 15 februari 1855 te Buiksloot trouwde met Jan Casper van de Poll, een koopvaardijkapitein (zie aldaar).

Baukje overleed te Buiksloot op 19 augustus 1861 , namiddags acht uur onder de naam Baukje Jobs Gorter. In de akte is bijgeschreven dat bij vonnis der Arrondissements Rechtbank te Hoorn op de 31 januari 1872 door Cornelis Jacobus Gorter, wonende te Zwartsluis, is verzocht in de overlijdensakte bij te schrijven dat de juiste naam van de overledene luidt Baukje Jobs. Aldus is geschiedt.

Cornelis Nannes Gorter overleed te Amsterdam op 03 juni 1868 in een huis Kanton 3, Buurt PP, nr. 54 op de leeftijd van 65 jaar.

(gegevens van P.J.Borsch te Ameland – e-mail 19 februari 2006, van Tresoar en GAA)

 

Cornelis Nannes Gorter werd geboren te Ameland op 22 januari 1803.

Hij trouwde met Baukje Jobs, geboren te Ameland op 09 november 1809 en overleden in 1861.003.

Cornelis overleed in mei 1868.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.N.Gorter werd met nr.372 lid van Zeemanshoop per 16 mei 1837 op voorspraak van G.Blom. Zijn schip was de "Anna Elize"002.

In de Algemene Vergaderingen van 09/16 mei 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Nannes Gorter, oud 34 jaar, voerend de kof Maria, wonende te Buiksloot en adres bij de heer P.Craandijk Jr te Amsterdam op voordracht van G.Blom023.

 

C.N.Gorter werd per 07 maart 1842 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 september 1867 vraagt kapitein C.N.Gorter om een uitkering. Deze wordt in de vergadering dd 31 oktober 1867 met ingang van 01 november 1867 toegekend voorlopig tot 01 mei 1868. Op 30 april 1868 verlenging tot 01 mei 1869.042.

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 augustus 1868 vraagt de heer W.Thiel, voogd van een minderjarig kind van kapitein C.N.Gorter om een uitkering welke wordt toegekend ingaande 01 augustus 1868.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 november 1867 staat vermeld dat per 01 november 1867 een uitkering is toegekend aan kapitein C.N.Gorter. Op 26 mei 1868 verlenging tot 01 mei 1869023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 september 1868 staat vermeld een brief van de heer van Thiel, voogd van Jacob Gorter, zoon van kapitein C.N.Gorter, waarin hij het recht op uitkering voor zijn pupil bepleit. Het verzoek is ter afhandeling overgedragen aan de penningmeester.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001

vlagnummer          jaren       type           scheepsnaam                                          naam reder/boekhouder

        372                  1837       kof             De Drie Gebroeders                               P.Craandijk Jr

                                 1838       geen vermelding van schip en boekhouder

                                 1839       fregat        Anna en Elize                                          A.Hulsen & P.C.de Gijzelaar

                            1840-1841  fregat        Dionysia Catharina                               P.C.de Gijselaar & A.Hulsen

                            1842-1853  fregat        Johanna Christina Maria                      idem

        126             1854-1860  fregat        Johanna Christina Maria                      P.C.de Gijselaar

                            1861-1866  fregat        Johanna Christina Maria                      P.C.de Gijselaar & Zn

                                           1867                       geen vermelding van schip en boekhouder

Er is hier frekwent sprake van de “Johanna Christina Maria”. Maar Bouma025 spreekt van de “Johanna Maria Christina”. Ook het dagboek van de Roever spreekt van “Johanna Maria Christina”, zodat ik die aanduiding de juiste acht.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

C.N.Gorter                   Johanna Christina Maria                    03 december 1859                               19 februari 1861

                                      Johanna Maria Christina (sic)           geen melding                                        30 maart 1863

                                      Johanna Maria Christina                    14 april 1864                                        21 januari 1865

                                      Johanna Maria Christina                    04 juni 1865                                         geen melding

 

Bouma025 vermeldt C.N.Gorter als kapitein gedurende:

*       geeft geen “Maria” met een kapitein Gorter. “Maria” wordt genoemd bij de benoeming als lid van :”Zeemanshoop”;

*       1837/38 op de kof “De Drie Gebroeders”, bouwjaar en plaats niet vermeld, 184 ton o.m., varend voor P.Craandijk Jr te Amsterdam;

*       1840/41 op het fregat “Anna en Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor A.Hulsen & P.C.de Gyselaar te Amsterdam;

*       1841 t/m 42 op het fregat “Dionysia Catharina”, van stapel gelopen op 17 april 1840 op de werf “Witte Kruys”van Jeremias Meijjes te Amsterdam, 824 ton o.m., varend voor P.C.de Gyselaar & A.Hulsen te Amsterdam (zie ook referentie 023);

*       1843 t/m 1867 op het fregat “Johanna Maria Christina”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 1017 ton o.m., varend voor P.C.de Gyselaar & A.Hulsen te Amsterdam. “Verongelukt in N.O.I. op Edam” (een ondiepte?)

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Cornelis Nannes Gorter als gezagvoerder van de:

“Maria”, dd 13 mei 1837;

Kof “Drie Gebroeders”, dd 29 juli 1837, bestemming Riga, boekhouder P.Craandijk, 9 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 4 matrozen, ligtmatroos en een jongen.

 

Overige bijzonderheden

In het Sorgdragerhuis te Hollum op Ameland bevindt zich een prent van de “Johanna Maria Christina”

3 mast schip. Aan de fokkemast vlag van Amsterdams Zeemanscollege met Nr 372. Grote mast Nederlandse vlag (driehoek) Aan de bezaanmast rechthoek vlag van de rechter boven hoek naar de linker benedenhoek in tweeën gedeeld de bovenste driehoek is wit met een blauwe 5 puntige ster, de benedenste driehoek is blauw met een witte 5 puntige ster, bovenin de mast is een smalle langwerpige witte vlag met 5 blauwe stippen.

Tekst onder de prent: Johanna Maria Christina Capt Cn. Gorter 1850

(gegevens van P.J.Borsch te Ameland – e-mail 19 februari 2006)

 

"De Drie Gebroeders" uitzeilend van Nieuwe Diep op weg naar Paramaribo057:

06 oktober 1839         "... hadden 4 hollandsche bij ons met ons uitgezeild zijnde kapt. Gorter schip Anna en Elise ...".

 

Op 1 september 1849 vertrok Antonius Geres Bosch met het schip de "Johanna Maria Christina" onder kapitein de Gorter (moet zijn Gorter) vanuit Amsterdam naar Batavia004(533/2118)(zie ook bij Bosch).

 

C.N.Gorter verzorgde per 05 juli 1846 vanuit Nieuwediep met de “Johanna Maria Christina” een troepentransport van 4 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 oktober 1846 na 107 dagen.

Op 07 september 1849 vertrok hij vanuit Nieuwdiep met de “Johanna Maria Christina” en een contingent van 7 officieren en 160 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 23 december 1849 na 107 dagen. Onderweg waren 1 militair overleden en 1 militair vermist.

28 december 1851 verzorgde hij vanuit Nieuwediep met de “Johanna Maria Christina” een transport van 3 officieren en 110 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 17 mei 1852 na 141 dagen.

En op 26 april 1855 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Johanna Maria Christina” en een contingent van 6 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 29 juli 1855 na 94 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.

 

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Gorter, Cornelis Nannes
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Pieter Arenspoot werd geboren op 06 augustus 1803, geboorteplaats niet vermeld.

Hij huwde met Trijntje Faber, geboren 23 juli 1802, geboorteplaats niet vermeld. Gezien gegevens hierna is hij later kennelijk getrouwd met een Nijhof.Zij overleed op 07 januari 1878

Pieter overleed in 1855.003

 

Pieter Arenspoot werd op 06 januari 1817 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij werd gedoopt op 10 augustus 1803 te Amsterdam. Zijn ouders waren Pieter Arenspoot uit Amsterdam, gereformeerd en Christina ter Beek, afkomstig uit Eibergen, eveneens gereformeerd. Beide ouders waren bij de aanmelding in leven. De vader was loods.

Pieter was bij de aanmelding 13½ jaar, 5 voet lang en "heeft de kinderziekte gehad".

Vanaf 01 april 1817 wordt via driemaandelijks rapportage een overzicht gegeven van de vorderingen, b.v.:

"1 april 1817               3/m rappe  is aan het leeren der lijnen ...

1 julij  Id.                     kt (kent) het afpassen op de pl. kaarten, de regth. _ en gedeeltelijk de toepassing van die op de zeilage...".

In de periode 1817-1819 worden vier klassen doorlopen.

"18 septb 1819           geplt als kajuitwachter op het schip de Surinaamsche Vrienden Capt. T.C.Claus naar Surinamen.

 3 mey 1820                terug van de reise met goede attestatie.

 14 septb 1820            Belijdenis afgelegt.

 27 octob. 1820          geplt als ligtmatroos op het schip Johanna Maria Capt.Jonker naar Batavia voor Middelburg.

 4 januarij 1822         terug van de reis met goede attestatie.

 9 januarij 1822         op zijn verzoek ontslagen met attestatie en certificaat vrijstelling van de nat. militie"004(531/1290).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Arenspoot werd met nr. 563 effectief lid van Zeemanshoop op 17 november 1840 op voordracht van B.M.Corbières. Zijn schip was de "Anna en Elise". Zijn adres was Wittenburgergracht 17 te Amsterdam002. Ten tijde van de inschrijving waren Arenspoot en zijn vrouw 37 resp. 38 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons uit 1828 en 1831 en 2 dochters uit 1834 en 1840. Toegevoegd is “overleden” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 10/17 november 1840 werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Pieter Arenspoot, oud 27 jaar, voerend het fregat “Anna & Elize”, wonend in de Wittenburgergracht nr. 17 te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.M.Corbiëre. Hij kreeg vlagnummer 563.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 03 mei 1842003.

 

Pieter Arendspoot was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1840 t/m 1855 met de vlagnummers 563 (1840-1854) en 238 (1854-1855).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 22 februari 1855 staat een verzoek van T.Faber, de weduwe van kapitein P.Arendspoot om een uitkering, die haar in de vergadering van 29 maart 1855 werd toegestaan voor haar en 1 kind met ingang van 01 mei 1855.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 maart 1865 verzoekt de wed. P.Arenspoot geb. Nijhof om een vroegere aanvang van haar uitkering. Het Bestuur gaat accoord.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1867 staat de melding van hertrouw van de wed. P.Arendspoot met G. van Dordt. Zij vraagt om de continuering van de uitkering voor een kind. Het Bestuur gaat accoord.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 november 1915 staat een brief van de wed. Kock-Arenspoot die verzoekt om de achterstallige uitkering voor haar moeder de wed. P.Arenspoot sedert het overlijden van haar 2e echtgenoot G. van Dort in februari 1909.042

 

In de bijlagen bij een Bestuursvergadering van 26 juni 1881 (Stadsarchief Amsterdam, 491-38) bevindt zich een brief dd Amsterdam 25 mei 1881 van de wed. P.Arenspoot-Catharina Nijhoff Zij stelt in 1867 te zijn hertrouwd met Gerrit van Dort “maar door het verregaand wangedrag van laatstgenoemde genoodzaakt was tot scheiding …”. Zij bevindt zich in de situatie van een scheiding van tafel en bed en vraagt een herstel van haar uitkering,

 

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 28 december 1882 staat een verslag door J.Vos van Marken en J.P.Mink dd 16 januari 1883 betreffende een aanvrage dd 20 december 1882 om een gratificatie door de wed. C.Arenspoot. Gemeld wordt haar scheiding van haar tweede echtgenoot de schuitenvoerder Gerrit van Dort vanwege diens drankverslaving. Het beroep op herstel van haar uitkering is wettelijk onjuist omdat het huwelijk niet is ontbonden vanwege overlijden van haar 2de echtgenoot maar vanwege een scheiding. Er wordt opgemerkt dat het om een fatsoenlijke vrouw gaat die alles heeft gedaan haar kind een goede opvoeding te geven. De Commissie adviseert de toekenning van een gratificatie.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1855 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein P. Arenspoot per 01 mei 1855 een uitkering is toegekend voor haar en 1 kind.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 30 september 1862 staat vermeld een: “Brief van de Wed. P.Arenspoot Jr geb. Nijhoff verzoekende dat haar uitkering moge ingaan met de datum waarop het Schip van hare man vermist is, welk verzoek met verwijzing naar Art.63 van het Reglement is gewezen van de hand. In de notulen dd 04 april 1865 staat vermeld dat de weduwe P.Arenspoot de doodsacte van haar man heeft overlegd en op grond daarvan verzoekt de aanvang van haar uitkering te vervroegen, hetgeen wordt toegestaan023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 maart 1867 staat vermeld dat de wed. P.Arenspoot Jr  is hertrouwd met G. van Dordt. Zij vraagt continuering van de uitkering voor een kind hetgeen wordt toegestaan.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 20 februari 1883 staat vermeld dat aan ene Nijhof, eerder de wed. C.Arenspoot een gratificatie van f 10, - is toegekend. (is dit dezelfde als de wed. P.Arenspoot?)

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                     naam reder/boekhouder

       563                        1840-1841     fregat               Anna en Elize                     P.C.de Gijselaar & A.Hulsen

                                      1842-1851     fregat               Dionysia Catharina           idem

                                      1852-1853     fregat               Anna en Elize                     idem

       238                             1854           fregat               Dionysia Catharina           P.C.de Gijselaar

 

Bouma025 vermeldt P.Arenspoot als gezagvoerder gedurende:

*    1842 op het 3/m schip “Anna & Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor A.Hulsen & P.C.de Gyselaar te Amsterdam;

*    1843 t/m 1851 op het 3/m schip “Dionysia Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 824 ton o.m., varend voor P.C.de Gyselaar & A.Hulsen te Amsterdam;

*    1853 t/m 1854 op dezelfde “Anna & Elise”, varend voor dezelfde reeder

*    1855 op dezelfde “Dionysia Catharina”, varend voor dezelfde reeder.

 

P.Arenspoot was in 1840 kapitein van de "Dionysia Catharina", 824 ton, die op 17 april 1840 te water werd gelaten voor de rederij Gijselaar & Hulsen027. De opgave klopte niet met die uit referentie 001.

P.Arenspoot vertrekt in augustus 1852 als gezagvoerder van de "Anna & Eliza" via Liverpool naar Australië en keert weer terug in januari 1854040.

 

Overige bijzonderheden

George Poolman werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de Anna Eliza onder kapitein C.Arenspoot (moet zijn P.) voor een reis naar Batavia. De plaatsing was per 04 februari 1841, hij keerde terug op 22 januari 1842004(532/1874).

 

P.Arendspoot vervoerde per 24 oktober 1844 vanuit Nieuwediep met de ”Dionysia Catharina” 1 officier en 1 militair. De aankomstdatum te Batavia en de reisduur zijn niet vermeld065.

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Arenspoot, Pieter

Familiegegevens en opleiding

Enne Jacobs Drent werd geboren te Groningen op 23 september 1789.

Hij huwde met Nieske Rinse Platte, geboren te Lemmer op 07 juli 1792. Het echtpaar kreeg 4 dochters en wel op 27 mei 1816, 27 februari 1818, 27 februari 1822 en 27 mei 1824.003

 

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a bevinden zich een aantal monsterrollen met de naam van Enne Jacobs Drent.

In de rollen in Archief zijn rollen op naam van de kapitein Rinse C.Platte met het schip “De Harmonie” met de dateringen 23 mei 1815, 13 september 1815, 01 augustus 1816 en 17 mei 1817 die onder Hollandse vlag voer op Bilbao. Als stuurman werd in alle gevallen genoemd Enne Jacobs Drent.

Uit de monsterrollen blijkt dat Enne later gezagvoerder werd. Hij staat vermeld met een aantal monsterrollen uit de periode 1819-1832 met de “Vriesland”, in 1833 met de “Zwei Gebrüder” (onder Oldenburger vlag), in 1835 met het “Zeepaart” en in 1838 met de “Nimphia”. (deze niet verder ingezien)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.J.Drent, adres J.H.Meyes, werd met vlagnummer 195 effectief lid van Zeemanshoop per 31 oktober 1826 op voorspraak van C.R.Platte. Zijn schip was de "Anna Eliza"002.

In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 24/31 oktober 1826 werd Enne Jacobs Drent voorgesteld/benoemd als effectief op voordracht van kapitein C.R.Platte. Hij was 37 jaar, geboren te Groningen en wonende te Lemmer, adres bij J.H.Meijes te Amsterdam. Hij voer op de kof ”Vriesland” en voerde het vlagnummer 195023.

Hij trad per 24 november 1826 toe tot het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Met 01 mei 1847 van beroep veranderd. Bedankt in 1870003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 januari 1830 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat de mededeling dat het Bestuur een aantal leden zal aanschrijven met de mededeling “dat zij hun doorlopend regt verliezen indien zij niet aan hunne contributie desaangaande voldoen” waaronder E.J.Drent042.

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1833 staat vermeld dat aan een aantal leden wordt toegestaan deel te blijven behouden “hoewel onder vreemde vlag varend.” Hierbij is kapitein E.J.Drent.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 januari 1858 bericht E.J.Drent “dat hij niet meer vaart als Beurtschipper op Kampen”. (het is onzeker of dit bericht slaat op deze E.J.Drent)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 september 1860 verzoekt kapitein E.J.Drent om vrijstelling van contributie “volgens Art. 58 van het Reglement verschuldigd”. Dit wordt geweigerd want het zou strijdig zijn met het Regelement.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1863 vraagt kapitein E.J.Drent om onderstand. In de vergadering dd 30 april 1863 staat een afwijzing omdat “van geene behoeftigheid gebleken” is.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd dd 28 mei 1863 protesteert kapitein Drent tegen dit besluit maar tevergeefs. Idem in de vergadering van 30 juli 1863. Idem in de vergadering van 31 maart 1864. In de vergadering dd 01 november 1866 weer een verzoek om uitkering en weer een afwijzing. In de vergadering dd 25 augustus 1870 doet hij wederom een verzoek om een uitkering. Het Bestuur antwoordt op 29 september 1870 dat er niets van behoeftige omstandigheden is gebleken en dat zijn verzoek dus wordt afgewezen. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 oktober 1870 staat de melding dat hij berust in de afwijzing maar dat hij tevens bedankt voor het lidmaatschap.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 oktober 1860 staat vermeld een: “Brief van Kapt. E.J.Drent, verzoekende vrijstelling van de verhooging der Contributie volgens Art. 58 van het Reglement verschuldigd welk verzoek is gewezen van de hand.”.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 26 mei 1863 staat vermeld dat een verzoek om ondersteuning is afgewezen. Idem per 16 juni 1863. Idem per 06 november 1866023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 oktober 1870 staat vermeld een: “Brief van E.J.Drent, reclameerende wegens afgewezen aanvrage om regt op onderstand en het verslag der deswegen benoemde Commissie, overeenkomstig hetwelk besloten is, te blijven persisteeren bij de vroeger genomen besluiten.” In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 01 november 1870 staat vermeld een: “Brief van Kapitein E.J.Drent berigtende nu te berusten in de afwijzende beschikkingen ter zijner aanzien genomen doch bedankende voor zijn lidmaatschap.” 023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren                        type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

         195                           1826                       kof                    Vriesland                             B.Visser en Zn te Harlingen

                                      1827-1833                 kof                    Vriesland                             B.Poppes aan de Lemmer

                                      1834-1835                 fregat               het Zeepaard                       Salm, Heemskerk en Co

         116                      1836-1837                 geen opgave van schip en boekhouder

                                      1838-1841                 fregat               Nathalie                               A.Sinave

                                      1842-1844                 fregat               Anna en Elize                      P.C.de Gijselaar en A.Hulsen

                                      1845-1853                 geen opgave van schip en boekhouder

           31                      1854-1870                 geen opgave van schip en boekhouder

 

      Bouma025 vermeldt E.J.Drent als gezagvoerder gedurende:

      *    1821 t/m 1829 van de kof “Vriesland”, gebouwd in 1809, bouwplaats niet vermeld, 196 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar;

      *    1830 t/m 1840 van hetzelfde schip maar nu varend voor B.Poppes te Lemmer;

             Overlap met de volgende opgave. Twee verschillende kapiteins?

      *    1835 t/m 1839 van de kof “Twee Gebroeders”, gebouwd in 1805, bouwplaats niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor B.Poppes te Lemmer;

      *    1839 t/m 1842 van de bark “Nathalie”, gebouwd in 1816 te Amsterdam, 346 ton o.m., varend voor A.Sinave te Amsterdam;

      *    1843 t/m 1855 van het fregat “Anna & Elize”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor A.Hulsen & P.C.de Gijselaar te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

 “De collectie scheepsportretten werd uitgebreid met een door D.A.Teupken (1801-1845) vervaardigde gouache, voorstellende het kofschip Vriesland uit 1831. Het schip is afgebeeld met in de mast de nummervlag 195 van het College Zeemanshoop te Amsterdam, toebehorend aan schipper E.J.Drent te Lemmer. Hij voer van 1821-1834 voor de aldaar woonachtige reder B.Poppes. Het in 1809 gebouwde kofschip voer in de jaren 1836-1837 onder kapitein T.W.Stuit voor de rederij Barend Visser & Zoon te Harlingen. Kapitein Drent schonk het scheepsportret aan zijn vriend Klaas Jacobs Musch. Diens achterkleinzoon, de heer P.van den Bosch te Leeuwarden, schonk het portret aan ons museum”.

Jaarboek 1999. Fries Scheepvaartmuseum en Ouheidkamer. 76 pp. Mededeling op p. 21.

 

Leeuwarder Courant 23 januari 1821114

Advertentie. De notaris Ane Witteveen, te Lemmer, presenteert publiek, bij strijk en verhooggelden te verkopen:

  1. 4/32 Aandeel in het Kofschip genaamd de LEMMER, en gevoerd wordend bij schipper Johannes Tammes, in het jaar 1818 nieuw uitgehaald.
  2. 2/32 Aandeel in het Kofschip genaamd de JONGE FREDERIK, gevoerd bij schipper Benjamin Pieters de Jong, in het jaar 1805 nieuw uitgehaald.
  3. 2/32 Aandeel in het Kofschip genaamd de NEPTHUNIS (opm: mogelijk NEPTUNUS, ex PIETERTJE STAPERT), gevoerd bij schipper Jan Remmerts Hottinga, in het jaar 1804 nieuw uitgehaald.
  4. 2/25 Aandeel in het Kofschip genaamd EUROPA, gevoerd bij schipper IJnze Feikes de Boer, in het jaar 1802 nieuw uitgehaald.
  5. 2/32 Aandeel in het Kofschip genaamd de HARMINA, gevoerd bij schipper Berend S. Wiegers, in den jare 180(?) nieuw uitgehaald.
  6. ¼ (opm: slecht leesbaar) Aandeel in het Kofschip genaamd VRIESLAND, gevoerd bij schipper Enne Jacobs Drent, in den jare 1815 nieuw uitgehaald.

Wie hier gading aan maakt, kome op donderdag den 1 februari 1821, des voormiddag om 10 uur, bij de beschrijving, en des avonds om 5 uur bij de finale toewijzing, telkens ten huize van H. Leheux, kastelein in de Wildeman te Lemmer, en kopen op conditiën als dan voor te lezen, welke inmiddels zijn te vernemen bij de notaris vernoemd.

 

Rotterdamsche Courant 03 maart 1821114

Rotterdam, ….Sedert den 22 (februari) zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen l’AIMABLE PAULINE, kapt. L.J. Luijtjes, van Buenos Aijres; DE LIEFDE, M. Bakker, le CHARLES, J.C. Rasmussen, HENRIETTE, G. Abrahams, en VRIESLAND, E.J. Drent, van Liverpool; de TWEE GEBROEDERS, E.R. Borchers, van Noirmoutier; de JUFVROUW ELIZABETH, J.F. Witteveen, van Morea (opm: mogelijk Mória, Lesbos; 39º7’ N.B. 26º30’ O.L.), en de TWEE GEBROEDERS, T. Pronk, van Calianubing (opm: niet te traceren)…..

 

Rotterdamsche Courant 19 juli 1821114

Rotterdam, 18 juli. Van Vlissingen wordt van den 14 gemeld: Van den 12 tot den 14 zijn van Antwerpen afgekomen en naar zee gezeild de schepen de MARIE JOSEPHINE, S. de Best, naar Gibraltar; de VROUW CAROLINA, H.Z. Duwel, naar de Oostzee; SUSANNA, J. Barrow, naar New-YORK; JOSEPH AND ANN, W. Minter, naar Londen; LORD NELSON, T. Smichson (opm: Smithren), naar Hull; de RISING SUN, W. Martel, de NOORDSTAR, J.T. de Jonge, en de ZEELUST, G.A. Wieringa, naar Londen; de TWEE GEBROEDERS, E.R. Borchers, naar de Marennes; de OOSTERSTAR, J. Moller, en de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, naar Noirmontier; VRIESLAND, E.J. Drent, naar Bilbao; de VROUW MARTHA, D.H. van Wijk, en de NOORDSTAR, G.J. Kuiper (opm: drie verschillende schepen met de naam NOORDSTAR!), naar Londen; THEODOOR, T.C. de Boer, naar Bergen in Noorwegen, de VROUW ELISABETH, O.F. Meeuwik (opm: Meeuwes), naar de Oostzee; de FLORA, J. Cooper, naar Londen, en de ISIS, J.H. Smith, naar New-York.

 

Rotterdamsche Courant 13 december 1821114

Amsterdam, 11 december. In het Vlie is binnengekomen E.J. Drent van Londen, en nog is door behulp van 12 Vlielander loodsen en 5 schuiten die de kapitein aangenomen had, binnengebragt een kof zonder masten, met haver van Rotterdam naar Cette (opm: Sète; mogelijk de ONVERWAGT, kapt. J.E. Gust); zeilt naar Harlingen om te repareren.

 

Leeuwarder Courant 17 mei 1822114

Advertentie. De notaris J.C. Kutsch, te Leeuwarden, zal op woensdag 22 mei 1822, des voormiddag te 9 uur, ten sterfhuize van J.J. Sterkenburg, op de Keizersgracht te Leeuwarden, verkopen:

  1. 4/32 Gedeelten in het koffeschip, genaamd VRIESLAND, gevoerd bij schipper Enne Jacobs Drent.
  2. 4/32 Gedeelten in het koffeschip, genaamd de PIETERTJE STAPERT, gevoerd bij Jan R. Hottinga.
  3. 2/32 Gedeelten in het koffeschip, genaamd de VROUW HARMINA, gevoerd bij schipper Marten J. O??? (Rinze ??)
  4. 2/32 Gedeelten in het koffeschip, genaamd de TWEELINGEN DANIEL EN WILCO, gevoerd bij schipper Jouke Gerrit Wiersma.
  5. 2/32 Gedeelten in het koffeschip, genaamd de LIEFDE, gevoerd bij schipper Dirk J. Pik.
  6. 4/32 Gedeelten in het koffeschip, genaamd EUROPA, gevoerd bij schipper Inze F. de Boer.
  7. 1/32 Gedeelten in het koffeschip, genaamd de HARMONIE, gevoerd bij schipper Rinze C. Platte.

Wie hier gading aan maakt, kome op woensdag 29 mei 1822, des morgen ten 10 uur, bij de beschrijving, en des avond ten 5 uur, bij de finale palmslag, in het logement de Wildeman in de Lemmer, en koop op conditiën, welke intussen ter lezing liggen bij de notaris A. Witteveen, in de Lemmer, en J. Jongbloed, te Langweer.

 

Provinciale Groninger Courant 21 mei 1822114

Advertentie. De notaris J. Jongbloed, te Langweer, presenteert publiek te verkopen:

  • 4/33 Gedeeltens in het Kofschip, genaamd VRIESLAND, gevoerd bij schipper Inne Drent.
  • 4/32 Gedeeltens in het Kofschip, genaamd de PIETERTJE STAPERT, gevoerd bij schipper Jan R. Hottinga.
  • 2/32 Gedeeltens in het Kofschip, genaamd de VROUW HANNINA, gevoerd bij schipper Marten J. Cornel.
  • 2/32 Gedeeltens in het Kofschip de TWEELINGEN DANIEL EN WILCO, gevoerd bij schipper Jouke Gerrijts Wiersma.
  • 9/34 Gedeeltens in het Kofschip, genaamd de LIEFDE, gevoerd bij schipper Dirk J. Pik.
  • 4/32 Gedeeltens in het Kofschip, genaamd EUROPA, gevoerd bij schipper IJnze F. de Boer.
  • 1/32 Gedeelte in het Kofschip, genaamd de HARMONIE, gevoerd bij schipper Rinze C. Platte.

Wie hier aan gadinge maakt, kome op woensdag den 29 mei 1822, des morgens te 10 uren, bij de beschrijving, en des avonds te 5 uren, bij de finale palmslag, in het logement de Wildeman, in de Lemmer, en kope, op conditiën, welke intussen ter lezing liggen bij de notarissen A. Witteveen, in de Lemmer, en J. Jongbloed te Langweer.

 

Rotterdamsche Courant 28 mei 1822114

Rotterdam, 27 mei. ….

….Voor Antwerpen bestemd: de GOEDE HOOP, H.W. de Groot, en VRIESLAND, E.J. Drent, van Liverpool; l’Émilie, G. le Bourch, van Jersey; de VRIENDSCHAP, N. Heeres, van Londen; de VIGILANTIE, P. Roijon, van de Havana; MONNIKENDAM, K.O. Blaauw, van Oporto; CHRISTINA VOS, N.A. Smaal, en de VROUW ANNA, K.A. Bos, van Liverpool; de JUFVROUW WILHELMINA LAURENTIA (opm: JUFFROUW WILLEMINA LAURENTIA), J.J. Swart, van Lissabon; WILHELMINA CATHARINA, P.B. de Jonge, van Liverpool; de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, van de Marennes, de MARIA, J. Sikkes, en de VLASBLOEM, G. Hulshoff, van Liverpool…..

 

Rotterdamsche Courant 27 juli 1822114

Rotterdam, 26 juli. Van Vlissingen meldt men den 23 juli, dat, ….

…. van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, en de VROUW ENGELINA, H.T. de Jongh (opm: kof, kapt. Harm Tjebbes de Jonge), naar Londen; de JUFVROUW MES, G.L. Doornbos, naar Londen; VRIESLAND, E.N. Drent (opm: E.J. Drent), en WILHELMINA CATHARINA, P.B. de Jong, naar Bristol; de VIJF GEBROEDERS, D. Steur, naar Havana; de DRIE VRIENDEN, A.R. de Groot, naar Bayonne; de VROUW ENGELINA, E.H. de Groot, naar Londen; AURORA, S.J. Brouwer, naar North Shields; de TWEE GEBROEDERS, E.R. Borchers, naar Bergen; JOHAN GEORG (opm: kof JOHAN GEORGE), W.D. Kleininga, naar Mainhead; FORTUNA, J. Jans, naar Sandwich; le JEUNE GUILLAUME, J.B. Coster, naar Harborough; de ANNA, F. Schulte, naar Petersburg, en l’ETOILE, J. Jolly, naar Bordeaux.

Ook is aldaar ter rrede gekomen het schip de TWEE GEBROEDERS, D.H. van Wijk, van Caen naar Brussel gedestineerd.

 

 

 

Datum vanaf: 1842
Kapitein: Drent, Enne Jacobs

Familiegegevens en opleiding

Christiaan Jans Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 24 april 1802 Hij huwde een niet met name genoemde vrouw geboren te Schiermonnikoog op 11 januari 1798

Christiaan overleed in 1861.003

 

Christiaan Jan Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 24 oktober 1802 en overleed te Soerabaja c.1862. Hij was het vijfde kind van Christiaan Jans Jaski (Schiermonnikoog 1769-1823, koopvaardijschipper) en Geertruida Remts Coerkamp (Schiermonnikoog 1773-1828). Zijn broer was Feij Christiaan Jaski, eveneens koopvaardijkapitein.

Hij was getrouwd met Liefke Tijssen Kuiper geboren op 11 januari 1798 te Schiermonnikoog, dochter van Tys Wybes en Tjiet Thomas. Al als jongen verhuisde hij met zijn ouders naar Buiksloot. De publikatie bevat een portret van deze Christiaan Jan Jaski040.

 

Christiaan Jan Jaski werd geb/ged. te Schiermonnikoog op 24 april/23 mei 1802 als zoon van Christiaan Jansz Jaski, scheepsgezagvoerder, en Geertruida Remts Courcamp. Hij huwde te Schiermonnikoog op 19 december 1828 met Liefke Tijssens Kuiper, geboren te Schiermonnikoog op 11 januari 1798 als dochter van Tys Wijbes en Tjietje Thomas. Het echtpaar kreeg kinderen (die hier niet verder zijn genoemd). Christiaan Jan was, net als zijn vader, koopvaardijkapitein en overleed op 16 februari 1861 te Soerabaja. Zijn vrouw Liefke overleed op 23 februari 1877 te Buiksloot

Christiaan was gezagvoerder van "de Jonge Rijntje" (1828-1833), de "Eensgezindheid" (1836-1841), de "Wilhelmina Catharina" (1842-1846), de "Anna en Elize" (1846-1853), de "Dionisia Catharina" (1853-1854) en wederom op de "Anna en Elize" (1854-1861)046.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.J.Jaski werd per 25 juli 1837 met vlagnummer 382 en op voordracht van kapitein J.P.Carst ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Eensgezindheid". Toegevoegd is "woonplaats Biben" en "overleden002.

In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop 18/25 juli 1837 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid Christiaan Jan Jaski, oud 35 jaar, voerend de schoenerkof “Eensgezindheid”, wonen te Schiermonnikoog en met adres bij C.Biben, op voordracht van J.P.Carst023.

.Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 juli 1841003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1861 doet de wed. C.J.Jaski geb. Kuiper het verzoek om een uitkering welke haar in de vergadering dd 25 juni 1861 wordt toegestaan met ingang van 01 maart 1861.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 20 augustus 1861 staat vermeld dat per 01 maart 1861 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. C.Jaski geb. Kuyper “mits overleggende doodacte van wijlen haren Echtgenoot.”023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       382                        1837-1840     s.kof                 Eensgezindheid                  C.Biben

                                      1841-1844     fregat               Wilhelmina Catharina      P.C.de Gijselaar & A.Hulsen

                                      1845-1851     fregat               Anna en Elize                      idem

                                           1852           fregat               Dionysia Catharina           geen opgave

                                           1853           fregat               Dionysia Catharina           P.C.de Gijselaar & A.Hulsen

       134                        1854-1859     fregat               Anna en Elize                      P.C.de Gijselaar

                                           1860           fregat               Anna en Elize                      P.C.de Gijselaar & Zn

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

C.J.Jaski                       Antje & Elize                           01 augustus 1860                                 01 augustus 1861

 

Bouma025 vermeldt C.J.Jaski als gezagvoerder gedurende:

*    1838 t/m 1841 op de kof/barkentijn “Eensgezindheid” ex Sible & Pieter, gebouwd in 1827, bouwlocatie niet vermeld, 209 ton o.m. voor rederij C.Biben te Amsterdam;

*    1842 t/m 1845 op het 3/m schip “Wilhelmina Catharina” ex Minerva, gebouwd in 1829 teAmsterdam, 450 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam;

*    1846 t/m 1852 van het 3/m schip “Anna en Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor A.Hulsen & P.C.de Gijselaar te Amsterdam;

*    1853 t/m 1854 van het 3/m schip “Dionysia Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 824 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam;

*    1855 t/m 1861 op het 3/m schip “Anna en Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor P.C.de Gyselaar & Zn te Amsterdam.

De “Jonge Reintje/Rijntje” wordt niet door Bouma vermeld met een kapitein Jaski.

Er komen in de perioden van het gezagvoerdersschap nogal wat verschillen voor met de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001  (zie hiervoor)

 

Overige bijzonderheden

Provinciale Groninger Courant 10 mei 1836 zeetijdingen:114

Het schip de EENSGEZINDHEID, kapt. C.J. Jaski, voor wijlen kapt. P.T. Kuiper, van Suriname naar Amsterdam, is, volgens brief van het Nieuwe Diep van den 2 mei, in het begin der laatstvoorgaande week, door eene Texelsche loodsschuit in het Kanaal gepraaid en van een loods voorzien geworden

 

Dagblad (titel niet vermeld) uit (januari?) 1844046:

“NAAR BATAVIA, zal in het begin der maand Februarij vertrekken: Het Nederlandsch Gekoperd TWEEDEKS FREGATSCHIP WILHELMINA CATHARINA, gevoerd bij kapitein C.J.JASKI, zijnde bijzonder ingerigt voor Passagiers en varende met een bekwaam Scheeps-Doctor.

Iemand van deze gelegenheid gebruik wenschende te maken of eenige Goederen te laden hebbende, gelieven zich te vervoegen bij de Gargadoors HOYMAN en SCHUURMAN op de Heerengracht over de Bergstraat, te Amsterdam”.

 

Algemeen Handelsblad 25/26 december 1856 in de rubriek “Scheepstijdingen”:

Een vrij uitvoerig bericht van “kapt. Jaski, voerende het schip Anna & Elise, van Batavia in Texel binnen … (die) … op zijne reis zeer zware stormen heeft doorgestaan … “. Ik heb het bericht niet integraal overgenomen, vanwege de lengte.

 

C.J.Jaski verzorgde per 25 november 1849 vanuit Nieuwediep met de “Anna en Elize” 1 landmachtofficier naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 28 april 1850 na 154 dagen065.

 

In een brief van Pieter Spaarman, zeilmaker 103, staat dat hij in oktober 1849 aanmonsterde op de “Anna en Elise” onder kapitein C.J.Jaski. “Na een zeer lange uitreis van 153 dagen arriveerde het schip te Batavia op 27 april 1850. Op de terugreis voer het schip op 20 november 1850 “dwars van Noordwijk”.

 

 

Datum vanaf: 1845
Kapitein: Jaski, Christiaan Jan

Familiegegevens en opleiding

Pieter Arenspoot werd geboren op 06 augustus 1803, geboorteplaats niet vermeld.

Hij huwde met Trijntje Faber, geboren 23 juli 1802, geboorteplaats niet vermeld. Gezien gegevens hierna is hij later kennelijk getrouwd met een Nijhof.Zij overleed op 07 januari 1878

Pieter overleed in 1855.003

 

Pieter Arenspoot werd op 06 januari 1817 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij werd gedoopt op 10 augustus 1803 te Amsterdam. Zijn ouders waren Pieter Arenspoot uit Amsterdam, gereformeerd en Christina ter Beek, afkomstig uit Eibergen, eveneens gereformeerd. Beide ouders waren bij de aanmelding in leven. De vader was loods.

Pieter was bij de aanmelding 13½ jaar, 5 voet lang en "heeft de kinderziekte gehad".

Vanaf 01 april 1817 wordt via driemaandelijks rapportage een overzicht gegeven van de vorderingen, b.v.:

"1 april 1817               3/m rappe  is aan het leeren der lijnen ...

1 julij  Id.                     kt (kent) het afpassen op de pl. kaarten, de regth. _ en gedeeltelijk de toepassing van die op de zeilage...".

In de periode 1817-1819 worden vier klassen doorlopen.

"18 septb 1819           geplt als kajuitwachter op het schip de Surinaamsche Vrienden Capt. T.C.Claus naar Surinamen.

 3 mey 1820                terug van de reise met goede attestatie.

 14 septb 1820            Belijdenis afgelegt.

 27 octob. 1820          geplt als ligtmatroos op het schip Johanna Maria Capt.Jonker naar Batavia voor Middelburg.

 4 januarij 1822         terug van de reis met goede attestatie.

 9 januarij 1822         op zijn verzoek ontslagen met attestatie en certificaat vrijstelling van de nat. militie"004(531/1290).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Arenspoot werd met nr. 563 effectief lid van Zeemanshoop op 17 november 1840 op voordracht van B.M.Corbières. Zijn schip was de "Anna en Elise". Zijn adres was Wittenburgergracht 17 te Amsterdam002. Ten tijde van de inschrijving waren Arenspoot en zijn vrouw 37 resp. 38 jaar. Ingeschreven staan 2 zoons uit 1828 en 1831 en 2 dochters uit 1834 en 1840. Toegevoegd is “overleden” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 10/17 november 1840 werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Pieter Arenspoot, oud 27 jaar, voerend het fregat “Anna & Elize”, wonend in de Wittenburgergracht nr. 17 te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.M.Corbiëre. Hij kreeg vlagnummer 563.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 03 mei 1842003.

 

Pieter Arendspoot was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1840 t/m 1855 met de vlagnummers 563 (1840-1854) en 238 (1854-1855).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 22 februari 1855 staat een verzoek van T.Faber, de weduwe van kapitein P.Arendspoot om een uitkering, die haar in de vergadering van 29 maart 1855 werd toegestaan voor haar en 1 kind met ingang van 01 mei 1855.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 maart 1865 verzoekt de wed. P.Arenspoot geb. Nijhof om een vroegere aanvang van haar uitkering. Het Bestuur gaat accoord.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1867 staat de melding van hertrouw van de wed. P.Arendspoot met G. van Dordt. Zij vraagt om de continuering van de uitkering voor een kind. Het Bestuur gaat accoord.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 november 1915 staat een brief van de wed. Kock-Arenspoot die verzoekt om de achterstallige uitkering voor haar moeder de wed. P.Arenspoot sedert het overlijden van haar 2e echtgenoot G. van Dort in februari 1909.042

 

In de bijlagen bij een Bestuursvergadering van 26 juni 1881 (Stadsarchief Amsterdam, 491-38) bevindt zich een brief dd Amsterdam 25 mei 1881 van de wed. P.Arenspoot-Catharina Nijhoff Zij stelt in 1867 te zijn hertrouwd met Gerrit van Dort “maar door het verregaand wangedrag van laatstgenoemde genoodzaakt was tot scheiding …”. Zij bevindt zich in de situatie van een scheiding van tafel en bed en vraagt een herstel van haar uitkering,

 

In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 28 december 1882 staat een verslag door J.Vos van Marken en J.P.Mink dd 16 januari 1883 betreffende een aanvrage dd 20 december 1882 om een gratificatie door de wed. C.Arenspoot. Gemeld wordt haar scheiding van haar tweede echtgenoot de schuitenvoerder Gerrit van Dort vanwege diens drankverslaving. Het beroep op herstel van haar uitkering is wettelijk onjuist omdat het huwelijk niet is ontbonden vanwege overlijden van haar 2de echtgenoot maar vanwege een scheiding. Er wordt opgemerkt dat het om een fatsoenlijke vrouw gaat die alles heeft gedaan haar kind een goede opvoeding te geven. De Commissie adviseert de toekenning van een gratificatie.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1855 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein P. Arenspoot per 01 mei 1855 een uitkering is toegekend voor haar en 1 kind.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 30 september 1862 staat vermeld een: “Brief van de Wed. P.Arenspoot Jr geb. Nijhoff verzoekende dat haar uitkering moge ingaan met de datum waarop het Schip van hare man vermist is, welk verzoek met verwijzing naar Art.63 van het Reglement is gewezen van de hand. In de notulen dd 04 april 1865 staat vermeld dat de weduwe P.Arenspoot de doodsacte van haar man heeft overlegd en op grond daarvan verzoekt de aanvang van haar uitkering te vervroegen, hetgeen wordt toegestaan023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 maart 1867 staat vermeld dat de wed. P.Arenspoot Jr  is hertrouwd met G. van Dordt. Zij vraagt continuering van de uitkering voor een kind hetgeen wordt toegestaan.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 20 februari 1883 staat vermeld dat aan ene Nijhof, eerder de wed. C.Arenspoot een gratificatie van f 10, - is toegekend. (is dit dezelfde als de wed. P.Arenspoot?)

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                     naam reder/boekhouder

       563                        1840-1841     fregat               Anna en Elize                     P.C.de Gijselaar & A.Hulsen

                                      1842-1851     fregat               Dionysia Catharina           idem

                                      1852-1853     fregat               Anna en Elize                     idem

       238                             1854           fregat               Dionysia Catharina           P.C.de Gijselaar

 

Bouma025 vermeldt P.Arenspoot als gezagvoerder gedurende:

*    1842 op het 3/m schip “Anna & Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor A.Hulsen & P.C.de Gyselaar te Amsterdam;

*    1843 t/m 1851 op het 3/m schip “Dionysia Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 824 ton o.m., varend voor P.C.de Gyselaar & A.Hulsen te Amsterdam;

*    1853 t/m 1854 op dezelfde “Anna & Elise”, varend voor dezelfde reeder

*    1855 op dezelfde “Dionysia Catharina”, varend voor dezelfde reeder.

 

P.Arenspoot was in 1840 kapitein van de "Dionysia Catharina", 824 ton, die op 17 april 1840 te water werd gelaten voor de rederij Gijselaar & Hulsen027. De opgave klopte niet met die uit referentie 001.

P.Arenspoot vertrekt in augustus 1852 als gezagvoerder van de "Anna & Eliza" via Liverpool naar Australië en keert weer terug in januari 1854040.

 

Overige bijzonderheden

George Poolman werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de Anna Eliza onder kapitein C.Arenspoot (moet zijn P.) voor een reis naar Batavia. De plaatsing was per 04 februari 1841, hij keerde terug op 22 januari 1842004(532/1874).

 

P.Arendspoot vervoerde per 24 oktober 1844 vanuit Nieuwediep met de ”Dionysia Catharina” 1 officier en 1 militair. De aankomstdatum te Batavia en de reisduur zijn niet vermeld065.

 

 

Datum vanaf: 1852
Kapitein: Arenspoot, Pieter

Familiegegevens en opleiding

Christiaan Jans Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 24 april 1802 Hij huwde een niet met name genoemde vrouw geboren te Schiermonnikoog op 11 januari 1798

Christiaan overleed in 1861.003

 

Christiaan Jan Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 24 oktober 1802 en overleed te Soerabaja c.1862. Hij was het vijfde kind van Christiaan Jans Jaski (Schiermonnikoog 1769-1823, koopvaardijschipper) en Geertruida Remts Coerkamp (Schiermonnikoog 1773-1828). Zijn broer was Feij Christiaan Jaski, eveneens koopvaardijkapitein.

Hij was getrouwd met Liefke Tijssen Kuiper geboren op 11 januari 1798 te Schiermonnikoog, dochter van Tys Wybes en Tjiet Thomas. Al als jongen verhuisde hij met zijn ouders naar Buiksloot. De publikatie bevat een portret van deze Christiaan Jan Jaski040.

 

Christiaan Jan Jaski werd geb/ged. te Schiermonnikoog op 24 april/23 mei 1802 als zoon van Christiaan Jansz Jaski, scheepsgezagvoerder, en Geertruida Remts Courcamp. Hij huwde te Schiermonnikoog op 19 december 1828 met Liefke Tijssens Kuiper, geboren te Schiermonnikoog op 11 januari 1798 als dochter van Tys Wijbes en Tjietje Thomas. Het echtpaar kreeg kinderen (die hier niet verder zijn genoemd). Christiaan Jan was, net als zijn vader, koopvaardijkapitein en overleed op 16 februari 1861 te Soerabaja. Zijn vrouw Liefke overleed op 23 februari 1877 te Buiksloot

Christiaan was gezagvoerder van "de Jonge Rijntje" (1828-1833), de "Eensgezindheid" (1836-1841), de "Wilhelmina Catharina" (1842-1846), de "Anna en Elize" (1846-1853), de "Dionisia Catharina" (1853-1854) en wederom op de "Anna en Elize" (1854-1861)046.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.J.Jaski werd per 25 juli 1837 met vlagnummer 382 en op voordracht van kapitein J.P.Carst ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Eensgezindheid". Toegevoegd is "woonplaats Biben" en "overleden002.

In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop 18/25 juli 1837 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid Christiaan Jan Jaski, oud 35 jaar, voerend de schoenerkof “Eensgezindheid”, wonen te Schiermonnikoog en met adres bij C.Biben, op voordracht van J.P.Carst023.

.Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 juli 1841003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1861 doet de wed. C.J.Jaski geb. Kuiper het verzoek om een uitkering welke haar in de vergadering dd 25 juni 1861 wordt toegestaan met ingang van 01 maart 1861.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 20 augustus 1861 staat vermeld dat per 01 maart 1861 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. C.Jaski geb. Kuyper “mits overleggende doodacte van wijlen haren Echtgenoot.”023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       382                        1837-1840     s.kof                 Eensgezindheid                  C.Biben

                                      1841-1844     fregat               Wilhelmina Catharina      P.C.de Gijselaar & A.Hulsen

                                      1845-1851     fregat               Anna en Elize                      idem

                                           1852           fregat               Dionysia Catharina           geen opgave

                                           1853           fregat               Dionysia Catharina           P.C.de Gijselaar & A.Hulsen

       134                        1854-1859     fregat               Anna en Elize                      P.C.de Gijselaar

                                           1860           fregat               Anna en Elize                      P.C.de Gijselaar & Zn

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

C.J.Jaski                       Antje & Elize                           01 augustus 1860                                 01 augustus 1861

 

Bouma025 vermeldt C.J.Jaski als gezagvoerder gedurende:

*    1838 t/m 1841 op de kof/barkentijn “Eensgezindheid” ex Sible & Pieter, gebouwd in 1827, bouwlocatie niet vermeld, 209 ton o.m. voor rederij C.Biben te Amsterdam;

*    1842 t/m 1845 op het 3/m schip “Wilhelmina Catharina” ex Minerva, gebouwd in 1829 teAmsterdam, 450 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam;

*    1846 t/m 1852 van het 3/m schip “Anna en Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor A.Hulsen & P.C.de Gijselaar te Amsterdam;

*    1853 t/m 1854 van het 3/m schip “Dionysia Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 824 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam;

*    1855 t/m 1861 op het 3/m schip “Anna en Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor P.C.de Gyselaar & Zn te Amsterdam.

De “Jonge Reintje/Rijntje” wordt niet door Bouma vermeld met een kapitein Jaski.

Er komen in de perioden van het gezagvoerdersschap nogal wat verschillen voor met de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001  (zie hiervoor)

 

Overige bijzonderheden

Provinciale Groninger Courant 10 mei 1836 zeetijdingen:114

Het schip de EENSGEZINDHEID, kapt. C.J. Jaski, voor wijlen kapt. P.T. Kuiper, van Suriname naar Amsterdam, is, volgens brief van het Nieuwe Diep van den 2 mei, in het begin der laatstvoorgaande week, door eene Texelsche loodsschuit in het Kanaal gepraaid en van een loods voorzien geworden

 

Dagblad (titel niet vermeld) uit (januari?) 1844046:

“NAAR BATAVIA, zal in het begin der maand Februarij vertrekken: Het Nederlandsch Gekoperd TWEEDEKS FREGATSCHIP WILHELMINA CATHARINA, gevoerd bij kapitein C.J.JASKI, zijnde bijzonder ingerigt voor Passagiers en varende met een bekwaam Scheeps-Doctor.

Iemand van deze gelegenheid gebruik wenschende te maken of eenige Goederen te laden hebbende, gelieven zich te vervoegen bij de Gargadoors HOYMAN en SCHUURMAN op de Heerengracht over de Bergstraat, te Amsterdam”.

 

Algemeen Handelsblad 25/26 december 1856 in de rubriek “Scheepstijdingen”:

Een vrij uitvoerig bericht van “kapt. Jaski, voerende het schip Anna & Elise, van Batavia in Texel binnen … (die) … op zijne reis zeer zware stormen heeft doorgestaan … “. Ik heb het bericht niet integraal overgenomen, vanwege de lengte.

 

C.J.Jaski verzorgde per 25 november 1849 vanuit Nieuwediep met de “Anna en Elize” 1 landmachtofficier naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 28 april 1850 na 154 dagen065.

 

In een brief van Pieter Spaarman, zeilmaker 103, staat dat hij in oktober 1849 aanmonsterde op de “Anna en Elise” onder kapitein C.J.Jaski. “Na een zeer lange uitreis van 153 dagen arriveerde het schip te Batavia op 27 april 1850. Op de terugreis voer het schip op 20 november 1850 “dwars van Noordwijk”.

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Jaski, Christiaan Jan

Familiegegevens en opleiding

Zie bij Bijzonderheden en de publicatie “Kotte Reisbeschrijving van Johannis Gerrit de Roever. Een uitgave van de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders, 2009, 96 pp.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093

Naam kapitein                             Naam schip                          vertrek                          aankomst

J.G. de Roever                             Cornelia Adolphina            geen melding               04 feberuari 1865

                                                       Cornelia Adolphina            08 mei 1865                 03 juli 1866

                                                         Cornelia Adolphina            05 januari 1867         11 december 1867

 

Bouma025 vermeldt J.G.de Roever als gezagvoerder gedurende:

1858 t/m 1860 van de bark “Phoebus” ex Japan, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 513 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam.(hij was opvolger van kapitein C.F.Beck). Het schip werd in 1860 gesloopt;

1862 t/m 1863 van het fregat “Anna en Elise”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 801 ton o.m., varend voor P.C. de Gijselaar & Zn te Amsterdam. In 1863: Verongelukt te North Shields en met de lading verkocht”.

1864 t/m 1873 van de bark “Cornelia Adolphine” ex Commercie Compagnie, gebouwd in 1849 te Middelburg, 768 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1874 verkocht aan G.F.Egidius te Amsterdam en herdoopt in “Thorvald”;

1874 t/m 1878 van de bark “Pieter Adolf”, gebouwd te Newburyport in 1864, 849 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In::”Eenige voorvallen uit mijn zeemansloopbaan” (Ons Zeewezen april en juli 1933) beschrijft beschrijft J.C.de Roever het zeemansleven van zijn vader J.G.de Roever, aan de hand van diens dagboekaantekeningen. De volgende gegevens heb ik hierna in het kort overgenomen. In latere afleveringen van hetzelfde tijdschrift gaat de schrijver in op zijn eigen zeemanshistorie (zie aldaar).

Eind 2000 kwam de heer K.Suyk te Heiloo, namens de Vereniging Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, in het bezit van een transcriptie van voornoemd dagboek van J.G.de Roever, waarvan het origineel in bezit is van mevr. J.H.A.de Graaf-de Roever (geb. 1908, Ravellaan 20 te Heemstede), de kleindochter van J.G.de Roever. Tevens bezat zij een korte notitie van haar grootvader persoonlijke herinneringen.. In het navolgende is ook hieruit geput.

     Johan Christiaan de Roever ging in juli 1877, als jongen van 15 jaar, naar St.Nazaire, waar zijn vader (Johannes Gerrit) lag met de bark “Pieter Adolf”, voor een reis naar Cardiff. Het schip was aldaar binnengekomen uit Soerabaja met een lading suiker om in St.Nazaire te lossen. Aldaar werd vervolgens een lading mijnstutten ingenomen voor Cardiff en in Cardiff zou hij dan weer een lading kolen halen voor Padang.

     “Aanhoudende Westelijke winden en hooge zee op de kust van de Loire hielden het schip echter op tot den 21sten Juli. … Den 21sten Juli kon de “Pieter Adolf” eindelijk naar buiten gesleept worden en den 26sten d.a.v. kwamen wij ter reede van Cardiff ten anker.”

 

     Johannes Gerrit de Roever werd geboren op 21 december 1824 te Amsterdam als zoon van Lambertus de Roever (1790-1860) en Trijntje Bart. Vader Lambertus was timmerman en scheepsbeschieter, werkend aan de werf van de heer Baaij in de Kleine Wittenburgerstraat. Zijn grootvader de Roever had een zilversmidwinkel. Grootvader Bart was gezagvoerder op fluiten en koggen Alhoewel hij graag naar zee wilde, begon hij op de leeftijd van ruim 13 jaar zijn loopbaan als winkelbediende bij de.heer Malie, winkelier in galanterieën in de Kalverstraat. Het beviel hem daar absoluut niet en hij ging vervolgens zijn vader helpen als timmermansknecht. Inmiddels was hij in kennis gekomen met ene Hein Rademaker, commandeur van houtzagers, waar hij knecht werd op een jacht op de Zuiderzee. Na de dood van zijn moeder in maart 1841 kreeg hij de kans om naar zee te gaan en op 13 april van dat jaar (hij was toen 16 jaar) monsterde hij als kajuitwachter op de brik “Maria Jacoba” onder kapitein D.J.Bart. “In die jaren vervoerden die scheepjes ook vaak passagiers. Zoo zouden er die reis 13 mede gaan en het was hoofdzakelijk om die reden dat hij mede mocht.” Dit schip onderhield een geregelde dienst tussen Amsterdam en West-Indië en wel op de havens La Guaira, Puerto Cabello en Curacao. Hij maakte 6 reizen met dit schip tot december 1843 toen het van de 6de reis terugkwam en voor de sloop werd verkocht.

     In maart 1844 monsterde hij als lichtmatroos op het fregat “Stad Utrecht”, onder kapitein F.P.J.Jaski om naar Java te gaan. “Hij maakte de reis vandaar (d.i.Nieuwe Diep) naar Batavia (112 dagen), Tegal, terug naar Batavia en weder naar Amsterdam. Toen de “Stad Utrecht” in Januari 1845 in het Nieuwe Diep binnenkwam was het N.H.Kanaal dichtgevroren, zoodat de bemanning te N.D. werd afgemonsterd en per diligence naar Amsterdam gebracht.”

     In februari 1845 volgde hij het zg stuurmanscollege van de heer Teupken. Maar reeds op 09 april kwam hij aan boord van de bark “Sirius” onder kapitein H.Mulder “om mede te helpen dat schip te kielen, koperen en tuigen, met de bedoeling met dat schip naar zee te gaan; doch den 28sten van die maand moest hij monsteren, weder op zijn vorig schip”de “Stad Utrecht”, nu evenwel als “zwaar-licht-matroos” op een gage van ƒ 18,- per maand”. De daaropvolgende reis werd hij matroos en ”na 4 jaren in die functie te hebben gevaren, monsterde hij in Juni 1850 als 3de stuurman op het Ned. Fregatschip “Admiraal de Ruyter” Kapt. G.Titsing”. Uit een anekdote, die verderop in het artikel wordt vermeld, blijkt dat hij in deze 4 jaren ook heeft gevaren als matroos op de bark “Holland” onder kapitein (R.)Dekker (1847) op een reis naar Havana en op het fregat “Prins Hendrik” onder kapitein J.Goedkoop (1847) op een reis naar Bahia. Daarna was hij in 1857 ook nog 1ste stuurman op de bark “Phoebus” (onder kapitein C.F.Beck) op een reis van Cardiff naar Singapore. (Uit Bouma025 blijkt dat hij op dit schip in 1860 de gezagvoerder was).

     Hij trouwde op 08 februari 1855 te Amsterdam met Margaretha Onderberg, oud c. 27 jaar, eerst op het Stadhuis en daarna in de Doopsgezinde Kerk door dominee P.van der Goot. Op 13 december 1856 werd uit dit huwelijk zoon Johannes Gerrit geboren, doch op 11 januari 1857 overleed zijn vrouw “aan de gevolgen van een hartziekte”. Hij hertrouwde op 05 juli 1860 met Johanna Christina Onderberg, zuster van zijn eerste vrouw, oud 29½ jaar, eerst op het stadhuis te Amsterdam en later in de Doopsgezinde Kerk wederom door Dominee P.van der Goot. Op 12 september 1861 werd zijn zoon Lambertus geboren en op 08 december 1862 zijn zoon Johannis Christiaan.

     Via 2de stuurman en een examen in het voorjaar van 1861 “werd hij den 26sten Augustus van datzelfde jaar aangesteld als Gezagvoerder van het Ned. Fregatschip “Anna en Elise” toebehoorende aan de Heeren P.C.Gijselaar en Zonen te Amsterdam. Na met dit schip een reis naar Java en terug te hebben gedaan, had hij het ongeluk de d.a.v. reis de “Anna en Elise” na te North Shields een lading steenkolen te hebben geladen, uit de sluis van het Northumberland Dock komende te verliezen. Het schip raakte ongeveer 3 à 4 scheepslengten buiten de sluis terwijl het onder loodmans aanwijzing gesleept werd, aan de grond in de Tyne en is later, bij vallend water, gebroeken en totaal wrak geworden. Op publieke veiling bracht het schip, tuig, inventaris, provisie en lading ongeveer £ 1700,- Sterl. op.

“In het “Handelsblad” van 25 Mei 1863 vonden wij het bericht, dat volgens een brief van Kapt. de Roever, de Anna & Elisa

p 20 Mei door 2 stoombooten uit het Northumberlanddock werd gesleept, om naar Batavia te vertrekken. Buiten het bassin stootte het schip aan den grond, en raakte vast, de sleeptrossen knapten af en niettegenstaande de assistentie van 7 sleepbooten was het schip niet meer af te brengen. Onmiddellijk werden de steenkolen gelost, maar “te 11 ure zat het schip 14 voet geboeid en lag geheel op zijde, het water drong met kracht in en ten 7 ure was het geheel vol water geloopen”.   Den anderen dag werd het schip als geheel verloren beschouwd. (Uit: “Ons Zeewezen, 37, pp.185, 1938).

     Een maand na dit noodlottig verlies reisde vader met zijn “Patroon” naar Middelburg; het aldaar liggende barkschip “Commercie Compagnie” werd aangekocht, verdoopt in “Cornelia Adolphine” en hij kreeg onmiddellijk het bevel over dat schip.

     Met de “Cornelia Adolphine” deed hij van 1864 tot 1873, dus in tien jaren, slechts 6 reizen; maar men moet niet vergeten, dat daar reisjes bij waren van 2, ja soms 3 jaren, want zij gingen niet alleen naar Java en terug, maar soms ook naar China, Australië en Voor- en Achter-Indië. In een aparte anekdote beschrijft kapitein G.J.de Roever een ontzettende orkaan op 16-20 februari 1872 op reis van New-Castel (N.S.W.) naar Australië. Hij lichtte zijn bemanning in over het naderende einde, maar als door een wonder nam de orkaan af en ontsnapten zij aan de dood.

     In Maart 1873 werd de “Cornelia Adolphine” verkocht naar Noorwegen, doch in September van hetzelfde jaar werd mijn vader het bevel opgedragen over het Barkschip “Pieter Adolf” van dezelfde Reederij: P.C.de Gijselaar & Zonen.

     Met de “Pieter Adolf” maakte hij slechts 3 reizen, waarna ook dàt schip, het laatste van genoemde Reederij verkocht werd en zijn zeemansloopbaan een einde nam. Daar hij toen nog maar 54 jaar oud was, dacht hij er sterk over nog bij de stoomvaart over te gaan; nà verkoop van zijn laatste schip is hij echter gaan sukkelen en het bleek later dat hij aan een hartkwaal lijdende was, die hem in 1880 ten grave sleepte.

 

K.Suyk uit Heiloo maakte op basis van het dagboek van J.G.de Roever een overzicht van zijn reizen waarvan ik het volgende overneem::

01e reis      Brikschip “Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart

                   Amsterdam - La Guaira (Venezuela) - Pto Cabello (Venezuela) - Curacao - La Guaira - Pto Cabello - Amsterdam

       13 april - 11 september 1841. Kajuitsjongen, 16 jaar.

02e reis      Brikschip “Maria & Jacoba , kapitein D.J.Bart

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   25 december 1841 - 30 maart 1842. Kajuitsjongen, 17 jaar.

03e reis      Brikschip “Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   26 april - 02 september 1842. Kajuitsjongen, 17 jaar.

04e reis      Brikschip Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart.

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   02 september 1842 - 24 januari 1843. Kajuitsjongen, 17 jaar.

05e reis      Brikschip Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart.

                   Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam

                   03 maart - 18 juli 1843. Kajuitsjongen, 18 jaar.

06e reis      Brikschip Maria & Jacoba”, kapitein D.J.Bart.

                   Amsterdam - La Guaira - Curacao - Amsterdam.

                   18 juli - 23 december 1843. Kajuitjongen, 18 jaar

                   Schip verkocht en gesloopt.

07e reis      Fregat “Stad Utrecht”, kapitein F.P.J.Jaski

                   Amsterdam - Batavia - Tagal - Samarang - Batavia - Amsterdam.

                   02 maart 1844 - 23 januari 1845. Lichtmatroos, 19 jaar.

08e reis      Fregat “Stad Utrecht”, kapitein F.P.J.Jaski

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passoeroeang - Batavia - Amsterdam

                   28 april 1845 - 12 april 1846.Zwaar lichtmatroos , 20 jaar.

09e reis      Fregat “Holland”, kapitein R.Dekker.

                   Amsterdam - Havana - Matanzas - Amsterdam.

                   13 november 1846 - 29 april 1847. Matroos, 21 jaar.

10e reis      Fregat “Prins Hendrik”, kapitein J.Goedkoop

                   Amsterdam - Bahia - Nieuwediep.

                   28 april - 08 november 1847. Matroos, 22 jaar.

11e reis      Fregat “Prins Hendrik”, kapitein J.Goedkoop.

                   Nieuwediep - Batavia - Oedjong Panka - Soerabaja - Passaroeang - Samarang - Pekalongan - Batavia - St.Helena - Nieuwediep.

                   22 december 1847 - 06 januari 1849. Matroos, 23 jaar.

12e reis      Fregat “Oost Indiën”, kapitein J.Engelenberg

                   Amsterdam - Batavia - Pangool - Patjitan - St.Helena - Nieuwediep

                   05 april - 05 februari 1850. Matroos, 24 jaar.

13e reis      Fregat “Admiraal de Ruijter”, kapitein G.M.Tissing.

                   Amsterdam - Batavia - Joana - Samarang - Banjoeangie - Amsterdam.

                   28 juni 1850 - 08 mei 1851. 3e stuurman, 25 jaar.

14e reis      Fregat “Admiraal de Ruijter”, kapitein G.M.Tissing.

                   Amsterdam - Batavia - St.Helena - Amsterdam.

                   12 juni 1851 - 28 februari 1852. 2e stuurman, 26 jaar.

15e reis      Fregat “Admiraal de Ruijter”, kapitein G.M.Tissing.

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passaroeang - Banjoewangi - Amsterdam.

                   28 mei - begin 1853. 2e stuurman, 27 jaar.

16e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                   Amsterdam - Melbourne - Batavia - Samarang - Soerabaja - Batavia - Simonsbaai (ZA) - Rotterdam.

                   Begin mei 1853 - 14 januari 1855. 2e stuurman, 28 jaar.

17e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                   Rotterdam - Batavia - Padang - Amsterdam.

                   16 april 1855 - half februari 1856. 1e stuurman, 30 jaar.

18e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Tjilatjap - Amsterdam.

                   16 april 1856 - eind maart 1857. 1e stuurman, 31 jaar.

19e reis      Bark “Phoebus”, kapitein C.F.Beck.

                  Amsterdam - Cardiff - Singapore - New Harbour - Singapore - Hongkong - Batavia - Cheribon - Batavia - Amoy (China) - Singapore Batavia - Amsterdam.

                   18 april 1857 - 01 mei 1860. Aangemonsterd als 1e stuurman; vanaf Batavia gezagvoerder.

                   Schip op 28 juni 1860 verkocht voor de sloop.

Vanaf nu varend als gezagvoerder.

20e reis      Fregat “Anna & Elise”, kapitein J.G.de Roever, 36 jaar.

                   Amsterdam - Batavia - Oedjong Pangka - Soerabaja - Panaroekan - Batavia - Amsterdam.

                   18 april 1862 - 27 februari 1863.

21e reis      Fregat “Anna & Elise”.

                   Amsterdam - Shields. Het schip verongelukt en raakt wrak bij North Shields (Engeland) op 10 mei 1863.

                   09 april - 08 jun 1863 (afmonstering equipage).

22e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Middelburg - Batavia - Soerabaja - Panaroekan - Batavia - Amsterdam.

                   16 maart 1864 - 17 maart 1865.

23e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Cardiff - Kaapstad - Batavia - Samarang - St. Helena - Amsterdam.

                   28 april 1865 - 25 juli 1866.

24e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passoeroean - Batavia - Amsterdam.

                   08 december 1866 - 21 januari 1868.

25e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - New Castle upon Tyne - Soerabaja - Bezoekie - Amsterdam.

                   23 maart 1868 - 17 februari 1869.

26e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Swartik (Zweden) - Adelaide - Rangoon - Batavia - Cheribon - Passoeroeang - Batavia - Amsterdam.

                   27 mei 1869 - 01 april 1871.

27e reis      Bark “Cornelia Adolphine”.

                   Amsterdam - Soderhamn (Zweden) - Elseneur - Adelaide - Melbourne - New Castle (Australië) - Hongkong - Macao - Samarang - Batavia - Tjilatjap - Amsterdam.

                   19 mei 1871 - 07 maart 1873.

28e reis      Bark “Pieter Adolf”.

                  Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Bezoeki - Probolingo - Melbourne - Newcastle (Australië) -Batavia - Tagal - Banjoewangi - St. Helena - Plymouth - St. Nazaire.

                   26 september 1873 - 23 juni 1875.

30e reis      Bark “Pieter Adolf “.In de transcriptie van het dagboek ontbreken pagina’s waarop wellicht verslag van 29e reis.

                   St. Nazaire - Cardiff - Padang - St.Helena - Amsterdam.

                   21 juli 1877(?) - 30 juli 1878.

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Roever, Johannes Gerrit de

Afbeeldingen


Omschrijving: ANNA EN ELISE, aquarel gemaakt in 1839
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Teupken Sr., Dirk Antoon (1801-1845)
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: ANNA EN ELISE. Aquarel gemaakt in 1848, gezagvoerder Christiaan Jan Jaski (vlagnummer 382)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: ANNA EN ELISE na de stranding bij Saddler's Point bij de rivier Tyne buiten het Northumberland Dock te North Shields (Tyne an Wear, Engeland)
Collectie: Stadsarchief Amsterdam
Vervaardiger: Gijselaar, Leonard Johannes de
Onderwerp: Stranding
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1839.39

DVD XI – 238, 239
BIJLBRIEF

Naam schip ANNA EN ELISE

plaats en datum acte bijlbrief, Amsterdam, 21 augustus 1839

type schip fregat

bouwwerf/verkoper firma Jeremias Meijjes & Zoone, scheepsbouwmeesters te Amsterdam, werf De Hoop, aan de Kleine Kattenburgerstraat

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper P.C. de Gijzelaar en A. Hulsens, Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 425 lasten 0f 805 tonnen

tuigage / aantal dekken twee dekken

afmetingen 39,05 x 7,57 x 6,13 meter

kiellegging april 1838

tewaterlating 18 maart 1839

plaats / datum registratie Amsterdam, 22 augustus 1839

nummer van registratie deel 38, folio 62, recto, vak 2.

notaris verklaring voor burgemeester van Amsterdam

prijs NLG.

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 210708

Naam ANNA EN ELISE
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1839
Toegang 198
Inventaris 3179

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3168.1839.39
foto IMG 2002 - 2004
CEDULE

Naam schip ANNA EN ELISE

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 22 augustus 1839

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. C.N. Gorter

grootte in tonnen 425 lasten of 805 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 22 augustus 1839

nummer registratie deel 38, folio 62, recto, vak 3

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren en ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Hermanus Isaac Rietveld voor en namens de in de bijlage genoemde eigenaren.

1839.09.05 Eerste zeebrief voor een fregat ANNA EN ELISE, kapt. C.N. Gorter

Researcher / datum research: ML / 070616



Bijlage bij acte 39 van 1839, fregat ANNA EN ELISE
eigenaren per medio augustus 1839:

P.C. de Gijselaar (2/32e part) en A. Hulsen (2/32e part), beiden boekhouders van het schip, Amsterdam
Wed. Kneppelhout, Leiden (2/32e part)
N. de Gijselaar Pzn., Amsterdam (2/32e part)
J. Schutte Hoyman, Amsterdam (2/32e part)
firma Jeremias Meijjes & Zoonen, Amsterdam (2/32e part)
J.R. Scholten, Amsterdam (1/32e part)
Johannes Meijjes & Zoon, Amsterdam (1/32e part)
F. Rendorp, Amsterdam (1/32e part)
J.D. Altmann, Amsterdam (1/32e part)
F.L.F. Altmann, Amsterdam (1/32e part)
D.W. van Meeteren, Amsterdam (1/32e part)
firma Broekhuyzen & Blom, Amsterdam (1/32e part)
firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (1/32e part)
H. Costerus Hibma, Amsterdam (1/32e part)
K. Koopmans, Amsterdam (1/32e part)
H. Uloth, Amsterdam (1/32e part)
Joh. Weyerman, Amsterdam (1/32e part)
H.J. Koenen, Amsterdam (1/32e part)
H.S.M. Schutter, Amsterdam (1/32e part)
A. van der Velde, Amsterdam (1/32e part)
G.J. du Marchie Sarvaas, Amsterdam (1/32e part)
Wed. C.P. van Staveren, geboren Proper (1/32e part)
J. Schut, Amsterdam (1/32e part)
H. van Lit, Amsterdam (1/32e part)
V. Vas Visser, Zaandam (1/32e part)

ML / 070616

Naam ANNA EN ELISE
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1839
Toegang 198
Inventaris 3168

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF: Noord-Hollands Archief - Haarlem / Archiefnummer Amst.198.3179-1839.39