1828
Op 7 mei 1828 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de galjoot ANTHONIUS EN CORNELIA, aangevraagd door L. Bouman, Amsterdam, voor O.P. Blom als kapitein.
RC 030728
Amsterdam, 1 juli. Kapt. O.P. Blom, voerende het schip (opm: galjoot) ANTHONIUS EN CORNELIA, van Harlingen naar de Oostzee, te Elseneur aangekomen, heeft de 20e juni bij Schagen gepraaid het schip JAN EN JACOBUS, kapt. J.S. Okkes, van Pernau naar de Maas, aan welks boord alles wel was.
RC 190828
Rotterdam, 18 augustus. De 17e dezer, des namiddags arriveerden te Helvoetsluis DE JONGE DOCHTER REMPKE, kapt. J.J. Oltmans, van Libau; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. C. Moller, van Riga. De 18e, des morgens, ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Riga.
AH 030928
Carga-lijsten.
Schiedam, 30 augustus. De WELVAART, kapt. A.H. Dijkhuis en ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Riga.
RC 180928
Rotterdam, 17 september.
De 17e dezer, des morgens, arriveerden in de Maas DE JONGE JOHAN GEORGE, kapt. G. Metzon, van Lissabon; JOHANNIS EN WILHELMINA, kapt. D. Mooyekind, van Hull en zeilden DE TWEE GEBROEDERS, kapt. C. Muller, naar St. Ubes; HARMANIA, kapt. J.F. Thiel, ZEEVOGEL, kapt. J.J. Gotschalk, ANNA MARGARETHA, kapt. C. Permien, DE STAD MEPPEL, kapt. E. Harders, naar de Oostzee; DE VRIENDSCHAP, kapt. F. Plokker, naar Lynn; ANTHONIE CORNELIA, kapt. O.P. Blom en JULIE, kapt. P.C. Kerkham, naar …. ; DE VRIENDSCHAP, kapt. A.W. Westerberg, DE JONGE JACOB, kapt. B.J. Zietzes en DE VROUW FEMMEGINA, kapt. A.K. Braam, naar Havre; WILLEM EN AUGUST, kapt. G.H. Schröder, naar Elseneur; HARLOTTE FREDERIKA, kapt. E.D. Schrele, naar Greifswald; DE GOEDE HOOP, kapt. H.F. Klein, naar Jersey.
1829
RC 030129
Amsterdam, 1 januari. Kapt. O.P. Blom, voerende het schip (opm: galjoot) ANTHONIUS EN CORNELIA, van Liverpool naar Amsterdam, meldt van Minehead van de 22e december, dat hij op de 19e dito, wegens tegenwind en storm, aldaar is binnengelopen. Het schip en de equipage waren in de beste staat.
RC 220129
Amsterdam, 20 januari. Volgens brief van kapt. O.P. Blom, voerende het schip (opm: galjoot) ANTHONIUS EN CORNELIA, van Liverpool naar Amsterdam (laatst van Minehead), in dato 11e dezer, was hij toen met harde O.Z.O. wind zeilende op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point); het schip en de equipage waren in de beste staat.
RC 030229
Amsterdam, 31 januari. Volgens brieven van de kapt. Marcussen, voerende het schip ALEXANDER, van Batavia en kapt. O.P. Blom, voerende het schip (opm: galjoot) ANTHONIUS EN CORNELIA, van Liverpool, beide naar Amsterdam bestemd, in dato 28e dezer, kruisten zij toen in goeden staat op de hoogte van Egmond en hadden van daar loodsen aan boord gekregen.
AH 241029
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam:
Suriname. Het driemast galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Blom. Adres bij Hoyman & Schuurman.
Op 30 oktober 1829 werd een Turkse Pas verstrekt voor de galjoot ANTHONIUS EN CORNELIA, aangevraagd door L. Bouman, Amsterdam, voor O.P. Blom als kapitein.
RC 101229
Amsterdam, 8 december. Het schip (opm: galjoot) ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Amsterdam naar Suriname, is de 29e november in de Hoofden, af en aan de Vuren, in goede staat gepraaid door kapt. O.J. Woldringh, van Marennes te Vlissingen binnen.
1830
AH 130330
Te Suriname gearriveerd: 17 januari ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Blom, van Amsterdam.
AH 020630
Carga-lijst. Amsterdam, 1 juni. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom.
Op 28 juni 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de galjoot ANTHONIUS EN CORNELIA, aangevraagd door L. Bouman, Amsterdam, voor O.P. Blom als kapitein.
AH 121030
Carga-lijsten. Amsterdam, 11 oktober. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Archangel.
Op 26 oktober 1830 werd een Turkse Pas verstrekt voor de galjoot ANTHONIUS EN CORNELIA, aangevraagd door L. Bouman, Amsterdam, voor O.P. Blom als kapitein.
AH 281030
Advertentie. In lading liggend schip te Amsterdam: Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het tweedeks driemast galjootschip (opm: de bijlbrief van april 1828 beschrijft het schip als een 1-deks kof) ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 081130
Advertentie. In lading liggende te Amsterdam naar Suriname: het tweedeks driemast galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman. Sluit 8 november.
1831
AH 030531
Van Suriname vertrokken 14 maart, ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom.
RC 050531
Amsterdam, 3 mei. Kapitein A. Hansen (opm: schip GODEFRIDA, rapporteert dat den 14 maart met hem van Suriname was vertrokken ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom.
AH 310531
Het galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Suriname naar Amsterdam, is den 29 mei bij Egmond gepraaid.
AH 020631
Texel, 31 mei. Binnengekomen: ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, van Suriname;
AH 130931
In lading liggende schepen te Amsterdam:
Naar Suriname. Het gekoperd tweedeks driemast galjootschip (opm: de bijlbrief van april 1828 beschrijft het schip notabene als een 1-deks kof) ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom. Adres bij: Hoyman & Schuurman.
1832
AH 190132
Advertentie. Schip in lading naar de Nederlandse Koloniën:
Naar Suriname. Het tweedeks driemast galjootschip (opm: de bijlbrief van april 1828 beschrijft het schip als een 1-deks kof) ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom. Adres bij Hoyman en Schuurman.
AH 120332
Advertentie - Schepen in lading te Amsterdam
- Naar Batavia. Het nieuw gekoperd tweedeks driemast galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom.
Op 11 april 1832 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de galjoot ANTHONIUS EN CORNELIA, aangevraagd door L. Bouman, Amsterdam, voor Govert Blom als kapitein.
AH 050532
Schip in lading te Amsterdam:
- Naar Batavia. Het nieuw gekoperd tweedeks driekwart galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom.
AH 170532
Texel, 16 mei. Vertrokken: ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, naar Batavia.
1833
AH 020233
Scheepstijdingen. Men meldt uit Plymouth, dd. 27 januari, dat de ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom, van Batavia naar Amsterdam bestemd, door het Engelse oorlogsschip ROVER aangehouden en aldaar binnengezonden is.
AH 090233
Lijst van Hollandse schepen, in Engeland onder embargo, te Plymouth aangehouden door Sir George Young, commanderende het oorlogsschip ROVER:
De ANTHONIUS EN CORNELIA, van 300 tonnen, kapt. G. Blom.
PGC 160433
Extract uit het Journal Du Commerce d'Anvers: De Moniteur bevat een lijst van Nederlandse koopvaardijschepen die vanaf 10 november tot 30 maart in de Engelse havens onder embargo liggen. Dit document, zegt het officiële dagblad, is het beste antwoord, dat men geven kan aan hen die de doeltreffendheid en zelfs het bestaan der dwangmiddelen betwijfelen. Deze lijst bevat 30 schepen, oa. de ANTHONIUS CORNELIUS.
RC 130633
Rotterdam, 12 juni. De ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom,van Batavia naar Amsterdam, te Plymouth opgebracht, hebben hun reis vervolgd.
RC 150633
Rotterdam, 14 juni. Kapt. Govert Blom, voerende het tweedeks driemast-galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, de 10e dezer van Batavia, laatst van Plymouth, in Texel binnengekomen, is de 16e mei anno passato uit Texel naar Batavia gezeild en de 29e augustus, in 105 dagen, aldaar gearriveerd, na 40 dagen vertoevens de 7e oktober weer van daar vertrokken en na nog 8 dagen met harde noord-oosten winden bij de Sorlings gekruisd te hebben, de 19e januari l.l., zijnde de 104de dag, door de Engelse oorlogs-korvet THE ROVER genomen, de 21e dito in de Sorlings en de 27e te Plymouth opgebracht; hebbende alzo de uit- en thuisreis tot de Sorlings in 8 maanden en 5 dagen volbracht.
AH 150633
Carga-lijsten Amsterdam:
ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, van Batavia.
AH 160733
Texel, 14 juli. Uitgezeild ANTHONIUS CORNELIA, kapt. G. Blom, naar Archangel.
AH 140933
Volgens brief van kapt. G. Blom, voerende de ANTHONIUS EN CORNELIA, in dato Archangel 24 augustus, dacht hij de 26e of 27e dito de reis naar Zaandam aan te nemen.
AH 021133
Binnengekomen:
Texel, 31 oktober, ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom, van Archangel.
1834
AH 050234
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks driemast galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Comp., Hoyman en Schuurman, De Vries en Comp. en B.D. Bosscher.
Op 14 maart 1834 werd een Turkse Pas verstrekt voor de ANTHONIUS EN CORNELIA, aangevraagd door L. Bouman, Amsterdam, voor Govert Blom als kapitein.
AH 150434
Texel, 13 april. Uitgezeild: ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom, naar Batavia.
PGC 060534
Kapt. G.B. Flik, van Tarragona te Helvoet binnen, heeft op 16 april op 49º54’NB 04º WL in goede staat gepraaid een driemast-galjoot, tonende de vlag van het Collegie Zeemanshoop, met nummer 349, zijnde die van kapt. G. Blom, voerende het schip ANTHONIUS EN CORNELIA, van Amsterdam naar Batavia.
JC 060934
Batavia, 3 september. Heden aangekomen ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, van Amsterdam vertrokken de 13e april.
1835
AH 310135
Scheepstijdingen. Binnengekomen: Texel, 19 januari. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom van Batavia.
AH 260335
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks driemast galjootschip ANTHONIAS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, van Amsterdam. Adres bij Coopman en de Witt en Lenaertz, van Olivier en Comp., Hoyman en Schuurman, De Vries en Comp. en B.D. Bosscher.
Op 16 april 1835 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de ANTHONIUS EN CORNELIA, aangevraagd door L. Bouman, Amsterdam, voor Govert Blom als kapitein.
AH 170435
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Batavia. Het gekoperd tweedeks driemast galjootschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom , van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Comp., Hoyman en Schuurman, De Vries en Comp en B.D. Bosscher.
AH 070535
Uitgezeild:
Texel, 5 mei. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, naar Batavia.
AH 260535
Bij Bevesier, 18 mei. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, van Amsterdam naar Batavia.
JC 230935
Batavia, 21 september. Alhier aangekomen het schip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, met vijf passagiers, de 5 mei vertrokken van Amsterdam.
JB 031035
Ter rede van Batavia liggend schip: ANTHONIUS EN CORNELIA.
1836
RC 070436
Rotterdam, 6 april. Kapt. B. van der Tak, van Batavia te Helvoetsluis binnen, rapporteert gepraaid te hebben de 12e februari, te St. Helena, het driemastschip ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom.
AH 110436
Binnengekomen: Texel, 9 april. ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, van Padang.
AH 120436
Carga-lijsten Amsterdam: ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. G. Blom, van Padang met koffie, suiker en rottingen;
AH 290436
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. Het gekoperd tweedeks driemast-galjoot WEST-INDIË, kapt. Reltje C. Stada, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Op 4 mei 1836 werd de zeebrief van de ANTHONIUS EN CORNELIA, kapt. Govert Blom, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar de Staatsraad in Den Haag teruggezonden, die het document op 5 mei royeerde wegen ‘schip verkocht’.
Op 11 mei 1836 werd de eerste zeebrief (bedoeld wordt nieuwe) verstrekt voor de WEST INDIË, aangevraagd door C.M. Fraissinet en H.J. van Baak, Amsterdam, voor R.C. Stada als kapitein.
AH 270536
Uitgezeild:
Texel, 25 mei. WEST INDIE, kapt. R.C. Stada, naar Suriname; LATINA MARGARETHA, kapt. H.S. Hoveling, naar Liverpool; VROUW DIEUWKE, kapt. K. van der Sluis en HOOP, kapt. (opm: onleesbaar), beide naar Londen.
AH 041136
Binnengekomen:
Texel, 1 november. WEST INDIË, kapt. R.C. Stada, van Suriname; CORNELIA, kapt. R.A. Oortjes, van Holmstrand; WEMELINA, KRANENBORG, kapt. A. Kiers, van Drammen; JACOBA CATHARINA, kapt. E.A. Niehof, van Sunderland.
AH 111136
Advertentie. Schepen in lading.
Suriname. De gekoperde tweedeks driemast galjoot WEST INDIË, kapt. R.C. Stada, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
1838
ZP 280238 – 15
Van Suriname zou vertrekken WEST INDIEN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. J.J. Boon, op 12 januari naar Amsterdam.
Op 15 november 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WEST INDIË, aangevraagd door C.M. Fraissinet en H.J. van Baak, Amsterdam, voor J.J. Boon als kapitein.
1839
ZP 250439 – 374
Volgens brief van Suriname van de 2e maart lag aldaar in lading naar Amsterdam de WEST INDIËN, kapt. Boon.
ZP 010639 – 405
Schip in lading naar: Suriname: het gekoperd tweedeks, driemast galjasschip WEST INDIËN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. J.J. Boon. Adres bij Hoyman & Schuurman.
ZP 240639 – 424
Het schip WEST INDIËN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. J.J. Boon, van Amsterdam naar Suriname is in het Groot Noord-Hollandsch Kanaal voorbij Alkmaar door het schip JULY, kapt. Voltz, van Stettin (opm: Szczecin) aangezeild en heeft daardoor zware schade aan schip, zeilen, want en rusten bekomen; hetzelve zou in het Nieuwe Diep repareren.
ZP 010739 – 430
Schepen in lading naar: Suriname: het gekoperd tweedeks driemast galjootschip WEST INDIËN (opm: WEST INDIË), kapt. J.J. Boon. Adres bij Hoyman & Schuurman.
ZP 250739 – 451
Kapt. Meijer, van Soerabaija in Helvoet binnen, rapporteert de 20e juli op de hoogte van Wight gepraaid te hebben het schip WEST INDIËN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. Boon, van Amsterdam naar Suriname.
1840
ZP 140240
Volgens brief van kapt. Boon, voerende het schip WEST INDIËN (opm: galjoot WEST INDIË), van Amsterdam naar Suriname, met schade te Falmouth binnengelopen, van de 9e februari had hij ofschoon gedurende 30 dagen hevige stormen doorgestaan te hebben de hoogte van Kaap Ortegal (opm: NW-kaap Spanje) bereikt, echter weder teruggestormd zijnde was hij genoodzaakt geweest, daar het schip 13 duim water in het uur maakte aldaar binnen te lopen, het schip en tuigage had veel geleden en na gehouden inspectie was het noodzakelijk geoordeeld de lading te lossen ten einde de verdere schade te onderzoeken en te repareren. (opm: zie ZP 220640)
ZP 220640
Het schip WEST INDIËN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. Boon, van Amsterdam naar Suriname, met schade te Falmouth binnengelopen – zie ons nommer van de 14. februari j.l. - heeft de 16e juni de reis weder voortgezet.
Op 11 november 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WEST INDIË, aangevraagd door C.M. Fraissinet en H.J. van Baak, Amsterdam, voor J.J. Boon als kapitein.
1841
AH 170441
Carga-lijsten Amsterdam: WEST-INDIË, kapt. J.J. Boon, van Suriname met katoen en suiker.
AH 191041
Carga-lijsten Amsterdam. WEST-INDIEN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. J.J. Boon, van Suriname met suiker, oud koper en katoen.
AH 251141
Advertentie. Schepen in lading. Amsterdam, 25 november.
Naar Suriname: het gekoperd driemast galjootschip WEST-INDIË,, kapt. J.J. Boon, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
1842
AH 010142
Volgens bericht van kapt. Budd, voerende het schip MANHATTAN, van Amsterdam naar New-York, d.d. Nieuwe Diep 29 december, was het schip die morgen bij het naar binnen zeilen, achter ingelopen door het galjootschip WEST-INDIEN (opm: WEST INDIË), kapt. Boon, van Amsterdam naar Suriname, waardoor hetzelve een gat in de spiegel bekwam, de bezaansboom en gaffel, enz. gebroken en meer andere schade had bekomen en hij daardoor genoodzaakt was, in het Nieuwe Diep terug te keren, de schade was getaxeerd op NLG 365. De kapitein hoopte echter nog die nacht gereed te zijn, om de volgende morgen de reis voort te zetten.
AH 140642
Carga-lijsten Amsterdam: WEST INDIEN, kapt. J.J. Boon, van Suriname suiker, koffie, katoen en hout.
AH 260742
Advertentie. Schepen in lading:
Suriname. Het gekoperd tweedeks galjootschip WEST-INDIEN (opm: WEST INDIË) , kapt. J.J. Boon, van Amsterdam.
SUC 051142
Overleden: Paramaribo, 15 oktober, Johannis Jacobus Boon, kapitein van het schip (opm: galjoot) WEST INDIË, 42 jaren.
1843
AH 240143
Advertentie. Heden ontving ik de bevestiging van de door mij zo hartgrievende tijding, dat mijn dierbare echtgenoot, Johannis Jacobus Boon, voerende het schip schip (opm: galjoot) WEST INDIË, na ene korte ziekte te Suriname, in den ouderdom van 42 jaren is overleden. Ik betreur met mijne drie kinderen dit voor ons zo treffend verlies.
Amsterdam, 20 januari 1843.
J.J. Blom, wed. kapt. J.J. Boon.
Op 4 april 1843 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WEST INDIË, aangevraagd door C.M. Fraissinet en H.J. van Baak, Amsterdam, voor T.D. Lieuwen als kapitein.
1844
AH 040644
Schepen in lading naar:
Suriname: het driemast galjootschip WEST INDIË, kapt. T.D. Lieuwen. Adres bij Hoyman en Schuurman.
1845
Op 17 april 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WEST INDIË, aangevraagd door C.M. Fraissinet en H.J. van Baak, Amsterdam, voor T.D. Lieuwen als kapitein.
1847
Op 28 augustus 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WEST INDIË, aangevraagd door C.M. Fraissinet en H.J. van Baak, Amsterdam, voor T.D. Lieuwen als kapitein.
1848
NRC 040248
Scilly, 27 januari. De WEST INDIËN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. Lieuwen, van Suriname naar Nederland bestemd, is alhier met verlies van zeilen, boten, enz. binnengelopen.
1850
Op 16 april 1850 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de WEST INDIË, aangevraagd door C.M. Fraissinet en H.J. van Baak, Amsterdam, voor T.D. Lieuwen als kapitein.
SUC 100950
Paramaribo, 7 september. Heden binnengekomen de WEST INDIË, kapt. T.D. Lieuwen, van Napels.
SUC 171250
Paramaribo, 14 december. Uitgeklaard het schip WEST-INDIEN (opm: galjoot WEST INDIË), kapt. T.D. Lieuwen, naar Amsterdam met 384 vaten suiker.
1851
NRC 040251
Amsterdam, 3 februari. Kapt Lieuwen, voerende het schip WEST INDIEN (opm: galjoot WEST INDIË), van Suriname herwaarts gedestineerd, in Texel binnen, heeft op reis veel storm doorgestaan, en de 15de januari een stortzee over gehad, waardoor hij de verschansingen en reling verloren had en verscheidene deknaden gesprongen waren. Het schip had sedert dien tijd water binnen gekregen en door een en ander over het algemeen veel geleden
1852
AH 180552
Advertentie. Openbare verkoping te Zwolle op 15 juni 1852 van het hol van het hier te lande van eikenhout gebouwd Nederlands galjootschip WEST INDIË, lang 29,80 el (opm: = 29,80 meter), wijd 6,12 el, hol 3,45 el en alzo gemeten op 289 tonnen of 152 lasten, gevaren hebbende op de kolonie Suriname, thans liggende te Zwolle aan de werf van de heer W.R. van Goor. Geschikt voor woning of tot berging van goederen. Te bevragen bij de kapitein T.D. Lieuwen, aan boord van genoemd scheepshol.
AH 070652
Advertentie. J.C. Koeroo, H.J. Jansen en Johs. Voetelink, Deurwaarders te Zwolle, zullen op dinsdag de 15de juni 1852, des middags ten 12 ure, ten huize van de Heer J.B. Scheuer, in het Logement “De Zeven Provinciën”, buiten de Kamperpoort, te Zwolle, in het openbaar en aan de meestbiedenden verkopen:
Het Hol van het hier te lande van eikenhout gebouwd Nederlands galjootschip WEST INDIE, lang 29 el 80 duim, wijd 6 el 12 duim, hol 3 el 45 duim, en alzo gemeten op 289 ton of 152 last; gevaren hebbende op de Kolonie Suriname, thans liggende aan de Werf van de heer W.R. van Goor te Zwolle, en zulks met al het zich daarin of daaraan bevindende zink, koper, ijzer, lood,enz. bevattende dit scheepshol tot sloping een aanzienlijke partij gaaf en zwaar eikenhout aan balken, planken, krommers, enz.; zijnde het tevens nog in die staat, dat hetzelve tot woning of tot berging van goederen alleszins geschikt is. Leverbaar 1 juli 1852; te bevragen bij de kapt. T.D. Lieuwen, aan boord van genoemd scheepshol, en dagelijks van af de 5de juni e.k. te bezichtigen. Zegt het voort.
1853
Begin juni 1853 werd de zeebrief van de WEST INDIË, kapt. T.D. Lieuwen, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar de Staatsraad in Den Haag teruggezonden, die het document op 5 mei royeerde wegens ‘schip gesloopt’.