Inloggen
AGATHA - ID 10092


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1826-05-01 / 1862-09-11 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1826
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Harm Derks Hesseling, Pekela, Groningen, Netherlands
Date Laid Down: 1825-00-00
Launch Date: 1826-00-00
Delivery Date: 1826-04-17
Technical Data

Net Tonnage: 65.00 lasts
Net Tonnage 2: 123.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 24.62 Meters Registered
Beam: 4.47 Meters Registered
Depth: 2.52 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1826
Datum agenda: 1826-05-01
Register nr: 18260323
Scheepsnaam: AGATHA
Type: Kof
Lasten: 65
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Nap, H.H.
Plaats: Groningen
Kapitein op moment van verzoek: Potjewijd, B.J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1826-04-17 AGATHA
Manager: Harm Harms Nap (1767-1832), Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Harm Harms Nap en Roelof Wolters, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands

Date/Name Ship 1833-00-00 AGATHA
Manager: Mr. Christoffel Meijer Nap e.a., Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Mr. Christoffel Meijer Nap e.a., Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands

Date/Name Ship 1848-00-00 CATHARINA
Manager: J. Bakker, Nieuwediep, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: J. Bakker, Nieuwediep, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwediep / Netherlands

Date/Name Ship 1850-03-27 CATHARINA
Manager: Firma Repko & Co., Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren, per 17 april 1826, van de AGATHA:
Harm Harms Nap, negociant te Groningen en Roelof Wolters


Eigenaren, per 27 maart 1850, van de CATHARINA:
Jacob Bakker, Nieuwediep, verkoopt 3/8e part en houdt 5/8e part
firma Repko & Co., Harlingen (boekhouder en 1/8e part)
Hendrik Baukes Komst, Harlingen (1/8e part)
Dirk Nieting, koopvaardijkapt., Harlingen (1/8e part)

Ship Events Data

1849-05-20: Op 20 mei 1849 is de CATHARINA, kapt. A. Borst, te Delfzijl, lek, met verlies van zeilen, stengen, anker en ketting, ingeslagen watervaten, gebroken boord enz., binnengelopen.
1852-10-13: Op 13 oktober 1852 is de CATHARINA, kapt. H.G. Nieting, lek en met verlies van zeilen, Oostmahorn binnengelopen.
1860-10-16: Op 16 oktober 1860 is de CATHARINA, kapt. Nieting, Harlingen binnengelopen met verlies van deklast. De stuurman en de licht-matroos waren wegens stormweer overboord geslagen.
1862-09-11: Final Fate:
Op 11 september 1862 is de CATHARINA, kapt. Jan Geerts Nieting, nabij Tornea, Finland gezonken.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Boele werd geboren/gedoopt te Oude Pekela op 07/09 oktober 1793 te Oude Pekela als zoon van Jan Halbes (Pottjewijd) en Stijntje Boeles.

Boele Jans Pottjewijd huwde op 12 september 1820 als zeeman met Grietje Harms Hesseling, geboren/gedoopt op 20 juli/04 augustus 1799 te Oude Pekela als dochter van Harm Derks Hesseling en Grietje Izebrands Bultena. Grietje Harms overleed te Oude Pekela op 27 maart 1875, 75 jaar, weduwe.

Geen overlijdensgegevens van Boele achterhaald, maar in een huwelijksakte van zoon Jan op 15 februari 1848 te Oude Pekela wordt gesproken van “wijlen Boele Jans Pottjewijd”, dus overleden tussen 1845 en 1848.

 

Burgerlijke Stand akten vermelden Boele Jans als zeeman in 1820, als schipper in 1821, 1823, 1825, 1828, 1832, 1834, 1837, 1840, 1843, 1845.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.J.Pot(t)jewijd was effectief lid van het zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 41 in de periode 1829 t/m 1842.

 

De schepen van de kapitein

Uit een fragmentgenealogie van de Pekelder familie Hesseling, op 31 januari 2004 per e-mail ontvangen van G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel:

Boele was schipper van de zeetjalk “Vrouw Margaretha”, die op 28 februari 1824, geladen met lijnkoeken, bij de Engelmansplaat is gezonken; de bemanning werd gered. Hij was in April 1826 schipper op het nieuwe door Harm Derks Hesseling (zijn schoonvader) gebouwde kofschip “Agatha” van H.H.Nap uit Groningen. Boele Jans was in 1836 lid van het zeemanscollege in Nieuwe Pekela. In 1842 en 1843 was hij schipper en voor 6/28ste deel mede-eigenaar van de tweemast schoonerkof “Hoop en Verwachting”

 

 

Bouma025 vermeldt B.J.Potjewijd als gezagvoerder gedurende:

*    1828 t/m 1839 van de kof “Agatha”, gebouwd in 1826 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;

*    1843 van de sch.kof “Hoop en Verwachting”, gebouwd in 1842 te Pekela, 163 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en reeder;

*    1845 t/m 1847 van de smak “Margaretha” ex Maria Geziena, ex Vrouw Geziena, gebouwd in 1816, bouwlocatie niet vermeld, 66 ton o.m., varend voor J.Corver te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Boel Jans Potjewijd als gezagvoerder van de:

“Agatha”, dd 01 april 1831, 09 oktober 1837 en 30 april 1838.

 

De collectie monsterrollen op het NoordelijkScheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

24 maart 1842, schip “Hoop en Verwachting”, kapitein Boele Jans Potjewijd uit Oude Pekela

 

Overige bijzonderheden

 

2/schoonerkof “HOOP EN VERWACHTING”

Op 09 maart 1842 stelde scheepsbouwmeester Drenth de volgende declaratie ingevolge de Wet op de Zeebrieven en Turksche Paspoorten dd 14/03/1819, art 5 (Stbl no. 12) op luidende:

             ‘Ik ondergeteekende Liefke Hendriks Drenth, scheepsbouwmeester, wonende te Oude Pekela, zijnde in dit mijn beroep behoorlijk gepatenteerd bij patent van den 16 November 1841, No. 348, door den Burgemeester van de gemeente Oude Pekela aan mij afgegeven, verklare bij dezen voor en ten dienste van den Heer Udo Freerks Zuiderveen, negotiant, wonende te Oude Pekela, als Boekhouder, en zijne consorten medereeders te hebben gebouwd en frisch van den Bijl te water gebragt het schooner Kofschip, genaamd Hoop en Verwachting, zullende worden bevaren door den schipper Boele Jans Potjewijd van de Oude Pekela, zijnde dat Kofschip door den Heer Scheepsmeter en Ykmeester H. van der Brugh gemeten en bevonden lang te zijn 26 ellen en 93 duimen, wijd te zijn 5 ellen en 13 duimen en hol te zijn 2 ellen en 65 duimen, en overzulks eene inhoud te hebben van 86 lasten, ad 2.84 tonnen blijkens Meetbrief van den 15 Januarij 1842 onder Numero 4 uitgegeven. Ten blijke en tot vestenis waarvan ik deze heb afgegeven en verteekend om te dienen tot Bijlbrief.

             (w.g.) L.H. Drenth

De verklaring van de scheepsbouwer Drenth werd bekrachtigd door een verklaring van burgemeester P.J. Huisinga  van de gemeente Oude Pekela, waarna inschrijving in het RSV van het Kadaster te Winschoten volgde

Het schip is op 25/03/1842 gebrand: 228 WINSCH 1842

(Bron: Kadaster Winschoten AR dl 1 vak 61 en RSV dl 2 nr 228)

 

Op 09 maart 1842 werd door boekhouder Engelhard een Reederij-cedul opgesteld. Volstaan wordt hier met de vermelding der medereders:

                                              

naam

woonplaats

beroep

aandeel

 

 

 

 

U.F. Zuiderveen

Oude Pekela

negotiant

1/28

B.J. Potjewijd

Oude Pekela

schipper

6/28

D.K. Twiest

Oude Pekela

touwslager

2/28

L.H. Drenth

Oude Pekela

scheepsbouwmeester

1/28

J. Kranenborg

Oude Pekela

houtzaagmolenaar

3/28

E.J. Degenhart

Oude Pekela

koopman

1/28

C. Tabe, wed. H. Schröder

Oude Pekela

koopvrouw

1/28

J.E. Duin

Oude Pekela

blokmaker

1/56

H.A. Potjewijd

Oude Pekela

bakker

1/56

N. Engelhard

Wedde

kantonregter en boekhouder

1/28

J. Corver & Comp.

Amsterdam

 

2/28

T. Asses

Amsterdam

 

1/28

J. Meijer & Zonen

Amsterdam

scheepsbouwers

1/28

Wed. J. Smedes

Appingedam

 

1/28

W.R. Emmen

Winschoten

 

1/28

S.W. Visser

Lemmer

 

2/28

E. Smit & Zoon

Hoogezand

ankersmid

1/56

A. Foks

Dordrecht

winkelier

1/56

Kuiper, van Dam&  Smeer

Rotterdam

scheepsbevragters

1/28

 

wg de boekhouder en medereders vermeld in de aanhef van het cedul, dd 09 Maart 1842. Het stuk werd op 14 maart 1842 te Winschoten geregistreerd.

Te oordelen naar de bijlbrief gaf koopman Zuiderveen opdracht tot de bouw. Hij wordt daar als boekhouder van de rederij aangehaald. Bij het opmaken van het rederij-cedul kwam men anders overeen en werd kantonregter Engelhard de boekhouder.

                                   

Op 19 maart 1842 verscheen in de Arrondissements Regtbank te Winschoten de heer Jan Piccardt, zonder bepaald beroep, als gemachtigde voor alle partijen die participeerden in de partenrederij. Onder overlegging van:

  1. het rederij-cedul getekend 09 maart 1842
  2. de bijlbrief van de scheepsbouwmeester getekend 09 maart 1842
  3. de machtiging namens de boekhouder en reders dd 14 maart 1842

legde de heer Piccardt ten overstaan van de President van de Regtbank de eed af dat geen buitenlanders in het schip participeren. Deze verklaring, tezamen met de bovengenoemde stukken, zullen uiteindelijk leiden tot het verlenen van een Nederlandse Zeebrief, dat als paspoort voor het schip kan worden beschouwd.

                                   

 

2m schoonerkof ‘Hoop & Verwachting’

LxBxH = 26,93 x 5,13 x 2,65 m

86 lasten à 2.84 tonnen= 163 tonnen

Bj / tonnage / werf

periode

kapitein

reder

bijzonderheden

1841 / 163

L.H. Drenth –

Oude Pekela

1841-1842

B.J. Potjewijd

Oude Pekela

N. Engelhard

Wedde

partenrederij

 

1843

idem

J. Corver  & Co

Amsterdam

 

 

1844

A. Hayen

idem

 

 

1845-1849

B.J. de Boer

idem

 

 

1850-1856

G.H. Pybes

Leeuwarden

G.H. Pybes

Leeuwarden

Kapitein / Eigenaar

 

april 1856

G.H. Pybes

Leeuwarden

G.H. Pybes

Leeuwarden

Gezonken na aanvaring van

Amsterdam naar de Oostzee

 

(Bronnen: Kadaster Winschoten [zie boven] en GN Bouma – pag 338)

 

8-9 apr 1856             Onder kapitein Pybes in de nacht van 8 op 9 april 1856 verlaten en gezonken in pos. 55°55’ Nb 5°51’ Ol na aanzeiling op reis van Amsterdam naar de Oostzee. Opvarenden gered.

(Bron: NRC 18 april 1856)

 

Voorgaande gegevens verkregen via de heer R.K.Mast te Delfzijl092. De gegevens zijn verzameld door J.J.Engelhart, Ossenweg 28, TB 9931 TB, Delfzijl dd 25 augustus 2004.

 

Krantenberichten

Rotterdamsche Courant 16 juli 1822114

Rotterdam, 15 juli. Den 14 arriveerde in de Maas de VROUW MARGARETHA, B.J. Potjewijd, van Dantzig (opm: Gdansk).

Den 15 zeilden de VROUW JANTINA, E.O. de Vrede, en de JOHANNES EN WILHELMINA (opm: bom), D. Mooijekind, naar Londen; de ANNA, R.E. Brouwer, en de VERWACHTING, R. Hansen, naar Bergen; de EENDRAGT, R.J. Klunder, en de VIGILANTIE, J. Duindam, naar Liverpool; de WAAKZAAMHEID, G.H. Luurts, naar Bordeaux; de HOOP, H.K. Dijkhuis, naar Oleron; de NEELTJE JOHANNA, W. ten Noort, naar Gibraltar; de HARMONIE, J. de Best, naar Boulogne, en the MARY, J. Drinkwater, naar Petersburg.

 

Rotterdamsche Courant 08 augustus 1822114

Rotterdam, 7 augustus.

….Den 7 zeilden de JUNO, D. Rooderkerk, en de VERWISSELING, A. Schaaff, naar Lissabon; de VROUW MARGARETHA, B.J. Potjewijd, naar de Oostzee; de CHARLES PATRIC EDUARD, K.G. Ouwehand, naar Cherburg; de CON CORDIA, H.J. Nagel, naar Leith; de VROUW CHRISTINA, R.J. Dood, naar Hull; de MARGINA, W.R. Huijsman, naar …(opm: niet vermeld), de GOEDE HOOP, J.J. Wijgers, naar Delfzijl; de GOEDE HOOP, B.R. Berg, naar Grimsby, de VROUW ELISABETH, C. van Gelderen, naar Alikanten, de ZUSTER ALBERDINA, H.E. de Boer, de VROUW JANNA, A.H. Breeland, en de VEENSTROOM, S.E. Hoveling, naar Bergen; de wind W.

 

Rotterdamsche Courant 21 september 1822114

Rotterdam, 20 september. Den 18 arriveerden in Den Briel de MAARTINA ALETTA (opm: MARTINA ALETTA), J.G. Hoetjer, van Dantzig (opm: Gdansk); de VROUW HENDRIKA (opm: VROUW HENDRIKJE), W.J. Drewes, van Busum; de TROOST VOOR MOEDELOOS, R.G. Nieuwveen (opm: smak TROOST VOOR MOEDERLOOS, R.G. Nieveen); de MARGARETHA, B.J. Potjewijd, en der MORGENSTERN, K.H. Meijer, van Kiel; de GOEDE HOOP, L.B. Flonk, van Tonningen; de VROUW GEZINA, H.B. Stutvoet, van Katington; de ADRIANA CHRISTINA, F.C. Pfeffercorn, van Drontheim, en de VROUW JOHANNA, J. de Vries, van Riga…..

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Potjewijd, Boele Jans
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Jonge, Jans Tjebbes de

Familiegegevens en opleiding

Derk Geerts Schuur werd geboren/gedoopt 14/21 november 1790 te Oude Pekela als zoon van schipper Geert Harms Schuur en Elizabeth/Lijzebeth Pieters Klatter.

Derk trouwde op 25 december 1819 te Nieuwe Pekela als schipper met de hoedenmaakster Aaltje Strootman, geboren in de Oude Boteringstraat te Groningen en gedoopt 26 mei 1799 in de Nieuwe Kerk te Groningen als dochter van de bakker Jan Strootman en Lucretia van Ulphen. Alida (sic) overleed op 05 januari 1885 te Veendam, 85 jaar,weduwe.

Derk Geerts overleed op 09 december 1874 te Oude Pekela, 84 jaar,zonder beroep.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D.G.Schuur als gezagvoerder gedurende:

*     1821 van de smak “Vrouw Alida”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 4 keer te Harlingen geregistreerd komend van Noorwegen;

*     1829 t/m 1833 van de kof “Juffer Titia”, gebouwd in 1805, bouwlocatie niet vermeld, 108 ton o.m., varend voor E.Poort te Pekela;

*     1832 t/m 1840 van de kof “Agatha”, gebouwd in 1828 te Pekela, 120 ton o.m., reder niet vermeld;

*     1836 t/m 1837 van de kof “Agatha”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 195 ton o.m., varend voor H.H.Nap te Groningen;

*     1842 t/m 1854 van de schoenerkof “Alida Elisabeth”, gebouwd in 1841 te Pekela, 172 ton o.m., varen voor C.M.Nap te Groningen;

WELLICHT HEBBEN EEN AANTAL SCHEPEN GEVAREN VOOR DERK GERRITZ SCHUUR, ZIE HIERNA

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Dirk Geerts Schuur als gezagvoerder van de:

“Jager”, dd 11 juli 1816;

“Juffrouw Titia”, dd 14 juni 1828; 19 juli 1830

“Agatha”, dd 03 juli 1832; 09 augustus 1833; 05 april 1834; 09 mei 1835; 01 september 1835

 

Overige bijzonderheden

“Kroniek van Pekela – 3 juli 1865:

Bericht van de burgemeester van Vlieland aan de burgemeester van Nieuwe Pekela, dat aldaar na de Pinksterstorm in 1860 is aangespoeld een naambord met een stuk wrak, waarop “Derk G.Schuur” stond vermeld en vermoedelijk afkomstig geweest van het Nederlandse kofschip “Zeltina”.115

Het schip ‘Zeltina” wordt niet vermeld bij Bouma025 en van Sluijs013. Het is verder de vraag of ‘Derk G.Schuur’ dezelfde is als D.G.Schuur van de “Agatha” Maar zie hiervoor bij de opgave van de ” Jeltina”

 

Leeuwarder Courant 11 mei 1821114

Harlingen.

….Den 5 dito binnen gekomen de smakschepen de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, CASTOR, kapt. S. Hooghout, beide met hout van Noorwegen…..

 

Leeuwarder Courant 15 mei 1821114

Harlingen. ….

….Den 9 dito binnen gekomen de kofschepen ELSINA, kapt. E.G. Pekelder, de VRIENDSCHAP, kapt. G.H. Haverbult, beide met zout van Liverpool. Uitgezeild de smakschepen de VROUW ETTINA, kapt. A.J. Seeman, de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de TWEE GEZUSTERS, kapt. D.D. Visser, het schonerschip ELISA, kapt. Soren Nielsen, alle met ballast op avontuur, het kofschip de JONGE JAN, kapt. J. Backsen, met dakpannen naar Husum, en na gedane reparatie het smakschip de DRIE GEBROEDERS, kapt. J. Kluin, met gerst en potas van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Rotterdam…..

 

Rotterdamsche Courant 05 juni 1821114

Rotterdam, 4 juni. Den 3 arriveerden te Den Briel HET VOGELTJE, D. Lucas, van Nijburg; de VROUW ELZINA, H.G. Bosker, van Neustad; HET FORTUIN, J. Jans, en de VROUW FEMMEGINA, A.K. Braam, van Oleron; de VROUW ALIJDA, D.G. Schuur, van Droogbak (opm: Drøbak, Oslofjord), en de VROUW KNELZINA, R.R. de Jonge, van Heiligenhaven; de wind Z.O. maar stil.

 

Leeuwarder Courant 07 augustus 1821114

Harlingen. Den 29 juli uitgezeild ….

….Den 30 dito binnen gekomen het kofschip de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klaver, de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Clazen de Groot, de VROUW ALIDA, kapt. Dirk G. Schuur, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, alle met hout van Noorwegen; het tjalkschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. Elias Elias van Hamburg, het kofschip de GOEDE HOOP, kapt. Jan T. ten Cate, van Dantzig (opm: Gdansk), beide met hout, het brikschip JOSEPH EN ANN, kapt. William Palmer, met ballast van Amsterdam…..

 

Leeuwarder Courant 14 augustus 1821114

Harlingen. Den 6 augustus binnen gekomen de smakschepen de JONGE DANIEL, kapt. Daniel Oortjes, van Noorwegen, de VROUW LAMMEGINA, kapt. Otto Pieters Smit, van Nerva (opm: het eiland Narva), beide met hout. Uitgezeild de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klaasen, de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Clazen de Groot, de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, CASTOR, kapt. S. Hooghout, alle met ballast op avontuur. ….

 

Leeuwarder Courant 04 september 1821114

Harlingen. Den 27 augustus binnen gekomen het schonerschip ELISA, kapt. Seven Nielsen, de smakschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, alle met hout van Noorwegen, de JONGE YPEUS, kapt. H.H. de Weerd, met teer en potasch van Christinastad…..

 

Leeuwarder Courant 14 september 1821114

Harlingen. ….

….Den 3 dito binnen gekomen het schonerschip CORONATION, kapt. Wm. Watton, met ballast van Londen; de smakschepen de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, de DAGERAAD, kapt. Jan A. Smit, beide met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Hart, CASTOR, kapt. S.H. Hooghout, het schonerschip ELISA, kapt. S. Nielsen, alle met ballast op avontuur.

Den 6 dito uitgezeild het smakschip de TWEE GEBROEDERS, kapt. H. Hulst, de kofschepen NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, met ballast op avontuur, het schonerschip LUNA, kapt. Samuel Bishop, met kaas en huiden naar Londen…..

 

Leeuwarder Courant 28 september 1821114

Harlingen. …..

….Den 23 dito binnen gekomen het kofschip HARLINGEN, kapt. Thomas J. Smith, met hout en hennep van Riga, de smakschepen de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de JUFFER FOCKOLINA, kapt. H. L. Docker, de TWEE VRIENDEN, kapt. Reinder Jans Boeling, de VROUW FOKJE, kapt. Jan Bruins, de kofschepen de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, de VROUW ANNEGINA, kapt. J.P. Hergers, de tjalkschepen de VROUW SOPHIA, kapt. S.O. Visser, de VROUW FENNEGINA, kapt. A.C. Ruiten, alle met hout van Noorwegen. Uitgezeild het schonerschip LIVELY, kapt. W. Bayes, het sloepschip ATTALANTE, kapt. James Byrne, beide met boter naar Londen.

 

Leeuwarder Courant 02 oktober 1821114

Harlingen. …..

….Den 28 dito binnen gekomen het smakschip CASTOR, kapt. S. Hooghoudt, met hout van Noorwegen; de sloepschepen CORONATION, kapt. Wm. Wotton, MARIA, kapt. Robert Cubith, beide met ballast van Londen. Uitgezeild het smakschip de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, met ballast naar Noorwegen…..

 

 

 

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Schuur, Derk Geerts

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Grooth, Winoldus Jans de

Familiegegevens en opleiding

Adriaan Borst werd geboren 08 april 1820 te Delfzijl als zoon van Jacob Borst en Annechien Freerks Bruins.

Hij trouwde te Amsterdam op 30 september 1847 als zeeman , 27 jaar, met Petronella Maria Buijkes geboren te Amsterdam op 04 juni 1826 s´morgens 09 uur in de Kleine Wittenburgerstraat als dochter van Willem Buijkes, 24 jaar, zeeman en Maria Schut, 25 jaar. Zij was ten tijde van het huwelijk 21 jaar en woonachtig te Texel

Adriaan overleed te Delfzijl op 25 oktober 1879, 59 jaar

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.J.Borst was met vlagnummer 78 effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl in de periode 1851 t/m 1868.

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.J.Borst als gezagvoerder gedurende:

  • 1848 t/m 1855 van de kof “Catharina” ex Agatha, gebouwd in 1826 te Pekela, 117 ton o.m., varend voor J.Bakker te Nieuwediep. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd, komend van Drammen.

overlap met de volgende. Maar zie monsterrollen

  • 1852 t/m 1858 van de galjoot “Jacobus”, gebouwd in 1851 te Appingedam, 134 ton o.m., varend voor E.H.Roggekamp te Delfzijl. Het schip voer in 1859 voor Repko & Co te Harlingen en werd herdoopt in “Sikko”;
  • 1859 t/m 1862 van de brik “Donna Johanna”, gebouwd in 1858 te Delfzijl, 178 ton o.m., varend voor E.H.Roggekamp te Delfzijl. Het schip is in 1862 gestoten en gezonken in de Middellandse Zee;
  • 1863 van de kof “Sienke Wiersma”, ex Dina Elisabeth, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl. Het schip voer in 1864 voor kapitein/eigenaar P.Prak en was herdoopt in “Nysiena” (Nijssiena);
  • 1864 van de galjoot “Libra”, gebouwd in 1855 te Waterhuizen, 131 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip voer in 1865 voor kapitein/eigenaar C.J.Mandema te Farmsum en was herdoopt in “Geertruida”.

 

Monsterrrollen in het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1845-6, 10 april 1845, smak “Gezina”, kapitein Jurjen Wijndels de Groot, 25 jaar uit Delfzijl.Voorts stuurman Adriaan Jans (sic) Borst, 25 jaar uit Delfzijl, kok en matroos;

Monsterrol 1849-82, 30 augustus 1849, kof “Catharina”, kapitein Adriaan Jacobs Borst, 29 jaar uit Amsterdam. Voorts stuurman Willem Kayzer, 32 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;

Monsterrol 1851-38, 27 juni 1851, galjoot “Jacobus”, kapitein Adriaan Jacobs Borst, 31 jaar woonplaats niet vermeld. Voorts stuurman Gerhardus Verkade, 46 jaar uit Appingedam, koksmaat, 2 matrozen en een kajuitwachter;

Monsterrrol 1854-2, 28 januari 1854, schoenergaljoot, “Jacobus”, kapitein Adriaan Jan (sic) Borst, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Jan Bart Ohlsen, 23 jaar uit Delfzijl, 2de stuurman Hendrik Freese, 20 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen, lichtmatoos, scheepsjongen;

Monsterrol 1858-107, 25 november 1858, brik “Donna Johanna”, kapitein Adriaan J.Borst, 38 jaar uit Delfzijl. Voorts 1ste stuurman A.J.Vos, 22 jaar uit Farmsum, 2de stuurman W.H.Buijkes, 29 jaar uit Delfzijl, kok, 3 matrozen, lichtmatroos, en een 2 scheepsjongens;

Monsterrol 1858-108, 08 december 1858, brik “Donna Johanna”, kapitein Adriaan J.Borst, leeftijd niet vermeld, uit Delfzijl. Voorts een 2de stuurman K.J.Valom, 24 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1861-99, 18 september 1861, brik “Donna Johanna”, kapitein Adriaan J.Borst, 41 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Barend Guttinger, 22 jaar uit Delfzijl, kok, 3 matrozen, lichtmatroos en een scheepsjongen;

Monsterrol 1863-68, 10 september 1863, schoenerkof “Libra”, kapitein Adriaan J.Borst, 43 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Pieter Elibertus Mulder, 23 jaar uit Appingedam, kok en 2 matrozen;

Monsterrol 1863-78, 23 oktober 1863, galjoot “Libra”, kapitein Adriaan J.Borst, 43 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Ahas(uerus) Gransbergen, 20 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen en een scheepsjongen.

Samenvatting gegevens monsterrollen

  • Adriaan J. wordt vermeld als de zoon van Jan resp. Jacob. Volgens de BR gegevens is Jacob de juiste naam.
  • Er zijn 9 monsterrollen op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen zijn uit het Gemeentearchief van Delfzijl.
  • De monsterrollen zijn gedateerd van 1845 t/m 1863 met als leeftijden van 25 t/m 43 jaar. Zijn zeemanscarrriëre heeft dus (minstens) 18 jaar geduurd.
  • Als woonplaats is Delfzijl opgegeven.
  • Het overzicht van de monsterrrollen luidt:
  • 1845 stuurman op de smak “Gezina” onder kapt. J.W. de Groot         25 jaar
  • 1849 kapitein op de kof “Catharina”. 6 bemanningsleden              29 jaar
  • 1851-’54 kapitein op de (schoener)galjoot “Jacobus”. Max. 7 bemanningsleden     31-34 jaar
  • 1858-’61 kapitein op de brik “Donna Johanna”. Max. 10 bemanningsleden          38-41 jaar
  • 1863 kapitein op de galjoot “Libra”. Max. 6 bemanningsleden         43 jaar

 

Overige bijzonderheden

NRC 19 maart 1851114

Appingedam, 15 maart. Heden namiddag ten 3 ure is alhier met goed gevolg van stapel gelopen, de op de werf Molly van en door den heer H. H. v.d. Werf gebouwde galjootkof JACOBUS, groot 100 lasten, gevoerd zullende worden door de kapt. A. J. Borst. De scheepstimmerwerven alhier hebben een geruime tijd vrij goed gewerkt. Tot aan dit voorjaar toe ontbrak nog ter dezer stede een goede touwslagerij en zeilmakerij om een zeeschip geheel uit te rusten, In het eerste is dezer dagen voorzien door de heer J. Fokkens, die op een geheel nieuwe lijnbaan alle soorten van touwwerk kan doen vervaardigen.

 

NRC 14 oktober 1857114

Harlingen, 12 oktober. Het schip (opm: galjoot) JAKOBUS, kapt. A.J. Borst, van St. Petersburg naar Schiedam, is gisteren alhier lek en met verlies van zeilen en verschansingen binnengelopen. Het moet lossen om te repareren.

 

NRC 07 januari 1860114

Falmouth, 5 januari. Het Nederlandse schip (opm: brik) DONNA JOHANNA, kapt. A.J. Borst, van Cardiff naar Bahia, is alhier met verlies van zeilen en verschansingen binnengelopen.

 

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Borst, Adriaan Jacobsz

Familiegegevens en opleiding

Hendrikus Nieting werd op 8 maart 1813 geboren te Nieuwe Pekela. In de geboorteakte staat de familienaam als Nieten. Hij overleed 29 juni 1855 in Harlingen.
Zijn ouders waren Geerts Hendriks Nieten (kapitein) en Geessijn Berends.
Hij trouwde te Harlingen op 27 oktober 1836 met Maatje Minks Stolte en had als kinderen: Gezina (12 november 1838); Mink (16 januari 1841); Berber (17 juli 1843) en Geert (20 juli 1846).
Hendrikus Geerts Nieting trouwde te Harlingen voor de tweede keer op 18 december 1851 met Beitske Timmer, geboren te Harlingen op 12 maart 1821 als dochter van Lammert Jans Timmer en Geertje Teekes Kuiper. Zij overleed te Harlingen op 28 november 1858.
Hij liet na zijn tweede echtgenote Beitske Timmer en de ten laste komende zoon Jan (17 oktober 1852), wonenden te Harlingen. 028-fol.003.

Voor de door Mr. J.P.A. Wortelboer vervaardigde stamboom van G.H. Nieten en diens nageslacht Nieting wordt verwezen naar het genealogisch jaarboek Gruoninga, 56e jaargang 2011, welke zich bevindt in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de Groninger Archieven in Groningen.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.G. Nieting te Harlingen werd per 01 juli 1851 met vlagnummer 3 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de CATHARINA, boekhouder was Repko & Co te Harlingen, die zijn contributie betaalde.
Hij was met vlagnummer 3 lid van het College in de periode 1851-1855034.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

De weduwe van H.G. Nieting had recht op een uitkering uit het fonds van ¦ 300,-, uit te betalen in 12 maandelijkse termijnen en een uitkering ineens van ¦ 10,- voor het kind028-fol.003 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer  H3,  periode 1850-1854, type  kof, naam van het schip CATHARINA, boekhouder/reder Repko &Co, Harlingen.    

H.G. Nieting werd in februari 1855 op de CATHARINA – gebouwd in 1826 – als kapitein opgevolgd door zijn jongere broer Jan Geerts Nieting. Deze verloor het schip op 11 september 1862 in de buurt van Haparanda, Noord Finland.

 

Datum vanaf: 1850
Kapitein: Nieting, Hendrikus Geerts

Familiegegevens en opleiding

Jan werd geboren op 29 april 1816 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Geert Hindriks Nieten en Geessien Beerends.

Jan Geerts Nieting trouwde te Nieuwe Pekela op 06 december 1845 als buitenvaarder met Annegien Hindriks Smit, geboren op 30 mei 1816 te Nieuwe Pekela als dochter van de arbeider Hindrik Philips Smit en Zwaantje Fransens. Bij het huwelijk werd een kind gewettigd. Annegijn overleed te Nieuwe Pekela op 31 januari 1880, oud 63 jaar.

Geen overlijdensgegevens gevonden van Jan Geerts en Annegien, maar blijkens een huwelijksakte van een dochter beiden overleden vóór 1886 en blijkens de monsterrollen wat betreft Jan Geerts nà 1877.

In Burgerlijke Stand akten wordt Jan vermeld als buitenvaarder in 1845 en als schipper in 1856.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.G.Nieting werd per 16 april 1864 met vlagnummer 55 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij woonde te PekelA. Zijn schip was de “Welgelegen”, boekhouders Repko & Co. De contributie werd betaald door de boekhouders.

Hij was met vlagnummer 55 lid van het College in de periode 1864-1867034.

J.G.Nieting was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 159 in de periode 1857 t.m 1881,

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type           naam van het schip                                 boekhouder/reder

H55/NP159     1858-1861 kof             Catharina                                                 Repko & Co, Harlingen

                                                                   verongelukt op de Finse kust

                           1863-1865 kof             Welgelegen (ex Jantina Femmechina, Repko & Co, Harlingen

                                                                   ex Stad Groningen)    gestrand op Ösel en wrak

 

Bouma025 vermeldt J.G.Nieting als gezagvoerder gedurende:

*    1855 t/m 1862 van de kof “Catharina”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 127 ton, varend voor Repko & Co te Harlingen. Jan Geerts was in maart 1855 als kapitein op de CATHARINA zijn oudere broer Hendrikus Geerts Nieting opgevolgd die in juni  1855 overleed.
Het schip is in augustus 1862 verongelukt op de Finse kust;

*    1864 t/m 1866 van de kof “Welgelegen”, ex Jantina Fennechiena, ex Stad Groningen, gebouwd in 1827 te Groningen, 165 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen. Het schip is in 1866 gestrand op Oesel en wrak geraakt, zie Provinciale Groninger Courant 13.11.1866.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

19 maart 1831, smak “Jantina”, schipper Herman E.Boswijk, scheepsjongen Jan Geerts Nieten uit Nieuwe Pekela.

Geen datum, 1836, schip “Hinderika”, kapitein H.D. van Wijk, matroos Jan Geerts Nieting uit Nieuwe Pekela.

29 april 1843, kof, geen scheepsnaam vermeld, kapitein Albert Hindriks van Wijk, stuurman Jan Geerts Nieting, 30 jaar uit Nieuwe Pekela.

20 augustus 1864, kof “Welgelegen”, kapitein Jan Geerts Nieting, 48 jaar uit Harlingen.

05 februari 1872, galjoot “Minkeina”, kapitein Derk Groot de Bakker, stuurman Jan Geerts Nieting, 55 jaar uit Nieuwe Pekela.

16 februari 1877, kof “Agatha”, kapitein jelto K.Wind, stuurman Jan Geerts Nieting, 60 jaar uit Nieuwe Pekela.

 

Overige bijzonderheden

Harlinger Courant van 17 oktober 1860

“HARLINGEN, 16 October

Heden is binnengekomen het kofschip Catharina, kapt. Nieting, uit Noorwegen met eene lading hout, waarvan door den beloopen storm den deklast over boord is moeten worden geworpen. Ook zijne stuurman en een ligtmatroos, bij het vastmaken van den jager, over boord geslagen en verdronken, zoodat de lijst der rampen van den jongsten storm weder vergroot is.

Melding uit het journaal van de kof “Catharina” (van Harlingen onder kapitein Jan Geerts Nieting. Op een reis van Harlingen naar Noorwegen sloeg op 05 november 1860 op 54o29’NB/7o2’OL de stuurman overboord en verdronk.115

NRC 130962
Harlingen, 11 september. Volgens telegrafisch bericht uit Tornea (opm: Tornio) is het hier te huis behorende kofschip CATHARINA (opm: bouwjaar 1826), kapt. J.G. Nieting, gekomen van Stettin (opm: Szczecin) en naar Neder-Calix (opm: Nederkalix) met ballast bestemd, in de nabijheid van Haparia (opm: waarschijnlijk Haparanda) aan de Botnische Golf bij de Finse kust gebleven, doch het volk gered.

PGC 131166
Amsterdam, 11 november. Het schip WELGELEGEN, kapt. J.G. Nieting (opm: kof, bouwjaar 1827; kapt. Jan Geerts Nieting), van Harlingen met ballast naar Riga, is volgens telegram uit Reval (opm: Tallinn), van gisteren, op Oesel gestrand en wrak geworden; de inventaris is geborgen; het volk gered.

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Nieting, Jan Geerts

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1832-00-00
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: AGATA
Schipper: Schuur, Derk G
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1826


Op 1 mei 1826 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door  H.H. Nap, Groningen, voor B.J. Potjewijd als kapitein.

DC 150826

Hellevoetsluis. 13 augustus. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: DRIE GEBROEDERS, kapt. G. van der Borden en NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. van der Meijden, beide van St. Ubes; ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer van Liverpool en AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd van Marennes;

DC 280926

Hellevoetsluis, 26 september. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: PRINS FREDRIK, kapt. G. Hart van Londen en ROTTERDAM PACKET, kapt. J. Hossack van Aberdeen. Heden zeilde in zee: AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd naar Brest. De wind ZZW.
 

1827

RC 020127

Rotterdam, 31 december. Te Antwerpen zijn gearriveerd VRIENDSCHAP, kapt. Valom, van Lissabon, AGATHA, kapt. Potjewijd, van Marennes en VROUW ALBERDINA, kapt. Moeij, van Hull.

RC 260527

Rotterdam, 25 mei. De 24e, des namiddags arriveerde te Brielle DE VROUW ANNA, kapt. H.J. Koster, van Libau; DE ZEEMEEUW, kapt. D.M. Noordhoek, CONCORDIA, kapt. C. Ouwehand en AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd, van Bordeaux; DE JONGE JOHAN GEORGE, kapt.G. Metzon, van Lissabon; de 25e, des morgens, zeilde DE VROUW JACOBA, kapt. H.R. Grimminga, naar de Oostzee.

RC 250827

Rotterdam, 24 augustus. De 22e, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd, van Riga;

RC 180927

Rotterdam, 17 september, des morgens, zeilden van Helvoetsluis ROTTESTROOM, kapt. J. Glazener, naar Havana; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. B.S. Stoffels, naar Bordeaux.

De 16e, des namiddags, zeilden uit de Maas DE JONGE EGBERTUS, kapt. J.P. Mulder, naar Poole; DE HOOP, kapt. P.J. de Boer, naar Dublin; DE AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd, naar Marennes;

RC 251027

Rotterdam, 24 oktober. De 23e, des namiddags arriveerden te Helvoetsluis DE AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd,
 

1828

Op 13 februari 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door  H.H. Nap, Groningen, voor J.T. de Jonge als kapitein.

RC 250328

Rotterdam, 24 maart. De 23e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis DE ONDERNEMING, kapt. C. Haasnoot, van Cette. De 24e, des morgens zeilde ELISABETH EN CORNELIA, kapt. J. Parlevliet, naar Newry; DE VLIJT, kapt. E.E. de Vries, naar Liverpool; AGATHA, kapt. J.T. de Jong, naar Marennes;

RC 270528

Rotterdam, 26 mei. De 24e dezer, des morgens zeilden van Helvoetsluis AGATHA, kapt. J.T. de Jong, DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domeni, HARMONIE, kapt. H.K. Potjewijd en METTINA MAGRITA, kapt. H.H. Koster, naar Marennes.

RC 080728

Rotterdam, 7 juli. De 4e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis JAN EN JACOBUS, kapt. J.S. Okkes en FORTUNA, kapt. J.J. Cordes, van Pernau; AGATHA, kapt. J.T. de Jong, HARMONIE, kapt. H.K. Potjewijd, JOHAN GEORGE, kapt. W.D. Kleininga, DIANA, kapt. E.R. Huisman en DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domeni, van Marennes;

DC 080728

Dordrecht, 7 juli. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen de TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Backer, van Holmstrand met hout, NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. van der Meijden, van Riga met rogge en hennip, HARMONIE, kapt. H.K. Potjewijd, AGATHA, kapt. J.T. de Jonge, de NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domenie, JOHAN GEORGE, kapt. W.D. Kleininga, en DIANA, kapt. E.R. Huisman, alle vijf van Marennes met zout.

RC 020828

Rotterdam, 1 augustus. De 1e dezer, des morgens, zeilden uit de Maas DE VROUW CATHARINA, kapt. J.B. Mulder, SARA, kapt. H.G. Botjer en DE TWEE AFWEZIGE ZUSTERS, kapt. J.F. de Boer, naar Leith; DE HERSTELLING, kapt. A. Duindam, naar Fiert of Fort (opm: Firth of Forth); PETRONELLA, kapt. A.R. Zwaal, DE TROMP, kapt. R.T. Nolles en MARTINA ALETTA, kapt. G.J. Hoetjer, naar Bergen; AGATHA, kapt. J.T. de Jong, naar Drontheim;

RC 141028

Rotterdam, 13 oktober. De 11e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas, AGATHA, kapt. J.T. de Jong, van Drontheim.

DC 141028
Dordrecht, 13 oktober. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen ENIGHEDEN, kapt. E. Bavielsen (opm: niet goed leesbaar, mogelijk Berielsen of Berulsen; zie RC 141028 en RC 251028), van Drammen met hout; ALIDA FRANCINA, kapt. J.H. Mulder, van Bergen, en AGATHA, kapt. J.T. de Jonge, van Drontheim met vis en traan.

RC 181028

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Liverpool het Nederlandse kofschip AGATHA, kapt. Jans T. de Jonge.

RC 061128

Rotterdam, 5 november. De 5e dezer, des morgens, zeilden uit de Maas AGATHA, kapt. J.T. de Jonge, naar Liverpool en arriveerden DE VROUW ALBERDINA, kapt. P.E. Mooi, van Rouaan en INDUSTRIE, kapt. D.J. Cupido, van Lynn.
 

1829

DC 010129

Dordrecht, 31 december. Aan deze stad is gearriveerd het schip AGATHA, kapt. Jans T. de Jonge, van Liverpool, met stukgoederen en zout.

RC070229

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Liverpool het Nederlandse kofschip AGATHA, kapt. J.T. de Jonge. Adres bij Hudig en Blokhuyzen, cargadoors.

RC 020629

Rotterdam, 1 juni. De 30e, passato (opm: mei), des namiddags, arriveerden JANTINA ANGELINA, kapt. B.P. Kolk en AGATHA, kapt. J.T. de Jong, van Liverpool;

RC 140729

Rotterdam, 13 juli. De 12e, des morgens, zeilden DE NOORDSTAR, kapt. E.G. Boekhout, naar Liverpool; AGATHA, kapt. J.T. de Jong, naar Dartmouth.

RC 170929

Rotterdam, 16 september. De 15e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis AGATHA, kapt. J.T. de Jong, DE VLYT, kapt. E.E. de Vries, ENGELINA, kapt. R.H. Bok, MARGRIETA, kapt. H.K. Dykhuis en FLORA, kapt. D. Rooderkerk, van Liverpool.
 

1830

RC 240830

Rotterdam, 23 augustus. De 22e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis AGATHA, kapt. J. de Jong en ENGELINA, kap. R.H. Bok, van Liverpool;
 

1831

RC 090431
Maassluis, 7 april. Uitgezeild de AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Pernau.


1832

AH 140632

Vlie, 11 juni. Binnengekomen: AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Koningsbergen; TWEE GEBROEDERS, kapt. D.T. Doornbos, van Koningsbergen; VROUW TRIJNTJE, kapt. P.G. Karst, van Danzig; JONGE YPE, kapt. E.J. Karst, van Danzig.

AH 120732

Vlie, 9 juli. De schepen gisteren gemeld zijn AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Archangel; VRIENDSCHAP, kapt. M.R. Klein, naar Riga;
 

1833

Op 4 juli 1833 werd de eerste (nieuwe?) verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door  C.M. Nap, Groningen, voor D.G. Schuur als kapitein. (uitgevlagd?)

AH 240733

Advertentie. Schepen in lading.

Petersburg. De Nederlandse kof AGATHA, kapt. D.G. Schuur. Adres bij Kranenborg en Van Mourik en de Wed. P. Poolman Jnz. en Zoon.

AH 220833

Scheepstijdingen.

Uitgezeild:

Vlie, 19 augustus. VROUW GEZINA, kapt. B.G. Wortelboer, naar Sunderland; FENNEGINA ELISABETH, kapt. W.A. Wykman en AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Petersburg; GOEDE HOOP, kapt. D.D. Flik, naar Riga; JUFFROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, naar Koningsbergen;

RC 121233

Rotterdam, 11 december. Volgens brief van kapt. D.G. Schuur, voerende de kof AGATHA, met potas, talk en borstels van Petersburg naar Amsterdam, in dato Kopenhagen de 3e dezer, was hij, na vijf en dertig dagen in zee te zijn geweest, met zware slagzijde en enige geringe schade aan het schip die dag aldaar binnengelopen; hij vreesde dat de potasch zwaar beschadigd zou zijn.

RC 311233

Rotterdam, 30 december. Het schip AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Petersburg naar Amsterdam, te Kopenhagen binnen, zou, volgens brief van Elseneur van de 21e dezer, die dag gereed worden om op stroom te geraken.
 

1834

AH 180134

Binnengekomen: Texel, 16 januari. AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Petersburg.

AH 250134

Binnengekomen: Amsterdam, 24 januari. DE DRIE GEBROEDERS, kapt. Cornelis Smit, van Bandol; JOANNA JACOBA, kapt. C.J. Drent, van Bordeaux; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Petersburg.

AH 250134

Carga-lijsten Amsterdam: DRIE GEBROEDERS, kapt. C. Smit, van Bandol met wijn en wol; JOANNA JACOBA, kapt. C.J. Drent, van Bordeaux met wijn; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Petersburg met potasch, talk en borstels; VRIENDSCHAP, kapt. R.P. Duit, van Rostock met tarwe.

AH 090434

Naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, de Middellandse Zee, de Levant, enz.

Liverpool. Het kofschip AGATHA, kapt. D.G. Schuur. Adres bij Kranenborg en Van Mourik.

Marseille. De Nederlandse schoonerkof DE VIER GEBROEDERS, kapt. H.C. Schuth. Adres bij C.J. de Grys en Zoon en Van Ulphen en Ruys.

AH 290434

Uitgezeild:

Texel, 27 april. NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruyl en SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. J.A. de Lang, naar Suriname; FELICITAS, kapt. G. Mulder, naar Buenos-Ayros; JONGE JACOB, kapt. V.H. Kramer, naar St. Thomas; VROUW ALIDA, kapt. J.H. Jonker, naar Port a Port; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Liverpool; ELISABETH MARIA, kapt. H.N. Brand, naar Newcastle; ZES GEBROEDERS, kapt. J.E. Drent, naar Nerva; VIER GEZUSTERS, kapt. E.A. Boye, naar Denemarken.

AH 260534

Binnengekomen:

Liverpool, 16 mei. AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Amsterdam.

DC 120734

Hellevoetsluis, 10 juli. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: FLORA, kapt. D. Rooderkerk, en AGATHA, kapt. D.G. Schuur, beiden van Liverpool.

RC 310734

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

Naar Nantes, het Nederlands kofschip GEERTRUIDA, kapt. R.R. Tunteler.

Naar St. Petersburg, om spoedig te vertrekken, het Nederlands kofschip AGATHA, kapt. D.G. Schuur.

Adres ten kantore van Hudig & Blokhuyzen.

Op 28 augustus 1835 werd een nieuwe verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door  C.M. Nap, Groningen, voor D.G. Schuur als kapitein.

DC 020934

Brielle, 29 augustus. Heden morgen zeilden naar zee: ONZE JACOB, kapt. S.C. Schuur, naar Bergen; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, en het GOED BESLUIT, kapt. H.W. Drent, beiden naar Petersburg.
 

1835

AH 130335

Uitgezeild:

Cette, 24 februari. DE HOOP, kapt. W.K. Kok, naar Rotterdam; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Amsterdam.

RC 140435

Kapt. D. Varkevisser, van Batavia te Helvoetsluis binnengekomen, rapporteert  de 6e dezer, gepraaid te hebben, bij Bevesier en Newhaven, de kof AGNITA, kapt. D. Schuur (opm: de kof AGATHA), van Cette naar Amsterdam, alsmede dat de 9e februari van St. Helena naar Amsterdam zou zeilen de brik CLARA HENRIETTE, kapt. Blokziel, zijnde aan boord van gemelde schepen alles wel.

AH 140435

Texel, 12 april. Binnengekomen: Luitenant ter Zee 1e klasse K. Ferguson, Zr.Ms. brik SNELHEID, van Vlissingen; AGATHA, kapt. D.J. Schuur en DE STAD GRONINGEN, kapt. J. Kortrijk, van Cette; VROUW ALIDA, kapt. H.J. Witkop, van Sunderland; JOHANNA ABEG, kapt. G.H.A. Bruns, van Riga.

AH 170435

Carga-lijsten Amsterdam: DE CONCORDIA, kapt. E. Bock, van Fernambuc met suiker; DE STAD GRONINGEN, kapt. J.J. Kortryk, van Cette met wijn; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Cette met voorloop en wijn; ILDONIA, kapt. W.P. Wessels, van Londen met suiker; FENNIGINA ELISABETH, kapt. W.A. Wijkman, van Koningsbergen met tarwe.

AH 200535

Uitgezeild:

Vlie, 17 mei. AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Archangel; LIBRA, kapt. G.R. Engelsman, naar Petersburg; ALBERDINA, kapt. G.G. Venema, naar Flensburg; GOEDE VERWACHTING, kapt. F.F. Lieffyn, naar Stettin; VRIENDSCHAP, kapt. M.R. Kleyn, op avontuur.

AH 010735

Binnengekomen:

Archangel, 10 juni. ANNA MARIA, kapt. K. Hoek, van Amsterdam. 11 juni. AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Amsterdam; ZEELUST, kapt. K.A. Jongebloed, van Dordrecht; HOUWINA, kapt. H.S. Valk, van Rotterdam.

AH 170835

Binnengekomen:

Vlie, 13 augustus, BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. J.H. Savert, van Amsterdam. 14 augustus. AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Archangel.

AH 210835

Carga-lijsten Amsterdam: VROUW HENDRIKA, kapt. L.A.J. Boulet, van Batavia met koffie, suiker en bindrottingen; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Archangel met lijnzaad en matten;

AH 090935

Uitgezeild:

Vlie, 6 september. GROOT LANKUM, kapt. J.O. Stuit, naar Liverpool; JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon. Naar Memel; INGEBORG CAROLINA, kapt. A. Berentsen, naar Arendahl; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Flekkefiorde.

AH 051135

Binnengekomen:

Vlie, 2 november. FORTUNA, kapt. J.E. Bartels, van Petersburg; JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, van Memel; CATHARINA, kapt. J.G. Juister, van Bergen; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Flekkefiorde; GEERTRUIDA, kapt. R.R. Tunteler, van Drammen; BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. J.H. Savert, van Hamburg.


LC 101135
Harlingen. Binnengekomen: Den 1 november, de kofschepen de JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, van Oostrisoer, de VROUW ANTJE, kapt. H.D. de Groot, van Christiaansand, AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Flekkefioerd, JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, van Memel.


1836

AH 050336

Uitgezeild:

Vlie, 1 maart. VROUW GEERTRUIDA, kapt. A. Hansen, naar Eggersund; FENNEGINA ELISABETH, kapt. W.A. Wykman, naar Noorwegen; TWEE GEBROEDERS, kapt. G. Vlaming, naar Hamburg; JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.C. Boon; AGATHA, kapt. D.G. Schuur en WITZINA, kapt. D.D. Greeven, alle drie op avontuur.

LC 080336

Harlingen. Uitgezeild:

Den 1 maart, de kofschepen WIETZIENA, kapt. D.D. Greven, naar Libau, AGATHA, kapt. D.G. Schuur, naar Noorwegen en het galjasschip ANNA MARGARETHA, kapt. J. Langhinrichs, naar Rostock.

PGC 090936

Advertentie. De provisionele curatoren in het faillissement van J.L. Ledeboer, zeehandelaar en wijnkoper te Harlingen, zullen aldaar op maandag de 26e september 1836, des middags te 12 uren, ten huize van L. Romkema, bij de Groote Sluis, tegen contante betaling publiek verkopen de navolgende scheepsaandelen, als:

-   1/32 aandeel in het kofschip, genaamd ELISABETH, groot 145 tonnen, kapt. Johan A. Brandt

-   2/30 aandelen in het kofschip, genaamd HENDERIKA, groot pl.m. 140 tonnen, kapt. H.D. Van Wijk.

-   1/32 aandeel in het kofschip, genaamd GESINA, groot 134 tonnen, kapt. J.G. Postema.

-   1/30 aandeel in het kofschip, genaamd ALIDA KLASINA, groot 114 tonnen, kapt. K.E. Tiktak.

-   3/30 aandelen in dat zelfde kofschip ALIDA KLASINA

-   1/32 aandeel in het kofschip, genaamd AGATHA, groot 123 tonnen, kapt. D.G. Schuur.

-   2/34 aandelen in het kofschip, genaamd CORNELIUS STAR.

-   10/30 aandelen in het kofschip, genaamd WILHELMINA HENDRIKA, groot pl. min. 48 roggelasten, kapt. D.D. de Jong.

DC 051136

Hellevoetsluis, 3 november. Heden morgen arriveerde uit zee: AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Liverpool.

DC 081136

Dordrecht, 7 november. Aan deze stad zijn gearriveerd: de schepen SISTERS, kapt. J. Morale, van St. Davids, met steenkolen; AGATHA, kapt. D.G. Schuur, van Liverpool; VROUW CHRISTINA, kapt. B.J. Dood, van Marennes, en de HOOP, kapt. G.W. Hellinga, van St. Martin, alle drie met zout.

RC 061236

Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:

Naar Liverpool, het Nederlands kofschip AGATHA, kapt. D.G. Schuur.

Adres ten kantore van Hudig en Blokhuyzen.
 

1837

RC 310137

Rotterdam, 30 januari. Van Helvoetsluis zeilde den 27 januari ENGELINA, R.H. Bok, naar Liverpool, en den 29 dito de JONGE ARIE, L. Hus, naar Suriname, AGATHA, D.G. Schuur, naar Dragido (opm: bedoeld is Drogheda) en JACOBA, H.R. Grimminga, naar Liverpool.

PGC 210337

Te Liverpool waren op 12 maart bezig met derzelver ladingen in te nemen de schepen AGATHA, kapt. D.G. Schuur, voor Rotterdam, de THERESIA, kapt. G.T. Ebeling, voor Antwerpen.

RC 110537
Van Maassluis wordt den 10 dezer gemeld, dat de kapiteins Schuur (opm: AGATHA) en Sok bij de Hoek ten anker gekomen zijn. De wind N.W. (opm: beide waren 11 mei terug op de rede)

RC 250737

Rotterdam, 24 juli. Den 24 arriveerden te Helvoetsluis arriveerden ANJA, A.C. Hazewinkel; AGATHA, D.G. Schuur en DOURO, H. de Haas, van Riga.

RC 310837

Rotterdam, 30 augustus. Den 29 dezer zeilden van Helvoetsluis AGENORIA, W. van der Kolff, naar Suriname; JANTINA ENGELINA, H.T. de Jonge, naar Liverpool; AGATHA, D.G. Schuur, naar ….; GOEDE MOEDER, P. Soeberg, en FRIDERIKE, J.H. Croger, naar Drammen.

RC 241037

Rotterdam, 23 oktober. Den 23 dezer zijn te Helvoetsluis gearriveerd AGATHA, D.G. Schuur, van Liverpool, en MARY, B. Smaal, van Newcastle.

Op 30 december 1837 werd een nieuwe verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door  C.M. Nap, Groningen, voor D.G. Schuur als kapitein.
 

1838

RC 270138

Te Rotterdam In lading liggende schepen naar:

Belfast: het Kofschip AGATHA, kapt. D.G. Schuur.

Idem: het Kofschip IDA BERENDINA, kapt. W.L. Hensema.

Idem: het Kofschip JONKVROUW ELIZABETH, kapt. H.L. Heres.

Idem: het Schooner-galjootschip CATHARINA, kapt. M.M. Pott Jr.

Adres ten Kantore van Hudig en Blokhuyzen.
 

1839

DC 050239

Hellevoetsluis, 1 februari. Gisteren namiddag zeilden naar zee: ANNA LUTZINA, kapt. M.M. Pot, JUFVROUW MARIA, kapt. J.H. de Boer, GEZIENA, kapt. G.J. Postema, GOEDE HOOP, kapt. M.J. de Jong, en HARMONIE, kapt. H.H. Naatje, alle naar Londen, CERES, kapt. J. Noord en AGATHA, kapt. D.G. Schuur, beide naar Liverpool. De stroom is overdekt met ijs.

Op 30 december 1839 werd een nieuwe verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door  C.M. Nap, Groningen, voor D.G. Schuur als kapitein.


1840

PGC 240140
Advertentie. Mr. S. Piccardt, notaris te Pekela, zal, ten verzoeke van de heer Mr. C.M. Nap, als boekhouder, en diens medereders, publiek te koop presenteren de kof AGATHA, 90 roggelasten groot, liggende thans te Rotterdam, met de inventaris van zeilen, ankers, touwen en gereedschappen, zo als bevaren is bij kapt. D.G. Schuur.
Deze verkoop zal zijn op vrijdag de 31 januari 1840, des avonds te 5 uren, ten huize van R.H. Middel te O. Pekela, alwaar de inventaris 3 dagen vóór de verkoop zal ter lezing liggen. (opm: zie PGC 280140)

PGC 280140
De tegen de 31e dezer aangekondigde verkoping van het kofschip AGATHA, gevoerd geweest door kapt. D.G. Schuur, zal geen voortgang hebben. (opm. zie PGC 240140)

Op 29 februari 1840 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door C.M. Nap, Groningen, voor W.J. de Grooth als kapitein.


1841

AH 290941
Terschelling, 23 september. De AGATHA,  kapt. W.J. de Grooth, van Dantzig (opm: Gdansk)


1842

PGC 180142
Advertentie. Mr. S. Piccardt, notaris te Pekela, zal ten verzoeke van de heer U.F. Zuiderveen q.q. publiek te koop presenteren:
-    1/16e en 1/32e aandeel in het kofschip AGATHA, kapt. Wijndelt de Groot, onder directie van de heer C.M. Nap.
-    2/30e aandelen in het kofschip AGATHA, kapt. G. Schuur, onder directie van de heer Zuiderveen voornoemd.
Deze verkoop zal zijn te Oude Pekela ten huize van H. Schetsberg op vrijdag de 4e februari 1842, des avonds te 5 uren. (opm: verkoop van aandelen in twee verschillende kofschepen AGATHA).

Op 7 maart 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door C.M. Nap, Groningen, voor W.J. de Grooth als kapitein.

GRC 190442
Lijst van de Nederlandse schepen welke de Sont gepasseerd zijn:
Den 6 April. MARIA ALETTA (Hoogezand), kapt. Schut, van Groningen naar de Oostzee; ANNA LUITZIA (Pekela), kapt. Pot, van Dordrecht naar de Oostzee; VRIENDSCHAP (Wildervank), kapt. Dekker, van Groningen naar de Oostzee; ALIDA ELISABETH (Groningen), kapt. Schuur, van Dordrecht naar Libau; TWEELINGEN DANIEL EN WILCO (Lemmer), kapt. Klein, van Lemmer naar de Oostzee; HILLECHIENA (Pekela), kapt. De Wijk, van Dordrecht naar de Oostzee; DE JONGE WICHER (Wildervank), kapt. Kuitze, van Amsterdam naar Stettin; WIETZIENA (Pekela), kapt. Greven, van Amsterdam naar de Oostzee; ANJA (Veendam), kapt. Hazewinkel, van Alkmaar naar de Oostzee; CATHARINA (Wildervank), kapt. Bekkering, van Groningen naar de Oostzee; MARIA BEERTA (Pekela), kapt. Tap, van Schiedam naar de Oostzee; DE GOEDE HOOP (Pekela), kapt. De Jonge, van Amsterdam naar de Oostzee; AGATHA (Groningen), kapt. De Grooth, van Amsterdam naar de Oostzee;


1843

GRC 140343
Harlingen, 9 maart. Vertrokken de AGATHA, kapt. de Grooth, naar Noorwegen.


1844

Op 14 maart 1844 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door C.M. Nap, Groningen, voor W.J. de Grooth als kapitein.

AH 020744
Memel, 18 juni. Binnengekomen de AGATHA, kapt. de Grooth, van Amsterdam.


1845

LC 280345
Advertentie. Te Harlingen in lading naar Liverpool: het puike Nederlandse kofschip AGATHA, kapitein W.J. de Grooth. Adres bij Van Oppen’s Zonen, cargadoors.

GRC 010745
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn:
20 juni: Van Duinen, ALKANNA ELISABETH (Veendam), van Amsterdam naar Danzig; Oldenburger, DE VIJF GEZUSTERS (Leeuw.), van Amsterdam naar St. Petersburg; De Grooth, AGATHA (Pekela), van Harlingen naar Memel;

GRC 220745
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn.
13 juli: Ekamp, ANNA CLARA (Muiden), van Amsterdam naar Koningsbergen; De Weerd, DE WAAKZAAMHEID (Pekela), van Bremen naar de Oostzee; Reigt, RIGA (Rotterdam), van Hamburg naar St. Petersburg; Klein, DE TWEELINGEN DANIEL EN WILCO (de Lemmer), van de Lemmer naar de Oostzee; Zoutman (voor Duit), GEERDINA (Wildervank), van Antwerpen naar de Oostzee; Schippers (voor Brandenburg), CLASINA MARGARETHA (Veendam), van Amsterdam naar Riga; Jaski, ALIDA THEODORA (Amsterdam), van Danzig naar Amsterdam; Dijkhuis, CHRISTINA (Pekela), van Danzig naar Amsterdam; De Grooth, AGATHA (Pekela), van Memel naar Harlingen.

AC 021245
Terschelling, 24 november. Het schip ADRIAAN, kapt. Bok (opm: schoenerkof, bouwjaar 1840, kapt. H.R. Bok, zie o.a. NRC 011245), van Riga naar Rotterdam, op de hoogte van Texel overzeild, is op 55º00’ N.B. en 04º20’ O.L. gezonken, doch de equipage bestaande uit de kapitein en vijf man, door kapt. De Groot, voerende het schip AGATHA (opm: kof, kapt. W.J. de Grooth), gered en alhier aangebracht (zie RC 210146).

AH 241245
Rotterdam, 22 december. In de maandelijkse vergadering, van de alhier gevestigde Zuid-Hollandsche maatschappij tot redding van schipbreukelingen, gehouden den 19de dezer, is besloten te doen uitreiken aan: aan W.J. de Grooth, voerende het Groningse kofschip AGATHA, de groote zilveren medaille: aan J. van Mekeren, kok op gemeld schip, insgelijks de groote zilveren medaille en NLG 30 aan J.J. Feyken, matroos op dat schip NLG 20, welke drie laatsten zich door beleid, moed en edel gedrag onderscheiden hadden bij de gelukte pogingen tot redding van de equipage van het hier thuis behorende schooner-kofschip ADRIAAN, hetwelk in de nacht van 17 november in de Noordzee door ene Deense bark is overzeild (opm: zie o.a. AC 021245).

DC 251245
Dordrecht, 24 december. Men leest in de Rotterdamsche Courant:
Directeuren der hier ter stede gevestigde Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen hebben opnieuw, in hun maandelijkse vergadering, gehouden vrijdag 19 december, besloten te doen uitreiken:
-  Aan Jan Berkhout, gevoerd hebbende het hoeker bunschip de HANDELMAATSCHAPPIJ, thuis behorende te Vlaardingen, NLG 30,-, en NLG 120,- om onder de overigen zijner equipage te verdelen, als een erkentelijk blijk hunner tevredenheid, voor het op 12 oktober ll., in de Noordzee, met stormweder redden der bemanning van het in een zinkende staat verkerende Oost Friese kofschip HERMAN, gevoerd geweest door schipper Hendrik Klinkenberg, thuis behorende te Leer, terwijl hij daarna, door aanhoudende stormen, met de geredden aan boord, aan de Deense kust is gestrand en het schip heeft verloren, zonder echter het verlies van mensen te betreuren te hebben (opm: zie DC 061145).
-  Aan Jan Verschoor, voerende het hoeker buisschip MARIA AURALIA, en aan Jacob Visser, voerende het hoekerschip JOHANNIS ARINIS, beide thuis behorende te Zwartewaal, ieder een zilveren medaille, voor het op 16 oktober ll., in weerwil van hevige stormen, redden met de equipage aan boord en veilig in de baai van Hitland binnenslepen der in een hoogst ontramponeerde staat verkerende Engelse schoener SCOTIA, kapt. Jacob Jack van Portsoy. -  Aan W.J. de Grooth, voerende het kofschip AGATHA, thuis behorende te Groningen, de grote zilveren medaille; aan J. van Mekeren, wonende te Harlingen, kok aan boord van gemeld schip, mede de grote zilveren medaille, benevens NLG 30,-; aan J.J. Feyken, wonende te Muntendam, matroos op hetzelve NLG 20,-; namelijk: aan de eerste (kapt. De Grooth) voor zijn met zeemansbeleid en kunde aangewende pogingen in het redden der equipage van het hier ter stede thuis behoord hebbende schoener kofschip ADRIAAN, gevoerd geweest door schipper H.R. Bok (opm: zie AC 021245), welke in de nacht van de 17de der vorige maand, in de Noordzee, op de hoogte van Texel, door een Deense bark is overzeild en zich in zinkende staat bevond, waardoor de bemanning in groot gevaar verkeerde, terwijl bij hun met alle mogelijke zorg aan boord heeft verpleegd en te Amsterdam veilig aan wal gebracht; aan de tweede (de kok), als zijnde de enige persoon van de bemanning der AGATHA, die zich onmiddellijk gereed betoonde de sloep te bemannen, om de schipbreukelingen te redden, terwijl hij in twee gevaarlijke tochten met de sloep dit menslievend doel heeft bereikt, en aan de derde (de matroos), omdat hij niet wilde gedogen dat kapt. De Grooth, die daartoe gereed was, als tweede persoon de sloep zou bemannen, en de eerste tocht met de kok heeft volbracht, zijnde de tweede tocht geschied door gemelde kok en één man, die reeds van de ADRIAAN was gered.
Terwijl directeuren voornoemd, als administrateurs van het zo weldadig fonds van wijlen mejuffrouw Ida Maria de Raadt, aan onderscheiden weduwen, wier mannen in zee zijn verdronken, wonende te Vlissingen, Brielle, op Ameland, te Pekela en te Veendam, ondersteuning hebben uitgereikt.


1846

NRC 210146
Groningen, 18 januari. In de openbare vergadering van het departement Groningen van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen van de 14e dezer, werd de grote zilveren medaille uitgereikt aan de scheepskapitein W.J. de Groot, die hem voor het redden van schipbreukelingen door de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, te Rotterdam gevestigd, was toegewezen. In november l.l. had de bekroonde in de Noordzee bij een hevige storm en zijn eigen leven in de waagschaal stellende de bemanning gered van het bereids zinkende schip ADRIAAN, van Rotterdam, kapt. H.R. Bok (opm: zie AC 021245 en DC 251245). De kok des kapiteins De Grooth (opm: J. van Mekeren), benevens een matroos (opm: J.J. Feyken) van het Groninger kofschip AGATHA die zich bij diezelfde gelegenheid edel en moedig gedragen hadden, hebben tevens ieder een beloning ontvangen.

AH 220146

Harlingen, 16 januari. Bij gelegenheid van een buitengewone vergadering van het Departement tot Nut van 't Algemeen, had dezer dagen alhier, namens de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen te Rotterdam, de plechtige uitreiking plaats, van haar grote zilveren medaille, benevens dertig guldens, aan Jurien Hendrik van Mekeren, als erkentelijk bewijs van haar tevredenheid en tevens blijvend aandenken aan zijn stoutmoedig en menslievend gedrag op 21 november ll. in de Noordzee, bij stormweer en hooglopende zee, aan de dag gelegd; als zijnde de enigste van zijn bootsgezellen, gereed om zich dadelijk in de sloep te begeven, ten einde de schipbreukelingen aan boord van het masteloos en in een zinkende staat, door overzeilen, verkerende schoener-kofschip ADRIAAN, gevoerd door kapt. H.R. Bok, te redden en aan boord van de AGATHA over te brengen.

Op 28 mei 1846  werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de AGATHA, aangevraagd door C.M. Nap, Groningen, voor W.J. de Grooth als kapitein.


1848

NRC 010148
Texel, 30 december. Gisteren na posttijd gearriveerd AGATHA, kapt. W.J. de Grooth, van Frederikstad.

Op 13 maart 1848 werd de zeebrief van AGATHA, kapt. W.J. de Grooth, door de Ontvanger te Harlingen naar Den Haag geretourneerd, zonder vermelding van reden, waarna op 15 maart royement volgde.

LC 170348
Advertentie. De notaris Wijma, te Harlingen, zal, aldaar op woensdag den 22 maart 1848, des voormiddags ten 11 ure precies, aan de Zoutsloot bij de Noorder muur, in het openbaar veilen: Ankers en touwen, staand en lopend want, en verder touwwerk, zeilen, rondhout en meerdere scheepsgoederen en gereedschappen, als zijnde het geborgen inventaris van het op het Schuurrak, bij Texel (opm: tussen Texel en Vlieland; juiste datum niet bekend maar vermoedelijk in februari 1848), verongelukte kofschip, AGATHA (opm: bouwjaar 1826) genaamd, kapitein W.J. de Grooth (opm: kapt. Winoldus Jans de Grooth).

AH 200448
Advertentie. Uit de hand wordt te koop aangeboden: Het Nederlandse kofschip AGATHA, gevoerd geweest bij kapt. W.J. de Groot, van de Pekela, met mast, spil en roer, zijnde groot 104 roggelasten, en liggende thans in de haven van Texel, alwaar hetzelve te bevragen is bij Reyer S. Smit.

Op 12 augustus 1848 werd een ‘eerste’ zeebrief verstrekt voor de CATHARINA, aangevraagd door J. Bakker, Nieuwediep, voor A.J. Borst als kapitein.
Doordat de laatste zeebrief van de AGATHA, kapt. W.J. de Grooth, wegens het ‘verongelukken’ van het schip op 13 maart 1848, werd geroyeerd, moest men weer een ‘eerste’ zeebrief aanvragen.

AH 160848
Texel, 14 augustus. De CATHARINA, kapt. A. Borst, naar Drammen.


1849

NRC 230549
Amsterdam, 22 mei. Het schip CATHARINA, kapt. Borst, van Bordeaux naar Dantzig (opm: Gdansk), is volgens brief van Delfzijl van den 20ste dezer, aldaar lek, met verlies van zeilen, stengen, anker en ketting, ingeslagen watervaten, gebroken boord enz., binnengelopen; moet lossen om te repareren


1850

Op 6 juni 1850 werd een eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de CATHARINA, aangevraagd door Firma Repko en Co., Harlingen, voor H.G. Nieting.

AH 120650
Vlie, 6 juni. Binnengekomen de CATHARINA, kapt. H.G. Nieting, van Oudsoen.


1851

NRC 051051
Vlie, 2 oktober. Uitgezeild de CATHARINA, kapt. H.G. Nieting, naar Frederikstad.


1852

Op 3 juni 1852 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CATHARINA, aangevraagd door H.G. Nieting, Harlingen, voor zichzelf als kapitein.

NRC 171052
Amsterdam, 16 oktober. De schepen GESINA JANTINA (opm: GEZINA JANTINA), kapt. Pronk, van St. Petersburg herwaarts gedestineerd, en CATHARINA, kapt. Nieting, van Umea (opm: Umeå) naar Harlingen, zijn, volgens brief van de Zoltkamp van de 13e dezer, bij Oostmahorn gearriveerd; het eerste aan boord hebbende de equipage van het schip MARIA (opm: MARIE, zie RC 121018), kapt. Ahrens, van Riga naar de Maas (zie ons nummer van 12 dezer), het laatste lek en met verlies van zeilen.


1853

AH 090553
Vlie, 5 mei. Binnengekomen de CATHARINA, kapt. Nieting, van Christiansand.


1854

Hellevoetsluis, 14 oktober. Zeilklaar de CATHARINA, kapt. H.G. Nieting, naar Sunderland.


1855

Op 22 maart 1855 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CATHARINA, aangevraagd door H.G. Nieting, Harlingen, voor zichzelf als kapitein.
Hendrik Geerts Nieting overleed op 5 juni 1855 te Harlingen. Zijn jonger broer, Jan Geerts Nieting, nam het roer van de CATHARINA over.

Harlinger Courant 161055
Harlingen, 8 oktober. Binnengekomen de CATHARINA, kapt. J. Nieting, van Drobak.


1857

Op 14 april 1857 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CATHARINA, aangevraagd door J.G. Nieting, plaats niet vermeld maar zal Harlingen zijn, voor zichzelf als kapitein.

Harlinger Courant.200557
Harlingen, 19 mei. Aangenaam is het ons te kunnen berichten, dat kapitein L., van wien wij in ons vorig nummer melding maakten, gelukkig weder hersteld is, dank zij de hem alhier verleende geneeskundige hulp. Hij is dezen morgen met het Nederlandse kofschip CATHARINA, kapt. Nieting, naar zijn vaderland (Noorwegen) vertrokken.


1859

Op 11 april 1859 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CATHARINA, aangevraagd door J.G. Nieting, plaats niet vermeld maar zal Harlingen zijn, voor zichzelf als kapitein.


1860

HaCo 171060
Harlingen, 16 oktober. Heden is binnengekomen het kofschip CATHARINA, kapt. Nieting, uit Noorwegen met ene lading hout, waarvan door den belopen storm den deklast overboord is moeten worden geworpen. Ook zijn de stuurman en een ligtmatroos, bij het vastmaken van den jager, overboord geslagen en verdronken, zodat de lijst der rampen van den jongsten storm weder vergroot is.


1861

LC 150261
Advertentie. De notaris J.A. Zaal Stroband te Harlingen zal, ten verzoeke van R.A. de Ruiter, zaakwaarnemer aldaar, op maandag de 25e februari 1861, des namiddags ten 3 ure, provisioneel, en des avond ten 7 ure, finaal, telkens in het Zomerlocaal der Societeit de Vereniging van H. de Jong, op Rapenburg ter dier stede, publiek presenteren te verkopen:
3.  1/8 aandeel in het Nederlands Kofschip CATHARINA, thans gevoerd door kapitein J.G. Nieting, (boekhouder de heren Repko & Co te Harlingen) en groot volgens meetbrief 127 tonnen.
Nadere informatie te bekomen bij de genoemde notaris Stroband en bij de gemelde De Ruiter. (Bekort)

Op 15 juni 1861 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de CATHARINA, aangevraagd door J.G. Nieting, plaats niet vermeld maar zal Harlingen zijn, voor zichzelf als kapitein.

PGC 301161
Groningen, 28 november. Van kapitein J.A. Donga, gevoerd hebbende het in de Noordzee verlaten kofschip ANNECHIENA (opm: zie PGC 261161), hebben wij een uitvoerig verhaal ontvangen van de zeeramp, die hem in de storm van 14 november heeft getroffen.
De kapitein relateert, dat toen het schip in de morgen van 15 november geheel vol water was gelopen en op de lading dreef, terwijl de equipage zich door touwen op het kajuitsdek hield, een schoonerkof in zicht kwam, maar dit schip onder de wind bleef liggen en zich niet scheen te bekommeren om de noodvlag, die van het wrak was gehesen; dat dit schip later bleek te zijn het kofschip CATHARINA, kapitein J.G. Nieting; dat gelukkig 3 uur later een ander schip met een menslievender kapitein uit diezelfde richting als het eerste kwam aanzeilen en het wrak in zicht krijgende in de wind ging liggen, een boot uitzette, met vier man bezette en zo de schipbreukelingen aan boord van zijn schip bracht, zijnde dit het Noorse fregat MAPLE LEAF, kapitein Funnemark, die zelf in de reddingboot was.
Kapitein Donga brengt openlijk hulde aan kapitein Funnemark voor de redding uit doodsgevaar en bedankte hem voor de behandeling die hij en zijn equipage aan boord van de MAPLE LEAF heeft genoten.


1862

NRC 220462
Hull, 16 april. Uitgezeild de CATHARINA, kapt. Nieting, naar Memel.

NRC 130962
Harlingen, 11 september. Volgens telegraphisch bericht uit Tornea is het hier te huis behorende kofschip CATHARINA, kapt. Nieting, gekomen van Stettin en naar Neder Kalix met ballast bestemd, in de Botnische golf bij de Finse kust gebleven, doch het volk gered.
(Opm: Neder Kalix en Tornea liggen uiterst noord van Botnische golf op de grens van Zweden en  Finland)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Gron.240.383.1826.136

DVD M.,LIII-1357, 1358 en 19
BIJLBRIEF

Naam schip AGATHA

plaats en datum acte Oude Pekela, 17 april 1826

type schip nieuw kofschip

bouwwerf/verkoper Harm Derks Hesselink, scheepstimmerbaas te Oude Pekela

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Harm Harms Nap, negociant te Groningen en Roelof Wolters

te voeren door kapt. Boele Jans Potjewijt

grootte in tonnen 123 ton inhoud
(Meetbrief nr. 14 d.d. 3 april 1826)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 24,62 m., breed 4,47 m., hol 2,52 m.

kiellegging 1825 opgezet

tewaterlating 1826 fris van de bijl te water gebracht

plaats / datum registratie Winschoten, 18 april 1826

nummer van registratie folio 149, recto, vak 2 en 3

notaris Mr. Sophuis Piccardt, notaris te Pekela

prijs

Bijzonderheden: .







researcher/datum research: ML / 290111



Naam AGATHA
Archiefinstelling Groninger Archieven
Jaar 1826
Toegang 240
Inventaris 383

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.63

foto P1020832, 833
KOOPAKTE

Naam schip CATHARINA, ex-AGATHA (1848)

plaats en datum akte onderhandse verkoop/koop, Harlingen, 27 maart 1850

type schip kof

bouwwerf/verkoper Jacob Bakker, Nieuwediep, verkoopt 3/8e part en houdt 5/8e part

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Repko & Co., Harlingen (boekhouder en 1/8e part)
Hendrik Baukes Komst, Harlingen (1/8e part)
Dirk Nieting, koopvaardijkapt., Harlingen (1/8e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 117 tonnen (meetbrief Helder, 8 augustus 1848)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 23,19 x 4,53 x 2,44 meter

kiellegging

tewaterlating scheepsbouwer Harm Derks Hesseling, Oude Pekela 1826

plaats / datum registratie Harlingen, 30 maart 1850

nummer registratie deel 33, folio 78, verso, vak 8

notaris Mr. Sjoerd Simon Wijma, notaris te Harlingen

prijs elk 1/8e part wordt verkocht voor NLG. 750,-

Bijzonderheden: (opm: op 6 mei 1850 wordt een nieuwe zeebrief verstrekt, aanvrager Repko voor kapt. Nieting)

12.08.1848 eerste (dwz nieuwe) zeebrief voor de CATHARINA, aangevraagd door J. Bakker, Nieuwediep voor kapt. A.J. Borst.


researcher/datum research: ML / 050617

Naam CATHARINA, ex-AGATHA (1848)
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1850
Toegang 19-06
Inventaris 383

Bronnen

Jaar: 1826
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Nat. Archief, Den Haag, toeg. nr 2.08.01.07, diverse bestanddelen zeebrieven
Groninger Archieven, Groningen Archiefnummer Gron.240.383.136
Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.63
notaris S. Piccardt te Oude Pekela, toegang 121, inv. nr. 24, aktenummer 26, 10 febr. 1826
notaris S. Piccardt te Oude Pekela, toegang 121, inv. nr. 24, aktenummer 51, 17 april 1826
notaris mr. S. Piccardt te Oude Pekela, toegang 121, inv. nr. 25, aktenummer 86, * mei 1827
notaris mr. S.C.H. Piccardt te Pekela, toegang 121, inv. nr. 50, aktenummer 2, 11 jan. 1845
notaris mr. S.C.H. Piccardt te Pekela, toegang 121, inv. nr. 52, aktenummer 132, 18 dec. 1846
Mr. J.P.A. (Jan-Paul) Wortelboer, Glimmen
www.allegroningers.nl
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordtsche Courant
DT = De Tijd
GRC = Groninger Courant
LC = Leeuwarder Courant
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant