1898-05-16: |
Dagregister deel 14, nummer 386, den achttienden Mei 1800 acht en negentig. Ondergeteekende Wicher Rubertus, scheepsbouwmeester, gedomicilieerd te Haren, verklaart te zijn eigenaar van eene houten zeiltjalkschip genaamd "Anna Catharina", varende onder Nederlandsche en thuis behoorende te Ulrum, vogens meebrief voor zeeschepen afgegeven Hoornschedijk, gemeente Haren, den 12 den Mei achtien honderd acht en negentig door den scheepsmeter A. Smit, gemeten op een bruto inhoud op een honderd negen en tachtig en vier en vijftig honderdste (189,54) kubieke meter of zes en zestig en negentig honderdste (66,90) tonnen van twee, drie en tachtig honderdste (2.83) kubieke meter en welk vaartuig door schipper H. Kelder zal worden bevaren. Groningen, 16 Mei 1898. W. Rubertus. In de kantlijn staat bijgeschreven: 5392. Opm.: G.L., klasse W. |