|
Vlissingen, 16 juli. Van den 10 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: RODEL CATHRINE, kapt. N. Erichsen, van Kragerø met hout; en DE VROUW MARTHA, kapt. T.R. de Jonge, van Dantzig met weedasch; CLEOPATRA, kapt. A. Allegre van Havre-de-Grace met verwhout; DE VROUW ANNEGINA, kapt. A.J. Bolten, van Elbing met hout en weedasch; JULIA, kapt. J.P. Visser, van Bordeaux met wijn en koffie; THE EFFORT, kapt. J. Grau, van New York met koffie en suiker; ALBERTINA AMALIA, kapt. M. Klingsted, van Stockholm met koper en stukgoederen; LA BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, van Londen met stukgoederen; L’AMELIE, kapt. Th. Guilbert, van Havre-de-Grace met koffie en huiden; de WINDLUST, kapt. G.R. Engelsman, van Londen met stukgoederen; L’ISIS, kapt. J. Morel, van Duinkerken met wijn enz. Voorts zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen, en van den 12 dezer tot heden naar zee gezeild: de VROUW HENDRINA, kapt. K. van den Oever met graan; DE AREND, kapt. H. Elbring en de JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Huijs, beide met boomschors, en alle drie naar Londen; L’UNION, kapt. J. Rickmers, naar Bristol met boomschors; AURORA, kapt. B.J. Wijgers, naar Petersburg met stukgoederen; de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring, naar Limekiln met boomschors; de DOCHTER ALIDA, kapt. J.D. Duijt naar Arbroath en REBECCA, kapt. J. Anderson naar Hull, beide met vlas; THE PRINCE OF SAXE-COBURG, kapt. J. Tremaijne, naar Londen met boomschors; DE FREDERIK, kapt. H. Kopperholds, naar Hamburg met stukgoederen; de VROUW GEERTRUIDA, kapt. H. Draijer, naar Schotland met vlas en meekrap; de BRABANDER, kapt. A.E. de Groot naar Fitzroy, de YERSEY, kapt. J. Paton naar Liverpool, de TWEE GEBROEDERS, kapt. J.F. Schulte en DE VROUW PETRINA, kapt. K.D. Mulder, beide naar Londen, en alle vier met boomschors; JENS FORTER JERSIN, kapt. J.S. Pedersen, naar Noorwegen met ballast; deFANNIJ, kapt. C. Brandaris, naar Batavia met stukgoederen; ATHENS, kapt. W. Henrij, naar Petersburg met ballast; LE PETIT GUSTAVE, kapt. J. Blaij, naar Bordeaux met stukgoederen; DE VROUW HEILTJE, kapt. S.C. de Vries, naar Londen met boomschors; L’ADÈLE, kapt. P. Lagree, naar Nantes met geweren en steen; SOLON, kapt. J. Rickmers naar Londen en de DRIE GEBROEDERS, kapt. H.H. Ricke naar Milton, beide met boomschors.
|